NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
De Goudvallei.
5 e Jaargang.
Woensdag 24 Augustus 1887.
No. 1268.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIES:
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.03.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
BureauKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 132.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale de Fublicite Etrangère G. L. VATJ.BE Sp Co., JOHF. JONES, Snor., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre.
Zij, die zich op ons
blad abonneerenont
vangen gratis hetgeen van het
tegenwoordige F euilleton
reeds het licht zag.
FF JDIRECTIE.
STADSNIEUWS.
Haarlem, 23 Augustus.
Maandagavond vergaderde in liet lokaal
//Wetèn en Werken" de „Vrijzinnige Kies-
vereenigingw; hoewel nog zeer vele leden
zich niet in de stad bevonden, waren toch
40 leden opgekomen. Er waren geene an
dere candidaten voor het lidmaatschap der
Tweede Kamer voorgesteld dar. de vorige
afgevaardigden van dit hoofdkiesdistrict,
de l.eeren W. de Meyier en mr. A. J.W.
Ear icombe Sanders. Over hunne candida-
tuur werd eene discussie gevoerd, waaraan
deelnamen de heeren van Coeverden, die
hen heiden had voorgesteld, Grallandat
Huët, die den heer Earncombe Sanders
mede voorstelde, Tideman, A. C. Waller
en Brongersma. Het eenige bezwaar, dat
tegen de voorgestelde candidaten werd
aangevoerd, betrof het bekende votum van
den heer Sanders over art. 194, waarmede
de meerderheid der leden van deze Ver-
eeniging reeds vroeger getoond had niet
te kunnen instemmen. Tegen dat bezwaar
werd aangevoerd, dat art. 194 thans niet
meer aan de orde was, zoodat mon den
heerSanders, wiens buiten gewone bekwaam
heden door niemand betwist werden, wiens
belangstelling in al wat dit district betrof
in den loop van dit jaar ook reeds meer
malen gebleken was, met volkomen ver
trouwen wederom kon afvaardigen naar
de Kamer, die nu te beslissen zou hebben
over de Grondwets-herziening, waaraan hij
zulk een belangrijk aandeel genomen had.
Bij de daarop gevolgde stemming wer
den op den heer De Meyier 35, op den
heer Earncombe Sanders 38 stemmen uit
gebracht, zoodat beiden wederom de can
didaten der //Vrijzinnige Kiesvereeniging"
geworden zijn.
sluitend voor de waterleiding en zal
binnenkort voltooid zijnthans heeft
men alleen nog Vogelzang, het eind
punt, met onze stad te verbinden.
Dat deze telefonische aansluiting
met Amsterdam ook door het pu
bliek zou kunnen worden gebruikt,
zeker zou ieder dat wenschen. Maar
't is al te mooi om waar te zijn.
Zoolang de telefoonwet niet is aan
genomen behoeft men daar niet op te
rekenen.
Bij den nationalen cricketwed-
strijd, te Amsterdam gehouden, werd
«Concordia» van 's-Gravenhage door
«Rood en Wit» van Haarlem ge
slagen.
In de eerste innings had «Rood
en Wit» 30 runs, «Concordia» 20
runs, in de tweede «Rood en Wit»
33 en «Concordia» 36 runs gemaakt.
Het totaal aantal runs der eerste
vereenigirig was dus 55, van de laatste
63. Deze droeg dus de zege weg.
Topscorer van de Haarlemmers was
de heer Posthuma met 15 punten,
van de Haagsche club de heer H.
Suermondt met 28 punten. Deze had
de meeste punten in de beide in
nings. De wedstrijd eindigde te half
vijf. Nu moest «Rood en Wit» nog
om den prijs kampen met «Hercu
les» van Utrecht.
Als bizonderheid zij nog medege
deeld, dat dit de eerste maal is, dat
de Haagsche Cricketclub door de
Nederlandsche tegenstanders is over
wonnen.
De overplaatsing van den len
luit. Jhr. A. S. E. van Tets en den
2en luit. J. M. Baron van Boecop,
van het 2e reg. huzaren, bij de
veldescadr ns te Venlo, geschiedt
niet (zooals eerst gemeld werd) met
Sept. a. s., maar op 1 Nov.
,.T)e berichten in de bladen der
laatste dagen omtrent de telefoni
sche verbinding tusschen onze stad
en Amsterdam zijn slechts ten deele
juist. De nieuwe aauleg dient uit
Maandag is door de politie alhier
aangehouden en naar het huis van
arrest overgebracht Karei Meisner,
oud 67 jaren, koopman, zonder vaste
woonplaats, die door middel van
insluiping in een bewoond huis, ge
legen aan den Oudenweg,een gouden
horloge met dito ketting had ont
vreemd. Hij heeft vroeger meerma
len gevangenisstraf ondergaan.
