NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD.
De Goudvallei.
5 e Jaargang.
Dinsdag 2o Augustus 1887.
No. 1267.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIES:
BINN E N LAND.
1AARLE1TS DAGBLAD
Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.03.
Dit blad verschijnt dagelijks, bebalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rahat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekbandelaren, postkantoren en courantiers.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale de Publicite Etrangcre G. L. IIAUBII éf Co., JOH. F. JONES, Sucr., Parijs, 31bis Faubourg Moyitmartre.
Zij, die zich op ons
blad abonneerenont
vangen gratis hetgeen van het
tegenwoordige F euilleton
reeds het licht zag.
HF HIBFCTIF.
STADSNIEUWS.
Haarlem, 22 Augustus.
De 1ste luit. jhr. A. van Tets en
de 2e luit. J. van Boecop, beiden
hij het depot escadron huzaren te
Haarlem, worden tegen Sept. e. k.
overgeplaatst bij de escadrons van
het 2e regiment huzaren teVenloo.
Bij het te Utrecht op 19 Aug.
gehouden examen voor Fransch
(L. O.) is ook geslaagd mej. A. W.
C. Hoevers uit Haarlem.
In de afgeloopen week is men
bezig geweest met het plaatsen van
de palen van de telefoonleiding
tusschen onze stad met Amsterdam
ten dienste van de waterleiding.
Ook particulieren zullen echter
van deze telephonische verbinding
kunnen gebruik maken. Aan de
Gravesteiner brug hebben die palen
de zeer belangrijke hoogte van 35
Meter en zijn dicht bij elkaar ge
plaatst opdat de scheepvaart door
het Spaarne zoo min mogelijk zou
worden belemmerd.
In den laten avond van Zondag,
omstreeks 12 ure is eene felle brand
uitgebroken op het bovenhuis van
perceel no. 6 aan de Damsteeg, be
woond door den opperman H. West-
broek.Vermoedelijk ontstond debrand
door het springen ot omvallen van een
petroleumlamp, die op tafel stond.
De brandweer en de politie met haar
slangenwagen waren spoedig aan
wezig en hebben goede diensten
bewezen. Het bovenhuis is geheel
uitgebrand, terwijl het benedenhuis
belangrijke schade heeft bekomen.
Toen het vuur uitbrak lagen de be
woners reeds te bed en hebben zich
slechts met moeite kunnen redden.
Het huis eu de inboedel van West
broek was verzekerd, maar die van
de wed. Oordhuis en M. Stevens niet.
In het Hotel Kurzaal te Zand-
voort hebben intrek genomenprins
en prinses Lobkovicz; de prinsessen
Marie en Louise Schwarzenberg; de
graven Königsegg en Neipperjjde
graaf Colloredo Mansfeldde baron
Gudenus; en de gravin Marie Wald-
stein, allen met gevolg.
Te Zandvoort hebben van 1 Juni
tot 15 Aug. vertoefd: 1610 bad
gasten en 174 dienstboden. Tezamen
1784 personen.
Men schrijft ons uit Haarlem
mermeer
Op het land van den heer B.
Blesheuvel zal door de afdeeling
Haarlemmermeer der Holl. Mij. van
Landbouw, op Donderdag 1 Sept.
a. s. des morgens ten 9 ure, eene
wedstrijd gehouden worden van de
beete twee- en driescharige ploegen.
De nationale Field-Trial, dien
de Nederlandsche jachtvereenigiug
«Nimrod» tegen 27 Aug. in den
Haariemmermeerpolder had uitge
schreven, is wegens den stand van
den oogst uitgesteld tot 10 Sept.
LETTEREN EN KUNST.
Het aantal belangstellenden, die zich als
leden doen inschrijven van het Nederl. taai
en letterkundig congres te Amsterdam,
wordt gaandeweg zóó groot, dat aan het
voornemen, om bij de voorstelling van
wMacbeth" op Donderdag 15 Sept.inden
stadsschouwburg ook publiek tegen entree
toe te laten, geen gevolg kan worden ge
geven. De opvoering zal dus alleen kunnen
worden bijgewoond door leden eu begun
stigers van het congres.
De heer Tourniaire zal bij gelegen
heid der voorstelling op 31 Augustus in
Moser's blijspel //Ultimo" het tooneel we
der betreden met de rol, die hij daarin
ook vroeger vervulde.
ONDERWIJS.
