onder-voorzitter der instelling, be
zichtigde Z. K. H. de bioemen met
de meeste belangstelling en betoonde
zich zeer ingenomen met de instel
ling, waarvan bij de statuten en bet
reglement zich deed ter band stel
len. Bij zijn vertrek plaatste Z.K.H.
zijne handteekening op eene lijst en
overhandigde den beer E. Wijers,
penningmeestereene aanzienlijke
gift voor de instelling.
Zaterdag werd de tentoonstelling
bezocht door den minister Heemskerk.
De Prins en Prinses van Wied,
zullen naar men verneemt, na hun
vertrek van Scheveningen met ultimo
September, nog een gedeelte van
de maand October in het paleis aan
het Korte Voorhout verblijven.
Zijn enveloppen voor brieven,
waarop een adres gedrukt is, opeu
en ledig verzonden drukwerk of niet?
Men zou zeggen, dat deze vraag
geen vraag is. Toch is het wel zoo
en heeft een ingezetene van Zwolle
den minister moeten lastig vallen,
omdat de postambtenaren geweigerd
hebben, een pakje van 50 zulke en
veloppen als drukwerk te beschou
wen.
De heer Haffmans, is, zooals
men weet, een tegenstander van de
grondwetsherziening. Daarvan geeft
hij kennis door de volgende adver
tentie in de Cuijksche Courant van
Zaterdag
«Aan heeren kiezers in het dis
trict Boxmeer
Mijne Heeren!
«De ondergeteekende behoeft niet
te zeggen, dat hij, herkozen wor-
dendeude, tegen de Grondwetsher
ziening zal stemmen, welke in zijn
oogen een schandaal is.
Elke stem, op mij uitgebracht,
zal ik beschouwen als van iemand
die er ook zoo over denkt.
En dat zal den oude goed doen.
Mr. L. Haffmans.»
De uitslag van de wielerwed
strijden, Zondag te Crefeld gehou
den, was als volgt: In het«Haupt-
fahren», 5000 meter, behaalde de
heer Huysser uit Maastricht den
eersten prijs in 9 min. 141/, sec. en
sloeg den kampioen van Duitschland,
Zwitserland en Oostenrijk, den heer
A. Aichele, en den heer Achenbach
uit Hamburg, Duitschland's twee
den rijder. In den «handicap» voor
tweewielers, 2000 meter, behaalde
de heer Huysser den tweedeu prijs.
Zoo ook in de Engelsche mijl
«scratch race».
Iu het nummer voor driewielers
behaalden drie Hollandsche rijders,
alle drie de prijzen, nl. de heeren
Huysser den eersten, Couvée uit
Delft den tweeden, Boer uit Den
Haag den derden.
Den heer Faber uit Haarlem
mocht het gelukken twee derde
prijzen te behalen, nl. een in den
«handicap» voor tweewielers, 2000
meter, en één in de Engelsche mijl
«scratch race». De heer Kerkhoven
uit Delft behaalde een tweeden prijs
in den wedstrijd voor tweewielers,
2000 meter «scratch race».
De snelste rondte werd gereden
door den heer Huysser, die 333ys
meter aflegde in 308/s sec.
Over het algemeen is er tegen
woordig, schrijft de Haagsche brief
schrijver der Middelt. Ct., een
rumoerige geest in de residentie
waar te nemen. Zoo is onlangs voor
de Witte sociëteit, als ware het een
studentenkroeg, flink gevochten
tusschen een paar heeren, van wie
de een niet dulden wilde wilde dat
de ander wat veel naar zijn zuster
keek. Het gevolg was dat er nog
maals gevochten moeBt worden,
maar dan volgens de regelen van
de kunst, met wapenen en in het
bijzijn van getuigen. Het wapen
werd bepaald, dag en plaats van de
ridderlijke samenkomst werden vast
gesteld, de eene partij verscheen op
het terrein, maar hier eindigde de
strijd in letterlijken zin bij gebrek
aan strijders. De tegenpartij, een
jong mensch, die de eer zijner zus
ter moest wreken, liet zich wachten;
men verhaalt, dat hij door zijn
zorgzamen vader was opgesloten I
Nu, dan kan de jongen het niet
helpen.»
