De Italiaansche Violist TWEEDE BLAD BEHOORENDE BIJ HAARLEM9S DAGBLAD VAN Maandag 16 Jan. 1888. B 1N N H IVIA N I). In de ontwerp-wet regelende de pensioenen van de lanumacht, welke eerlang aan de Tweede Ka mer zal worden aangeboden, moet de bepaling zijn opgenomen, dat de officieren, die in Indië zijn gedeta cheerd geweest, eene verhooging van pensioen zullen genieten van f75 voor elk jaar, dat zij aan boord of in Ned.-Iudië hebben doorge bracht. Hiermede zou gelijkheid in de toelagen worden verkregen en tevens eene groote onbillijkheid worden weggenomen, daar, zooals men weet, er officieren in het leger zijn, die later f75, en anderen die niet meer dan f25 toelage zullen genieten voor elk jaar door hen in Indië doorgebracht. De Amhemsche Ct. spreekt een warm woord ten gunste der «NederlandscheHeidemaatscbappij», de nieuwe vereeniging die zich ten doel stelt, het ontginnen van hei develden en zandduinen in Neder land te bevorderen. Zij is een reactie tegen het onoordeelkundig uitroeien van bosschen; zij kan de bij ons verwaarloosde houtteelt weer in eere brengen; zij kan bij de on gunstige uitkomsten van het land bouwbedrijf in onzen tijd een nieuwe bron van bestaan openen. Ten be- tooge, wat zulk een maatschappij verrichten kan, ook als zij zich ge heel van het mercantiel terrein te rugtrekt en dus, wat de Amhemsche Ct. zou willen, «het aanleggen vau kweekerijen en het verkoopen van plantsoen» uit haar programma schrapt, wijst zij op het voorbeeld van Denemarken. In het kleine De nemarken bestaat sedert nagenoeg een kwarteeuw een maatschappij, op dezelfde leest als de Nederland- sche geschoeid. Zij geniet de gunst van bet publiek getuige haar vier duizend leden; zij geniet de ondersteuning der Regeering dit getuigt een subsidie van het rijk van 25,000 kronen; zij wordt door andere landbouw - maatschappijen gewaardeerd dit getuigt een to taal van aan haar door deze ver leende suhsidiën, van eveneneens 25,000 kr. Door deze algemeene medewerking gesteund, heeft de Deensche maatschappij reeds vier honderd ontginningen, waaronder zeer uitgestrekte, weten tot stand te brengen, ofschoon zij zelve niet mede ontgint, maar alleen overre dend en steunend werkt. Bij het graven van een put in de Gentsche Vaartstraat te Axel is, slechts 60 cM. onder den bega- nen grond, gevonden een mensche- lijk geraamte, waarschijnlijk van een vrouw. Het moet daar reeds langen tijd gelegen hebben, want een gedeelte der beenderen is reeds verteerd; alleen het hoofd, eenige ribben en de dijbeenderen waren nog in goeden staat. Men verdiept zich in gissingen, of hier aan een misdaad, in vroeger tijd gepleegd, moet gedacht worden, daar die plaats nooit voor het begraven van lijken gediend heeft. Door de politie te Maastricht is aangehouden en ter beschikking van den officier van justitie te 'sHage gesteld een boerenknecht, laatste lijk woonachtig te Wassenaar, be schuldigd van diefstal van gouden voorwerpen en bankpapier. Te Maastricht had hij beproefd zich met papieren van zijn broeder als vrijwilliger te doen aanwerven. GEMENGD NIEUWS. Aan een te Samarang geplaatst administratie-officier is een buiten kansje te beurt gevallen, dat slechts weinigen overkomt, Verscheidene jaren geleden moest dien officier, toenmaals nog luitenant, de vrij be langrijke korting van pl. m. f 3000 worden opgelegd, wegens hetman- keeren van eenige geldelijke bewij zen bij de overgave van zijn admi nistratie. Hoewel onschuldig, ging hij zeer langen tijd onder die kor ting gebukt en ledigde hij den kelk tot den laatsten druppel. Nu, op het punt staande als kapitein met verlof