ring, die veel goeda belooft; het
oratorium zal onder leiding van den
voor zulk eene taak uitstekend be
rekenden directeur Robert gege
ven wordende namen der solisten
en het over het geheel voortreflijke
koor zijn zoovele waarborgen, dat
de uitvoering goed zal zijn. Daarom
wordt den leden der Maatschappij
tot bevordering der Toonkunst ern
stig op het hart gedrukt, deze ge
legenheid niet te verzuimen, en zij,
die nog geen lid der Maatschappij
zijn, zullen wel doen, zich nog tij
dig daartoe aan te melden, te meer
omdat hun na dit nog drie concer
ten der afdeeling «Haarlem» dezen
winter wachten. Zij zullen Donder
dag in de gelegenheid zijn een werk
te hooren, dat bij iedereen een on-
uitwischbaren indruk moet achter
laten. Voor hen, die het werk niet
kennen, kan het goed zijn, als uit
den rijken voorraad enkele der
schoonste nummers hier even wor
den aangeduid. Onder de aria's zij
dan vooral de aandacht gevestigd
op de troostende melodie uo. 18
«Er werdet seine Heerde» en het
van vast geloof getuigende no. 43
«Ich weisz dasz mein Erlöser lebet»
no. 21 dat het lijden des Heilands
schildert; no. 11, voor bas. vol
diepte van uitdrukking«Das Volk,
das im Dunklen wandelt», en het
imponeerende no. 38 «Warum ent-
breunen die Heiden?» Hit de koren
zij hier alleeu vermeld no. 9 en do.
31; het wereldberoemde Hallelujah
(no. 42) behoeft wel niet in herin
nering gebracht te worden.
Heden morgen werd in het Kenau-
park alhier, in tegenwoordigheid van
de leden van het dagelij ksch be
stuur der gemeente, een aantal raads
leden, den gemeente-architect, op
zichters e. a., een proef genomen
met eene zandstrooimachine, gele
verd door de firma Landré en Glin-
derman te Amsterdam. Met deze
machine kunnen op doelmatige wijze
de straten bij gladhe:d, van zand
worden voorzien.
Het werktuig bestaat uit een rui
men zandbak op wielen. Over de
geheele lengte van den onderkant
van den bak bevindt zich eene ope
ning, welke door een schuif kan wor
den geopend en gesloten. De opening
kan worden vergroot of verkleind
door eenvoudig aan een kruk te
draaien, welke zich naast den voer
man bevindt. De wagen wordt ge
trokken door één paard en door één
persoon bestuurd. Zoodra bij in be
weging wordt gebracht stort het
zand uit den bak door de bovenom
schreven opening en komt dan in
een langen, smallen half cylinder-
vormigen bak, waarin een met nok
ken voorziene as draait, waarop een
aantal veeren drukken, die het zand
weder door een sleuf doen vallen in
een geleider door welken het zich
gelijkmatig over de straat verdeelt.
De hoeveelheid zand welke de
bak kan bevatten, is voldoende om
eene uitgestrektheid van 2000 M2
met eene dunne laag te bedekken.
Bij de proefneming bleek dat een
afstand van ruim 1200 M. ter
breedte van 2 M. kan worden be
strooid.
Naar wij vernemen zal de com
missie van fabricage uit den Raad
verslag uitbrengen, waarvan zal
afhangen of de gemeente zich deze
machine, welke f 400 kost, zal aan
schaffen. O. i. weegt het groote nut
van dezen toestel ruimschoots tegen
de kosten op. Wanneer de gemeente
eene nuttige uitgave kan doeD, zal
het ongetwijfeld deze zijn.
Ingekomen aanvragen van werk
zoekenden bij de Arbeidsbeurs aan
het bureau van Haarlem's Vagbl.'. 1
timmermaDsaankomeling, 1 bakkers
knecht, 1 bakkersleerling, 1 sla
gersjongen, 1 schildersjotgen, 1 ma-
gazijnknecht, 1 tweede bakkerskn.
Ingekomen aanvragen van werk
gevers: 1 kleedermakersleerlmg.
Op Vrijdag 27 Januari a. s. zal
in de zaal van den heer C. Slikker
'■e Hoofddorp, des avonds ten 7 ure,
door de gemengde zangvereeuigiDg
«Crescendo» te Vijfhuizen, eene uit
voering gegeven worden.
LETTEREN EN KUNST.
Coquelin vertrok Donderdag naar
Egypte, waar hij tien voorstellingen zal
geven voor 60.000 frs. Van daar gaat hij
naar Nice, Triest, Weeuen, Praag, Bucha
rest en Belgrado en vervolgens naar Lon
den. Weeuen, Praag, Bucharest en Belgrado
worden gesch.at op 7.500 fr. per voor
stelling. Coquelin, die met 14 artisten
reist, heeft Glaser weder tot impresario.
