verlies van het recht tot het dragen van het eereteeken voor eervollen, langdurigen werkelijken dienst bij de schutterijen. Naar de Arnh. Ct. verneemt, zullen alle havens aan de Zuiderzee gelegen achtereenvolgens in onder houd en beheer bij de regeering komen. Door de regeering is voorge steld het verbod om met den won- derkuil in de zuiderzee te visschen met twee jaar te verlengen, in af wachting van nadere uitkomsten der proefvisscherijen, ook met behulp van een aan te stellen wetenschap- pelijken adviseur, De anti-revolutionaire kies- vereeniging Nederland en Oranje te Helder, heeft tot candidaat voor het lidmaatschap van de Tweede kamer in het hoofdkiesdistrikt Alkmaar ge steld den heer jhr. C. Hartsen. De Rotterdamsche schermver- eeniging «Eendracht maakt macht» houdt 2 Nov. a. s. een huishoudelijk concours, waarbij 16 medailles zul len worden verwerkt alsmede enkele voor vreemde corporatien. Door het uitvoerend comité voor de nationale tentoonstelling van oude en nieuwe kunstnijverheid, te 's-Hage in 1888 te houden, is thans besloten dat, in plaats van diploma's van verschillende waarden, gouden (verg. zilv.), zilveren en bronzen me dailles, die geslagen zullen worden op den eigen stempel van het comité, zullen worden uitgereikt. De Avondpost meldt, dat het aantal onderscheidingen, door het comité van uitvoering der te 's Hage te houden nationale tentoonstelling van oude- en nieuwe kunst-nijver heid uit te loven, zal bedragen25 gouden (verguld zilveren) medailles, ongeveer 50 zilveren en ten naaste bij 125 bronzen. In 1886 hadden er op deNe- derlandsche spoorwegen 32 ongeluk ken plaats, nl. 18 ontsporingen,8 bot singen en 6 ongevallen vau andereu aarder werd door den dienst ge dood 1 beambte, gewond 1 reiziger en 1 beambtedoor eigen toedoen werden 2 reizigers en 10 beambten gedood; 16 beambten gewond. 22 personen werden op den spoorweg gedood en 10 gewond. Ter uitbreiding van het spoor wegemplacement te Groningen is men het vorige jaar begonnen be langrijke werken uit te voeren, be staande in het leggen van sporen, het bouwen van eene groote doua- nenloods enz. Deze werken door den aannemer in Mei jl. kant en klaar aan het rijk opgeleverd, zijn zoo onpractisch en ondoelmatig bevon den, dat de Maatschappij tot expl. van staatsspoorwegen weigert ze aan te nemen. Yoor de betrekking van chef van dienst bij de eerste Groninger Tramweg-maatschappij hebben zich, naar men verneemt, 65 sollicitanten aangegeven. De «Vereeniging tot veraange naming van het ver lijf te Apeldoorn» zal Vrijdag a. s. eene vergadering houden tot vaststelling der statuten en benoeming van een definitief be stuur. Zij telt thans 150 leden en begunstigers. De gemeenteraad van Arnhem heeft besloten «Musis Sacrum» te verbouwen voor f 203,000, te tevens werd de pacht voor een jaar ver lengd voor f 6000. Men schrijft ons uit Hilversum: Het bij vele vreemdelingen wel bekende hotel «de Zwarte Arend» aan bet Veeneind alhier is heden nacht een prooi der vlammen ge worden. Eerst dit voorjaar geheel en al verbouwd was het naar de laatste eischen ingericht en het werd dan ook door eiken gast om zijn com fortabele inrichting ten zeerste ge prezen. We vertrouwen, dat de onderne mer zal zorgen, dat tegen het vol gende seizoen het gebouw als een «Eenix» uit zijn assche verrezen is. Men pchrijft ons uit Zaandam Gisteren, Zondagmorgen, werden wij omstreeks half vijf door het geklep der biandklok uit den slaap gewekt. Eene kleine woning aan het einde van het Prinsenpad stond in lichte laaie, en was reeds inge stort vóór de brandweer ter plaatse aankwam. Terwijl zij de blusch- middeleu in werking bracht, had zich het vuur nog aan eene tweede woning medegedeeld, die in vlam men opging, maar nu was ook spoedig het gevaar bedwongen. Om trent de oorzaak van den brand is niets met zekerheid bekend. Al meer gaat men er toe over om grintwegen in het midden te be straten. Binnen eenigen tijd zal de weg tusschen Graft en De Rijp ook zoo ingericht worden. De aanleg- kosten worden ruimschoots vergoed