te gaan, verneemt hij plotseling, dat de verloren bewij zen zijn teruggevonden en de re geering in verband daarmede de teruggave van de reeds betaalde f3000 heeft bevolen. Welk een vreugde in dat gezin! Met welk een verruimd hart zal het nu de reis naar het moederland on- deruemenl Dinsdagavond kwamen twee vrouwen bij een der politie-commis- sarissen der stad Brussel vertellen, dat sedert Zondag de deuren en ramen van een huis mdeLocquen- ghienstraat gesloten bleven, waar door zij vreesden dat een ongeluk was voorgevallen.In dat huis woonde een tachtigjarige rentenierster, juf frouw Wauters, eene zeer weldadige en algemeen geachte vrouw, met eene dienstbode. De politie drong in de aangewe zen woning door en vond in een laapkamer de lijken der beide vrou wen en een klein hondje dat even zeer gestorven was. Aan de doodeu was geen enkele verwonding te be speuren en ook bleek hoegenaamd met dat eene worsteling zou hebben plaats gevonden. Men vermoedt dat de vrouwen een spijs hebben ge bruikt, die vergiftige bestanddeelen bevatte. Het overlijden der beiden moet in den nacht van Zondag op Maandag hebben plaats gevonden. In een trein van den «Noord- Londenschen spoorweg» is een 32 jarig man bedwelmd en beroofd van een som van 1200 pst. (f 14,400), welke hij bij zich had. Hij werd bewusteloos in de wachtkamer van het station Bernet gevonden; hoe hij daar gekomen is, weet niemand. Naar hij verhaalt, waren in decoujé, waarin hij zat, geen andere passa giers dan een heer en een dame. Hij herinnert zich niets van wat er met hem is voorgevallen, dan dat hij even voorbij Moorgatestreet een zonderling gevoel kreeg, en trachtte een raampje open te maken, maar daartoe de kracht niet had. De Lord-kanselier van Ierland werd eens bij ongeluk m een krank zinnigengesticht opgesloten. Zijn edelachtbare had mededeelingen ont vangen omtrent de behandeling in het bedoelde gesticht, die niet zeer gunstig luidden voor de directie. Hij wilde zich persoonlijk van den toe stand overtuigen en zonder de di rectie met ziju voornemen in kennis te hebben gesteld, liet hij zich op een goeden morgen naar het gesticht rijden. De portier weigert hem toe te laten. «Maar ik ben de lord-kan seller «O, de lord-kanselier,» zegt de portier met een glimlach en opent de poort. «Komt u binnen. Het is in orde. We hebben er al zeven van je soort. Je bent zeker de lord-kan selier, die onlangs met den keizer van China is ontkomen, maar ik dacht dat je beiden al terug waart.» Inmiddels werd de poort gesloten en een aantal oppassers namen den armeu lord-kanselier voor hun reke ning. Eerst een paar uur later kwam de vergissing aan het iicht. Toen de lord-kanselier het gebouw verliet, was hij ïntusschen geheel op de hoogte van de behandeling, die de patiënten er ondervonden. Een meisje te Weenen, lijden de aan hersenontsteking, was, vóór dat geneeskundige hulp werd inge roepen, door de buren en huisge- nooten behandeld met Morrison's pitten. De lijkopening geschiedde op last van he, gerecht en het bleen overtuigend, uat wel is waar hd meisje was overleden ten gevolge der nersenaandoening, doch, dat le vens vergiftiging had plaats geüad door 'teen 01 ander hevig purgeer middel, waarvan de schadelijke ge volgen zich met in hun geheelen omvang hadden kunnen openbaren, wegens den spoedig ingetreden dood. Maag en ingewanden vertoonden de duidelijke kenteekenen va, ont steking, op enkele plaatsen reeds in hoogen graad. Het onderzoek bewees, dat deze vergiit.ging en ontsteking net ge volg waren van aloe gatlegom en ColojKllll/l, de bestanddeelen waar uit de genoemde pillen zijn