Men schrijft uit Alkmaar:
«Op het verzoek van Gedeputeerde Sta
ten, namens den minister van Binnen-
landsche Zakeu gedaan, om de bepaling
ter aanvulling van art. 19 der instructie
van het onderwijzend personeel, luidende
//onderwijzeressen, die in het huwelijk
treden, zijn verplicht ontslag aan te vragen,
uiterlijk op den dag waarop haar huwelijk
voltrokken wordt", is, ter voorkoming dat
die bepaling aan den Koning ter vernieti
ging wordt voorgedragen, door Burg. en
Weth. het volgende rapport uitgebracht.
B. en W. berichten, dat al is die be-,
bepaling misschien met de letter der wet
op het L. O. in strijd, zooals de min. van
Binn. Zaken aan Ged. Staten mededeelt,
men vooral in deze zaak niet aan de letter
moet blijven hangen, maar rekening moet
houden met de bedoeling. Wat heeft toch
aanleiding gegeven tot het in het leven
roepen dezer bepaling Het feit, dat twee
onderwijzeressen, aan de openbare scholen
alhier werkzaam, in het huwelijk traden
en geen ontslag vroegen, doch als zoodanig
werkzaam bleven. (Eene van deze is nog
werkzaam als onderwijzeresde andere was
slechts onderwijzeres in handwerken en
heeft eenigen tijd later hare betrekking
nedergelegd. (N. v. d. Corr.) Dit feit heeft
de aandacht doen vestigen op de ernstige
gevolgen, welke daaruit zouden kunnen
voortvloeien, mocht dit voorbeeld algemeen
navolging vinden. Als men de bedoeling
der gemaakte bepaling kent, rijst van zelf
de vraag: is de gemeenteraad werkelijk daar
mede zijne bevoegdheid te buitengegaan?
Naar de meening van B. en W. kan die
vraag niet beslist bevestigend beantwoord
worden.
Artikel 135 der gemeentewet kent
aan de gemeentebesturen de bevoegdheid
toe tot het maken van de verordenin
gen, die in het belang der openbare
orde, zedelijkheid en gezondheid worden
vereischt, en door het vaststellen van
deze bepaling, in het belang der zedelijk
heid, blijft de gemeenteraad dus volkomen
binnen de grenzen zijner bevoegdheid.
Bovendien staat een dergelijke bepaling
gelijk met eene andere bepaling, welke in
bijna iedere gemeente bestaat, namelijk
dat eervol ontslag niet verleend wordt
dan op aanvraag, twee of drie maanden
te voren ingediend. In deze bepaling ligt
evenzeer eene beperking van het voorschrift
van art. 29 litt. a. der wet op het L. O.
als in de bepaling in kwestie, en daarte
gen bestaat geen enkel bezwaar."
G/Amst. Ct.//)
Bij kabinetsschrijven van 18 dezer, heeft
Z. M. de Koning den hoogleeraar J. A.
Alberdingk Thijm, te Amsterdam, opge
dragen de Begeering te vertegenwoordigen
op het 20ste Nederlandsch taal- en letter
kundig Congres, dat van 1417 Sept.
e. k. te Amsterdam zal gehouden worden».
Bij koninklijk besluit van 11 dezer,
is de kapitein ter zee J. Lefèvre, com
mandant van het Eransehe schip //Coligny",
benoemd tot ridder in de orde van den
Nederlandschen Leeuw.
Door den minister van Staat, min.
van Binnenl.mdsche Zaken, is bij circulaire
van 16 dezer, de aandacht van de Com
missarissen des Konings gevestigd op de
kon. besluiten van 27 Juli jl., (//Staats
bladen" no. 140, 141 ei: 142), strekkende
ter uitvoering van art. 1 der wet van 17
April jl., (//Staatsblad" no. 67) tot vast
stelling van bepalingen betreffende het
houden van bevolkingsregisters. De min.
wijst daarbij uitvoerig zoowel op de wij
zigingen en aanvullingen, die deze beslui
ten, in vergelijking met de vroegere ko
ninklijke besluiten, betreffende het houden
van bevolkingsregisters, hebben ondergaan,
als 'tgeen thans èn door de gemeentebe
sturen èu door de ingezetenen valt in acht
te nemen, zoomede door de besturen van
gebouwen, gestichten of schepen, staande
onder bestuur of toezicht van rijkswege,
in welke personen samenwonen.
De commissarissen des konings zijn
verzocht, een en ander ter kennis te bren
gen van de gemeentebesturen in hunne
provincie en hen tot eene getrouwe op
volging der voorschriften in de kon. be
sluiten vervat, aan te sporen.
Blijkens een bij het dep. van Marine
ontvangen telegram, is Zr. Ms. schroef-
stoomschip 1ste kl. //Koningin Emma der
Nederlanden", onder bevel van den ka
pitein ter zee J. H. Commijs, den 19den
dezer te New-York aangekomen. Aan
boord was alles wel.
