NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. De Goudvallei. 5e Jaargang. Zaterdag 15 October 1887. No. 1313. ABONNEMENTSPRIJS: AD VERTENTIËR: S T A S I E IJ IV S. De Letterlievende Vcreeniging „J, J, CREMER" HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0.03. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 1- -5 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en conrantiers. Hoofdagenten poor ,.et BuitenW: Compagnie Génerale ie PMicite Etrangir, G. Z. BAHBE Ca., JOH. F. JONHS. Snor., Pari},, SIKFaulour, Mo,,t,nart.ee. Ingekomen aanvragen van werkzoekenden bij de Arbeidsbeurs aan het bureau vau Haarl. Dagbl1 bankwerker (smid), 1 hout- en mar- merschilder, 1 meubelmaker, 3 met selaars, 1 knecht in verfwaren, 1 magazijnknecht, tevens timmerman, 1 meubelmaker, 1 bakkers of slagers- leerling, 1 barbiersbediende, 1 tim- mermansaankomeling, 3 timmer mansleerlingen, 2 loopjongens. Ingekomen aanvragen van werk gevers: 1 schoenmakersknecht, 1 schoenmakers aankomeling. Haarlem, 14 October. Aan het gemeentebestuur is ver gunning gevraagd tot oprichting vau eene slachteiij, rookerij eu vet- smelterij in het perceel aan de Kerk- hofetraat No. 35 door B. van Op- zeeland; eene blikslagerij in het perceel No. 29 aan de Korte Be gijnestraat door A. G. Boeree. Donderdag 27 Oct. a. s. resp. ten 2 en 21/* uur namiddags zal ten raadhuize gelegenheid worden ge geven om bezwaren tot de oprich ting in te brengen. Voor de betrekking van opzich ter over de gasverlichting alhier hebben zich vier en twintig solli citanten aangemeld. Vanwege het ministerie van Biu- nenlandsche Zaken is Donderdag aan het gebouw vau het Provinciaal bestuur alhier aanbesteed: het in richten van twee lokalen tot be waarplaats vau het oud archief van Noord-Holland, te Haarlem; raming f1950. Van de 6 inschrijvingsbil jetten was dat van S. B. Peijra alhier het laagst, f1567. gaf Donderdagavond liaar eerste too- neelvoorstelling in dit seizoen met de opvoeriug van //Karei Eiluard in Schot land", drama in vijf bedrijven, bewerkt naar a les Jacobites" vair Erancois Coppée door T. A. Melick. Met dit stuk benevens wde Koopman in Oudheden", van Rosier Eaasseu, zal worden deelgenomen aan den Tooneelwedstrijd, uitgeschreven door de Rederijkerskamer //de Genestet" te Utrecht, op 17 October a. s. Het onderwerp van dit drama is ont leend aan de geschiedenis van Schotland eu de handeling heeft plaats in de jaren 17451746. De hoofdpersoon is Karei Eiluard, kleinzoou van Koning Jacobus II. Zooals men weet stelde hij als laatste af stammeling uit het huis der Stuarts, moedig en ondernemend als hij was, alle pogingen in het werk om de kroon der drie koninkrijken te herwinnen. Ofschoon zijne pogingen aan vankelijk werden verijdeld, daar do vloot die Lodewijk XV voor hem uitrustte om van Erankrijk naar Engeland over te ste ken, gedeeltelijk door een storm, gedeelte lijk door den Engelschen admiraal Norris werd vernield, gelukte het hem toch eenige jaren later, in 1745, met een kleine schaar van getrouwen en van de noodige krijgs behoefte voorzien eene landing in Engeland te doen. De Bergschotten en vele misnoegden schaarden zich aan zijne zijde en aan het hoofd van dit legertje behaalde hij over winning op overwinning en veroverde eenige voorname Engelsche steden, waarna hij zelfs Londen bedreigde. Jammerlijke verdeeldheid ^nder de zij nen en gebrek aan het noodige deden ge- >elige afbreuk aan zijne macht, zoodat hij ten slotte voor zijne tegenstanders moest zwichten en gedwongen werd de vlucht te uemen naar de woeste streken van Schot land, waar hij geruimen tijd aan den hon ger en velerlei gevaren ten prooi was, waarvan dat om door de Engelschen, die hem onophoudelijk vervolgden, gevangen genomen te worden, niet het minste was. Eindelijk bereikte hij de kust en vond daar op zeker punt één der drie Eransche fregatten, die uitgezonden waren om hem bij te staan, en na vele maanden van vree- selijke ellende en doodsgevaar, scheepte hij zich in en bereikte in veiligheid Erankrijk. Met groote vaardigheid heeft Coppée dit fragment uit