BUITENLAND.
GEMENGD NIEUWS.
terdag te Amsterdam te houden, is
zeer groot. De heer E. Kiderlen Jr.
heeft zich voor alle openbare wed
strijden aangemeld.
Men schrijft ons uit Hilversum
Verneemt men uit andere plaatsen
dikwijls klachten omtrent de bal
dadigheden der lieve straatjeugd,
ook hier te Hilversum durven de
jongentjes er wel zijn.
Een geliefkoosde plek voor die
opgeschoten bengels is voorzeker bij
den ingang van het stationsgebouw.
Men kan ze daar ten allen tijde aan
treffen, in troepjes van acht h tien,
en niet zoodra is een trein aange
komen, of de knapen posteeren zich
gezamenlijk voor den uitgang en
vallen eiken reiziger lastig. Som
migen zelfs ontzien zich niet de
heeren bij de panden van hun jas
vast te houden.
En ontvangen ze een ontkennend
antwoord op hun vragen: «Meneer,
pakje dragen? wegwijzen? rijtuig
nemen?» dan volgt in den regel
een stortvloed van liefelijke ontboe
zemingen aan het adres van den
weigerenden persoon.
'k Geloof, dat de politie een goed
werk zou doen en menigeen zou
verplichten, als ze eens een weinig
krachtdadiger onder die straatslijpers
optrad.
In 't voorjaar werden van wege
de tuinbouwvereeniging «Practijk
boven theorie» aan verschillende in-
gezeteneu dezer gemeente bloem
planten verstrekt. Aanvankelijk be
stond het voornemen dezer dagen
een bloemententoonstelling te orga-
niseeren, waarop ieder kon toonen
met welk een zorg hij de verkregen
stekjes had opgekweekt. Na voor-
loopig onderzoek is echter gebleken,
dat er in 't algemeen weinig vaa
de bloemen terecht is gekomen, zoo
dat de tentoonstelling niet veel kans
van slagen zou hebben.
Mocht de tuinbouwvereeniging
het volgende jaar nogmaals de proef
herhaleu, dan komt het ons niet
ondienstig voor, dat een der leden
bij de afgifte der planten de noo-
dige wenken geve, hoe men op de
beste wijze de teedere plantjes kan
behandelen.
In den avond van 31 Augus
tus jl. werd door den directeur van
het telegraafkantoor te Alkmaar
zekere L. v. d. P., aldaar, belast
met het bezorgen van een telegram
naar Langedijk. Niettegenstaande hij
te St. Pancras is gezien, heeft men
verder niets van hem vernomen en
is het telegram niet bezorgd. Men
vreest, dat hem een of ander onge
luk is overkomen.
-ss^-De Times bevat het volgende
.s^'*8chrijven van een Engelschmau uit
Scheveningen
Er is hier geen versche visch in
de laatste 14 dagen te krijgen en
ik geloof niet dat er een enkele
tarbot in 's-Gravenhage is. En toch
brengen de visscherlui uit Ramsgate
hun vangst naar Ostende, waar die
zoo onwelkom is, en zij denken niet
om ons, die dankbaar zouden zijn.
Bezitteu ze geen kaart van de
^.Noordzee?»
Zaterdagnacht hebben te Delft
eenige socialisten uit 's-Hage ge
tracht in een koffiehuis aan den
Yerversdijk propaganda te maken.
Niet alleen dat hun dit niet ge
lukte, maar hunne pogingen wekten
zoozeer de verontwaardiging op van
de aldaar aanwezige personen, dat
er een algemeen gevecht ontstond,
waarbij glazen, flesschen en zelfs
stoelen werden stuk geslagen.
