in den regel niet zijn, die ge u den ken kunt; zoo mager als Sarah Bernard, en met eenen zakdoek gooit gij ze de hereens in, wat ge bij eenen deurwaarder wel laten zult. Als zij vliegen, steken zij de voorpootjes boven het kopje uit, die dan met den langen snavel voor aan den kop zoo'n sierlijk kuifje vormen, dat ge het haast jammer vindt die beestjes te verjagen. Over dag leven zij ik spreek nu van het «huiselijk» leven der muggen; hunne zeden en gewoonten op het land ken ik niet voornamelijk van glasruiten en plafonds, waar tegen zij soms uren lang met onuit puttelijk geduld zitten te soezen. Zij vliegen in allerlei houdingenop den buik, op den rug, op de linker- of rechterzijde, rechtop, staande op de achterpooten, of rechtop, staande op den kop het is eene mug vol komen onverschillig. Zwemmen al leen kan zij niet! Des namiddags tegen etenstijd komen zij met millioenen tegelijk en belegeren uw huis. Staat er eene deur of een venster open, dan trek ken zij er stormenderhand in, en anders wachten zij met eene volhar ding die eenen menseh razend maakt, totdat een der huisgenooten de deur uit- of ingaat, of een onvoorzichtige een venster openzet. Sta, of liever slaap dan vast Poog maar niet ze te verjagen of te dooden. Carbol is al eene lek kernij voor hen geworden, schijnt het, want zij storen er zich in het minst niet aan. En doodslaan Wel, ik ben uren lang op de jacht ge weest, met zakdoek en kamerbezem. Iedere slag in de ruimte kostte minstens aan ééne mug het leven, en iedere streek met den veger langs het plafond vernietigde tien tallen maar ik geloof, dat die dieren met den jongsten snik tevens een geheel nageslacht voortbrengen. Er is niets aan te doenSlechts stille berustiDgvoegt hier den mensch stille berusting en krabben. Met stille berusting gaat ge naar bed, en krabben doet ge den volgenden morgen. Slapen maken zij in het eerste uur onmogelijk. Zij gonzen u zoo wel luidend om het hoofd, dat ge door die zachte muziek zoudt indutten; maar eensklaps voelt ge een zacht gekriebel op de rechterwang, en ter wijl gij de hand naar die plaats brengt, voelt ge hetzelfde gekriebel op de linkerwang. En als ge daar dan weer naar grijpt, dan kriebelt het op uwen neus, en zoo kunt ge aan het grijpen blijveD. Zelfs ter wijl ge grijpt, bespringen zij uwe hauden, en overal kriebelt het. Welk lichaamsdeel ge ook ontbloot niets is voor die kinderen der duis ternis heilig! Uwe boosheid wordt woede, uwe woede berusting, uwe berusting afgematheid, en eindelijk valt ge in slaap. En als des ochtends het daglicht uw gelaat beschijnt, dan zijn de eerste woorden van uwe vrouwallemachtig, wat hebben ze jou te pakken gehadEn ge ant woordt, terwijl ge uwe blikken over haar gisteren nog zoo puisteloos ge zicht laat glijdenallemachtig, wat hebben ze jou te pakken gehad! Dan komt ge aan het ontbijt en ontmoet uwe kinderen en de meid, en allen roepen wederkeerigalle machtig, enz. Eene fraaie familieGe hebt braai verbieden, ge kunt wel aan het ver bieden blijven, dat uwe kinderen niet zoo krabben mogen, omdat het zoo leelijk staat. Het haat niets! Gij krabt zelf ook, en uwe vrouw krabt, eu de meid krabt, alles krabt alleen de olifanten in «Artis» krab ben niet! Ik kan me best hegrijpen, dat, als die dieren zich 's nachts zoo hebben te goed gedaan, zij op den dag aan een plafond en eene spie gelruit genoeg hebben. Meu selirijft ons uit Hilversum, tld. 3 October: Opnieuw hadden we hedenavond het genoegen een concert van Hilversum's Mannenkoor" te mogen bijwonen. He tal rijke opkomst bewees, dat genoemde ver- eeniging, ouder directie van den heer N. H. Andriessen, zich reeds een welverdien den naam heeft verworven. Een keurig programma werd op uitstekende wijze uit gevoerd. Evenals vroeger had het bestuur eenige solisten uitgenoodigd, die met de meeste bereidwilligheid hun onwaardeer baren steun verleenden. MejJ. G. Heijer, van 's Gravenhage, alsmede de lieeren Hegener en Snoer van Amsterdam, oogstten luiden bijval in. De liederen voor Sopraan en Bariton en niet minder het