LEGER EN VLQ0T.
Bij kou. besl. is bepaald, dat de op-
leidingskosten aan het instituut voor de
Marine t 400 'sjaars zullen bedragen.
ViSSCHERIJ.
Nieuwediep, 20 Jan. Heden kwamen
van dt groote visscherij binnen de sloepen
//Admiraal van Kinsbergeu", sch. Van
Pelt, met 350 levende, 130 doode kabelj.,
14 leugen en 2300 sehelv., (waarvan 600
levende), «Pernis", sch. Meijboom, met
170 levende, 100 doode kabelj., 6 lengen
en 1200 schelv. (waarvan 300 levende) en
Eersteling", sch. Barendregt, met 300
levende, 150 doode kabelj., 9 lengen en
1000 schelv. (waarvan 100 levende). Lev.
kabelj. gold ten afslag fl.90 a 2.30
doode id. f 1.70 a 1.20, leng f3,05 a
3.40 per stuk, en schelv. f 17.50 a 18.50
net honderd.
T ess el, 22 Jan. Door het ijs kon
de mossel vloot in de afgeloopeu week niet
werkzaam zijn. Naar België werd een par
tijtje alikruiken afgeleverd, die hier f2.50
per HL. golden, bot gold 3 a 4 ct. per
stukde verzending naar elders had bij
flinke hoeveelheden plaats. De Noordzee-
visschers konden door ijsgang en mist
niets doen. Paling werd bijna niet gevan
gen en gold 20 a 55 ct. per Va KG. De
garnalenvloot vischte dri« dageu en bracht
555 manden garnalen voor de kokerijen
aan. De prijs der garnalen was f3 per
mand. De verzending geschiedde naar
Huil, Londen, Parijs en Brussel.
I? IN N li N L A N
Bij kon. besluit van 19 Jan. zijn be
noemd tot voorzitters en burgerlijke leden
en hunne plaatsvervangers in de onder
scheidene militieraden, voor de lichting
der nationale militie van 1888:
In de Prov. Noord-Holland: in het le
militiedistrict, tot voorzitter mr. H. L.
zich schrijvende L. H. Povel, lid der Prov.
Statentot zijn plaatsverv. E. J. W. H.
Schmitz, lid der Prov. Staten; totlidjhr.
mr. C. J. den Tex, lid van den gemeen
teraad van Amsterdam; tot zijn plaatsver
vanger C. Dyserinck, lid van den gemeen
teraad van Amsterdam; in het 2e militie
district, tot voorz. E. L. Kist, lid der
Prov. Statentot zijn plaatsverv. mr. E.
A. Jordeus. lid der Prov. Statentot lid
mr. G. Heshuvsen, lid van den gemeen
teraad van Haarlem; tot zijn plaatsverv.
M. O. de Kauter, lid. van den gemeente
raad van Haarlem; in het 3e militiedis
trict, tot voorzitter A. Maclaine Pont, lid
der Prov. Staten; tot zijn plaatsverv. W.
Bos, lid der Prov. Staten; tot lid P.
Bruinvis de Lange, lid van den gemeen
teraad van Alkmaar; tot zijn plaatsverv.
C. W. Bruinvis, lid t»b den gemeenter.
van Alkmaar.
Bovenstaande berichten zijn uit de St.-Ct.)
De Siameesche gezant,
die Zaterdag te 'sHage is aangekomen,
voert den titel van markies de Mon-
tri. Zijn geslachtsnaam is evenwel
Guijawaga. ZExc. en de verdere
leden van het gezantschap maakten
heden hunne opwachting bij den
Minister van buitenlandsche Zaken.
Naar men verneemt, wordt
het passief van een te Amsterdam
gefailleerd handelaar in diamanten
geschat op f 300 000, terwijl voor
namelijk Engelsche importeurs van
ruwe diamanten getroffen zouden
worden.
De vraag, op welken
grondslag de wettelijke regeling
der levensverzekering moet rusten,
is niet ter jongste vergadering van
de Vereeniging voor levensverzeke-
riug te Amsterdam beslist, gelijk
uit het bericht dienaangaande kon
worden opgemaakt, maar alleen be
handeld. Aan het bestuur is opge
dragen, nieuwe vraagpunten op te
maken, waarover eerst in de vol
gende vergadering zal worden beslist.
Te Wormerveer is, naar
men aan de Stel. meldt, eene anti
revolutionaire kiesvereeniging opge
richt.
