NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. De Goudvallei. 5e Jaargang. Vrijdag 25 November 1887. No. 1348. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale de Publicite Etrangere G. L. DA JIBE éf Co., JOH. F. JONES, Sncr., Parijs, 3 Ibis Faubourg Montmartre. ABONNEMENTSPRIJS: Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0.03. ADVERTENTIËN: van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat. Bit bind verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. Abonnementen en Advertentiëu worden aangenomen door onze ageuten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers. fljjflffig'— Zij, die zich vóór 1 December aanstaande op HAARLEM' 8 DA GEL AD abonneeren, ontvangen tegen bijbetaling van slechts 30 Cts een prachtigen Roman van 242 bladzijden druks. DE DIRECTIE. STADSNIEUWS. Haarlem, 24 November. De tweede der voordrachten, welke dezen winter iu Teyler's Stichting alhier worden gehouden, werd Woensdagavond vervuld door dr. E. van der Yen. Spreker had tot onderwerp gekozen //het magnetisme". Iu zijn inleidend woord herinnerde hij aan de groote schatten, welke de aarde voortdurend oplevert; in zonderheid steenkool en ijzer. Heeft een bekend schrijver eerstgenoemde stof te recht //het zwarte goud" genoemd, met evenveel recht zou men de tweede //het blanke goud" kunnen heeten en op hooger waarde kunnen schatten dan de eerste, want het ijzer is den mensch onontbeer lijk geworden; het vergezelt hem als het ware van de wieg tot aan het graf, hij is er mede vertrouwt en kent er alle eigenschappen van, ook de natuurkundige. Een dezer wenschte spreker thans te be handelen. Het is bekend aldus begon hij dat men sinds eeuwen wist, dat hoe meer koolstof met het ijzer verbonden is, hoe grooter mate van hardheid het bezit en hoe meer het alsdan, eenmaal gemagneti seerd zijnde, het magnetisme bewaart. IJzer dat veel koolstof bevat, wordt staal ge- heeten. In week ijzer worden geene sporen van koolstof aangetroffen en heeft alléén on der magnetischen invloed magnetische eigen schappen wordt deze invloed, (meestal de electr. stroom) verbroken, dan verliest het weder zijn magnetisme. Aan deze eigen schap van het weeke ijzer danken wij de uitvinding van de telegraaf, de telefoon, de electro-dynamisclie machines enz. Om tot den oorsprong van het magnetisme terug te keeren, zou meu tot 100 jaar v. Ch. moeten teruggaan, toen Tales van Milete de eigenschappen van den magneet steen, in de nabijheid der stad Magnesia gevonden, leerde kennen. Deze steenen, die men ook thans op verschillende punten van den aardbodem nog aantreft, hebben de eigenschap dat zij aan de eene zijde ijzervijlsel niet, aan twee daartegenovergestelde punten wel aan trekken. (Een dergelijke steen was ook in Teyler's museum voorhanden en werd bij de voordracht gebruikt). Spreker toonde hetzelfde verschijnsel aan met een aan een draad opgehangen ijzeren balletje. Merk waardig is de werking van een magneet staaf op ijzervijlsel. Dit rangschikt zich regelmatig om de beide polenterwijl het middengedeelte van de staaf er do minste werking op uitoefent en daarom de //in differente" streek genoemd wordt. Deze werking van den magneet geschiedt ook door andere lichamen heen, b.v. door een glasplaat. Spreker toonde een en ander met proeven aan. Wat het magnetisme is, kon totnogtoe niet worden verklaard. Volgens de oude theorie werd het onder de beweegbare vloeistoffen gerangschikt; maar deze theo rie moest men laten varen, daar het bleek dat de kracht der magueetsteeneu niet verminderde, ofschoon tal van naalden en staven er mede werden gemagnetiseerd, en dus het magnetisme in den steen geen vloeistof kon ziju. Uit het verschijnsel (door een proef aangetoond) dat gelijknamige polen van twee magneten elkander aantrekken en ongelijknamige elkander afstootenkan worden afgeleid, dat de beide polen van den magneet (noord- en zuidpool) niet dezelfde zijn. Maar hoe komt het dan vroeg spreker dat een ijzeren balletje aan een draad opgehangen, evenals een weekijzeren staaf, door beide polen wordt aangetrokken? Dit verschijnsel is daar door te verklaren, dat de magneetstaaf in beide lichamen het magnetisme