snarenspel van den heer Snoer werden ten zeerste toegejuicht. De hoofdschotel was Ho. 4 van het programma,/Eine Nacht auf dera Meere" Dit stuk voor solo en koor werd gediri geerd door den welbekenden directeur N.H. Andriessen van Haarlem, aangezien de heer H. E. Andriessen de tenor-solo voor zijn rekening had genomen, en zich uit muntend van die taak kweet. Door de uitvoering van hedenavond kan „Hilversion's Mannenkoor" er van verze kerd zijn, dat men dezen winter met volle verwachting de nog te geven concerten te gemoet ziet. Te Krommenie heeft Zondag avond in een der herbergen een bloedige vechtpartij plaats gehad tusschen drie timmermansknechts. De twist liep zóó hoog, dat ze elk ander niet alleen met glazen en kruiken naar het hoofd wierpen, maar ook spoedig het mes trokken, zoodat, toen de politie een eind aan het spectakel kwam maken, het op gewonden drietal er zeer ontdaan uitzag. Van een en ander is proces verbaal opgemaakt. Men schrijlt uit Noord-IIolland, onder het opschrift: «Van Hoorn naar Andijk»,aan de Tijd 'tvolgende: Die stad en dat dorp liggen ODge- veer drie uren van elkander. De bewoners van Andijk brengen hunne vruchten te Hoorn op de markt. Paarden noch wagens helpen hen in het vervoer. Aan een hond en een schuit hebben zij genoeg. Wie denken mocht, dat de hond het paard uit de dagen der trekschuit vervangt en een jaagpad door een hond als looppad wordt gebruikt heeft het mis. Ik vertel nu wat ik vóór een paar dagen met eigen oogen heb gezien. Op een kwartier afstand van Hoorn, bij de brug van de bekende «Nadorst,» zag ik in de richting van I-Ioorn aan het einde van een breede land- sloot twee opene schuitjes, elk bemand met één boer. die stond aan 't roer. Die mannen boomden of kloetten niet, maar schreeuwden van tijd tot tijd zoo klaarblijkelijk moet het doel om een dier voort te jagen, dat ik onwillekeurig naar de dieren zocht. Spoedig zag ik aan de zijde van den weg, in het gras, de sloot langs, vóór de eerste schuit twee honden en vóór de tweede één hond ioopen. Een touw vau een meter of tien lengte, aan een soort van haam, waarin de honden liepen, vastge maakt, verbond de beesten met de schuit. Maar hoe zal het nu aanstonds 1 gaan bij deze brug, wanneer de schuit onder de brug door moet en de honden aan de andere zijde van de brug door het daar staande hout gewas niet meer aan die zijde van het water kunnen loopen? Ik bleef wachten en zien. Daar waren de honden bij de brug. Wat zullen zij doen? Een paar kreten van den boer, en de dieren loopen te water, zwem men onder de brug door, trekken zwemmend de schuit voort en ko men aan de overzijde, tegenover het kreupelhout, op het land het water uit. Maar nu komen er na een me ter of twintig telkens dwarsslooten, die de graslanden scheiden. Geen vrees, geen zorg. Telkens weer een kreet van den boer, en telkens gaan de honden de dwars slooten door. Zóó trekken die hon den tot Andijk hun schuiten en hun boertjes voort; zóó komen die hoer tjes met hun schuiten thuis en keeren misschien morgen weer terug. Mijn groeten aan den vooruitgang!» Een jager uit den vreemde naar hei eiland Tessel overge stoken om wilde eenden te schieten, was blijkbaar in den waan, dat alles wat er vloog ot zwom wilde eenden waren. Die meeniog kwam hem duur te staan. De ijverige jager toch had reeds zes eenden gescho ten, toen hem beduid werd dat hij tamme eenden had gedood, 't Liep nog niet erg slecht af, daar men hem niet verder moeielijk viel over zijne vergissing, nadat hij een gulden schadevergoeding voor elke eend had betaald. Een 14-jarige knaap op Tessel was verliefd op een meisje van ge lijken leeftijd; een ander beleedigde haar, zoodat hij partij trok voor de eer zijner dame en den beleediger een vuistgevecht leverde. Doch zijn wraakgierig gemoed was nog niet bekoeld, want den volgenden Zon dag wachtte hij zijn vijand op, met vaders scheermes in den zakSchuim bekkend van woede wierp hij zich op zijnen tegenstander en eindelijk moest hij door twee veldwachters naar huis gebracht worden. Te Botterdam is