doordat de wegen altijd rond liggen en veel minder aan onderhoud ver- eischen. Men schrijft ons van Tessel: Voor eenigen tijd hebben we er op gewezen, dat de uitwatering van den polder Eierland op Tessel be lemmering ondervond door verzan ding der Ro/gesloot, d. i. de geul, die door de slibgronden buitendijks naar diepzee voert; en niet alleen de waterloozing, maar ook de scheep vaart en de visscherij te De-Cocks- dorp leed onder die verzanding. Thans zal daar verandering in ge bracht worden. De geheele geul eu de haven van De-Cocksdorp zal op behoorlijke diepte worden gebracht. Het werk ie aangenomen door Jb. Kales, te De-Cocksdorp, tegen f 0,75 per kub. Meter. Aan het te Petten gehouden ringsteken door heeren en dames met paard en tilbury namen 19 paren deel. Eene groote volksme nigte was opgekomen om getuige te zijn van dit werkelijk eigenaardig vermaak. De eerste prijzen werden gewon nen door den heer Jb. Bakker en Mej. A. Duiveus, de tweede prijzen door den heer K. Eriks eu Mej. E. Egbertsde derde prijzen door den heer D. Marees en mej M. Jimmink. Alles ging in de beste orde en gaf aan de talrijke toeschouwers de meeste reden tot tevredenheid. Onder het voormalige Delfts haven is Zondagochtend eene in behoeftige omstandigheden langs de straten rondzwervend man levenloos gevonden in eenen stal, waar hij zijn nachtverblijf hield. De vijf sigarenmakers te Ut recht, verdacht van diefstal ten na- deele van de firma P., zijn thans ter beschikking der justitie gesteld en naar de celgevangenis over gebracht. Te Nieuw-Dordrecht is een kind van 2^3 jaar, aan eene oude grootmoeder ter bewaking overge geven, in het vuur gevallen en eenige uren later aan de bekomen brandwonden overleden. Door een schipper van Arne- muiden is dicht onder den wal van Heijst opgevischt een kolosgaal stuk been of hoorn. Het is een hoorn of tand, een paar meter lang, hol en een 50 cM. dik, en vermoedelijk afkomstig van een voorwereldlijk dier, wijl het blijk baar eeuwen lang op den bodem der zee heeft gerust. Het is in het aSta tions-koffiehuis» te Middelburg ten toongesteld. Dat niet alle personen die door de politie bedelend worden aange troffen, behoeftig zijn, bleek te Zun- dert, waar een bedelaar door de rijkspolitie werd opgepakt, die in het bezit werd bevonden van f 1600 aan bankpapier en f 118.50 aan obli- gatiën, twee Turksehe stukken ieder van 400 francs, 46 coupons ieder van 6 francs, benevens zilveren en koperen muntstukken. De rijke be delaar werd naar Breda getranspor teerd en ter beschikking gesteld van de justitie. Door de politie te Maastricht is een manspersoon gearresteerd, die zich in een goudsmidswinkel eenige ringen had laten voorleggen, en met één op den loop was gegaan. De gearresteerde is een oude bekende van de justitie, en was eerst korte lings uit Ommerschans ontslagen. Door een hevigen brand wer den Vrijdag te Ammerstol in korten tijd twee kapitale woningen in den asch gelegd. De beide gebouwen waren slechts voor een klein bedrag verzekerd, eu alleen aan de rapheid der spuitgasten was het te danken, dat verdere gebouwen gespaard ble ven. Te Hoog-Crut*, gemeente Noor beek, is onder een appelboom het lijk gevonden van een landbouwer aldaar. Men vermoedt, dat hij uit den boom gevallen is eu op deie wijze den dood heeft gevonden. De commissaris van de rijks politie te Leeuwarden vestigt de aaudacht op de bedriegelijke han delingen van personen, te Amsterdam naar het schijnt gevestigd, die vee koopen op markten en het op een aangewezen stal doen brengen, onder belofte aldaar na een paar uur te zullen betalen. Vóór het verstrijken van dien tijd verkoopt de kooper het bedoeld vee in den stal aan eenen handlanger, die het op de markt te gelde maakt. Bij onderzoek blijken beiden zich te hebben verwijderd. Die lieden handelen ook met hunne medeplichtigen, dóór het gebruike lijk over en weer bieden met hand slag. Tengevolge van het met vuur spelen door kinderen, is Vrijdag ochtend te Uithuizen eene arbeiders woning afgebrand, bewoond door twee gezinnen. Dat