saarn- gesteid. Over de opbrengst van den wijnoogst in Eranknjk gedurende de laatste jaren, meldt men het vol gende: In 1885 werd er 28'/i mil- noeu hectoliter gewonnen; in 1886 daalde dat lot 25 millioen en nu in 1887 weder tot 24'/s mdlioen. In sommige departementen beginnen de tegen de druilluis genomen maatre gelen reeds vruchten te dragen. In het departement Hérault bijvoor beeld, waar de opbrengst vóór het uitbreken der ziekte 10 millioen be droeg, klom zij van 2,15 millioen in lböó weder tot 3 millioen in 1686 en nu weder tot 3,75 mnloen hec toliter in 1887. Ook elders worden de verschijnselen gunstiger. Op het kruispunt der wegen van Oiibbns en Suippes bevindt zien een herberg, die sedert jaren gehou den werd door de oude weduwe Bariery. Ruim een week geleden was men zeer verwonderd de deur van de herberg gesloten te vinden, maar in de ouderstelling dat vrouw Bariery op reis was gegaan, sloeg men er verder geen acht op. Maar toen U. Zaterdag de deur nog ge sloten was, begon men ernstig on gerust té worden. ïntusschen durfde niemand de woning binnen dringen. Einde ijk ging men den commissa ris van politie halen en in diens tegenwoordigheid werd de deur opengebroken. In het huis lag alles overhoop. De 60jange weduwe vond men uitgestrekt op den vloer. Ze was geworgd. De moord moet in den nacht van den voorgaanden Vrijdag hebben plaats gehad. Al het bijeengespaarde geld der oude vrouw is gestolen. Een gerechtelijk onderzoek wordt ingesteld. Te Bremen bevinden zich twee internationale misdadigers in verze kerde bewaring, die door de stout held en het overleg, waarmede zij hunne misdaden pleegden, eene treu rige vermaardheid gekregen hebben. De een, die zich gewoonlijk Harry Benson noemt, maar ook verschil lende andere namen draagt, is in 't jaar 1846 te Parijs geboren. Na dat hij in Eranknjk, wegens ver schillende misdrijven in contuma ciam tot acht jaren gevangenisstraf veroordeeld was, trad Beusou in 't jaar 1872 te Londen op en wist door allerlei listen een fonds, dat gesticht was om personen te ondersteunen, die door den Erausch-Duitscheu oor log of door den opstand geruïneerd waren, wat armer te maken. Later nam nij den naam aan vau prins Murat, leefde op grooten voet en wist eene zekere gravin de Gon- court 10000 francs afhandig te ma ken door haar voor te spiegelen, dat hij met weddenschappen op wed rennen groote sommen won. Om dit bedrog te kunnen uit voeren, werden o. a. door de mede plichtigen vauBeuson, waartoe vooral een zekere William Kurr behoorde, couranten gedrukt, waarin valsche berichten voorkwamen van eene ge fingeerde handelsfirma. Deze cou ranten werden aau Benson gestuurd, die ze vervolgeus der gravin in hau- den wist te spelen. Benson, die tot 15 jaren gevangenisstraf Vcroordesld werd, maar in 1885 wegens ziekte, die hij voorwendde, ontslagen is, vestigde zich met William Kurr te Brussel, waar hij een bureau voor vreemdelingen oprichtte. Wegens al ierlei zweudelanjen werd hij tot twee jaren gevangenisstraf veroor deeld, maar weder ontslagen wegens ziekte. Hij ging nu naar de Veree- nigde Staten en moet ook daar tegen de wet hebben gezondigd, want hij werd door de politie van St. Louis vervolgd. Ziju laatsten slag deed Benson te Geuève, waar hij zich verloofde met de dochter van een gepensionneerd officier van het Ecgelsche koloniale leger. Zijn toekomstige schoonvader gaf hem 7000 pond sterling, om deze som in Amerikaansche papie reu te beleggen. De papieren wer den met een prachtig stel diamanten, dat Bensou zijne verloofde vereerd had, bij een bankier gedeponeerd. Na het vertrek van Benson, die le