verdeelt. Merkwaardige proeven deed spreker mot twee weekijzeren staafjes, eerst het eene iets hooger dan het andere, daarna beide terzelfder hoogte vertikaal naast elkander hangende met eenigen afstand tusschen beide. Bij de nadering van een sterke mag neetstaaf ouder de staafjes, trokken deze elkander iu 't eerste geval aan en stieten elkander in het tweede geval af; een en ander vloeit voort uit de tegenovergestelde werking der polen. Vervolgens nam spre ker een proef met een vaste magneetstaaf aan wier uiteinden staafjes week ijzer waren opgehangen, die, op hunne beurt daardoor magneten geworden, ijzervijlsel aantrokkenbij eene nadering van de po len van een andere magneetstaaf werden de polen van die waaraan de staafjes hin gen geneutraliseerd en vielen de laatste af; weder een bewijs voor de tegenovergestelde werking der polen. Het feit dat een stuk ijzer in meerdere of mindere mate met koolstof verbonden, door het langs een magneetstaaf of steen te strijken magnetisch wordt en naar ge lang zijner hardheid het magnetisme lan ger of korter behoudt, werd door spreker op duidelijke wijze aangetoond. Het harden van staal op eene wijze dat het 't magnetisme het langst behoudt, is uitgevonden door onzen stadgenoot, den heer Logeman. Op de tentoonstelling in het Cristal Palace te Londen, in 18 51, bevond zich een door hem vervaardigde stalen hoef- magneet van Va KG. gewicht, welke 14V* KG. kon dragen, en dus 29 maal zijn eigen zwaarte torste. Nooit heeft men een dusdanigen magneet kunnen maken. In de zaal was een hoefmagneet aanwezig, in Haarlem vervaardigd, welke 86 jaar oud was en het groote gewicht van 81 KG. droeg. Men heeft het dus hier ter stede in de vervaardiging van hard magneten- staal ver gebracht. Tot de theorie van het magnetisme ko mende, toonde spreker aan, dat een mag neetstaafje in 't midden doorgebroken weder twee afzonderlijke magneeten leverde met zuid- en noordpool. Werden deze weder doorgebroken dan had men opnieuw dit verschijnsel, dat zich tot in 't oneindige zou herhalen, waaruit men dus mag besluiten dat elk deeltje, elke molecule ervau, zelf een magneet is. Ten bewijze daarvoor vuile men een glazen buis met hamerslag, dan kan men deze massa op de gewone wijze tot één magneet ma ken schudt men de buis daarna, dan ver liest zij haar magneetkracht. Hierdoor komt men dus tot het besluit dat de millioeaen moleculen van een magneet evenzoovele magneten zijn, die hun mag netisme alle in een bepaalde richting uit oefenen en dus samenwerken; bij een stuk week ijzer, welks moleculen naar alle mogelijke kanten liggen, kan van zulk eene samenwerking, dus van magnetisme, geen sprake zijn. Hiermede de theorie van het magnetisme aan zijn toehoorders verklaard hebbende, kwam spreker terug op liet gebruik dat eertijds de zeelieden van den magneet- of zeilsteen maakten voor het bekrachtigen hunner kompasnaalden, hetgeen dan volgens de methode van den enkelen streek ge schiedde. Deze methode en die van den dubbelen streek werden door spr. proef ondervindelijk aangetoond. Sedert 1820 had men den gescheiden streek van Duha- nel. Aan Arago, eindelijk wordt de ontdek king toegeschreven om door middel van den galvanischen stroom staven te magneti- seeren, ofschoon eigenlijk onzen landgenoot vanMarum de eer dezer uitvinding toekomt, daar hij reeds vroeger, in 1798, het middel vond om stalen naalden door middel der electriseermachine te magnetiseeren. Een schoone proef werd door spreker genomen met de door Arago uitgevonden wijze vau magnetiseeren door middel van den electri- schen stroom,daarin bestaande,dat deze eenige malen door een geïsoleerden koperdraad om een weekijzeren staaf werd geleid die daardoor terstond de verschijnsoleu van het magnetisme vertoonde. Spreker toonde nis bizonderheid aan dat de stroom door de aarde geleid wordend toch dezelfde werking op het ijzer bleef uitoefenenhij ver bond daartoe den eeuen draad der galv. bat terij met den bliksemafleider en den anderen met de gasleiding van het gebouw. Voorts betoogde hij dat het aantal windingen om de ijzeren staaf en de dikte van deze van invloed waren op de mindere of meerdere sterkte van het magnetisme in