Voor eenige dagen deelden wij mede
dat in de Haarlemmermeer weder een
meerval werd geworden.Omtrent deze
zeldzaam gevangen vischsoort kun
nen wij de volgende bizonderheden
mededeelen
De meerval werd vroeger in ons
land alleen in het Haarlemmermeer aan
getroffen, en is na de droogmaking van
de lijst onzer vissehen geschrapt. Zijne
grootte was vroeger aanmerkelijk, en met
den steur behoorde hij tot de grootste
zoetwatervisschen, wijl zijne lengte vari
eerde van 1 tot 5 Nederl. ellen, bij een
gewicht van zes tot vijftig ponden, soms
meer.
Men vindt den meerval tegenwoordig
nog veel in de noordelijke meren van
Europa.
De meerval is langwerpig van vorm,
van voren breed, een kleinen buik en
langen staart.
Zijn kop is groot, breed en plat, met
zeer kleine oogen. Boven- en onderkaak zijn
gewapend met dicht bij elkander staande
harige tanden, met nog eene rij in het
gehemelte. Aan de bovenkaak bevinden
zich twee lange baarddraden, aan de on
derkaak, die langer is, treft men er vier
aan.
De huid van het dier is niet met schub
ben bedekt, maar week en slijmig. De kleur
op deu rug is olijfbruin of zwartgroen,
aan de zijde lichter, aan den buik geel
of witachtig en overal gemarmerd. De
onderlip is rood. Op den grond der vin
nen, die een soort van stekels zijn, welke
het dier willekeurig oprichten of tegen het
lijf leggen kan, bespeurt men eene breede
bruine vlek, omgeven van een bleeken
kring.
De meerval leeft van andere vissehen,
waarvan hij er velen verslindt; ook water
vogels versmaadt hij niet.
Zijne traagheid cn het langzaam zwem-
meu, doen geen afbreuk aan zijne onge
looflijke vraatzucht.
De meerval houdt zich doorgaans in
de diepte op, doch bij stormweer komt
hij aan de oppervlakte, en wordt dan niet
zelden door de golven waartegen hij niet
bestand is, op het strand geworpen.
De smaak van het witte vleesch heeft,
(volgens sommigen,) veel overeenkomst
met ossen- of kalfsvleesok, of ook wel met
aal of slechten zalm.
In de Noordelijke landen gebruikt men
zijn vet als olie voor de lamp; uit de
zwemblaas vervaardigt men lijm en de
gedroogde huid, die doorschijnend is,
neemt de plaats in van vensterglas.
Maandagnacht ontstond, ver
re oedelijk door 't broeien van het hooi
brand op de boerderij «'t Kraaij-
veld,» van den heer Hanedoes, aan
de Ringvaart te Haarlemmermeer.
Ongeveer 8000 KG. hooi verbrandde.
Het doortastend handelen der jonge-
heeren Hanedoes voorkwam grooter
onheilen.
Men schrijft ons uit Houtrijk en
Polanen
Dezer dagen ontving de scheep
maker R. alhier, een schrijven
geteekend door de firma K. te Am
sterdam, waarin gevraagd werd om
f 20 te zenden aan een zeker adres
aldaar. Daar die firma hem zeer
goed bekend was en hij dikwijls
zaken met haar deed werd dit geld
gezonden. Binnen drie dagen kwam
een tweede schrijven, eene dank
zegging inhoudende en de belofte
dat R. spoedig werk van de firma
zou krijgen, daar er een zandbak
gezonken was, doch tevens het ver
zoek f5 aan denzelfden persoon te
zenden.
De brief was eigenlijk dus een
verzoek van de firma K. om aan
dien persoon geld te zenden.
Weder werd het geld gezonden
doch bij een derde verzoek gingen
de oogen open.
R. begaf zich Donderdag naar
Amsterdam en vernam bij de ge
melde firma dat zij er niets van af
wist en hij waarschijnlijk is opge
licht geworden door een vroegeren
knecht der firma.
Toevallig ontmoet R. op straat
den bewusten persoon; onverwijld
stelt hij een paar rechercheurs met
het gebeurde in kennis en de oplich
ter, zekere V., werd direct in hech
tenis genomen. {Amst. Ct
De beetwortelsuikerfabriek «Hol
land», op het huis Zwanenburg te
Halfweg, zal met half September
hare campagne aanvangen.
