NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
De Goudvallei.
5e Jaargang.
Maandag 5 December 1887.
No. 1356.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVEHTENTIEN:
Over Hypnotisme.
STADSNIEU IV S.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.03.
Dit blad verschijnt degelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 132.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekbandelaren, postkantoren en courantiers.
Hoofdagenten voor Tiet Buitenland: Compagnie Génerale de Pnblicite Btrangère G. L. DAUBE Co., JOH. F. JONES, Sucr., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre.
Sedert eenigen tijd hoort men ia
Nederland veel spreken over hyp
notisme en over suggestie. De bladen
nemen er kleine berichtjes over op, in
de geneeskundige tijdschriften wordt
er ontzaggelijk veel over geschre
ven pro en contra, terwijl zelfs op
het in September te Amsterdam
gehouden geneeskundig congres door
een praktiseerend geneesheer eene
voorlezing werd gehouden over
«hypnotisme en suggestie in de ge
neeskundige praktijk».
Wij achten het derhalve niet on
belangrijk, in korte woorden en op
eenvoudige wijze te verklaren wat
hypnotisme en suggestie is en waar
voor men het, volgens velen, kan
aanwenden in de geneeskunde.
Op de vraag: wat is hypnotisme?
kan het antwoord kort zijn om de
eenvoudige reden dat men wel de
gevolgen maar niet de oorzaken er
van kent. De hypnotiseur weet dat
hij den patient in slaap kan bren
gen, dat hij op hem in dien toestand
invloed kan uitoefenen, dat hij hem
denkbeelden als het ware kan op
dringen, dat hij hem allerlei dingen
kan voorspiegelen, die de patient
gelooft, maar hij weet niet hoe hij
deze Verschijnselen moet verklaren.
Daar hangt een zwaar gordijn voor
de vraag: hoe komt het? een gor
dijn, waarvan nog slechts een zeer
klein tipje is opgelicht.
Suggestie is, zooals boven ver
meld is, het opdringen van eene
meening, van een denkbeeld door
den hypnotiseur aan den patient; de
voorstanders van hypnotisme zeggen,
dat iemand in 'nypnotischeu slaap
bijzonder vatbaar is voor indrukken
van buiten en gronden daarop de
stelling, dat men in de geneeskunde
hypnotisme kau aanwenden tot ge
nezing van lijders aan sommige
ziekten, vooral ziekten van het
zenuwgestel.
Ter verduidelijking laten wij hier
volgen de mededeeling van iemand,
die aan een rhumatiscbe aandoening
leed en zich ter genezing daarvan
wilde onderwerpen aan de behan
deling door hypnotisme welke hier
te lande wordt uitgeoefend door dr.
F. van Eeden en dr. A. W. van
Renterghem in navolging van een
Franschen geneesheer, Dr.Liébeault
te Nancy. Voor de vertrouwbaarheid
dier mededeeling staan wij borg.
«De dokter die mij in hypnose
«zou brengen, was een nog jong
«man, met een donker uiterlijk. Hij
verklaarde mij, dat hij niet met
zekerheid kon beloven of ik door
hypnotisme van mijn ongesteldheid
genezen zou wordendat hing uit
sluitend van de meerdere of min
dere diepte van mijn (hypnotischen)
slaap af. «Hoe dieper de slaap is,»
zeide hij, «des te beter schieten de
woorden van den hypnotiseur wor
tel in den geest van den patient
en des te langer duurt de werking
na het ontwaken.» Daarop ver
zocht hij mij in een zeer gemak-
kelijken stoel plaats te nemen en
mij daarin zoo gemakkelijk mo
gelijk uit ie strekken, terwijl hij
zelf op een lagen stoel naast mij
ging zitten.»
Zet thans alle gedachten van u
afl» begon hij. «Denk aan niets
anders dan aan slapen, aan de
kalme rust die u aanstonds zal in
gaan en zie mij in de oogen.»
«Ik gehoorzaamde. Het was dood
stil om mij heen, geen geluid deed
zich hooren. Ik lag in eene ge
makkelijke houding alsof ik mij in
bed bevond en ik gevoelde reeds
spoedig eene zekere matheid over
mijn ledematen komen terwijl de
dokter mij voortdurend strak en vast
in de oogen zag. Weldra begon hij
te spreken op zachten overreden-
den toon zooals men spreekt tot
een kind.
Aanstonds zal de slaap komen.
Dat zal een prettige en een aan
gename slaap zijn, een slaap die
uw gansche lichaam zal verkwik
ken en versterken en die u even
veel goed zal doen als de natuur
lijke slaap. Die slaap zal u ver-
frisschen en versterken, alsof ge
een bad genomen hadt.»