de historie tot eeu schoon en boeiend drama weten te verwerken en we mogen het dan ook een gelukkige gedachte noemen om het ook voor 't Iiol- landsche tooneel tot een geheel te vertol ken, dat in allo opzichten zoo uitmun tend is geslaagd. Meer waarde bezit deze omstandigheid voor ons Haarlemmers, daar wij in ons mid den den man mogen bezitten, die zich op zoo glansrijke wijze van die dankbare taak heeft gekweten. Nog meer streelt het ons, hier ter stede eene vereenigiug te hebben, die met niet minder goed succes dit zoo moeilijke en omvangrijke drama bestudeerde eu het ons te aanschouwen gaf op eene wijze, die den meesteischende zou kunnen bevredi- a-_„, vooral wanneer men bedenkt dat men hier niet met personen heeft te doen, die van het tooneel hun beroep maken. De vereenigiug //Cremer" geniet dan ook terecht ten volle den steun en heeft aan spraak op de sympathie barer stadgenoo- len; het gevolg van haar voorwaarts streven in de beoefening der schoone kunst, waar aan zij zich wijdt en de belangstelling der ingezetenen in hare ijverige pogingen. De keuze van het drama //Karei Eiluard" voor den Utrechtscheu wedstrijd noemen wij in vele opzichten eene gelukkige, daar de vereenigiug op krachten kan bogen bij wie de hoofdrollen in goede handen zijn Het spel vau den ouden Angus was indrukwekkend schoonhouding en grime meesterlijk. Zijne dochter betoonde zich zijne waardige evenknie en steunde hem op voortreffelijke wijze. Vooral de scène in de hut was treffend. Ook in het laat ste bedrijf legden beide een heerlijke proeve van hun talent af. Met ingenomenheid volgden wij het spel van Prins Karei Etluartl, die ons ook in deze rol als do rechte persoon op de rechte plaats voorkwam. De Avijze waarop hij Angus en Marie begroet toont eene zeer juiste opvatting van die passage in zijne rol. Ook later had hij nog tal van schoone oogenblikken. Het kwam ons ech ter voor dat eene geringe gejaagdheid in zijn spreken de aanleiileude oorzaak Avas van den hyatus die nu en dan in zijne volzinnen sloopzou dit ook kunnen liggen in het te lang aanhouden en te zwaar accentueereu van sommige Avoorden? De rol van Lord Fingnll scheen ons metle aan gootle handen toevertrouwd. De moeilijkheden daarin Averden glansrijk door hem overwonnen. Ook hier waren cos- tuum en grime ouberispelijk. Wij betwij felden eenigszins zijne rolvastheid in den aanvang van het stuk; dit is echter een gebrek dat hij voor den dag van den wed strijd nog wel kan herstellen. De overige spelers gevoelden zich ook blijkbaar wel in hunne rollen thuis, getuige het spel vau Gordon van Glencoé; alleen wenscHfen wij (lezen in bedenking te geven dat een Aveinige zuiverder uitspraak der vocalen (eo als ei, a als o eu oo als ou klinkt niet mooi) zijn spel veel zou doen winnen. d'Aiquilles was een uitmuntend markies i was later als Joë ook goed geslaagd. Met een bizonder avooit! van lof maken wij melding van Lady Dora's spel. Jammer dat haar rol verre van dankbaar moet Avorden genoemd. Zooals wij het echter van haar geAvend zijn trof ons ook nu weder hare zuivere accentuatie en correcte houding, Avaarbij hare rolvastheid als altijd eene bizondere vermelding verdient. Hetzelfde wat rol betreft merkten Avij ook op van Duncan; zeer verlangen wij dezen in volgende voorstellingen weder in rollen te zien die met de krachten waarover hij beschikt beter in overeenstemming zijn. I Ook het spel van lady Murray, later Ruth, die wij steeds met genoegen zien op treden, verdient alle waardeering. Het spel der Hooglanders en de bezetting der min dere rollen sluiten zich goed bij die dei- genoemde aan. De totaal-indruk die deze opvoeriug op ons maakte, mag in alle opzichten bevredi gend worden genoemd en geeft ons vast heid in de hoop op succes bij het aan staande concours. De tooueelschikking kwam ons in alle opzichten welgeslaagd voor. De costumes Avaren prachtig en de schilderachtige dracht der Hooglanders Avas goed nage bootst. De revolver in de hand van lady Dora late men echter achterwege, die bestoud in dien tijd nog nietliever geve men haar een ruiterpistool. De