een valsche rijksdaalder, te Hoogezand zijn een dito dubbeltje en kwartje door de politie in beslag genomen. In de nikkelfabriek van de heeren van der Kolf en Molijn te Rotterdam, heeft een werkman zich bij de slijpmachine ernstig aan han den en voeten verwond. Te Utrecht is een buitenman, onder het gebruik van eenen bief stuk doodgebleven. Een stukje vleesch bleef hem in de keel steken, waardoor hij gestikt is. Maandag is in een bosch onder Balk in Gaasterland het lijk gevon den van eenen onbekenden en reeds in staat van ontbinding verkeeren den man. Eenige aan het lijk be vonden verwondingen hebben tot eene gerechtelijke schouwing aan leiding gegeven. Toen Zondag avond de fourier B. van het 6e reg. infanterie te Breda van Ginneken huiswaarts keerde, werd hij onderweg door 6 b 7 burgers aaugevallen en met parapluien en stokken zoodanig op het hoofd geslagen, dat hij wegens bekomen verwondingen moest wor den opgenomen in het militair hos pitaal. De vrouw te Middelburg, ver dacht van het te vondeling leggen van een kind op de stoep eener woning te Veere, is weder in vrij heid gesteld. Dinsdag viel te Roermond een verversknecht uit de tweede verdie ping van een huis. Hij brak een been en bekwam zoodanige inwen dige kneuzingen, dat men voor zijn leven vreest. Te Zuidbroek is een arbeider die lijdende aan toevallen is, voor over in het vuur gevallen. Hij heeft zich daardoor zoo gebrand dat zijn toestand bedenkelijk is. De arbeider F. H. uit Ham (Overijsel) was met zijn vrouw dicht bij hun huis aau het aardappel- rooien, terwijl zij huu 2-jarig kind zonder opzicht in de wieg thuis achtergelaten hadden. Hun varken dat losliep, wist bij de wieg te komen en beet het kind stukken vleesch uit het bovenbeen. Door het schreeu wen der kleine opmerkzaam gemaakt gingen zij in allerijl in huis en vonden daar hun kind in deernis- waaraigen toestand. Aanstonds werd een heelkundige gehaald, die de wonden verbond, maar verklaarde dat de toestand van het kind zorg vol is. Te Appingadam vergat(?) een slager een koe bij de ambtenaren der belastingen aan te geven. Ge lukkig bemerkten dezen dit, namen de koe in beslag en wat bleek nu.... de koe was ziek geweest en 't vleesch niet geschikt voor de consumptie, zoodat het vernietigd werd en menig huisgezin voor een ziektegeval ge spaard bleef. FINANCIEELS MEDEDEELINGEN. Volgens het Weekblad .voor incourante fond sen van Broehraan Houders zijn in de week, eindigende 4 dezerverhandeld de volgende fondsen: A and. Amst.-Deli-Comp. (1879) tot 560 pet. Aaud. Amst.-Dcli Comp. (1886) tot 570-575 Liq.-Aand James Barge en E. Moor man n Co. tot36 Aand. Siak Tabak-Mpij tot 105 u A a nd. Deli-Batavia Mpij te Batavia tot 445 Aand. Groninger Waterleiding tot .102-102'/2 Aand. Mpij Zeehad te Seheveningen tot 90 Scrip. Boxtel-Wezel Spooriv. (van le Hyp. Obl.) tot4 Aaud. West-Friesche Tramw.-Mpij tot 16lj8 Aand. «Tivoli' te Utrecht tot. 4S u Aand. Philadelphia, bij llothschild, le en 2e serie tot1 */s PERS-NIEOWS. De //Opr. Steen wijker Courant" bevat onder liet opschrift Het ware Socialisme het volgende: //Het ware Socialisme bestaat om kort te gaan in liet streven, de menschen om ons been zoo gelukkig mogelijk te doen leven, met andere woorden, hun datgene te hel pen verschaffen wat dienen kan de dage- lijksche zorgen te verminderen, en al dat gene in de hand te werken wat rust en vrede wekt. Wat dit alles zeggen wil door een aan tal volzinnen duidelijk te maken, kan wel gaan, maar het is onnoodig, want ieder gevoelt wat er mede bedoeld wordt. Het is dan ook zeer aangenaam, bij al het zorgvolle en minder aangename aan het leven verbonden, van tijd tot tijd iemand te ontmoeten, die blijk geeft door drongen te zijn van bet besef, het socia lisme, of beter gezegd de plichten der gemeenschap, z66 te moeten verstaan als hierboven is aangestipt en ons gevoel en gehoor werden om die reden recht ge noeglijk getroffen, toen wij verleden Zater dagavond door den heer A. van der Vel den uit Haarlem hoorden verkondigen, in welken geest hij dacht dat die gemeen