de staaf opgewekt, waarbij kwam dat de ijzermassa eenmaal verzadigd zijnde, geen magnetisme meer opnam. Ten slotte werd nog door eenige proe ven aangetoond, dat vele andere stoffen, behalve ijzer en staal, zooals de metalen nickel, cobalt enz. magnetisch konden wor den, hetgeen door Brugmans, eveneens een Nederlander, was ontdekt. Tot in 't begin dezer eeuw wist men dit niet. Spreker gebruikte hierbij een kolossalen electro- magneet uit de fabriek van Bhumkorffte Parijs en liet zien dat genoemde metalen, in staafjes tusschen de polen opgehangen, bij het sluiten van den stroom zich axi aal stelden. Zwavel, vlierhout, maho niehout ja zelfs brandende gassen toonde spreker aau diamagnetisch te zijn, daar zij zich loodrecht op de lijn plaatsten die de beide polen verbindt; de vlam werd naar eene zijde weggeblazen. Een en ander be wees dat ook deze stoffen den invloed van den magnetischen stroom ondervon den. Spreker eindigde thans zijne door het talrijke auditorium met belangstelling ge volgde voordracht en uitte den wensch, dat de aanwezigen door hetgeen hij hun had laten zien en medegedeeld meerder inzicht in de werking en het ontstaan van het magnetisme zouden hebben verkregen, of schoon de vraag //wat is het magnetisme" onbeantwoord moest blijven, want ook in deze waren de woorden van toepassing: z/Ins Innere der Natur dringt keine Herrschaft durch". Wegens gebrek aan plaatsruimte zijn wij genoodzaakt het verslag der opvoering van «Maria van Utrecht», door het Holl. Tooneelgezelschap Woensdagavond in den schouwburg alhier gegeven, tot het volgende nummer uittestellen. Tot de passagiers, die bij de ramp van het stoomschip W. A. Schollen waarschijnlijk omgekomen zijn, be- hooren J. Lagerveld met vrouw en zoon, uit Haarlemmermeer. Op het Brassermeer zijn twee stoombooten van de directiën Cars- jens en Bus op elkander geloopen, zonder ongelukken te veroorzaken. Beide booten bekwamen echter schade. Eene boerenwoning met kap- bergen en 30 H.A. bouw- en weiland, te Haarlemmermeer, toebehoorende aan de Erven van Twisk, heeft op Woensdag 23 dezer, in openbare veilng, opgebracht de som van f17050. Kooper is de heer M. Ver beek te Haarlemmermeer. Voor de leden van den Protestan tenbond zal Zondag te 's-Hage in de Loge optreden ds. Van Loenen Martinet, predikant te Santpoort. LETTEREN EN KUNST. De vereeniging tot bevordering van beeldende kunsten, opgericht iu denjare 1845 door de maatschappij //Arti et Ami- citiae," heeft gedurende haar 42-jarig be staan niet zonder vrucht gewerkt tot het doel, bij hare oprichting voorgesteld. Zij mocht in dien tijd, van circa 800 ver schillende kunstenaars, ongeveer 1200 schilderijen, ruim 360 aquarellen achter lijst en glas, benevens verscheidene andere kunstwerken aankoopeu, terwijl zij 40 staal gravuren deed vervaardigen de meesteu op eene grootte, als hier te lande weinig voorkomt. Al deze kunstwerken werden vervaardigd door en rechtstreeks aange kocht van Nederlandsche kunstenaars op openbare tentoonstellingen. De vereeniging heeft dus recht te zeggen, dat zij een be langrijken steun aan de verspreiding vau beeldende kunst en van aanmoediging aau hare beoefenaars in Nederland gegeven heeft. Bovendien werd eene niet onbelang rijke som gestort in het weldadige Wedu wen- en Weezenfonds der maatschappij z/Arti et Amicitiae," door de korting vau 5 pCl., die de kunstenaars van hunne aan koopprijzen tot dat doel zich laten wel gevallen. Al deze vruchten werden verkre gen door de medewerking van de leden der Vereeuiging, die daarvoor eene jaar- lijksehe contributie van f 5 betalen. Zij ontvangen daarvoor een lot in de jaar- lijksche verloting van kunstwerken en een exemplaar vau de gravure als premieplaat. Mochten vele van hen, die belangstellen in den bloei der nationale beeldende kunst, tot het doel der Vereeniging toetreden, door zich als lid te doen inschrijven voor deu dag der aanstaande verloting, die den 29n December a. s. op de groote kunstzaal der Maatschappij //Arti et Amicitiae" zal ge houden worden. Die inschrijving kan ge schieden aan het bureel van genoemde maatschappijen te Amsterdam of bij de correspondenten in de provinciën. De cor respondent