De Haagsche briefschrijver
van de Arnk. Ct. schrijft naar aan
leiding van het gebeurde op Sein
post:
«Men spreekt hier van eene straf,
die alweder kwalijk met mijn niet-
militair billijksheidgevoel strookt,
dat namelijk het hier in garnizoen
liggende regiment huzaren naar
Venlo, en dat van Venlo naar den
Haag zou verlegd worden. Eene
soort van regelatie naar de uiterste
duisternis, die misschien voor de
rnmoermakers van het Derde eene
welverdiende straf, maar voor hunne
aan de gebeurtenis onschuldige
wapenbroeders eene groote onbillijk
heid zou wezen. Hoe men echter
over de plaats gehad hebbende
vechtmolesteer- en vernielingspartij
(waarvan de schade door den Sein
posthouder met veel overvragens op
f10,000 geschat wordt) en over de
deswege verdiende straf denken
mag, dit is zeker, dat ieder eerlijk
en fatsoenlijk man walgt van de
manier waarop dit betreurenswaar
dig geval wordt geëxploiteerd om
in de reeds zoo geagiteerde gemoe
deren van onzen kleinen en klein-
geestigen burgerstand tweedracht
en nijd te zaaien.
Het N. v. d. T>., hetwelk door
velen ten onrechte voor een neutraal
orgaan wordt aangezien, meent we
der een gelegenheid gevonden te
hebben, om den Katholieken iets
onaangenaams te zeggen.
Wij lezen in het nummer van
gisteren
«Onder de middelen, welke tegen
de keelziekte toegepast worden,
noemt men er ons ook een, dat ge
heel buiten de wetenschap valt. Te
Abkoude zijn Zondag in het open
baar door pastoor Kortenhorst kin
deren tegen die ziekte gewijd, met
het bepaalde doel die ziekte tegen
te gaan.
De Kerk heeft alzoo gedaan wat
ze kon. Ook in zake de verkiezin
gen, door op dienzelfden dag aan
te manen, geen Geuzen in den Raad
te kiezen.»
Over de aaumaning der «Kerk»,
om te Abkoude geen Geuzen in den
Raad te kiezen, zullen wij geen
woord verspillen.
Waarschijnlijk hebben wij hier te
doen met een onwaar, zeker met
een verdraaid en onjuist bericht.
Alleen naar aanleiding der eerste
mededeeling een kort woord!
Te Abkoude zouden alzoo kin
deren door den pastoor «gewijd»
zijn met bepaald doel de keelziekte
tegen te gaan, en het N. v. d. D.
geeft op ondubbelzinnige wijze te
kennen, dat het die handeling zeer
dwaas vindt, omdat zij «geheel bui
ten de wetenschap valt.»
Dat de theologen aan het bureau
van het N. v. d. D. nooit van den
zegen van deu H. Blasius gehoord
hebben, is te vergeven. Opmerkelijk
echter moet het genoemd worden,
een blad, hetwelk zijn lezers zoekt
en ook vindt onder Christenen, den
spot te hooren drijven met alle mid
delen ter afwering van het kwaad,
welke buiteu het gebied der weten-
tenschap vallen. Daarmede is dus
ook aan het gebed alle waarde en
beteekenis ontnomen. {Tijd!)
In het Vad. wordt door Teren-
tius geklaagd over de hardvochtig
heid der menschen. die zich om de
dieren in het hondenasyl te 's Hage
niet bekommeren, eu hulp gevraagd,
opdat het asyl blijve bestaan. Hij
schrijft o. a. het volgende:
«Ofschoon het voor de verloren
honden een geluk is, dat zij in het
asyl een onderkomen vinden, hebben
zij daar toch een treurig leven. Een
hond hoort thuis in een gezin; hij
moet menschen hebben, aan wie hij
zich hecht, die soms met hem praten
en hem liefkozen; en dan, ja dan
is hij steeds gereed zijn leven op te
offeren, om dat van zijn meester te
redden. Maar in een hok aan een
ketting te liggen en dat in zulk
een hitte, zonder dat hij iemand toe
behoort; zoo af te wachten of zijne
oude meester hem soms opvraagt,
eene nieuwe meester hem koopt of
de chloroform een eind aan ziju leven
maakt dat is een treurig bestaan.
Ja, toen mevrouw van Manen nog
leefde, toen was het hun gouden
tijd. Die kookte zelve voor de hon
den! Wie heeft er ooit van gehoord?
