BUITENLAND. uit de Rijp tot een en twintig dagen gevangenisstraf, omdat hij zich in den tijd van vijf dagen slechts zeceramaal aan overtreding der drank wet had schuldig gemaakt. De man kan nu tenminste zijn roes eens uitslapen. Men schrijft ons uit de Beem- ster: Het programma der feesten ter herinnering van het 275-jarig be staan van dezen polder is thans vast gesteld als volgt; Woensdag 24 Augustus: feest voor alle schoolgaande kinderen (pl. m. 800) aan de Middenbuurt, van 10 tot 2 ure; openbare uitvoering der gymnastiek-vereenigingen «Hercu les» alhier, «Volharding» tePurme- rend en «Bato» te Rijp, nam. 3 uren, tableaux-vivants, voorgesteld door de gymnastiek-vereeniging «Hercu les» alhier, nam. 8 ure; na af loop bal-champêtre. Donderdag 25 Augustus: Ten toonstelling van vee en andere voortbrengselen uit de Beemster van 10 tot 2 ure; historische optocht, voorstellende den intocht van Prins Maurits in de Beemster, voorm. 10 ure; Volksvermakelijkheden, nam. 1 ure; Harddraverij voor paarden van eigenaars in de Beemster, nam. 2 u. Beide dagen worden de feesten door muziek opgeluisterd, en des avonds zal de illuminatie schitterend zijn, te oordeelen naar de moeite en kosten, die hiervoor worden be steed. Men schrijft ons: Te Westgraftdijk passeerde Za terdagmiddag een stoomschipde Hollandsche vlag voerende. Het had het ongeluk bij een der hoeken een voor alle schepen lastige plaats in den dijk te varen, waarin het een groot gat maakte. Vrijdagavond was aan het Scheveningsche zeestrand weder een prachtig fata morgana waar- te nemen, hetwelk zich gedurig langs den horizont verplaatste. De toeschouwers meenden algemeen een park met boomen en huizen, ja zelfs een standbeeld in het mid den daarvan te zien. Het verschijnsel was omstreeks 3 uren uit het gezicht verdwenen. Prof. Buys Ballot, te Utrecht, Hoofd-Directeur van het Koninklijk Nederlandsch Metereologisch Insti tuut, heeft bij circulaire de volgende vragen tot de Nederlandsche Brand verzekeringmaatschappijen gericht .- 1°. Hoeveel gebouwen waren in ieder jaar door u verzekerd? 2°. Hoeveel molens, fabrieken, kerkto rens bevinden zich daaronder? 3°. Hoeveel gebouwen werden door blik sem getroffen, en in hoeveel gevallen ontstond brand? 4°. Welk is het be drag der in elk jaar door u uitbe taalde schade wegens bliksem-onge- luk? 5». Van de getroffen gebouwen wenschte men gaarne te vernemen a. de gemeente of provincie waarin zij gelegen waren; i. de ligging, nl. het platteland of de bebouwde kom eener gemeente; c. den aard van het gebouw (woonhuis, fabriek, molen, kerktorenj; d. of een blik semafleider aanwezig was; e. of het gebouw met telefoon- of telegraaf toestellen verbonden wasf. welke de dakbedekking was. Deze vragen zou men gaarne over een zoo groot mogelijk aantal jaren beantwoord zien. Op volledigheid komt het in deze minder aan dan op nauwkeurigheid en aantal dier opgaven. - Vrijdag middag moest een commies der belasting te Zevenaar voor zaken naar Arnhem. In eene coupé 3e klasse reisden met hem twee Duitschers die naar hun ge sprek en houding te oordeelen, iets hadden dat niet richtig was, Te Arnhem gekomen, noodzaakte hij hen uit te stappen, en kwam men aldaar tot de ontdekking, dat zij in een valies eene aanzienlijke hoeveel heid goud en zilver over de gren zen hadden weten te smokkelen. Door de overste van het Liefde gesticht in de Nieuwstraat te Breda is aan den gemeenteraad het ver zoek gericht om door middel van eene tunnel onder den beganen grond het Liefdegesticht te verbin den met de aan de andere zijde der straat staande schoolgebouwen. De gemeenteraad had vroeger het ver zoek geweigerd om boven de straat eene gang te metselen daar men vreesde dat de lucht in de nauwe bochtige straat te veel zou belemmerd worden. Daar het echter steeds lastig blijft voor de liefde zusters, om voortdurend van het hoofdgebouw naar de scholen over straat te gaan, wenscht de overste thans de goedkeuring te verkrijgen eenen onderaardschen toegang te kunnen doen maken. Een paar personen, die zich te Assen bij het N.