groepjes in het eerste bedrijf zou een Aveinig losser hou ding beter staan. De uitroepon bij de toe-1 spraak van den ouden Angus in het eerste bedrijf gingen niet zeer van harte en weer klonken niet op het juiste tijdstip; ook' het klokgelui leed eenigzius aan dit gebrek. Met een enkel woord vermeiden Avij >g dat tijdens de opvoering den vertaler bewerker van het stuk den heer G. V. alhier, die de voorstelling bijwoonde een fraaie krans onder een hartelijke toe spraak, door de vereenigiug als passende hulde werd aangeboden. iCremer" gelukkig zijn. Arroiidisseinents-ESecIitfeaiik te haarlem, zitting van 13 October 1887. De nieuwe brandsein-inriehtiDg is naar het schijnt nog niet geheel gereed gekomen. Bij den brand van Donderdagnacht is zij ten deele gebruikt en men heeft reeds goede diensten daarvan gehad. De staf der brandweer werd van uit het cen- traal-bureau der Telefoon-Mpij en de brandmeesters werden door de verschillende politieposten opgeroe pen. Sommige brandmeesters hebben, volgens hun beweren, de brandschel niet duidelijk gehoord; doch allen waren bij den braud aanwezig, daar zij bovendien nog door de bestaande porders zijn gewekt. De torenwach ter die ten 2 ure had geblazen, had niets van den brand ontdekt, maar is door den koster met de spreek buis geroepen om de klok te doen luiden. Wij hopen nu dat de brandeein- inrichting weldra geheel gereed mag zijD, daar thans het groote nut ervan gebleken is. Een 8 jarig meisje hier ter stede betrapt op 't feit, dat zij, onder 't voorwendsel geld verloren te heb ben, schreiende van medelijdende voorbijgangers geld wist te verkrij gen voor hare moeder, die haar daartoe had uitgezonden. Onder de 12 beklaagden, die Donder dagmorgen terechtstonden, bevond zich ook eeu zekere K. J. K. Deze had zich op den avond van den lsten September 11. bevonden op een stuk land in den Zuidpolder bij Knollendam. Beklaagde Avas zeer dronken en liep groot gevaar van te verdrinken in eene sloot, die langs hot weiland liep. De gemeente-velilAvachter K., beklaagde ziende, was naar hem toe- gekomen en had hem tot zijn eigen best wil van het land willen verwijderen. De beklaagde, die in zijn dronkenschap aan een soort van zelfmoordmanie schijnt te lijden, had den veldwachter toegevoegd, dat het hem niet aanging, als hij zich van kant maakte, en was op het water toege- loopen. Daarop had de veldwachter hem aangegrepen en gepoogd van het land af te zetten, waarbij de beklaagde zich hevig verzet had en den veldAArachter had gesla gen. De eerste getuige, de veldwachter in kwestie, bevestigde ter terechtzitting de feiteu, doch getuigde overigens gunstig voor den beklaagde. Na dit feit had deze zich zoo zeer gebeterd, dat hij zich geheel van sterken drank onthield. Een tweede getuige bevestigde ook de feiten, waarvan de beklaagde beschuldigd werd. De officier van justitie, zijn requisitor nemende, meent, dat de beklaagde schul dig is aan het misdrijf vau art. 180 W. v. S. (wederspannigheid met geweld tegen eeu ambtenaar iu do rechtmatige uitoefe ning zijner bediening). Immers, zegt Z.E. Ach tb., de politie is er niet alleen om misdrijven op te sporen, maar ook om de orde te handhaven en ongelukken te voor komen. Zij moet zorgen, dat aan kinderen, krankzinnigen en beschonkenen, voor zoo ver zij dit kan verhoedou, geen ongeluk overkomt. De eerste getuige was dus han delende geweest in de rechtmatige uitoe fening zijner bediening. De officier eindigt met tegen den ondankbaren geredde eene gevangenisstraf van 7 dagen te requiree- ren. De uitspraak in deze zaak werd be paald op 20 Oct. a. s. Verder stoud terecht eene zekere vrouw O., oud 51 jaar uit Purmerend. Zij zou zich op den 26sten Juli 11. begeven heb ben naar een groentenwiukel te Purmerend en zich aldaar op naam van juffrouw De G. hebben laten afgeven verschillende groenten, tot een bedrag van f2,22. De Avinkeljuffrouw verklaarde de bekl. te her kennen als de persoon, die bij haar is geweest, terwijl nog een getuige dit be vestigde. De beklaagde echter hield vol, ziek te bed te hebben gelegen. De officier van justitie