Eene rijke dame, die al de genoegens
van het leven kan genieten, maar
verkiest voor hare arme honden zelve
het voedsel te koken, het hun zelve
toe te dienen, en dan met elk van
hen een vriendelijk woordje te spre
ken.
«O wat was het dan een gejuich,
als hun beschermvrouw kwam! Dan
waren ze uitgelatenDat was in
hun treurig bestaan het eeoige ge
lukkige uurtje vau den dag. Maar
de beschermvrouw is dood en is
hare zorg voor de arme houden nu
ook met haar van deze hardvoch
tige aarde geweken?
«Gelukkig niet! Haar echtgenoot,
de edele menschen eu dierenvriend,
heeft het werk voortgezet. Een nieuw
bestuur is in wording, dat zich met
het beheer zal belasteu.»
-De heer T. Sanders, civiel- en
bouwkundig ingenieur te Amster
dam, heeft aan de gemeenteraden
van Broek in Waterland, Edam en
Monnikendam subsidie gevraagd
voor een tramverbinding Edam
Amsterdam.
-De heer mr. W. M. F. Treub,
candidaat-notaris, privaat-docent aan
de universiteit te Amsterdam, is be
noemd tot redacteur van het Week-
ilad voor het Notarisambt en het tijd
schrift Recht en Wet, eu zulks in
gaande 15 Sept. a. k., in de plaats
van den heer H. W. J. Sannes te
Hoorn.
Op het marktplein der ten
toonstelling te Amsterdam zal het
morgen, Woensdag,denPrinsesjesdag,
recht feestelijk zijn. Te halt twee
uur wordt een groot kinderfeest
gegeven, waarop het jonge volkje
van allerlei verrassingen zal kunnen
genieten, en de kinderen, opdat de
orde geen oogenblik worde gestooord,
onder toezicht zullen zijn van eenige
gymnastiek-onderwijzers, die zich
daartoe welwillend hebben aange
boden. 's Avonds is er een groot
avondfeest, waarop het marktplein
zal worden geïllumineerd op de
wijze evenals op den 2u Augustus,
den verjaardag der Koningin. Men
herinnert zich hoe schilderachtig
de oude buurt er toen uitzag en de
bewoners van het marktplein zijn
het eens, dat het op den Prinses
jesdag niet minder mag wezen. Men
kan dus alvast rekenen, morgen
daar een echten feestdag te zullen
beleven.
Tengevolge van het ontslag,
als lid van den gemeenteraad te
Edam genomen door den heer C.
M. Versteeg, heeft eene buitenge
wone verkiezing plaats gehad, waar
bij gekozen is de heer P. Keuken,
inwoner van Volendam.
Men schrijft ons uit Hilversum
Hadden we gedacht op Prinsessen-
dag nog iets bizonders te hebben,
n. 1. de wedstrijd der seherp-schut-
tersvereeniging «Koning WillemlII»,
ook deze zal op dien dag niet door
gaan. De commandant der d.d. schut
terij weigert tot dat doel de schiet
baan af te staan, aangezien de schut
terij zelve haar wekelijksche schiet
oefening zal houden. We hadden
het beter gevonden die oefeningen
te verdagen, om ons tenminste niet
de eenige feestelijkheid op dezen
dag te onthouden.
Door een aantal neringdoenden
te Weesp is tot den gemeenteraad
het verzoek gericht, bepalingen op
het marktwezen in het leven te
willen roepen, die den handel op de
weekmarktbemoeilijken, aan
gezien deze hun veel schade berok
kent in hun bedrijf.
Zondagnamiddag omstreeks
4'/4 uur ontstond onder de gemeente
Leiderdorp in den stoomoliemolen
van den heer Helling brand, die
weldra zoo in hevigheid toenam,
dat aan blusschen niet te denken
viel.
Naar men zegt, was de in de
nabijheid van den molen bewaarde
brandspuit in het eerst niet in staat
water te geven. De spuit van de
Leidsche katoenfabriek verleende
de eerste hulp. Kwart over zessen
verscheen uit Leideu de stoombrand-
spuit. Met vereende krachten slaagde
men er nu in, den brand tot het
aangetaste perceel te beperken, zoo
dat het woonhuis gespaard is ge
bleven.
De schade is echter zeer aanzien
lijk, doordien eene belangrijke partij
olie en zaad mede verbrand is.
Maandag hebben de leden
van den Haagscheo gemeenteraad
den heer Patijn, burgemeester, in
het «Hötel des Indes» een diner
aangeboden.