een hond trouw aan zijn huis en meester is, is eene bekende eigenschap, doch dat een kat hem hierin evenaart, behoort tot de zeld zaamheden, zoodat wij het volgende als eene Inzonderheid mededeelen: De veehouder J. d. B. te Vreeland gaf eene kat mede aan zijnen schoon zoon in een mandje, per rijtuig naar Duivendrecht; het dier, aldaar eenige dagen opgesloten gehouden, wist door het gootgat te ontkomen en zette haren koers, den spoorweg over, het land in, zonder dat men iets meer van haar ontdekte. Vijf weken later kwam zij bij haren ouden meester aldaar terug, die het dier als belooning voor hare trouw, op nieuw welwillend opnam en huis vesting verleende. RECHTZAKEN. Yoor de rechtbank te Arasterdam, vijfde kamer, stonden Vrijdagmiddag terecht: 1°. Jan Kaptein, oud 33 jaren, wonende te Haarlemmermeer, van beroep landbou wer, en 2°. zijn broeder Dirk Kaptein, oud 37 jaren, beklaagdde eerste van mis handeling gepleegd met voorbedachten rade, de tweede van medeplichtigheid daaraan. In den avond van 1 September jl. werd er om ongeveer half negen gebeld aan het huis van den heer Arends, arts, woon achtig aan den Amstelveenschen weg. De deur word geopend door des geneesheeren zuster, die alsnu den eersten bekl. aan trof, welke vroeg of de dokter thuis was. Deze was echter in de naburige sociëteit, maar werd op den wensch van den be zoeker, die desgevraagd opgaf te zijn een broeder van zekeren Kaptein uit Boven kerk, van daar gehaald. Op de vraag of hij als verloskundige zijne diensten aan zijne vrouw wilde verleenen, antwoordde de heer Arends bevestigend. Na zich ge kleed te hebben, begaf hij zich naar bui- teu. Op eenigen afstand van zijne woning zag hij eene tilbury staan, een persoon er in, en een er naast op den grond. Naderbij gekomen, greep de op den grond staande persoon den dokter met de linkerhand bij den strot, tengevolge waarvan hij achter over in de sloot viel. Hij riep terstond om hulp en krabbelde, daar ziju aanvaller gelukkig afliet, de sloot weer uit, nat en bemodderd. Nadeelige gevolgen ondervond hij verder niet. De eerste bekl. ontkent, het feit ge pleegd te hebben. Wel heeft hij op 1 Sept. langs de woning ran den dokter gereden, maar er niet stilgehouden. Zij, nl. hij en zijn broeder, reden in eene gele tilbury. Maar hij weet van den aanval op den geneesheer niets af. De tweede bekl. houdt eenen slag om den arm eu is niet duidelijk in zijne ver klaringen. Men moet nl. weten, dat hij, kort na het gebeurde, een bezoek heeft gebracht aan eene buurman, wien hij zeide dat de aanval op den dokter door hem en zijnen broeder was gedaau en dat hij over de zaak verlegen was. Op raad van den buurman begaf hij zich met de zen naar den commissaris van politie, wien hij het volgende mededeelde: Js Avonds om ongeveer half negen reed ik (le bekl.) met mijnen broeder langs de woning van den dokter. «Als mijn vrouw niet door hem maar door dr. Hart was geholpen, was ze nog in leven" meende Dirk Kap tein. "Dan zal ik hem eens even gaan spreken" zeide Jan. Hij stapte alsnu den wagen uit en deed wat hierboven ver meld is. Gevraagd of hij zich aan deze verkla ring van vroeger hield, antwoordde de 2e bekl. dat hij niet precies weet of hij bij den commissaris de waarheid heeft ge zegd. Blijkbaar vindt hij zijne erkentenis wel wat compromitteerend. Nn eenige dis cussie gelukte het den voorzitter eindelijk uit den man te halen dat hij bij het pro ces-verbaal blijft. Alsnu de getuigen. De heer F. L. Arends, 32 jaar, arts, wonende te Amstelveen, verhaalt de toe dracht der zaak. Hij herkent in den le bekl. zijn aanvaller. Of er eenige aanleiding was? Neen, maar de 2e bekl. wijt de dood van zijne vrouw aan den getuige, die haar bij de bevalling assisteerde. De vrouw van den dokter koesterde op den bowusteu avond eenigen argwaan jegens den bezoeker, wiens houdi ig zij verdacht vond. Toen haar man dus weg ging, keek zij hem uit de huisdeur achterna. Op een veertig pas van het huis stond een rijtuig. Zij zag eerst twee mannen (le beklaagde en dokter), toen