Zaterdag namiddag trof den
schaapherder van den landbouwer
v. E. op het Spijk te Lobit een on
geluk, door het afgaan van een ge
weer, hetwelk tegen eene heg was
gezet, zonder dat de man van de
aanwezigheid van het geweer iets
wist. De herder moest een schaap
vangen, hij greep het over de heg
tastend, en het schaap moet, al
spartelende, den haau van het ge
weer, dat in rust stond, hebben te
ruggeduwd, met het treurig gevolg
dat het volle schot in den rechter
arm van den herder terechtkwam.
Gelukkig dat geneeskundige hulp
nabij was, zoodat hij voor doodbloe
den werd gewaarborgd. De onge
lukkige werd naar het gasthuis in
het naburige Emmerik vervoerd,
waar hem onmiddellijk de arm werd
geamputeerd.
In eenen winkel in de Hoog-
einasehestraat te Tiel ontstond Zon
dagnacht, omstreeks half twee, brand
door het omvallen en daardoor ont
branden van eenen grooten hoop
opeengestapelde doozen met lucifers.
De winkelierster, die alleen het pand
bewoont, bevond zich op eene boven
kamer in diepen slaap, en zou zeer
waarschijnlijk door den zwaveldamp
gestikt zijn, indien men haar niet
nog op den juisten tijd, door het
aanbrengen van eene ladder tegen het
straatraam van haar slaapvertrek,
naar beneden had gebracht.
De jongen te Zundert, die onder
steld werd door eenen hond ver
wond te zijn, zal niet naar Parijs
worden opgezonden om bij prof.
Pasteur te worden behandeld, aan
gezien het niet zeker is, dat de
verwonding door eenen beet heeft
plaats gehad, en de ouders de op
zending niet wenscheu.
Zooals men weet is eenige
jaren geleden door een windvlaag
de torenspits der R. K. kerk te Bo
venkerk afgewaaid. Sedert was ie
toren stomp. Nu de kerk voltooid
wordt had men gemeend dat ook de
toren zou opgebouwd worden, doch
de bestekken vermeldden daarvan
niets eu er bestond dan ook daartoe
geen plan. Het kerkbestuur heeft
echter nu den aaunemer opgedra
gen den toren ook op te bouwen.
Naar aanleiding van liet gebeurde
met de voeding der soldaten te Middelburg,
schrijft de //Middelburgsclie Courant" o. a.
//Het is van algemeene bekendheid, en
meermalen werd daarop reeds gewezen, dat
het vleesch meestal veel te laag wordt
aanbesteed; en er voor den aangenomen
prijs onmogelijk goed vleesch geleverd kan
worden. Hoe is het b. v. mogelijk dat
een slager goed vleesch verschaften kau
tegen een prijs van 52 cent per kilogram,
waarvoor aan particulieren f 1 wordt be
rekend. Al nemen wij aan dat aan laatst
genoemden te hooge prijs in rekening
wordt gebracht, dan is het verschil tus-
scheu beide noteeringen toch veel te gruot,
cn ligt het voor de hand dat er door de
leveranciers, om nog winst te behalen, zoo
veel mogelijk getracht zal worden die te
verkrijgen door mindere kwaliteit van
beesten te nemen.
Aan wie de schuld in deze?
Aan het ministerie van Oorlog, waar
men steeds geneigd is om het onderste
uit de kan te krijgen en eene zeer mis
plaatste zuinigheid in toepassing brengt.
Men lette eens op die aanbestedingen
voor de garnizoenen en men zal bemerken
dat er vaak wordt //gescharreld" om
het wat minder parlementair maar wat meer
verstaanbaar uit te drukken met her
bestedingen, enz., totdat de minimumprijs
overal is gevonden.
Bovendien zijn er nog een paar bepa
lingen, die in deze haar invloed doen
gelden.
Eerstens heeft de slager leverancier
van het garnizoen het recht ook aan
burgers te verkoopen van het beest, dat
voor de soldaten bestemd en gekeurd is.
Het ligt voor de hand dat particulieren
niet het slechtste deel zullen krijgeneen
slager, hoe eerlijk ook, zal natuurlijk zijn
burgerklanten wel het beste bedienen.