-Heden (Dinsdagochtend) ving
de instructie door officieren-com
missarissen aan tegen de huzaren
officieren, die zich op «Seinpost» te
Scheveningen aan wanordelijkheden
hebben schuldig gemaakt.
Een vijftal personen in den
Haag zijn Zaterdagnacht, omstreeks
half twee aan een groot gevaar
ontsnapt. Met den trein uit Am
sterdam aangekomen, wilden zij zich
per vigelante huiswaarts begeven,
toen dit voertuig door een noodlottig
toeval omsloeg. De beambten van
het Holl. spoorwegstation bevrijd
den hen uit huu benarden toestand.
Geen van allen had noemenswaardig
letsel bekomen.
Op den Nieuwen Schevening-
schen weg nabij den eersten water
weg had Maandagnamiddag een ern
stig ongeval plaats. Een oude vrouw
die wegens hare doofheid de stoom
tram niet hoorde aankomen, werd
aangereden op het oogenblik dat
zij de rails wilde oversteken. Zij
werd op verschillende plaatsen zóó
ernstig gewond dat hare overbren
ging naar het gasthuis noodzakelijk
was.
Een heer, die Maandag te
Scheveningen op het punt stond in
de diepte weg te zinken, werd nog
bij tijds door twee badknechts ge
red, die al zwemmende hem bereik
ten, en hem toen grepen. Kort na
dit voorval werd een ander, die zich
ook weer te ver waagde, door de
badknechts uit zee gehaald en tegen
wil en dank naar het strand gebracht.
De twee jongens, die Woens
dagavond, na hunne wandeling naar
en van Rotterdam, als boetvaardige
zondaars en met het verzoek om
eten, hier weer in de ouderlijke wo
ningen terugkeerden, worden in het
«N. v. d. Dag,» dat den datum van
heden, Zaterdag, draagt, nog steeds
als vermist opgegeven, met vermel
ding van hun signalement, zooals
dat in ons blad voorkwam. Het zal
nu zeker velen benieuwen, wanneer
't «Nieuws» er achter zal komen
dat de jongens al lang terecht zijn.
Het zal voor hen dan echter geen
nieuws van den dag meer zijn! Als
het niet de moeite waard is hier
een correspondent te hebben, zal
het «Nieuws» toch zeker wel andere
bladen lezen? {L. D.)
Zaterdagavond woedde een
hevig onweder boven de Tieler- en
Bommelerwaard. Te Gameren ver
brandde dientengevolge bij den heer
G. de JoDgh eene hooimijt en een
berg met graan. Drie hevige don
derslagen brachten verschrikking te
Tuil, waar de bliksem in de kerk
der Hervormde gemeente sloeg, doch
geen brand veroorzaakte.
- Een knaapje te Deventer, dat
in de vorige week in een pot met
kokend water is gevallen, is aan de
bekomen brandwonden Zaterdag
avond onder vreeslijke pijnen be
zweken.
Te Deventer overleed Zaterdag
op 85-jarigen leeftijd de oudstrijder
J. Schlepper, ridder der militaire
Willemsorde,versierd methet metalen
kruis en demed aille van de Citadel van
Antwerpen. Hij was bij den tien-
daagschen veldtocht onder generaal
Chassé en diende bij de 10e afdee-
ling van het le bataljon.
Te Wadenooijen is in den
nacht tusschen Zaterdag en Zondag,
tegen middernacht, de bliksem ge
slagen in den polderwatermolen,
waarvan het benedendeel bewoond
werd door den molenaar met vrouw
en zes jeugdige kinderen. Gelukkig
konden de kinderen, welke allen
reeds te bed lagen, nog in veilig
heid worden gebracht. De vlammen
sloegen zóó fel om zich heen, dat
in korten tijd het gebouw was uit
gebrand. De molen is verzekerd.
Bij het onweder, dat Zondag
avond boven 's-Hertogenbosch en
omstreken zich ontlastte, zijn onder
Rosmalen twee menschen door den
bliksem gedood.
Te Breda heeft zich een ge
val van hondsdolheid geopenbaard.
De dolle hond en, voor zoover men
weet, al de door hem gebeten hon
den zijn afgemaakt.