«Ik gevoelde dat mijn oogleden
zwaar werden. De dokter bracht
de handen voor mijn gezicht en
«maakte over het voorhoofd en de
«oogleden cirkelvormige bewegin-
«gen, terwijl hii onophoudelijk door-
«sprak op de hierboven vermelde
wijze. Mijn ademhaling werd zwaar,
«daarna rustiger en kalmer, ik had
«een gevoel alsof ik wegdreef, sloot
«de oogen en sliep in.
«En toch, ik hoorde alles wat hij
«tot mij zeide: ik gevoelde dat ik
«zelfs instaat was om te spreken.
«Wat hij tot mij zeide was onge-
«veer het volgende:
U slaapt goed, u slaapt zeer
«goed. Gevoelt u wel, hoe die slaap
«u goeddoet en welk een aange-
«naam gevoel over u komt? Als ik
«mijn handen zoo over uwe schou-
«ders leg, dan gevoelt u daar een tin-
teling, een aangename warmte die
«alle spieren en beenderen door-
«dringt en die genezend werkt. Over-
«al gevoelt u die warmte waar ik
«mijne handen leg. Nu in de armen,
«nu in de handen, nu in de borst, in
«de schouders, overal gevoelt u die
«warmte die zoo heilzaam voor u
«is. Ik weet dat ik u genezen zal.
«U slaapt zoo goed. Slaap maar
«rustig door, dat zal u goed doen.
«Op deze wijze sprak hij eenjtijd-
«lang tot mij. Het was waar, over-
«al waar hij de handen legde ge-
voelde ik eene aangename tinteling
«die tot in mijn gebeente scheen
«door te dringen.
Aanstonds zal ik u wakker ma-
«ken door op uwe oogeu te blazen,»
«giug hij voort. «Dan zal u geen
«slaperig gevoel hebben, maar frisch
«en klaar wakker zijn. U zal dezen
«nacht stellig goed slapen en den
«ganschen dag een gevoel van ver-
«kwikking ondervinden.»
«En toen blies hij mij op beide
«oogen. Ik opende ze en keek hem
«aan. Hij glimlachte en zeide: «U
«hebt goed geslapen. Hoe gevoelt
«gij u nu?» «Ik moest erkennen dat
«ik mij prettig en verfrischt ge-
voelde.
«Thans nu ik wakker was, be-
«greep ik pas in welk een zonder-
«lingen toestand ik zooeven had
«verkeerd, want het was mij geweest
«alsof ik helder wakker was omdat
k alles hoorde en begreep wat da
«dokter tot mij zeide. Maar nu eerst
«na het ontwaken bemerkte ik het
«groote verschil tusschen den ge-
wonen wakenden toestand en den
«hypnotischen slaap.»
Tot zoover onze berichtgever.
Men heett hier een zeer duide
lijke voorstelling van hypotisme en
suggestie in de geneeskundige prak
tijk. Als de geneesheer den patient
vraagtvoelt gij de warmte die van
mijn handen uitstraalt? dan ge
voelt hij werkelijk die warmte. Wan
neer de dokter gezegd had dat er
koude uit zijn handen stroomde dan
zou de patient ongetwijfeld koude
en geen warmte hebben gevoeld.
Hierop nu is de toepassing van
hypnotisme en suggestie gebaseerd
de bekwame hypnotiseur kan den
patient doen gelooven wat hij wil.
Hiervan zijn ons nog eenige staal
tjes bekend welke wij hier een
plaats geven.
Twee Fransche doktoren Ferrari
en Rachat brachten door fixeeren
een student in de medicijnen in
hypnose en deden hem achtereen
volgens gelooven dat hij een boer,
een vrek en een ziekelijke grijsaard
was. Dienovereenkomstig merkten
zij in het schrift van den student
in deze drie toestanden een belang
rijk verschil op.
Professor Charcot te Parijs liet
een gehypnotiseerden man zich bran
den aan een kouden zilveren lepel,
en gaf hem een glas water met de
verzekering dat het heerlijke wijn
was, waarvoor de man het ook uit
dronk.
Het is er verre vandaan dat de hee-
ren van Eeden en van Renterghem
deze nieuwe geneeswijze geschikt
achten voor alle ziektenzij passen
hypnotisme het meest toe op ziekten
van het zenuwgestel en op rhuma-
tische aandoeningen: in eene bro
chure verzekert dr. van K. zelf dat
hypnotisme en suggestie volkomen
onmachtig zijn vernielde organen
te herstellen en tevens dat in vele
gevallen de behandeling telkens en
telkens weer herhaald moet worden,
omdat de uitwerking in een enkele
séance door de suggestie verkregen
vaak zeer gering is.