In groote garnizoenen nu, gaat de leve
ring met een kwart of een haif beest ge
makkelijk, maar bij weinig gebruik wordt
de uitgifte van een kwart wei eens over
twee dagen verdeeld en daardoor een goede
controle gemist; wat, in verband met
bovengenoemde bepaling, een minder gun-
stigen invloed kan uitoefenen op hetgeen
de soldaat krijgt.
Het recht van leverantie aan particu
lieren zooals dit nu bestaat, moest daarom
in het belang van een goede levering aan
het garnizoen den aannemer worden ont
nomen, maar evenzeer moest een tweede
bepaling worden opgeheven, waarbij hem
een zeker gewicht voor de te leveren
beesten is voorgeschreveu. De koeien of
ossen moeten thans 225 kilogram schoor,
aan den haak wegen; hoe goed eeu dier
ook zijn moge, het wordt niet aangeno
men, wanneer het dit gewicht niet haalt.
Die bepaling is, dunkt ons, noodeloos
belemmerend voor den leverancier en strekt
niet ter bevordering eener levering van
goed vleesch.
Haar opheffen of het bepaalde gewicht
verminderen, zou bepaald nuttig kunnen
werken; maar daartegenover zou strenger
keuring moeten plaats hebben.
De stoomtram, die Zaterdag
avoud te 8.30 uren van Oostburg
naar Aardenburg vertrok, is ter
hoogte vau het Paviljoengele
gen aan het kauaal van de sluis
aan de Wielingen ontspoord, door
dien een kwaadwillige eenen steen
op eene der rails had neergelegd.
De machinist kreeg eenen schok, die
zoo hevig was, dat hij van de ma
chine op den straatweg terecht kwam.
Gelukkig had hij de tegenwoordig
heid van geest om weer op de ma
chine te spriugen en den trein te
doen stoppen. Niemand heeft overi
gens eenig letsel bij de ontsporing
bekomen.
Uit Drente schrijft mon aan de
„N. R. Ct.:«
Half verscholen onder het loof der eike-,
olm- of lindebooinen levert menig nederig
en eenvoudig boerenhuis alhier een echt
landelijk en eigenaardig gezicht op, zoo
dat de allengs meer herwaarts komende
landschapsschilder uit den vreemde een
voorwerp zijner kunst vindt, en hij de
beeltenis daarvan naar elders draagt. Oudo
uitgespleten muurhoeken en scheefgezakte
gedeelten van schuren, waarboven zich een
rijk geladen vruchtboom of jonge populier
verheit, inakeu een contrast met de nieu
wer wetsch gebouwde schuur van den buur
man, die thans tot den top toe is gevuld
met het zware koren. Of de hooge kruin
van eenen //zaadbuit" (korenberg), sierlijk
met stroo gedekt om hem voor den in
vloed van den regen te beveiligen, naast
den zwarten plaggenbult, geeft eenig denk
beeld van de opbrengsten van den land
bouw en de inspanning, welke dit bedrijf
vraagt.
In de daarbij gelegen schaapskooi is
thans de landbouwer bezig met de oprui
ming van den mest. Bij wagenvrachten,
ten getale van tachtig tot honderd, wordt
deze naar de esch vervoerd. De bander
gevel van het oude boerenhuis, recht te
genover de schaapskooi staande, toont in
//ijzeren schrift", of door ijzeren muuran
kers het jaartal van den bouw des huizes.
De oude landbouwer, wiens haren grijs
zijn geworden bij zijn beroep, weet van
het door hem bewoonde huis eene heele
geschiedenis op te delven van vóór hem
levende en werkende personen aldaar. In
de keuken, het woonvertrek zoowel
voor den boer en diens vrouw als voor
het dienstdoend personeel, vindt men oude
kasten van 17.... of van nog ouderen
datum, volgestopt met linnen, waarvan
het garen reeds door /,bep" of //moei"
(grootmoeder en tante) werd gesponnen,
en een houten hangbeugel aan de zolde
ring, die vol garen hangt, toont dat men
deze inheemsche kunst nog in eere houdt.