De adelb. 1ste kl. S. Bijnbende, be-
hoorende tot de rol van Zr. M. instructie
schip ,/Nautilus", wordt met den 27sten
dezer overgeplaatst in de rol van Zr. Ms.
wachtschip te Willemsoord.
De gewone audiëntie van den miuister
van Oorlog zal op 25 dezer niet plaats
hebben.
{Bovenstaande berichten zijn uit de St.-Ct.)
De Duitsche gezantbaron
Von Saurma Jeltsch, is gisteren
met buitenlandseh verlof uit de re
sidentie vertrokken en heeft zich
aanvankelijk naar Berlijn begeven.
Jhr. mr. O. J. Repelaer van
Molenaarsgraaf te 's-Gravenhage
heeft eervol ontslag gevraagd als
commies van staat.
Hij en de heer De Bas hebben
de benoeming tot lid van den ge
meenteraad aangenomen.
Volgens telegrafisch bericht
is de ingenieurs-brigade voor den
spoorweg in de Transvaal, bestaande
uit de heeren Croll, Van IJsendijk,
Van Lennep, Steinmetz en Van der
Meulen, den 18den jl. te Kaapstad
aangekomen.
De proef, die men genomen
heeft met eene nieuwe beheiing van
de spanten der overkapping van het
Centraalstation, te Amsterdam, met
langere palen, moet uitnemend ge
lukt zijn. Al de palen hebben, nadat
zij ruim 25 Meter in den grond ge
slagen waren, en daarna nog ruim
een uur beheid werden, hardnekkig
aan verdere zakking weerstand ge
boden; wel een bewijs dat ze zulk
een harden ondergrond hadden ont
moet, dat men ze eer zou stuk
geslagen hebben, dan ze dieper te
krijgen.
Hecht nti de betrokken minister
zijne goedkeuring aan de genomen
proef, dan zal, zoo gauw als moge
lijk is, de verdere beheiing worden
voorbereid. Want daar palen van
die lengte als de genoemde en dan
nog wel ruim duizend, in ons land
niet te krijgen zijn, en ze vermoe
delijk eerst geveld moeten worden,
zullen ze niet dan in het voorjaar
van het volgend jaar hier kunnen
wezen. Dan echter wordt de behei
ing slechts een kwestie van enkele
maanden, en, daar men inmiddels
van het afwerken van het inwendige
van het station is voortgegaan, laat
het zich aanzien, dat het in Mei
1889 in exploitatie zal kunnen wor
den gebracht.
Door den blazerschipper N.
Hoedemaker is in de Noordzee eene
buitengewoon vreemdsoortige krab
gevangen. Er waren n.l. op den rug
van dit dier zeven oesters vastge
groeid, van welke sommige stellig
5 c. m. middellijn hadden. De krab
is opgezonden naar het aquarium
van «NaturaArtis Magistra» te Am
sterdam.
Men schrijft ons uit Hilversum
Ofschoon gewoonlijk de toegang
tot het perron van het station alhier,
geheel vrij is, worden des Zondags
namiddags, ter wille van de veilig
heid, door den chef doeltreffende
maatregelen genomen om den toe
vloed van nieuwsgierigen een weinig
tegen te gaan. 't Kan dan ook soms
verbazend vol zijn op het perron, en
men moet er zich waarlijk over
verwonderen, dat men niets hoort
van ongelukken. Terwijl toch hon
derden door elkander krioelen komt
onverwachts de locomotief in vlie
gende vaart het station binnen, en
gaat bijna rakelings langs de massa
heen.
Men schrijft ons uit Enkhuizen:
In de jongstgehouden gemeente
raadszitting zijn de geloofsbrieven
onderzocht geworden van de nieuw-
gekozen Raadsleden en tot toelating
besloten van de heeren: A. P. Le
Coultre, D. Scholten, L. F. H.
Tückermann en P. J. Neijt.
Men schrijft ons:
De rechtbank te Alkmaar veroor
deelde deze week zekeren C. H. Cz.
FEUILLETO INT.
9)
III. EENE
WEERWRAAK VAN PEPE DEN SLAPER.
De nacht was even donker als de voorgaande, toen tegen
tien uur 's avonds een lichte, snelzeilende kotter zacht tus
schen een labyrinth van rotsen voortgleed. De bouw van
het vaartuig, zijne uitrusting en zijne zeilen, verrieden een
oorlogsvaartuig of ten minste een vaartuig dat daarvoor
ingericht was. De stoutmoedigheid, waarmede hij te midden
der duisternis manoeuvreerde, bewees dat de stuurman reeds
lang deze gevaarlijke kust bevaren moest hebben en dat de
gezagvoerder van het schip een man met ijzeren wilskracht
moest zijn.