voor Haarlem is de heer G. Postma, Spaarne 102. Bij de kunstveiling in de //Brakke Grond" te Amsterdam werden besteed Bodmer f650; Van Deventer f290; Landelle f 670; Van Lokhorst f 320 Jacob Maris f 690; Mesdag f270; Louis Meijer f 370; Quost 310, Reekers f350; Schelfhout f 285 C. Springer 340Ver- boeckhoven f 300; Waldorp f 900; Wei- senbrug f 500; dezelfde f 405. Voor een marmeren beeldje van Pereda f 230, voor een bronzen buste van Molière van Bur- bedienne f 85. FETTILLETO NT. 89) XXXIII" HOOFDSTUK. Een Indiaansche diplomaat. Met de karabijn aan den schouder volgden de drie jagers met angstige blikken de verschillende kansen dezer wor steling van één tegen twintig vijanden. Eensklaps flikkerde te midden van de door deze wanhopige jacht opgezweepte stofwolk een bijl boven het hoofd van den ongelukkigen Gayferos, die op zijne beurt ter aarde stortte en door de snelheid van zijn loop bijna tot aan de rivier voortrolde. De Canadees wilde vuur geven, doch de vrees hem te dooden, dien hij wilde verdedigen, weerhield hem af te trekken. Een oogenblik, een oogenblik slechts, maakte de wind eene opening in den sluier vau stof. Bois-Rosé gaf vuur, maar te laatdie Indiaan die door den kogel van den jager getroffen neerstortte, hield de bloedende scalp van den ongelukkigen gevangene, die verminkt op den oever neerlag, in de hand. Op dit onverwachte schot, gevolgd van een door den Ca nadees en den Spanjaard tegelijkertijd uitgestooten oorlogs kreet, antwoordden de Indianen door in koor een gehuil aan te heffen. De Apachen verwijderden zich van hun slachtoffer, dat nog slechts een lijk scheen. Weldra echter zag men den ongelukkige weer bloedend opstaan, met naak ten schedel, zich twee passen voorwaarts begeven en uit geput weer neervallen, verzwakt door het bloed dat met stroomen vloeide. De Canadeesche jager sidderde van verontwaardiging. Ach! riep hij, indien hem nog één levensvonk overblijft, als hij slechts gescalpeerd is, want men sterft er niet van, zullen wij hem nog redden! Ik neem God tot getuige. XXXIV» HOOFDSTUK. Indiaansche listen. Toen de Canadees dezen vromen eed uitgesproken had, meende hij dat eene smeekende stem tot hem doordrong. Roept de ongelukkige niet om hulp? zeide hij. En voor de eerste maal verhief hij het hoofd boveu den gordel van waterplanten. Op het gezicht der muts vau vossenvel, die het hoofd van den reus bedekte, en van de lange, zware karabijn, die zijn hand als een rietstok scheen te hanteeren, herkende de Apachen in hem een hunner gevreesde vijanden van het noordeD en allen deinsden vol verbazing over deze onver wachte verschijning terug. Men moet niet vergeten dat met uitzondering van den Zwarten Vogel geen der Indiaansche krijgers het signalement van den jager kende. Deze sloeg een vastberaden en zekeren blik op den oever waar Gay feros lag. Hij bemerkte den gescalpeerden ongelukkige, die met zwakke stem om hulp riep en zijne bevende handen tot hem uitstrekte. De Indiaan, die hem gescalpeerd had, hield nog in zijne door den dood gekromde vingers de scalp van den blan ken krijger. Op dit vreeselijk schouwspel stond de Canadees op en vertoonde zijne reusachtige gestalte in hare geheele lengte. Een salvo vuur tegen die honden, zeide hij, en vergeet niet dat zij ons niet levend in handen moe ten krijgen. Deze woorden zeggende trad Bois-Rosé vastberaden in het water. Ieder ander man zou er geheel zijn onder ge gaan, maar den Canadees reikte het water slechts tot de schouders. Zijne karabijn hield de vijanden in ontzag. Schiet eerst na mij, zeide Pepe tot Fabiaan, ik ben zekerder van mijn schot dan gij, en mijne Kentucki- sche karabijn draagt tweemaal zoo ver als uw Luiksch geweer. Maar doe in allen gevalle evenals ik en houd uw geweer aan den schouder. Indien een dier honden eene be weging maakt, laat aan mij dan de zorg over hem te be letten u leed te doen. De Spanjaard vestigde zijn vlammend oog op hunne vij anden, die zich op eerbiedigen alstand hielden en bedreigde met den loop zijner karabijn ieder der Apachen, op zijne beurt gereed om op het minste teeken van vijandelijkheid

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1887 | | pagina 1