Menig antiek voorwerp ziet men hier, dat
van de kunstliefde van het voorgeslacht
getuigt, en daarom zoowel, als door daar
aan verbonden familieherinneringen, door
boer en vrouw op hoogen prijs wordt ge
schat. Zoo ongeveer is de Drentsche boe-
reuwoning, waar jaarlijks nog de kerk
voogden uit het dorp of andere pachtinners
hunne pachten en lasten komen innen,
als eene herinnering aan den tijd, toen
ook in Drente aan de geestelijkheid zoo
danige offers werden gebracht. Tal van die
oude //plichten" werden in de laatste jaren
afgekocht, terwijl men aan den opbouw
van meer nieuwerwetsche woonhuizen bezig
is. Het oude //geraamte" (gebintwerk) dier
huizen wordt in eenen nieuwen vorm ge
bracht en met een dak van pannen of
dekriet omgeven. Zoo gaat menig oud
Drentsch dorpsgezicht verloren, dat voor
de oudheidkunde belangrijk is.
Engeland. Te Sheffield vierden
Zondag de messensmeden hun feest.
De minister vanOorlogjSianhope, had
gevolg gegeven aan de uitnoodiging
om het banket te presideeren. In
zijne speech verklaarde hij dat thans
alle wapenen aan een grondig on
derzoek onderworpen waren. Hij
hield zich overtuigd dat de Engel-
sche firma's, aan wie thans contrac
tueel de levering is opgedragen
betere wapens zullen leveren dan
die tot dusver door Duitsche fabrie
ken werden geleverd. Daarop liet
spreker zich uit over de Iersche po
litiek der Regeering, verklarende
dat het Kabinet het bewijs zal le
veren dat het de hulpmiddelen om
in Ierland het gezag der wet te her
stellen niet heeft uitgeput. Naar
aanleiding van lord Carnarvon's on
langs gehouden rede over de van
verdediging ontbloote Britsche ko
lenstations, verklaarde de heer Stan
hope dat de versterkingen van Sin
gapore en Hongkong nog in den
loop van dit jaar voltooid zullen
worden en de wetgevende machten
van Mauritius en Ce.ylon eerst ou-
laugs de vereischte bijdragen hebben
toegestaan. De versterking van de
Tafelbaai (Kaap de Goede Hoop),
wellicht de gewichtigste van alle
stations, zal over eenige maanden
begonnen worden.
Men zegt, dat de Engelsche
Regeering rapporten heeft ontvan
gen, waarin wordt verklaard, dat
de hoofden der Iersche partij hun
best doen om de inschrijvingen voor
de kas der Iersche Liga te doen
toenemen en men vreest voor ern
stige wanordelijkheden in het najaar.
Het Lagerhuis nam heden bij
derde lezing de wet aan betreffende
het koopen vaa kleine stukken grond
door boeren in Schotland. Met 117
tegen 42 stemmen werd besloten,
dat de wet niet van toepassing zal
zijn op Ierland.
De Engelsche Regeeriug heeft
den Schah van Perzië 500,000 gd.
beloofd voor het geval, dat hij Ayoub
Khan weer meester wordt.
Dr. Morell Mackenzie is door
de Koningin tot ridder verheven.
Den 12en dezer wordt in de
staatsie-kamers van het St. James-
paleis te Londen eene tentoonstelling
geopend van de ter gelegenheid van
het 50-jarig j ubileum aan de Koningin
vereerde geschenken. De tentoonstel
ling zal drie maanden duren en
dagelijks voor een beperkt aantal
belangstellenden gratis toegankelijk
zijn.
Duitselllaild. Terwijl de Nordd.