De bieten beloven wel een goe
den oogst, doch door de aanhou
dende droogte geen ruim beschot.
De gemeenteraad te Aalsmeer
heeft weder eene schoolcommissie
in het leven geroepen. Door B. en
W. waren daartoe aanbevolende
burgemeester Heydanus, de wethou
der W. Streefkerk en dr. Jaarsveld.
De Raad benoemde nevens de aan-
bevolenen nog de heeren P. Ledehoer
en P. de Vries.
van Verdi. Er zullen geregeld vier voor
stellingen 's weeks in den Parkschouwburg
gegeven worden en wel des Zaterdags,
Zondags, Woensdags en Donderdags.
Om aan den verschillenden smaak van
het publiek tegemoet te komen, zullen
in het nieuwe seizoen niet alleen toonwer
ken van de Eransche en Duitsche, maar
ook van de Italiaansche school ter studie
worden gelegd, en is o. a. de keuze ge
vestigd op //La Traviata" van Verdi, //Mig-
non" en //Hamlet" van Thomas, //Erey-
schütz" van Weber, Donizetti's //Eavorite"
en andere geliefkoosde opera's, terwijl ook
noviteiten, die echter nog niet bekend
kunnen gemaakt worden, het publiek zul
len worden aangeboden. Door die ver
meerdering van het repertoire, gevoegd
bij het beste van het oude repertoire, dat
behouden zal blijven, zooals o. a. //Eaust,"
//Carmen," //Martha," //Czaar en Scheeps
timmerman," //De Jodin" en «De Bar
bier van Sevilla," benevens de Operettes:
z/De Zigeuner Baron," wDe Arme Student,"
//Gravin Cameroni," //De Scheepskapitein,"
z/Donna Juanita" en //De Vledermuis,"
ziet de directie zich tegelijk in de gele
genheid gesteld, dezen winter meer af
wisseling in de voorstellingen te brengen.
De lijst van het personeel bevat geen
nieuwe namen.
LETTEREN EN KUNST.
De Katholieke Illustratie geeft in No. 1
van den Sisten jaargang een geestig ge-
teekenden Bebus, die zeker al hare intee-
kenaren zullen trachten op te lossen. De
prijs, welke er aan verbonden is, bestaat
toch uit niets minder dan een compleet
ameublement voor eene slaapkamer in
notenhout; voorzeker een cadeautje, dat
uitlokt om een abonnement te nemen op
dit overigens toch zoo verdienstelijke tijd
schrift.
Het Hollandsch Operagezelschap te
Amsterdam zal in September a. s. het
winterseizoen openen met "Le Trouvère"
LEGER EN VLOOT.
Men schrijft ons uit Naarden;
Zondng reeds vroeg in den morgen had
het kamp bij Laren een recht feestelijk
aanzien. Allerwege zag men vlaggen
wapperen en in de lijn der cantines waren
enkele dier houten gebouwtjes zelfs met
sparregroen versiert ter gelegenheid van
den schietwedstrijd en volksspelen die
Maandag aldaar door de onderofficieren
en minderen van het kampeerende batal
jon werden gehouden.
De muziek van het korps luisterde de
feestelijkheden op en al jaagde nu en dan
een regenbui de militairen in hunne ten
ten en de vele bezoekers in de cantines,
toch verhinderde dit niet, dat het kamp
den geheelen dag druk bezocht bleef. De
le prijs voor het schieten, een zilveren
remontoir, werd behaald door den ser
geant Schrijvers. Overigens werden nog
verschillende kleinere prijzen uitgereikt,
die soms met zeer veel moeite moesten
worden veroverd.
De stafmuziek keerde met de Gooische
stoomtram van 9 u. 20 min. 's avonds
naar Amsterdam terug en liet ook in
Naarden, bij het doorrijden der stad en
gedurende het wachten aan het station,
hare opwekkende tonen hooren. Maan
dagmorgen om half zes marcheert het le
bataljon uit het kamp naar Amsterdam
en wordt vervangen door het 3e bataljon,
onder bevel van den luitenant-kolonel J.
W. L. Kamp.
PBUILLBTO MT.
10)
1= HOOFDSTUK.
Twee eerlijke keeels.