-W. kanaal be vonden, bemerkten dat er iemand in het water lag. Spoedig ontdeed zich de een van zijne jas en sprong in het water. Het mocht hem zwem mende gelukken,den drenkeling naar den wal te brengen en verder nog bijtijds op het droge te halen. Daar bleek het te zijn een 10- h 12jarig meisje. Zij gaf op, bevreesd te zijn geweest, dat hare moeder haar een pak slaag zoude geven, en om dat te ontloopen, in het kanaal te zijn gesprongen. De voor korten tijd in zuid oostelijk Drente zoo geduchte sluik handel is den laatsten tijd sterk afgenomen. Troepen smokkelaars van dertig tot veertig personen, worden niet meer gezien. Eene kleine verhooging van den accijns in Hannover, alsmede het vermin derd gebruik in de noordelijke streken ontnemen den sluiker de gelegen heid tot die ruime verdiensten, die hij vroeger genoot, terwijl het ge vaar voor bekeuring door de waak zaamheid der commiezen zeer is toegenomen. Vóór eenige dagen werd uit Veenwouden gemeld, dat in den nacht van 12 op 13 dezer is inge broken in de herberg der wed. Ku- perus, die te bed liggende, tusschen 2 en 3 uren zag, dat een man in de tapkamer met behulp van een luci fer alles nazocht, doch op het ge rucht hetwelk zij maakte, de vlucht nam. Dienzelfden nacht is er inge broken in het koffiehuis van Dijkstra. De gezamenlijke rijkspolitie van Dan- tumadeel, Tjietjerksteradeel, Acht- karspelen en Kollumerland heeft den geheelen dag getracht den dader op te sporen, en mocht er in slagen des avonds eenen vreemdeling aan te houden, die sigaren verkocht; hij had o. a. een kistje sigaren, gelijk er een bij Dijkstra was ontvreemd. Die man werd naar Leeuwarden overgebracht en bleek te zijn Otto WiegmaD, slotenmaker te Berlijn. Hij had bij zich een grooten bijbel, lucifers en verschillende nieuwe voorwerpen, vermoedelijk afkomstig van diefstal. Thans verneemt men, dat eenige dagen vroeger te Zuid- horn soortgelijke inbraken gepleegd en daarbij goederen ontvreemd zijn, als in zijn bezit gevonden werden, en de indruksels in het hout der ramen van de wed. Kuperus en van Dijkstra komen geheel overeen met de breedte van den beitel, dien Wieg man bij zich had. Ofschoon hij alles blijft ontkennen, schijnt toch de rechte man te zijn gevat, en de justitie een hoogst gevaarlijk sujet in handen gekregen te hebben. De justitie uit Leeuwarden is Vrijdag vergezeld van twee dokters, naar Burum geweest, om een onder zoek in te Btellen naar eenen ver- moedelijken doodslag. Een leerling der bijz. school was n.l. vóór eenige dagen overleden aan eene hersen ziekte, welke gezegd werd het ge volg te zijn van eenen slag, hem door den onderwijzer der school toe gebracht. Naar voorloopig is geble ken, heeft die onderwijzer den jon gen wel eenen slag gegeven, maar staat deze in geen het minste ver band met de hersenziekte waaraan de knaap is overleden. De jongen had reeds langen tijd aan hersen ziekte geleden. - Dank zij het krachtig op treden van de commissie uit de geabonneerden en de nagenoeg al- gemeene medewerking, is het abon nementstarief van de telephoon te Groningen van f 120 teruggebracht op f 60 per jaar, en voor twee toe stellen op f 100 tezamen. Het is een afdoend bewijs, dat wanneer er slechts aanéénsluiting onder de abonnés te verkrijgen is, de normale prijs volgen moet, al wordt dat geldelijk offer nu juist niet vrijwillig door de Bell-Telephoon- Maatschappij gebracht. RECHTSZAKEN Bij de terechtzitting worden rechters en getuigen, te midden van zeer ernstige, niet zelden ook op hoogst luimige straf gedingen onthaald. Zoo stond te X onlangs de sjouwerman B. terecht, ter zake van wederrechtelijk verblijf in eens anders wo ning, zonder aan de vordering om die te veriaten te voldoen. „Joa, meneeren van de rechtbank," zoo gaf hij den president ten antwoord, „as dat deurgait, den ken ieder d'rin loopen, want dat ie om joeu