In de buurtschap Wechterholt
(gemeente Wije) werd Zaterdag de
boerderij, bewoond door de weduwe
G. Nijboer, door den bliksem ge
troffen. Huis en schuur brandden
geheel af, en van den inboedel kon
men zoo goed als niets redden; ook
kwamen een paard, een schaap, eene
geit en verscheidene varkens in de
vlammen om.
Huis en inboedel waren verzekerd.
Maar een feit dat hij zorgvuldig verzweeg was, dat hij
zelf, na de «Goudvallei» ontdekt te hebben, Arellanos ver
moord had om zich alleen van de daar aanwezige schatten
meester te maken. Men heeft gezien hoe hij genoodzaakt
was geworden op zijne beurt te vluchten, zonder evenwel
de vrucht zijner misdaad te verliezeu, omdat hij alleen van
den verkoop van zijn geheim voordeel trok. Wij zullen thans
den bandiet zeiven nog eene kleine leemte laten aanvullen
door te verklaren hoe hij kennis had gemaakt met den zoon
van Arellanos.
Niettemin, hernam Cuchillo het stilzwijgen af
brekende, wilde ik zekerheid van de heele zaak hebben.
Te Arispo teruggekeerd, informeerde ik naar de woning
van Arellanos en ging zijne weduwe opzoeken om haar van
den dood van den armen Marcos te verwittigen. Maar, be
halve de droefheid waarmede mijne boodschap werd ont
vangen, heb ik niets gezien, niets vermoed dat mij kan doen
gelooven dat ik niet alleen de bezitter ben van het geheim
dat ik u geopenbaard heb.
Men gelooft gemakkelijk hetgeen men hoopt, zeide
Arechiza.
Luister, signor don Estevan, vervolgde hij, daar
zijn twee dingen waarop ik trotsch ben, namelijk een ge
weten te hebben dat even gemakkelijk te verontrusten is,
als eene schranderheid die even moeilijk kan falen.
De Spanjaard maakte geen opmerkingen meer; hij was
overtuigd, voorzeker niet vau het geweten van den bandiet,
maar wel van diens schranderheid.
Wat Tiburcio Arellanos zeiven aangaat, gelooven wij het
overbodig, te zeggen hetgeen de lezer reeds begrepen heeft,
en wel dat deze jonge man niemand anders was dan Fa-
biaan, de laatste afstammeling van de graven de Mediana.
Cuchillo heeft straks medegedeeld hoe de Engelsche brik,
na den Franschen kotter overwonnen te hebben, hem na
de gevangenschap vau den Canadeeschen matroos op vreem
den bodem had overgebracht. Daar, voortaan zonder gids
om zijne familie weer te vinden, onterfd van de goederen
van zijn doorluchtig en edel huis, de overgebleven wees
van hen, die zijne kindsheid en jeugd beschermd hadden,
bezat hij niets meer dan hetgeen de armste van dit land
bezit: een paard en een armoedige hut.
111° HOOFDSTUK.
De laatste dee Mediana's.
Toen Cuchillo bij het einde van het onderhoud dat wij
medegedeeld hebben, de hut waar dit had plaats gehad,
verliet, begon de zon reeds ter westerkimme te dalen. De
aarde, door de verzengende hitte van den dag uitgedroogd,
ontlastte haar schoot van heete dampen. Deze dampen, door
den reeds kouden wind verdikt, gaven, als het uitwerksel
van de luchtspiegeling, aan de dorre vlakten die het bosch
omzoomden, het aanschijn van een doorzichtig meer, alsof
de natuur, die alleen behagen schept in volmaakte harmo-
niëeD, aan het oog eene vergoeding wilde aanbieden voor
de treurige naaktheid van het landschap.
Onbestemde geluiden deden zich nog in het woud hoo
ren, gelijk aan het geluid van hout dat bij aanraking met
het vuur begint te knetteren. Maar de boomen richtten
langzamerhand onder den invloed van den zuidenwind hun
bladerenkroon op en schenen ongeduldig op het uur te
wachten waarop de nachtdauw hunne toppen ging ver-
frisschen.
Cuchillo floot, en op deze. welbekende toon kwam zijn
paard in galop toegeloopen. Het oog van het arme dier had
door den dorst allen glans verloren. Door medelijden be
wogen, schonk zijn meester een weinig water uit zijn lederen
flesch en hoewel dit voor het dier maar een droppel was,
helderde zijn oog zichtbaar op.
{Wordt vervolgd!)