schap, vooral in het belang van den //Averk- man", behoorde te worden in de hand gewerkt, door het stichten van goed in gerichte WerkraansAVoningen De heer van der Velden, door de werk- mausvereeniging //Arbeid Adelt" alhier verzocht, het onderwerp in te leiden, sprak met zooveel overtuiging en bezieling en te\rens zóó eenvoudig en voor ieder ver staanbaar, dat er Avel niemand onder zijn gehoor zal geweest zijn, die niet begreep wat bij zeide. Een werkman in hart en nieren, van de voeten tot den kruin, ge lijk hij zelf verklaarde te zijn, zijn hem de behoeften en de nooden, de deugden en ook de gebreken van den werkman ten volle bekend en weet bij ze, ook daar waar ze voor ieder die zeil geen werkman is, onbekend zijn, als het Avare met de eigenaardige voelhorens van den werkman te ontdekken. Die eigenschap, gepaard met hartelijke belangstelling in des werkmans lot, stelde hem nevens zijne practische er varing met het door hem besproken on derwerp, dan ook in staat, de belang stelling zijner hoorders te wekken en al sprekende te versterken, zoodat mag wor den aangenomen, dat geen enkele zijner toehoorders bij het verlaten dor zaal niet vervuld was van de gedachte, dat zoo spoedig mogelijk te Steenwijk, evenals in zijn woonplaats Haarlem het geval is, de handen werden ineengeslagen om den werk man bij te staan tot het verkrijgen van gezonde, goed bewoonbare, gezellige wo ningen, in ruil voor de meestal onvol doende en dikwijls ongezonde en ongezel lige vertrekken waarin hij tot nu gewoon is dagelijks verblijf te houden. En wie, die het voorrecht heeft een goed huis te bewonen, gevoelt niet de groote waarde daarvanwie die zich in eene zekere welvaart mag verheugen, be seft niet van hoeveel invloed eeue goede Avoniug is op ons humeur, op onze ge zondheid, op onze meeningen, op ons ge drag jegens anderen, kortom op ons ge- heele wezen en zijn! En wie, die er door zijne maatschap pelijke positie toe in staat is, zoude dan niet genegen zijn den werkman in onze stad in dezen de behulpzame hand te bie den, waar hij zelf het bewijs levert dat gene te Avillen doen wat in zijn vermogen is om ziju lot en dat van zijn huisgezin te verbeteren De werkman kan zich verzekerd houden, dat ieder wcldenkeude hem in dat streven volgaarne zal bijstaan, zoodra blijkt dat hij zelf het ernstig Avil en het is in dat geval nu reeds bijna aan geen twijfel on derhevig, of weldra zullen ook hier de eerste fondamenten Avorden gelegd, om er goede en gezellige arbeiderswoningen op te doen verrijzen, onze goede stad tot een sierraad en onzen werkmansstand tot vreugde en geluk. Dan zal als de handen vast ineen wor den geslagen, door eendracht en samen werking, voor den werkman alhier de zoogenaamde Sociale Kwestie, waarover thans zooveel wordt gesproken, al is het dan nog niet volkomen, dan toch voor een belangrijk deel ziju opgelost en zullen ook zij die nu nog meeneu, dat gewelddadige omvervverpiug van bet bestaande noodig is, om de algomeene toestanden te verbeteren, leeren beseffen, dat hunne meenïng op eene dwaling rustte en leeren gevoelen, dat een verhoogd levensgeluk alleen te verkrijgen is laugs den weg van vrede en eendracht. Met betuiging onzer warme sympathie voor bet opgovatte plan, geven wij gaarne het AAroord daarover aan een onzer geachte mede-ingezetenen, die de vergadering bij woonde en zal aantoonen hoe ook te Steen- wijk eene BouAvvereeniging als door den heer van der Velden bedoeld is, kan tot stand komen. (In een volgend nummer deelen wij het slot der lezing van den heer van der Velden mede.) RECHTZAKEN. De twee kwartjesvinders V. en E. (van wier zaak wij in liet no. van 29 Sept. jl. melding maakten) werden door het gerechtshof te Amsterdam in liooger be roep ieder tot 2 jaren gevangenisstraf ver oordeeld. Beklaagd van overtreding van art. 329 van het Wetboek van Strafrecht, door met aanwending van listige kunstgrepen kunstboter voor natuurboter te hebben verkocht, stond eene vrouw uit Amersfoort Maandag voor de rechtbank te Utrecht terecht, en ofschoon zij bij