eigen geld nijt meer vroagen maggen, kiek, dat gait mien klaiu verstand te boven, en dat wijt ook niemand „Hoor eens B., ik zal u iets zeggen, gij zijt een zwetser, en gij hebt hier maar kort en bepaald op mijne vragen te antwoorden; begrepen?» B.Joa, joa, meneer de presendeut, wielu binnen toch ook gijn schouborstels, en as ik n'zoake nijt goud vin, den mout ik toch ook as u'echte Hollanse jong vrij mit mien mijnen veur n'droad komon duren. Da's ook toch ijne van de bovenste wetten. Meneer dij kent mi; joa da's zeker nog over dat spul van wegens dat proempie tebak uut mien kammeroad zien deuze, woar 'k drij doagen veur had heb, moar andere straffen heb ik ook nooit gehad.» Pres.Van andere vonnissen is ook niet gebleken en die tabakgeschiedenis moet ge nu maar laten rusten, hoor!» B.«Mit verlof, meneer de presendeut, moar dat proempie zit mi nog altied dwars in de moage Pres.«Stil, wij gaan tot de zaak over. Ik vraag u, of gij uwe schuld bekent?» B.: «Nee, meneerde preser.dent, doezend moal nee, ik bin net zoo onschuldig as 'n proempie tebak Pres.; «Nog eens, laat die tabakgeschie denis nu achterwege; hoort ge wel? Erkent ge u schuldig?" B.«Ik zol nijt wijten, woaran Pres.«Zijt ge op den voor middag van den 15 Juli niet in de woning van den handelsman Simon F. geweest B.«Dat bin ik.» P.Wat wildet gij daar B.«Moanen, meneer, om rnieu ijgen geld.» P.„Hebt gij daarbij geen twist gekregen?» B.„Zoo as 't altied gait, om wat uut te lijnen is men goud genog, moar as men zienent weerom vragt, den is 't iloitpiepen, den krieg ie stank veur dank.» P.: „F. beweert, dat hij u bij herhaling aangemaand heeft, om zijne woning te verlaten, doch in stede van daaraan te voldoen, hebt gij zoo'n lawaai gemaakt, dat de buren te zamen liepen.» B.; „'tls 'n nou ik wil veurzichtig wezenik ken de wetten, 't Ge val was zoo: Wat noa Nijjoar komt he mi tegen en kloagt, dat 't hom zoo slecht gong. Zien sloapvrau wol hom 's oavends mit zien kist nog op stroat zetten loaten, as he gijn rieksdoalder in of korten gaf. Ik had krek mien geld van n' karwai beurd en zeeDoar Siemen, doar hest 'n dikkop; kenst mi hom mit 'nweekofvijr wel weerom geven. Wel zeker, zee he, mit Feberwoari hest hom weer. Joa wel, Iloit piepen de eerste Feberwoari komt, maor Siemen nijt; 't wordt ijn Meert, ik zij gijn Siemen. In April gait 't nijt beter, al wel 'k ook te zijn kriege, gijn Siemen. Op 'n Zondagmorgen in Juli zij 'k kom mit 'n sigarre in de mond veur op de tram stoan, 'n nije palleto an. Ik nik, moar joawel, hij dut krek, of he mi nijt meer ken. Dat kropte mi en doadelk ston mien beslunt vast, da 'k hom van wegens dij rieksdoalder as goud op de too- nen trappen wol. Ik den ook 'n Zondag morgen noa de slaapstee tou. Hij ston net in de koamer en klopte zien rok uut. Ik zeegoie mërgenmoar hij antwoordt nijt. Hou is 't mit mien rieksdoalder vroag ik. „Foi," zegt he, en dut krek, of he 'n vlukke uut zien rok poetsen wil, „op 'n Zondag moanen!" Dou heb ik hom de rok uutstupt, want in ploats van mien rieks doalder lachte Siemen mi uut. Op ins gript he mi au en ropt: Dr' uut, dr' uut, dr' uut.» Ik bin der doadelk uutgaan en daarom zoo onschuldig as n' proempie tobak.» (Gelach). Daar de buren eerst kwamen, toen B. uit de woning ging en dus de vermaning om te vertrekken niet hoorden, is de eisch vrijspraak, waarmede de rechter zich con formeerde. (Veend. Crt) Engeland. Ia de laatste zitting van het Lagerhuis verklaarde Fer guson bij de debatten over de di plomatieke posten op de begrooting van uitgaven dat de regeering en kele maatregelen neemt, die de ont ruiming van Egypte zullen recht vaardigen, namelijk maatregelen tot handhaving der wet, tot verzekering der orde, tot verlichting der volks- lasten, en tot invoering der volstrekt uoodige hervormingen. De vreem delingen worden thans meer aan de belastingen onderworpen. Daardoor zal met meer zekerheid evenwicht worden verkregen tusschen inkom sten en uitgaven. Verdere