Zooals alle nieuwe zaken, onder
vindt ook de toepassing van hypno
tisme en suggestie in de geneeskunde
zeer veel tegenstand. Men verwijt
haar dat zij nadeelig werkt op per
sonen van een zwak zenuwgestel,
bij wie gemakkelijke overprikkeling
en verdooving der hersens kan ont
staan.
Wij zullen ons wel wachten, lee-
ken die wij zijn, in deze zaak een
oordeel te vellen, door ons vóór of
tegen te verklaren. Het is raadzaam
voorloopig meerdere resultaten af te
wachten en voorzichtig te zijn in
het uitspreken van een opinie, want
de waarde van alle nieuwe vindin
gen wordt aan de eene zijde door hare
apostelen dikwijls overdreven en aan
de andere zijde door hare vijanden
dikwijls harder aangevallen dan zij
verdient.
Wij stellen ons daarom voor onze
lezers zooveel in ons vermogen is
op de hoogte te houden van wat er
op dit gebied nog verder zal worden
geschreven. P.
Haarlem, 3 December.
Gisteren, Vrijdag 2 Dec., Meld de Afd. Haar
lem van de »Ned. Vereenigïng tot bevordering
van Zondagsrust» eene openbare vergadering in
bet lokaal van 't Nut in de Zijlstraat.
Als spreker zou optreden de beer S. Ulfers,
predikant te Oldemarkt. De bijeenkomst werd
ingeleid door den beer C. J. Brutel de la Jtivière,
voorz. secr. der afdeelïng, die de aanwezigen
welkom heette, er op wees dat de afd. Haarlem
een kwijnend bestaan leidt, en den wensch uit
sprak dat de spreker van dezen avond velen zou
bewegen tot de vereeniging toe te treden.
Daarop trad de heer Ulfers op. Spr. begon
met de stelling voor op te zetten dat er geen
enkele sociale nood kon worden genoemd waar
bij niet eene instelling van liefdadigheid tegen
over zou kunnen noemen. Men moge zeggen
zooals Schopenhauer en Hartmann dat niets
ellendiger is dan het bestaan, men moge met
Lassalle, Marx en Proudhon zeggen dat onze tijd
wreed is, men mag niet zeggen dat onze tijd
geen oog heeft voor de nooden des volks. Spr.
wees tot staving van zijn gevoelen op de ruime,
nette arbeiderswoningen die overal, ook in Haar
lem bij geheele wijken worden gebouwd, op de
ziekenhuizen, pensioenfondsen, weduwenfontlsen,
vacantiekoloniën, op het feit dat de wetgeving
bezig is de wet op den kinderarbeid tot het ver-
ledene te doen behooren, op den ontzaggelijken
weldaad van het onderwijs en op den grooten
weldadigheidszin, op Bronbeek, Frederiksoord en
Willemsoord als op even zoovele bewijzen dat
voor iederen nood des volks een philantropische
instelling hulp tracht te brengen.
En vele dier instellingen zijn in het leven
gekomen zonder socialen roep, ging" spr. voort.
Het volk klaagde nooit over het niet-deugen van
zijn kwajongens, over zijne krankzinnigen, over
zijne gevallen vrouwen. En toch verrees het ge
sticht op de heide bij Hoenderloo, toch werden
die krankzinnigen in Meerenberg en Ermcloo
liefderijk opgenomen, tóch was daar het asyl
Steenbeek, toevlucht voor gevallen meisjes. Een
van 't Lindenhout nam in eens 800 weezen tot
zich. Spr. wees ook op het vele dat de kerk
doet tot verlichting van den socialen nood. Hoe
grootor de nood is- des te grooter is de hulp in
geld terwijl niemand zooveel doet tot zedelijke
verheffing van het volk als de leeraren. /«Gods
dienst, staat en humanisme», riep spreker, «zitten
in het comité dat zich ten doel stelt de sociale
nooden te lenigen!»
Spr. gaat thans over tot behandeling van het
onderwerp: Zondagsrust. «Het volk is zijn Zon
dag ontnomen!» Buiten op het land en in de
stad, maar vooral in de stad is er slechts een
deel van de bewoners dat werkelijk Zoudagsrust
geniet. Buiten de stad zijn het de visscher, de
tuinman, veldwachter, postbode, sclüpper, winke
lier en.... herbergier, die des Zondags werken,
FEUILLETO W.