Allg. Zeit. het bericht betreffende de
bijeenkomst van den Keizer met den
Czaar te Stettin heeft tegengespro
ken, wordt thans door de Post en de
Kremzeitung gemeld dat de samen
komst wèl waarschijnlijk is, en dat
de Czaar vermoedelijk het keizerlijke
paar aanst. Zondag ontmoeten zal.
Een onverklaarbare paniek is
te Straatsburg ontstaan. Het gerucht
liep dat een Fransch legerkorps aan
de grenzen opgesteld was en dat
het Duitsche garnizoen der stad
bevel ontvangen had om uit te
rukken.
Dergelijke geruchten waren op
hetzelfde oogenblik te Metz en te
Mühlhauseu verspreid.
Frankrijk. De proefneming met
de mobilisatie van het 17e leger
corps is sedert eenige dagen in vollen
gang. Belangrijke bijzonderheden
worden echter niet gemeld. De alge
meene indruk moet goed zijn, de
bevolking der steden en dorpen in
den kring der mobilisatie begrepen,
moet goeden wil toonen en hulp
vaardig zijn.
Italië. De koning, de kroonprins,
de hertog van Aosta en de minister
van Oorlog hebben tijdens de ma
noeuvres deu aanval en verdediging
van een brug over den Rodano bij
gewoond. De koning begaf zich naar
Reggio, waar hij zeer werd toege
juicht.
Aan het ministerie van Oorlog is
gemeld, dat de aanwerving van vo
lontairs voor het bijzondere leger
corps, bestemd voor Afrika, uitste
kende resultaten geeft. Velen melden
zich aan, vooral officieren en onder-
officiereu. Men merkt op, dat daar
onder een aantal zijn, die de vorige
expeditie hebben medegemaakt.
Soedan. Te Wady Haifa zijn
brieven ontvangen vau den opvolger
van den Mahdi, Abdullah Kalifa,
aan Kouiugin Victoria, den Khedive
en den Sultan van Turkije. Abdul
lah dreigt daarin dat hij met een
leger zal oprukken, ten einde de
wereld te veroveren, indien zij den
Mahdi niet steunen. De brieven wer
den ongeopend teruggezonden, be
halve die aan den Sultan, die naar
Constautinopel zal worden opge
zonden.
Het gebruik van syphou6 met
spuitwater geschiedt meestal op zeer
oupractische wijze, niet alleen om
dat dikwijls geheel vergeten wordt
de syphou zoo koel mogelijk te hou
den, maar ook omdat de straal van
het uitgedreven spuitwater tegen den
harden wand van het glas breekt,
zoodat eeu verkwistend ontwijken
van het koolzuur moet plaats vin
den. Van daar ook, dat het uit de
syphon verkregen water bijna oogen-
blikkelijk ophoudt met op te
borrelen. In een buitenlandsch blad
wordt nu de raad gegeven, ten einde
koolzuur te sparen en tegelijk meer
koolzuurhoudend water te verkrij
gen, het zoo koud mogelijke drink
glas voor ongeveer de helft met ge
woon, maar zeer koud water te vul
len en daarop het spuitwater uit de
syphou te laten stroomen tot het
glas geheel gevuld is. Op deze wijze
ontwijkt er op verre na zoo groote
hoeveelheid koolzuur niet, en het
koolzuur blijft voor het grootste ge
deelte in het water gehouden, zoo
dat men eene veel grootere hoeveel
heid en nauwelijks meer verduud
water bekomt, daa op de gebruike
lijke wijze. (Huisvrouw.)
Meer dan verlangd merd.
Iemand, die op een heeten Zondag
een eind ver te loopen had en den
zelfden weg terug moest, vond het
lastig zijne reistasch en overjas mee
te dragen. Daarom liet hij ze in een
Gelooft gij dat? hernam de eerste;welnu vraag
dan maar eens aan Benito, die hier is, wat hem overkomen
is met een schoon en sterk paard, waarvan hij veel hield.