maatregelen zullen strek ken om het Egyptische leger in staat te stellen zonder hulp van de Engelsche troepen de grenzen te verdedigen. Het bezettingsleger is thans op 4500 man teruggebracht. Wanneer er niets tusschenbeide komt zal het in het volgend jaar verder verminderd worden. Engeland moest zich in de con ventie htt recht verzekeren om in Egypte terug te keereD, daar het anders de risico zou loopen van eene vernieuwing der nu te bovengeko men gevaren. Aan de regeering moet de noodzakelijkheid bespaard wor den om toezeggingen te doen over den duur der bezetting. Haar stre ven is eerder op bespoediging dan op vertraging der bezetting gericht, ten einde verlichting van den schul denlast te verkrijgen. De minister gelooft niet dat er een langere tijd verloopen zal om eene internationale regeling tot on- zijdig-verklaring van het Suez-ka- naal tot stand te brengen dan noodig is om de belangen van Egypte te regelen en de voltooiing der her vormingen te verzekeren. De geruchten omtrent Stanley's dood schijnen toch uit de lucht ge grepen te zijn geweest. Althans Sir Francis de Winton heeft aan de Times twee brieven van Stanley doen toekomen, gedagteekend van 19 Juni. Daar nu deze brieven langs den kortsten weg twee maanden noodig hebben gehad om Engeland te bereiken, zoo is het klaar, dat de tijdingen, die van zijnen dood op 20 Juli gewag maakten, onmo gelijk echt konden zijn. Uit de bedoelde brieven blijkt, behalve Stanley's welstand, dat hij op 19 Juni zijn verste punt aan den Congo had bereikt, dat alles naar wensch ging met de expedi tie, en dat zij nog slechts 400 Eng. mijlen af te leggen had, om Emin- Bey te bereiken. -Men weet dat door de En- gelsc'ae vrouwen eene openbare in schrijving is gehouden om Koningin Victoria ter gelegenheid van haar jubileum een geschenk aan te bie den, waarbij voor f525,000 is in geschreven. Daarvan gaat af een som van f125,000 voor een stand beeld van den prins-gemaal. De overschietende f400,000 zijn door de Koningin bestemd tot verbete ring van het lot der ziekenverpleeg sters in de hospitalen voor vrouwen. Duitscliland. Op den weg van Pankoff bij den Drachenfels worden tal van vliegers verkocht, waarop men het hoofd van generaal Bou- langer heeft geschilderd. Ieder wan del aar schaft zich een dergelijken vlieger aan. Spanje. Aan Le Temps wordt uit Madrid geseind: Daar generaal Salamanca weigert zijn ontslag in te dienen, zal de Gaceta een besluit openbaar maken, waarbij zijne be noeming tot goeverneur-generaal van Cuba wordt ingetrokken. Italië. Volgens de Trïbuna heeft zich te Messina in de laatste 24 uren geen geval van cholera voor gedaan. Van den 19den tot den 20sten kwamen te Catania voor 5, te Palermo 3, te Malito 7 en te Brante 5 sterfgevallen, terwijl van den 19den tot den 21sten te Palermo werden aangetast 23 personen, waar van 15 overleden. Rusland. Déroulède he»ft Mos- cou Donderdag verlaten en is naar St. Petersburg gereisd; hij keert over Weenen naar Parijs terug. De leden der Fransche en Elzas-Lo- tharingsche kolonie deden hem uit geleide aan het station. Uit St. Petersburg wordt aan de Pol. Corr. te Weenen gemeld, dat sedert eenigen tijd het effectief van het Russische leger aanzienlijk is verminderd door tal van verloven aan officieren en soldaten verleend. Daarentegen wordt ijverig voortge gaan met de versterking der steden van Podolië, vooral te Luck en Rovno. Te Holeazovo is men begonnen met den bouw van vier groote kazernes. Oreral worden verdedigingswerken aangelegd. Oostenrijk. Het .Town, des Béb. verneemt uit Weenen, dat, in strijd met de gunstige berichten uit offi- cieele bron, de toestand in Bulgarije steeds ongunstiger wordt. De geeste lijkheid weigert den naam Ferdinand te noemen in haar gebeden; onder het leger heerscht groote gisting en groote handelshuizen hebben hun kantoren gesloten, daar de eigenaars Bulgarije verlaten. Portugal. De afgevaardigde Pe- reira d'Almeida, die den minister