verklaart, dat hem eerst den vorige u dag, dus te laat FSUXXjXJBTO NT. 541 XIX» HOOFDSTUK. Fabiaan en Bois-Kosé. De glans van het vuur verlichtte nauwelijks zijn gezicht, waarop vermoeidheid meer dan de ouderdom diepe voren gegroefd had, terwijl zijne twee slapende gezellen in de schaduw waren gelegen. Te midden der diepste stilte der natuur, in een van die plechtige oogenblikken van overweging waarin het geheele leven weer voor den geest komt, was zijn gelaat kalm en het zou gemakkelijk geweest zijn daarop een verleden te lezen, waarover hij zich geen verwijtingen behoefde te doen. Onbeweeglijk als een standbeeld, scheen hij de schoonste verpersoonlijking van de kracht die waakt. Maar indien het in 's menschen macht gelegen is zijn levensloop te overzien zoodanig dat hij zonder spijt tot in het diepste van zijn geweten, ten allen tijde en op alle plaatsen kan afdalen, zoo beschikt toch eene machtiger hand dan zijn wil naar goeddunken over de gebeurtenissen, die ca verloop van vele jaren nog droevige herinneringen in het hart kunnen opwekken. Op het gezicht van den sla- penden Tiburcio, overtoog nu en dan een tint van droef geestigheid het voorhoofd van den Canadees. Bois-Rosé stond behoedzaam op, naderde den jongeling en boog zich over hem heen om hem nauwkeuriger gade te slaan, en na hem lang onderzocht te hebben, keerde hij weer even stil terug en zette zich opnieuw op de plaats neer, die hij verlaten had. Ja, zoo oud moest hij zijn, indien hij nog leefde, zeide hij met zachte 6tem tot zichzelven; maar hoe in dit gelaat, in deze trekken van een jongeling in al zijne kracht, die van een kind te herkennen, dat nauwelijks vier jaar oud was, toen het mij ontnomen werd. Een glimlach van twijfel kwam om zijn mond, even alsof hij gedwongen werd de dwaasheid van zijne veronderstel lingen te erkennen. En toch, - hernam hij, ben ik de speelbal geweest van al te veel gebeurtenissen, ik heb al te lang te midden der natuur geleefd om aan de almacht der Voorzienigheid te twijfelen. Waarom zou Zij nog geen mirakel doen? Was het geen mirakel, dat mij op den Oceaan een kind deed ontmoeten, dat op den schoot zijner vermoorde moeder van gebrek lag te sterven? Waarom zoude ik hem niet in de kracht zijner jeugd weervinden, opnieuw tot mij gedre ven om hij mij hulp en bescherming te vragen? AVie weet? Zijn Gods wegen niet ondoorgrondelijk? Alsof deze gedachte eenige overtuiging in zijne ziel had doen teru keeren, stond Bois-Rosé opnieuw op om te trachten uit de trekken van Tiburcio het beeld van het jonge kind te ontwarren, dat zijn geheugen hem altijd voorstelde met rozenroode wangen en blonde hairen, maar het schijnsel van het haardvuur bracht hem een zwarten haardos onder de oogen, die een bleek voorhoofd omkranste en verma gerde wangen overschaduwde. Hoe dikwijls, zeide hij tot zich zelveD, zijne dwa ling inziende, hoe dikwijls heb ik aldus mijn kleinen slapenden Fabiaan niet gadegeslagen? Maar wie gij ook zijn moogt, jonge onbekende, gij die in mij deze hoop op wekt, slaap gerust, gij zult u niet aan mijn haard hebben komen zetten zonder er een vriend gevonden te hebben. Dat God aan mijn armen Fabiaan geve hetgeen ik gene gen ben voor u te doen De Canadees ging nog eemaal op eenige schreden van Fabiaan zijne plaats weer innemen en daar, in de majes- tueuse stilte van het Amerikaansche woud, schepten zijne herinneringen, opgewekt door de tegenwoordigheid vau een jongeling van gelijken leeftijd als die welken de zoon van de gravin de Mediana moest hebben, er behagen in om hem weer al de tooneelen van de golf van Biscaye voor den geest terug te roepen. Deze nacht herinnerde hem aan dien, waarin hij, onder het vuren van dienzelfden Pepe den Slaper, thans zijn wa penmakker, het kind opgeraapt had dat hem in de boot, waarin het lijk zijner moeder rustte, was ontnomeu gewor den. Zijn geheugen, getrouwer dan het hem tot nog toe geweest was, schetste hem weer op nieuw bijna van dag tot dag alle voorvallen, waardoor de twee gelukkigsle jaren

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1887 | | pagina 1