97)
XXXVe HOOFDSTUK.
De zwarte vogel.
De Tijgerkat zal geen boodschap meer laten over
brengen, antwoordde de Indiaan op droeven toon. De
lans van een blanke is in zijne borst gedrongen en het
opperhoofd jaagt thans met zijne vaderen in het Rijk der
Geesten.
Wat geeft dat! hij is als overwinnaar gestorven; al
vorens te sterven heeft hij gezien, dat de blanke honden in
de vlakte uiteengedreven zijn.
Hij is als overwonnene gestorvenhet zijn integendeel
de Apachen, die hebben moeten vluchten, na hun opperhoofd
en vijftig beroemde krijgers verloren te hebben.
Het scheelde weinig of, ondanks de vlijmende pijn zijner
wonde en ten spijt der macht, die een Indiaansch opperhoofd
op zich zeiven moet uitoefenen, sprong de Zwarte Vogel
bij deze onverwachte tijding op zijne beenen. Hij hield zich
evenwel in en alhoewel zijne lippen beefden, antwoordde
hij op zwaarmoedigen toon:
Wie zendt u dan tot mij, bode van zulke droevige
tijdingen
Krijgers die een aanvoerder noodig hebben om hunne
nederlaag te herstellen. De Zwarte Vogel was slechts het
opperhoofd van een stam, hij is thans de aanvoerder van
een geheel volk.
Bevredigde trots schitterde in het zwarte oog van den
Indiaan. Aan den eenen kant vermeerderde zijn gezag, aan
den anderen kant bewees de nederlaag, waarvan men hem
de tijding bracht, de wijsheid van den raad dien hij ge
geven had en dien de opperhoofden hadden verworpen.
Indien de karabijnen van het Noorden zich vereenigd
hadden met die onzer krijgers, zouden de blanken uit het
Zuiden geen overwinnaars geweest zijn.
Zijn vernederde trots herinnerde hem daarna aan de be-
leedigende wijze waarop de beide jagers zijne voorstellen
van de hand hadden gewezen; zijne oogappels schoten
vlammen van haat en met den vinger op zijne wonde wij
zende hernam hij
Wat kan een gewond opperhoofd doen? Zijne beenen
weigeren hem te dragen, nauwelijks zal hij zich te paard
in den zadel kunnen houden.
Men zal hem er op binden, hernam de Indiaan.
Een opperhoofd is tegelijk hoofd en armindien de arm
onmachtig is zal het hoofd handelenhet gezicht van het
bloed van hun aanvoerder zal altijd de krijgers bezielen.
Na de nederlaag is de raad opnieuw vergaderdmen wacht
op den Zwarten Vogel om er zijne stem te doen hooren,
zijn krijgsros is gereed, laat ons vertrekken.
Neen, antwoordde de Zwarte Vogel, mijne krijgers om
singelen op deze heide oevers de blanke krijgers, die ik
voor bondgenooten wilde hebben, thans zijn het mijne vij
anden; de kogel van een hunner heeft den arm verbrijzeld
die zoo behendig was in den strijd, en al bood men mij
het bevel over tien volken aan, ik zou het weigeren, om hier
het uur af te wachten waarop het bloed waarnaar ik dorst,
voor mijne oogen zal vloeien.
De Zwarte Vogel verhaalde in 't kort de gevangenne
ming van Gayferos, zijne bevrijding door den Canadees, het
verwerpen zijner voorstellen en eindelijk de belofte van
wraak die hij gedaan had.
Ernstig en zwijgend had de bode naar hem geluisterd.
Hij gevoelde al het belangrijke van eene nieuwe wor
steling met de goudzoekers, op het oogenblik waarop dezen,
bedwelmd door hunne overwinning, zich veilig moesten wa
nen voor een zoo nabij zijnden aanval en hij drong er op
aan, met den Zwarten Vogel voor te stellen zich door een
aanvoerder zijner keuze te doen vervangen.
De Indiaan was onwankelbaar.
De bode had evenwel den moed nog niet verloren.
Het is goed, zeide hij, het oogenblik is niet ver
meer waarop de zon zal schijnen, ik zal wachten tot het
dag is om aan de Apachen de tijding over te brengen, dat
de Zwarte Vogel de zorg voor zijne persoonlijke wraak
stelt boven de eer van zijn geheele volk. Door mijn ver
trek uit te stellen zal ik het oogenblik vertraagd hebben,
waarop onze krijgers het verlies van den dapperste onder
hen zullen hebben te betreuren.
(Wordt vervolgd.)