Met vreugde werd door
de visschers te Vollenhove vernomen,
dat de proeftijd van het verbod om
te viescheu met den wonderkuil
wordt voortgezet. Van bijna alle
visschers vaartuigen wapperde de
driekleur.
Bij de gisteren 23 dezer
plaats gehad hebbende begrafenis
van dr. Gratama te 'a-Hage, merkte
men o. a. drie der kamerleden op,
die de bekende zaak waarin hij be
trokken was, indertijd in de Tweede
Kamer ter sprake hadden gebracht.
Vijf kransen versierden de lijkkist.
Maandag is te 's-Hage
het schriftelijk en mondeling examen
gehouden voor de betrekking van
tweede klerk ter provinciale griffie
van Zuid-Hollaud, op eene bezoldi
ging van f 400 's jaars. Aan het
examen namen vijftig sollicitanten
deel.
Zaterdag hield de Alg.
Rott. Vereeniging ter uitkeering
van begrafeniegelden, opgericht door
de smedenvereen. «St. Eloy», hare
12e jaarvergadering.
De voorzitter, de heer D. de Klerk,
opende haar met een welkomsgroet
aan de talrijk opgekomen leden.
De secretaris en de administrateur
brachteo hun jaarlij k,-ch verslag uit,
waaruit bleek dat de Vereeniging
steeds in bloei toeneemt.
Uit het financieel verslag bleek
dat het ledental bedroeg 2027; dat
ontvangen was f 5345.22sen voor
overledenen was uitgekeerd f1839,00
Aan dividend was uitgekeerd
ruim f500 en de kas wees een saldo
aan van f 5065.39s.
Na breedvoerige dicussie werd
met algemeene stemmen besloten
tot het oprichten eener tweede af
deeling, en het bestuur gemachtigd
de noodige stappen hiervoor te doen,
alsmede het reglement der Vereeni
ging te wijzigen en in overeenstem
ming te brengen met de tegenwoor
dige behoeften. Mede werd na eene
korte discussie besloten, dit jaar
wederom dividend uit te keeren.
Met een woord van dank sloot
de voorzitter de vergadering.
De molenaarsknecht P.
J. te Meijel, die, zooals wij gemeld
hebben, het ongeluk had van eene
der wieken van den molen te val
len, en zich daardoor ernstig ver
wondde, is Zaterdag aan de beko
men wonden overleden.
De Mi Ai. Ct. meldt:
Maandagmorgen werd te Kapelle-
brug (Klinge) bij den herbergier
Blommaert een vreeselijk drama af
gespeeld. Zekere Mortier van Trompe
(België) heeft de dienstbode van B.,
Seraphma van Puijvelde, vermoord
en daarna zichzelf gedood. Mortier,
houthakker van beroep, had Zondag
met zijne beminde, Seraphina, die
in de herberg Het Mantje» diende,
twist gehad. Maandagmorgen kwam
Mortier, die den geheelen nacht ge
dronken had, naar zijn werk in een
bosch nabij de woning van Sera
phina. Op het oogeublik dat deze
uit den koestal kwam, waar zij het
vee gemolken had, ging hij haar
achterna en volgde haar in de ge
lagkamer, waar hij haar met zijn
hakmes eenen slag in hals en kin
toebracht. De slag was met direct
doodelijk, het slachtoffer leefde nog
eenige oogenblikken.
Onmiddellijk nadat de misdaad
was gepleegd, kwam de bewoner
der herberg binnen. De moordenaar
wierp hem het hakmes voor de voe
ten, zeggende: «kap nu ook mijnen
kop maar door». Terwijl B. aan de
straat om hulp riep en moord
schreeuwde, sneed de moordenaar
zichzelf met een scheermes, dat hij
bij zich had, den hals af.
De politie werd terstond met de
zaak in kennis gesteld en bewaakte
de lijken, tot de justitie ter plaatse
verscheen.
Twee jongens speelden
te Harlingen op eenen stoep, en de
kleinste, op het deksel van eenen
put trappende, had het ougeluk
daarin te vallen. De andere, 10 jaar
oud, zag nog alleen maar de hand
jes van den drenkeling eu had de
tegenwoordigheid van geest hem
het putemmertje toe te werpen eu
hem toe te roepen dit te grijpen,
wat de drenkeling dan ook detd.
Het touw stevig vasthoudende,
schreeuwde nu de lOjarige zoo hard
hij kon om hulp. Deze schoot toe,
eu het jongentje werd uit zijn be
nauwden toestand gered.
Van de Engelsche r ij -
ders te Heerenveen zijn de meesten
weder naar Engeland vertrokken.
Te Maarsen is een 9-jarig
knaapje al spelende door het ijs
gezakt en verdronken.