Benito kwam nader bij de twee pratenden zitten:
Op zekeren dag, zeide hij, of liever in een
nacht zooals deze, had ik mij ver van de hacienda del
Venado, waar ik destijds diende, verwijderd en ik had be
sloten den nacht nabij de bron van Ojo de Agua door te
brengen. Op vrij grooten afstand van mij had ik mijn paard
vastgebonden op eene plaats, waar het gras weliger stond
en ik sliep zooals men slapen kan als men twintig mijlen
heeft afgelegd, toen ik eensklaps gewekt werd door eeu
duivelsch gehuil en gehinnik. De maan scheen zoo helder,
dat ik evengoed kon zien als over dag. Ontsteld over het
helsch leven dat ik hoorde, wilde ik mijn vuur wat opra
kelen, maar het was uitgegaan en ik kon blazen wat ik
wilde, ik kon er niet de geringste vonk meer uit krijgen.
Eensklaps zag ik mijn paard in galop voorbijsnellen, dat,
op gevaar af van zich te worgen, den strik doorgetrokken
had, waarmee ik het had vastgebonden. Goed, zei ik tot
mijzelven, in de plaats van één paard dat mij nu ontbrak,
zal ik er twee te zoeken hebben. Nauwlijks bad ik deze
opmerking gemaakt, of ik bemerkte bij het maanlicht eeu
prachtigen jaguar die mijn paard op de hielen zat.
Hij scheen nauwelijks den grond te raken, want elk
zijner sprongen bracht hem wel twintig voet verder. Ik
begreep dat mijn paard verloren was. Ik luisterde angst
vallig toe, maar ik hoorde niets meer. Slechts na een kwar
tier uurs, dat mij eene eeuwigheid toescheen, bracht de
wind mij een verschrikkelijk gehuil over.
Eene rilling van schrik deed plotseling den verteller uit
roepen
Heilige Maria! het was juist als dit!
Een ontzaglijk gebrul barstte werkelijk niet ver van la
Poza los en deed Benito zwijgen. Eene diepe stilte volgde
er op, gedurende welke éen adem van schrik in de atmosfeer
scheen te drijven boven bet hoofd van menscheu en dieren.
Ve HOOFDSTUK.
Benito's herinneringen.
De oude herder had den draad van zijn verhaal wel
weer kunnen opvatten zonder dat iemand hem onderbrak,
maar ook met de zekerheid van niet aangehoord te worden.
Het dreigende van een gevaar, dat zij niet zoo nabij
waanden, de tegenwoordigheid van het bloeddorstige dier,
versteven het hart en verlamden de tong van de toehoor
ders van den vaquero. Deze zweeg even als de anderen,
terwijl hij seheen na te denken wat in dezen verschrikke-
lijken toestand te doen, toen de Spanjaard de diepe stilte
die in het bivak heerschte, verbrak.
Neemt uwe wapenen! riep don Estevan.
Dat is nutteloos, signor, hernam de verhaler, die,
door ondervinding wijs, spoedig al zijne koelbloedigheid
teruggekregen had. Wat wij het best kunnen doen, is
het vuur niet te laten uitgaan.
Een bos droge takken, die hij, dit zeggende, op het vuur
gooide, verspreidde naar alle zijden eene verblindende vlam,
waarvan de glans alle omstanders in een wolk van licht hulde.
Als de dorst hem ten minste nist verstikt, hernam
Benito, zal de duivel der duisternissen dezen vuurcirkel
niet durven overschrijden. Intusschen moet ik zeggen dat
de dorst hem dikwijls kwelt, en dan
Wat dan? viel een der aanhoorders hem op aug-
stigen toon in de rede.
Dan, ging de herder voort, dan kent hij noch
vuur noch vlammen. Wanneer men dan ook niet vast be
sloten is hem de nadering tot het water te beletten, is het
't voorzichtigst hem uit den weg te blijven. Deze dieren
hebben altijd meer honger dan dorst.
(Wordt vervolgd