De zee raasde geweldig in dit nauwe labyrinth, terwijl
het vaartuig op korten afstand der rotsen voortgleed. Een
maal de nauwe opening doorgevaren, bood eene ruime baai,
waarin het water geheel kalm was, aan het vaartuig eene
veilige ligplaats aan.
Op eene manoeuvre, door den wachthebbende oihcier in
het fransch overgebracht, draaide het schip bij met eene
snelheid die deed veronderstellen dat er eene talrijk equipage
aan boord moest zijn. Twee sloepen werden achtereenvolgens
gewapend en van riemen voorzien te water gelaten en de
mannen die er plaats in namen, zetten koers naar het hoogste
punt der baai, van waar men eenige langs den oever ver
spreide woningen kon onderscheiden.
Om kort te gaan, het was een Fransch vaartuig, half
ingericht voor zeeroof, half voor den smokkelhandel en dat
met een dubbel doel hier kwam; om eenige koopwaren te
ontschepen en levensmiddelen, waaraan reeds gebrek begon
te kon en, daarvoor in de plaats aan boord te nemen.
Door een visscher van Elanchovi, dien kapitein Despierto
hem bezorgd had, begeleid, had de kapitein zeer juist ge
oordeeld met het kiezen dezer aanlegplaats.
De wachthebbende officier wandelde in gedachten ver
diept over het dek, luisterende naar het geklots der golven
tegen de flanken van het vaartuig, met scherpen blik de
windkoers onderzoekende, die de zeilen in verkeerde rich
ting deed zwellen en van tijd tot tijd een blik werpende
op het kompashuisje.
Op deze wijze ging een uur voorbij, toen eensklaps een
hevig geweervuur zich op alle punten der kust deed hoo-
ren. Het vuur werd beantwoord en weinige oogenblikken later
kwamen de twee uitgezette booten weder bij den kotter aan.
Zeker tot groote teleurstelling van zijn kapitein had Pepe
aan de andere tolbeambten het alarmsignaal gegevendit
geschiedde evenwel te laat, want de twee vaartuigen waren
reeds met schapen en allerlei levensmiddelen beladen, op
den terugtocht. De laatste der mannen die op het dek klom
voor dat men de booten weer op hunne plaats borg, was
een matroos van reusachtige gestalte. Hij hield in zijne
armen een klein, onbewegelijk kindje, dat men voor dood
gehouden zou hebben, indien niet eenige zenuwtrekken
van zijn lichaampje eenig teeken van leven verraden hadden.
Wat duivel brengt ge daarmee, Bois-Rosé? vroeg
hem de officier.
Met uw verlof, luitenant, het is een klein kindje dat
ik half dcod van honger in eene drijvende boot gevonden
heb. Eene vrouw, die dood was en in haar bloed lag te
zwemmen, hield het nog in haar armen gekneld en ik heb
heel wat moeite gehad om het uit het vaartuig te krijgen,
want die honden van Spanjaarden, meenende dat het een
onzer booten was, onderzochten het zoo streng mogelijk.
Onder de tolbeambten was een lange slungel van een kerel
(laat ons den lezer zeggen dat het Pepe de Slaper was)
die mij tijdens de overladiDg, met evenveel hardnekkigheid
als behendigheid bestookte. Hadde ik gewild dan had ik
hem voor altijd kunnen doen zwijgen, maar de zorg voor
dit zwakke schepseltje weerhield mij. Maar indien ik hem
ooit van mijn leven moge wedervinden.... pas op....
En wat denkt ge met dit kiDd aan te vangen?
vroeg de officier, door medelijden bewogen.
Wel parbleu, ik zal mij met de opvoeding er van
belasten, tot op het tijdstip dat de vrede mij in de gele
genheid zal stellen de noodige nasporingen omtrent den
vondeling te doen.
De eenige inlichtingen die men ongelukkig maar van
dit kind dat driejaar oud scheen, kon inwinnen, waren dat
het Fabiaan heette en dat de vermoorde vrouw zijn moeder was.
Twee jaren gingen voorbij, zonder dat het Fransche schip
in eene Spaatische haven kon ankeren. De liefde van den
matroos, die den jongen Fabiaan de Mediana ais zoon aan
genomen had, verloochende zich geen oogenblik en werd
met den dag sterker. Deze man van reusachtige gestalte