Geuève den naam Chinch wood droeg blekeu de papieren waardeloos en de bnllauten valsch te zijn. In een dorpje bij Gera heeft een kraamvrouw, die zes zieke kin deren had, haar lievelinge, een 4 jarig meisje, in een aanval van waan zin de polsaderen doorgesneden en daarna zichzelf gedood. Te Hamburg stond dezer dagen eene vrouw voor den rechter, die zich aan allerschandelijkste oplich terij had schuldig gemaakt. Zij had zich op de hoogte welen te bren gen van de huiselijke omstandighe den van verscheidene personen, die zich in de gevangenis bevonden, ging naar dier familiëu, vertelde de vrouw van den cipitr te zijn en vroeg, uit naam der gevangenen geld en levensmiddelen, ten einde hun treurig lot te verzachten. In geen enkel geval ontdekten de bloed verwanten dat zij schandelijk wer den bedrogen, want de vrouw was zoo uitmuntend op de hoogte dat men haar volkomen vertrouwbaar achtte. De rechtbank nam aan dat de bedriegster met gevangenbewaar ders in beirekking had gestaan, die haar de uoodige inlichtingen had den gegeven. Zij had een groot aantal geldsommen, van zes gul den af tot tweehonderd-vijftig toe, weten te bemachtigen en zelfs geen medelijden gehad met gezinnen die door de gevangenschap der hunnen aau den rand der vertwijfeling wa ren gebracht. Het wijf kreeg hoogst behoorlijk haar deel, want haar vonnis luidde: Acht jaar tuchthuis straf, twee duizend guldeu boete en nog twee honderd-dertig dagen tuchthuisstraf. Eduard K., een vermogend koopman te Weenen, trouwde, twee jaren geleden, met een jong meisje dat, buiten opgevoed, niet aan het leven in eene groote stad kon ge wennen. Reeds zeer spoedig was net huwelijk dan ook zeer ongelukkig en de jonge vrouw deed herhaal delijk het voorstel tot scheiding om naar haar ouders te kunnen terug keeren, maar K. wilde hier niets van weten. De geboorte van een zoontje bracht verandering ten goede en de echt- vereeuiging werd thans zeer geluk kig. Weinige weken na de geboorte van deu jongen wereldburger werd de vader ziek en hoewel de genees heer verklaarde,dat er volstrekt geen gevaar was, scheen de vrouw der vertwijfeling nabij.Op zekeren nacht, toen zij bij het bed van den zieke waakte, beschuldigde zij zichzelve zijne moordenares te zijn en kreeg hevige toevallen. De man sprak met den dokter over de zonderlinge handelwijze zij ner vrouw en deze legde tegenover den geneesheer snikkende de vol gende bekentenis af: «Voor de ge boorte van mijn kind verveelde ik mij verschrikkelijk, want mijn man kwam overdag maar een uurtje en des avonds heel laat te huis. Ik wilde niet gelooven dat zijne drukke bezigheden hieraan schuld waren en vermoedde dat hij eene minnarij had aaugeknoopt. Ik verlangde daar om naar mijne ouders terug te kee ren, mijn man weigerde hardnek kig hierin toe te stemmen en in mijn domheid zocht ik heil bij eene kaart legster. Deze gaf mij een verroesten spijker dien zij 's nachts op een kerk hof uit een doodkist had gehaald; dien spijker moest ik voor zijn bed op den grond slaan zoodat hij steeds op den kop er van moest trappen. Na eenige weken of maanden zou FEUILLETO TNT. DOOB HASSELAER. 