In 1830 kon de Staat Sonora, een der rijkste van de
Mexikaansche confederatie, met recht aangemerkt worden
als een der minst bekende streken van dat gedeelte van
Amerika. Toch heeft de natuur het land kwistig bedeeld. De
grond, waarin de ploeg ternauwernood zijne voren behoeft
te maken, levert jaarlijks een dubbelen oogst en op vele
plaatsen kan men het voor het bloote oog zichtbare op
dezen vruchtharen bodem verspreide goud rapen en in
dit opzicht kan hij dus wedijveren met het thans zoo ge
roemde California. Deze voordeelen worden evenwel, wel
is waar, door eenige ongemakken in de schaduw gesteld.
Uitgestrekte woestijnen, die hier en daar de bebouwde dee-
len van Sonora doorsnijden, maken er het reizen moeilijk
en gevaarlijk. Oorlogzuchtige Indiaansche stammen zijn nog
in 't bezit van uitgestrekte streken, waar het goud, zegt
men, even overvloedig is als het zand.
Wij zouden vele voorbeelden kunnen aanhalen van groote
fortuinen, die te danken zijn aan de ontdekking van eenig
stuk maagdelijk goud, zoowel als van dezulke die hun
ontstaan te danken hebben aan den rijkdom der op dezen
vruchtbaren bodem ingezameld wordende oogsten.
Lieden, die enkel eene practische kennis hebben van de
bergwerkkunde, dringen van tijd tot tijd in deze woestij
nen door. Aan allerlei ontberingen en duizenderlei gevaren
blootgesteld, ontginnen zij daar in der haast de eene of
andere blootliggende zilvermijn of houden zich bezig met
het wasschen van het zand dat gouddeeltjes inhoudt; daarna
omsingeld of gevangen genomen of teruggedreven door de
Apachen (Indiaansche stam) komen zij in de steden terug
en weten daar duizenden wonderbare verhalen op te dis-
schen van ontdekte maar ongenaakbare schatten, ran mij
nen van onberekenbaren rijkdom of van onuitputtelijke
goudaderen op de oppervlakte van den bodem.
Deze «gambusinos» (onder dezen naam zijn zij bekend)
die voor de mijnindustrie hetzelfde zijn als de Amerikaan-
sche pionniers voor landbouw en handel, zorgen, dat door
hunne berichten, waarin de overdrijving altijd een grooter
aandeel heeft dan de werkelijkheid, de zucht naar het zoe
ken van goud blijft voortbestaan. Wat de Indianen betreft,
alleen hun haat voor het blanke ras en niet de begeerte
om schatten te bewaren waarvan zij de waarde niet ken
nen, doet hun met woede in 't hart deze voortwoekerende
overweldigingen tegengaan.
Geprikkeld door de verhalen der gambusinos, dikwijls
ook door het gezicht eener gelukkige en rijke vondst in de
woestijn, ontvlamt de hegeerlijkheid spoedig op de stem
van een stoutmoedig gelukzoeker die een ontdekkingstocht
predikt. Andere gelukzoekers voegen zich hij hem, eene
expeditie wordt georganiseerd. Maar, lichtzinnig onderno
men, of roekeloos aangevoerd, lijdt zij schipbreuk en ter
nauwernood komen eenigen van den tocht terug om het
noodlottig resultaat er van te verhalen.
Op het tijdstip waarop dit verhaal aanvangt, in 1830,
dat is te zeggen twee en twintig jaar nh de gebeurtenis
sen, die wij verhaald hebben, was er van eene soortge
lijke expeditie sprake te Arispo, de hoofdstad van den Staat
Sonora.
De man die haar ondernam, was een vreemdeling, een
Spanjaard, nauwlijks sedert twee maanden aldaar aange
komen en die hekend was onder den naam van don E-'ta-
van de Arechiza. Dit personaadje scheen vroeger in het
land gewoond te hebben, waar niemand echter zich kon
herinneren hem gezien te hebben. Hij moest' met een voor
uit beraamd plan uit Europa aangekomen zijn; zijne bui
tengewone oordeelkundige kennis van de plaatselijke ge
steldheid des lands, zijne stellige inlichtingen en aanwij
zingen omtrent menschen en zaken, bewezen klaarblijkelijk
dat Sonora hem niet vreemd was en dat hij zijn plan reeds
lang te voren overwogen had.
Zonder twijlel beschikte hij over hulpmiddelen die even
machtig als geheimzinnig waren, want hij speelde den groo-
ten heer, hield open tafel, speelde grof, leende geld zonder
het ooit terug te eischen en niemand kon zeggen uit welke
verborgen bron hij putte om zulk een verkwistend leven
te kunnen leiden.
I Alleen van tijd tot tijd maakte don Estevan Arechiz
a