van Marine tijdens een der parle- ments-zittingen een oorvijg gaf is en herkulische kracht, was geboortig uit Canada en heette, zooals wij reeds gezegd hebben, Bois-Rosé. Het was voorwaar een zonderling en treffend schouwspel als men de bijna moederlijke zorgen zag, waarmede de reus het kleine kind behandelde en de listen die hij onophou delijk moest aanwenden om voor zijn aangenomen zoon eene portie boven het gewone rantsoen te verkrijgen. Dui zenden luchtkasteelen bouwde zich de matroos voor eigen rekening, luchtkasteelen die naar zijne veronderstelling een maal verwezenlijkt zouden worden. Ongelukkigerwijze dacht de eerlijke matroos door al deze berekeningen te weinig aan de gevaarvolle wisselvallighe den van het zeemansleven. Op zekeren morgen moest de Fransche kruiser de vlucht nemen voor een Engelsche brik, die zeker tweemaal sterker was. Hoe goed zeiler hij ook was, kon hij den vijand toch niet ontwijken, noch hem een gevecht weigeren. De twee vaartuigen hadden reeds langer dan twee uren elkander beurtelings de volle laag gegeven, toen de matroos, zwart van kruitdamp, in het onderruim afdaalde, waar hij zijn kind in veiligheid had gebracht. Na het teeder omhelsd te hebben, droeg hij het in zijne armen op het dek. Daar, in het hevigste van den strijd, te midden van de worsteling, van het bloed dat overal vloeide, van de kreten der strijders, te midden van de neervallende masten wilde hij, om op elke gebeurtenis voorbereid te zijn, in zijn geheugen de omstandigheden eener door hem gevreesde scheiding prenten. In zulk een oogenblik, dat zelfs bij een kind onuitwisch- bare herinnering moet achterlaten, zeide hij terwijl hij hem met zijn reusachtig lichaam beschermde: - Kniel neder, mijn zoon. Gij ziet wat hier rondom u voorvalt? vroeg de Cana dees op plechtigen toon voort. Ik ben bang, stamelde Fabiaan, voor het bloed dat ik zie, voor het geraas dat ik hoor, en hij verborg zich in de armen van den reus. Het is wel, hernam de matroos. Welnu! vergeet nim mer dat in dit oogenblik een matroos, een man, die u veel meer dan zijn leven lief had, u heeft doen knielen om u te zeggenKniel neder mijn kind en bid voor uwe moeder- Hij kon den zin niet voleindigenhij werd door een ko gel getroffen en zijn bloed bespatte den kleinen Fabiaan, die hartverscheurende kreten aanhief. De Canadees had nog slechts den tijd om zijn lieveling aan het hart te drukken en hem, zoo zacht, dat het kind het bijna niet verstaan kon, den niet voleinden zin toe te fluisteren: Die ik stervende naast u gevonden heb. Daarna verloor hij alle bewustzijn. Toen hij weer tot zichzelven kwam, zag hij zich ver plaatst in een smerig scheepshol. Een brandende dorst ver teerde hem. Met zwakke stem riep hij dengene, die hem eiken morgen bij zijn ontwaken toelachte; maar niemand antwoordde: Fabiaan was daar niet meer. De matroos was krijgsgevangen en hier kon hij het verlies zijner vrijheid en dat van zijn aangenomen zoon, dieu de Voorzienigheid hem gezonden had, beweenen. Wat was er van Fabiaan geworden? Dit zal de verdere loop van dit verhaal leeren. Alvorens evenwel van het voorspel tot het drama en van Europa naar Amerika over te gaan, moeten wij het verhaal der gebeurtenissen te Elan- chovi volledig maken. Reeds eenige dagen na de verdwijning der gravin vonden visschers haar ontzield lichaam op den bodem eener boot die eenzaam op den oever lag. De oude Juan de Dios omwond de glinsterende wind wijzers van het kasteel met zwart floers en richtte eigen handig op de plaats waar zijne meesteres teruggevonden was geworden, een kruis op. Maar daar alles in de wereld spoedig vergeten wordt, had de wind het zwarte doek nog niet verkleurd en de vloed het houten kruis nog niet groen gekleurd, of, ondanks de ontroering die deze tragische ge beurtenis in het dorp had veroorzaakt, sprak men er reeds sedert lang niet meer over. EINDE DEE INLB1DINO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1887 | | pagina 2