6) Ille HOOFDSTUK. Vóór eenige jaren dan gingen uws vaders zaken zeer slecht. Eenige malen achtereen werd hij in groote faillisse menten betrokken, die hem zooveel geldelijke schade be rokkende, dat hij zelf groot gevaar liep zich failliet te moeten geven. Al zijne pogingen om er weêr boven op te komen door zich geld te verschaffen, bleven vruchteloosde wei nige vrienden die hij had, wilden of konden hem niet steu nen en de angst en zorg waartegen hij kampte en die iederen dag aangroeiden, werkten ten slotte zóó hevig op zijn gestel, dat hij hevige koortsen kreeg, die weken lang duurden. Meermalen meende ik in dien vreeselijken tijd hem te zullen zien sterven, maar telkens kwam zijn van nature sterk gestel het gevaar te boven. In zijn koortsen ijlde hij vreeselijk en steeds over de financieele moeilijkheden. Ik raadpleegde met den boekhou der, een man van beproefde eerlijkheid en trouw, maar ook deze zag geen uitweg, tenzij iemand geneigd was een voor schot te doen op langen termijn. Eu dit was een bezwaar, waarop al onze pogingen afstuitten. Niemand wilde geld geven zonder een veilig onderpand of borgtocht en die kon ik niet geven. Tegenover ons woonde toen de rijke Weber, een Duit- scher, die in ons land fortu.n had gemaakt. Hij was on duldbaar ijdel en opgeblazen en daarom een antipathie van uw vader, die hem meermalen had doen blijken, dat hij niet van hem gediend wilde wezen. Deze man vervoegde zich bij mij, toen uw vader nog zeer ziek lag. Wat de zaken betreft, was de nood ten toppunt geBtegen. Reeds was er een protestwissel aangeboden, dieu wij onmogelijk hadden kunnen betalen en het was zoo goed als zeker, dat de trekker het protest doorzetten en alles zou laten verkoopen. Ik was half waanzinnig van smart, uitgeput en vermoeid reeds door het waken bij de legerstede van uw vader. Weber deed mij toen een voorstel. Hij had vernomen hoe de zaak stond en wilde het geld dat beuoodigd was geven, maar op eene voorwaarde, die ik thans zal neêrschrijven. «Ik geef u dit geld,» zeide hij, «niet omdat ik medelijden met uw echtgenoot heb, want wij zijn nooit vrienden geweest, en ik weet dat hij het weigeren zou als hij wist dat het van mij komt. Maar ik heb een zoon en voor zijn toekomst wil ik zorgen. Hij is dom en zal dat altijd blijven, gij hebt een doch:er die verstandig is en een lief meisje belooft te worden. Mijn zoon is niet in staat op eigen beenen te staan, daarom houd ik hem hier en moet hij later als ik dood ben een flinke vrouw hebben die hem leidt en hem steunen kan. Beloof mij, dat gij uwe dochter aan de gedachte van dit huwelijk zult gewennen, haar met uw gezag er des noods toe dwingen zult. Alleen op die voorwaarde zal ik u uit den nood redden. Gij behoeft natuurlijk niet te vree zen, dat ik van onze overeenkomst tot een ander ooit een woord zal reppen. Ik heb geweigerd, Marie, tot tweemaal toe. Maar de toe stand was zoo verschrikkelijk! De dokter dien ik in mijn vertrouwen had genomen en die buitendien toch reeds uit het ijlen van den zieke veel begrepen had. zeide mij dat hij veel hoop had op volkomen genezing, wanneer ik uw vader kon geruststellen wat de toestand van zijn zaken be trof. Van alle zijden werden wij met volslagen ondergang bedreigd en toen heb ik toegestemd. Maar onthoud dit vooral, ik voegde er bij, dat gij niet gebonden waart mijne belofte na te komen, zoo zijn zoon slecht of zedeloos werd. In deze voorwaarde stemde hij toe. O, als ge eens hadt kunnen zien hoe het leven in uw vader weer opflikkerde toen ik hem voorzichtig mededeelde, dat wij door een geschenk van een bloedverwant die zich niet noemen wilde, van den ondergang waren gered. Die fabel was de eenige, die ik verzinnen kon, om uw vader onkundig te laten van den naam van den gever. Het berouw en de wroeging die ik gevoelde toen ik het aanbod had aangenomen, verdwenen voor een oogeublik, toen ik zag hoe uw vader als van den dood teruggeroepen, langzamerhand herstelde en eindelijk volkomen genas. Zijne zaken waren door den onverwachten steun gered en in

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 5