een zwarte massa (aanval), toen een man (dokter in de sloot) en hoorde ten slotte om hulp roepen. Zij liep naar de plaats toe en zag haren echtgenoot in den bekenden toestand. De zuster van den dokter deed 's avonds open. De eerste bekl. was het die belde. Zij herkent hem duidelijk. Vroeger, bij den reckter-commissaris, had zij eerst ver klaard hem niet te herkennen, daar de bezoeker een blonden baard moest hebben. Na kalm overleg herkende zij hem thans wel. N. C. Kaptein ziju grootrader en die der bekl. waren neven heeft 's avonds eene tilbury gezien. Zijn indruk was dat de beide bekl. er in zaten. Jan Neefjes, herbergier, verklaart, dat 's avonds eene gele tilbury, waarin beide bekl., voor zijue tapperij heeft gestaan. Maarten van Dam, veehouder, is de vriend en buurman die aan den 2en bekl. den raad gaf naar de politie te gaan. z/Dan neem je die meuscheu ook wat werk uit de handen." Cornelis van Dameindelijkheeft 's avonds ook de beide bekl. zien rijden. Het O. M., waargenomen door den subst. officier van justitie, mr. Pleyte, betoogde, dat de schuld van beide bekl. behoorlijk gestaafd was. De 1ste bekl. is herkend, de 2de bekl. heeft zijne schuld bij de politie beleden; hij schaamde zich blijkbaar over zijn laf gedrag. Spreker noemt de daad zeer gemeen en wijst er op, dat de dokter, die er goed afgekomen is, evengoed in de modder had kunnen stikken. Het misdrijf van den len bekl. moet gekwalificeerd worden ah mishandeling met voorbedachten rade, dat van den tweede die buiten op de tilbury is blijven wachten als medeplichtigheid. Spr. rekwireert tegen den len bekl. 3 maanden, tegen den 2en bekl. 45 dagen gevangenisstraf. Mr. Ph. A. Haas, voor den len bekl. optredende, doet opmerken, dat dit zaakje bij lange na niet zooveel belangstelling verdient, als sommige bladen het schijnen te schenken. Een dokter wordt op een avond een beetje onaangenaam bejegend, ziedaar allesOp de vraag of bewezen is, dat Jan Kaptein de dader is, geeft spr. een ontkennend antwoord. Eenerzijds toch had bekl. niet het minste tegen den dok ter, anderzijds hebben zoowel de dokter eu diens zuster, die thans beweren den bekl. duidelijk te herkennen, vroeger ver klaard hem niet te herkennen. Blijkbaar is hier eene vergissing in het spel. Ver volgens meent pleiter niet bewezen te zijn, dat de dokter in de sloot gegooid is. Blijkbaar is hij er, doordien hij zijn even wicht verloor, d. i. toevallig, ingevallen. En ten slotte meent pl., dat van voorbe dachten rade niets gebleken is. Op deze gronden is hij van oordeel dat eene vrij spraak volgen moet. Mr. L. W. van Gigch, voor den 2en bekl. optredende, constateert met voldoe ning, dat het O. M de reden van den aanval niet zoekt in eene wraakneming van de zijde van zijuen client. Pl. meent dat de schuld van den 2e bekl. niet be wezen is. Men spreekt van eene bekente nis (bij de politie), maar die bestaat niet. Alleen is er een verhaal bij den commis saris, waarin bekl. zich disculpeert en zegt dat zijn broer het gedaan heeft. Maar als een van de twee beklaagden het ge daan heeft, dan zeker pleiter's cliënt niet! (algemeene hilariteit). Zelfs de bij dag vaarding gestelde feiten zijn onbewezen. Pl. tracht dit aan te toonen, door eiken volzin van dat stuk na te gaan en te de- batteereii. Zoo staat er, dat de 2e bekl. bekend was met het plan. Maar er be stond geen plan, zegt spr. Verder dat de 2e bekl. bij de daad behulpzaam zou ge weest zijn. Hoe nu, vraagt pl., de man bleef bedaard in zijn karretje zitten! En gesteld de feiten zijn bewezen, dan nog leveren zij geen medeplichtigheid op. Zij komen alleen hierop neer, dat bekl. zijnen broeder niet verhinderd heeft het delict te plegen, maar dat is eene nalatig heid die niet staafbaar is. Pleiter conclu- duurt derhalve tot vrijspraak. Na re- en dupliek uitspraak over 8 dagen. KERKNIEUWS. Ned. Horv. Kerk. Ook te Sloterdijk lieeft zich eene dolee- rende gomeente gevormd, zooals te ver wachten was, nadat de kerkeraad gewei gerd had, „de reformatie der kerk ter hand te nemen." Die gemeente