don rechter commissaris had bekend te weten, dat de door haar verkochte boter geen natuur boter was, kwam zij hierop in de zitting terug, bewerende niet te hebben geweten, dat zij kunstboter verkocht. De winkelier v. d. P. en zijne moeder echter verklaar- van den bruidschat zijner vrouw voor het welslagen zijner planDeu moest opofferen, de voordeelen die hem Tragaduro's invloed in den Senaat van Arispo beloofde, dat geheele toe stel stortte ineen voor dezen nieuwen hinderpaal dien hij zoo even ontdekt had. Hij moest dien dus tot elkeu prijs uit den weg ruimen, en zich van Tiburcio dood of levend meester maken. De eerzucht heeft van die onverbiddelijke eischen, waaraan de eerzuchtige alles moet opofferen. Alleen de uitvoering van dit besluit bleef nog over. Toen dit eenmaal bij hem vast stond, brak de Sprnjaard voor het eerst het stilzwijgen af. Gek en lomperd! mompelde hij luid genoeg om door Cuchillo verstaan te worden. Ben ik het van wien Uwe Hoogheid zich vervaardigt te spreken? vroeg de bandiet op een toon, waarin de nede righeid van het oogenblik met zijne gewone onbeschaamd heid om den voorrang streed. En van wien zou ik waarachtig anders spreken, dan van den maD, die noch een vijand door list kan doorgron den noch zich door kracht van hem afmaken Eene vrouw had kunnen doen wat gij niet hebt kunnen tot stand bren gen. Ik heb het u reeds gezegddat een kind een reus is hij u vergeleken, en zonder mij Ik ontken niet dat uwe tusschenkomst mij niet nuttig is geweest, onderbrak Cuchillo, maar zonder uwe tusschenkomst op den weg naar la Poza zoude Tiburcio thans voor ons geen te vreezen vijand meer zijn. - Hoe zoo dat? vroeg don Estevan. Gisterenavond, toen ik hem, achter mij op het paard gezeten, naar onze legerplaats voerde, had de joDgeling mij bedreigd, mij in mijne eer beleedigd en ik stond op het punt onzen twist door een welgemikt schot uit mijne karabijn te beslechten, toen uwe bode Benito, die altijd zooveel be wondering aan den dag legt voor tijgers, van uwentwege met een paard en water zich bij ons kwam voegen; ik moest dus van mijn voornemen afzien. Zooals ge ziet, signor don Estevan, brengt de deugd ons ODgeluk aan. Spreek over u zelf, kerel! zeide de Spanjaard wiens trots in opstand kwam tegen deze gelijkenis die de bandiet tusschen hen beiden trachtte tot stand te brengenen, indien men kan beleedigen iets wat niet bestaat, hoe heeft dan die jongeling u zoo in uwe eer getast? Wat ik weet? het was ten opzichte van mijn paard dat.... Cuchillo hield op met spreken als eeu man wiens tong een onvoorzichtig woord heeft uitgesproken. Dat hinkt met het linkerbeen, voegde don Estevan er bij, die oude geschiedenis van den moordenaar van Arellanos. Ik heb hem niet gedood! riep de handiet uit. Ik heb misschien wel eenige redenen tot ontevredenheid tegen hem gehad; maar.... ik heb ze hem van gan- scher harte vergeven. Gij zijt zoo edelmoedig. Maar alle gekheid thans op een stokje; zooals gij wel begrijpen zult, moet deze jonge man uit den weg geruimd worden. Ik weet niet welke be langstelling ik mijns ODdanks, zelf voor hem gevoel. Wat kon het mij in werkelijkheid ook schelen, dat hij, geheel alleen als hij is, eeu geheim met ons deelde? Thans evenwel hen ik van meening veranderd. Ik heb u een half ons goud gegeven om hem van den dood te redden, zonder wel is waar te weten wie hij was; thans zal ik er u twintig geven om te weten, dat hij niet meer in leven is. Het zij zoo; thans komeu wij weer ter zake! Wees maar niet spijtig, signor don Estevan; maar morgen zullen wij al heel ongelukkig zijn, indien al bij die jacht op de wilde paarden, het zijne hem niet in den eeu of anderen modderpoel werpt of hem niet het hoofd tegen de eene of andere rots of boomstam verplettert of hem ten minste met heenvoert naar eene plaats van waar hij niet terug zal keeren. Het is wel waar, dat ik Oroche en Baraja eeu weinig zal moeten laten meedeelen; maar ik zal beproeven, dat dit zoo min mogelijk zij. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1887 | | pagina 2