heeft eenig teeken van bestaan gegeven, niet alleen door onderlinge» en diakenen te benoemen en doopsbediening te houden, onder leiding van den „consulent," den heer Van Schel ven to Amsterdam, maar ook door een schrijve» aan kerkvoogden der hervormde gemeente, waarin bericht wordt gegeven van de invoering der kerkeordo van 1619, terwijl aan kerkvoogden het verzoek wordt gericht „wel zorg te willen dragen, dat do goederen onder hun beheer niet aan En hij verdween langzaam onder het balkon. Don Antonio volgde hem, het kind dragende, dat van schrik geen kreet kon uiten. Eenige minuten daarna wierp de lamp een laatsten en helderen glans over de verspreide kleedingstukken, op de in wanorde gebrachte wieg, op de openstaande kasten en ging uit; daarna, te midden van het verwijderd geklots van den Oceaan tegen zijne reusachtige dijken, plantte een rukwind al fluitende een dof geluid voort als een snik, als een laatste kreet van wanhoop en doodsangsten Pepe de Slaper, die hem hoorde, meende dat het slechts een dier doodsche stembuigingen van den wind op de steile kusten was. Laat ons een einde maken aan dit droevig verhaal. De altijd nog beweginglooze moeder werd door haar ont voerder in de boot gelegd, die hij bad medegebracht. In zijne meedoogenlooze eerzucht had don Antonio dona Luit a veroordeeld; een gewetensbezwaar alleen weerhield hem den jongen Eabiaan te dooden, dien hij onverzorgd achter liet ten spel aan de golven der zee in het vaartuig, waarin een zijner matrozen de gravin met een dolk afmaakte. Don Antonio hoopte overigens dat de honger, de dorst en de storm zich zouden belasten met den zorg den zoon zijns broeders te doen verdwijnen. Vergezeld van zijne beide medeplichtigen en in't gezicht van zijn vaartuig gekomen, wierpen alle drie zich in het water en bereikten al zwemmende het schip. Eenmaal aan boord gekomen verklaarden zij, door eene schipbreuk te verzinnen, het verdwijnen der boot die niets meer droeg dan eene doode vrouw en een arm kind, dat dsor de koude van een winternacht waarschijnlijk zou gedood worden Don Antonio keerde in het vaderlijk kasteel terug; men kent zijn leven tot op den avond waarin het weinig scheelde dat Chuchillo in zijne tegenwoordigheid den jongeling door stak dien God op zijn weg had geleid. Men heeft gezien wat den nieuwen moordaanslag voorafging, waaraan Tiburcio gelukkig in het nabij de hacienda gelegen boschje ontsnapte. HOOFDSTUK XXV. De bkus over ben stroom. Terwijl Cuchillo in 't dichte gebladerte verscholen, het gunstig oogenblik afwachtte om zijne karabijn op den vij and los te branden, wiens bloed hem door den Spaanschen signor met goud betaald werd, ging deze, ongevoelig en werkzaam zooals de eerzuehtigen die de waarde van den tijd kennen, onveranderlijk voort met de uitvoering zijner plannen. Het weinige dat Chiehillo hem van Diaz gezegd had, het terughoudend karakter van dezen laatste in zijne gesprek ken met de beide andere fortuinzoekers, de gezellen van den bandiet, waren voor don Estevan, die menschen spoedig beoordeelde, voldoende geweest om zich van hem een vrij gunstige opinie te maken. Eenige woorden die Diaz ontvallen waren, woorden die een rondborstig hart verrieden alhoewel misschien met een zeer ruim geweten, hadden nog deze meeuing in de ziel van den Spanjaard bevestigd. Areehiza, of de hertog van Armada, zoo men wil, ont veinsde zich niet dat er onder de avonturiers, waarvan hij zich in den loop zijner expeditie omringd zou zien, velen zouden zijn van het soort van Cuchillo en zijne beide vrien den. Het was voor hem eene kostbare vondst, een bijna eer lijk man; wat zijn moed aangaat, deze was boven alle ver denking verheven. Don Estevan besloot dus zich van Diaz te bedienen en hem aan zich te verbinden. Men vergeet niet dat de Spanjaard in zijne staatkundige plannen de ver overing der «Goudvallei» alleen beschouwde als een mid del om tot het hoogste doel te geraken, dat hij zich voorstelde Wordt vervolgdA

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1887 | | pagina 2