TusschenPruisiseheau
toriteiteu en het gemeentebestuur te
Bergen (Limb.) is een geschil ont
staan omtrent de grens tusschen
Pruisen en Nederland. Het geschil
is aan de beslissing der beide re
geeriugen opgedragen.
RECHTSZAKEN.
Tegen den lieer Willink Ketjen is eene
rechtsvervolging ingesteld wegens beleedi-
ging van den minister van Koloniën.
Deze zaak zal den 9n Eebruari voorde
Haagsche rechtbank behandeld worden.
WEEZEN EN ARMENZORG.
De armen te Uitgeest zijn door een
menschenvriend in de gelegenheid gesteld,
voor eenigen tijd brood te halen bij een
daartoe aangewezen bakker, terwijl een
ander onder de behoeftigen katoen uit
deelde.
KOLONIËN.
BATAVIA, 23 December.
Omtrent den afloop der maritieme de
monstratie tegen den vorst van Lombok,
melden het //Batar. Handelsblad" en de
z/Javabode" niets anders dan dat //de beide
oorlogs8toomers //Van Speijk" en //De
Ruijter" den 22en December te Batavia
zijn teruggekeerd." Eerstgenoemd blad leidt
daaruit af //dat de regeering heeft toege
geven," eu voegt er cle gevolgtrekking bij
z/dat het op deze wijze beëindigen van
een geschil met een inlandsch vorst lei
den moet tot het geheel verloren gaan
van ons door het treurig verloop van den
gerekten Atjeh-oorlog reeds zoo deerlijk
geknakt prestige."
Van eene eenigszins gunstiger beschou
wing getuigt het bericht in de Javabode":
//Zoowel de resident van Bali als de zee
officieren werden door den vorst met de
meeste gastvrijheid ontvangenhij ont
haalde hen in zijn paleis, dat niet meer
is dan een iulaudsch huis, op een gast
maal, dat in gouden en zilveren vaatwerk
werd opgediend, bood hun paarden aan
tot het maken van tochtjes in de binnen
landen en zond runderen naar boord. Hij
weigerde echter hardnekkig een tractaat te
teekenenin schrijven had hij, tachtig
jarige, nooit veel lust gehad, en hij be
greep niet waarom hij zich nu op het
ir verbinden moest, terwijl hij steeds
gehandeld overeenkomstig de wen-
schen van het goevernemeut. Eene eere-
wacht van vijftig met beaumontgeweren
gewapende manschappen werd aan onze
autoriteiten verleend. De heer Pattiwael
wilde na zijne bevrijding op Lombok blij
ven, doch dit werd hem door den resident
verboden. Thans ligt alleen nog de /,Ceram",
met den resident aan boord, voor Ampe-
nan."
Hoe tegenstrijdig echter de geruchten
waren, die over den loop van zaken rond
liepen, blijkt uit het volgende:
Den lOen December werd uit Batavia
aan de //Soerabaya Ct." geseind, dat Am-
petiau, de hoofdstad van Lombok, vermoe
delijk gebombardeerd zou worden: dat de
sultan aanvankelijk wel wilde toegeven aan
den eisch om de opium-kokerij te Gwian-
jar te doen ophouden en f30,000 als
waarborg daarvoor bij den resident te stor
ten, doch dat hij hardnekkig weigerde een
tractaat te sluiten en zich voortdurend
ziek hield, zoodat de resident alleen den
kroonprins te spreken kreeg. Als een ge
volg daarvan zou de resident het paleis
van den sultan verlaten eu aan boord van
de „Van Speijk" zijnen intrek-genomen
hebben; terwijl de raad van Inttië thans
dagelijks te Batavia bijeenkwam eu het
stoomschip „Ceram" te Banjoewangie ge
reed bleef liggen om de beslissing van den
gouverneur-generaal (betreffende het bom
bardement) ten spoedigste naar Ampenan
te kunnen overbrengen.
Twee dagen na dit sensatie-bericht werd
aan hetzelfde blad geseind, dat het bom
bardement van Ampenan «voorloopig uit
gesteld" was; dat de //Ceram", met den
controleur Lieftiuk aan boord, naar Ba
tavia ontboden was om inlichtingen te
gevendat de commandant van de zee
macht in persoon met dat schip naarBo-
leleng (Bali) vertrekken zou, om te be
slissen of eene tuchtiging noodig en raad
zaam kon worden geacht, dat ook uit
particuliere berichten bleek dat de zaken
op Lombok een dreigend aanzien namen
doch dat dit slot volgt uiterst leuk op
al het voorafgegane men niet gelooft
dat tot eene militaire tusschenkomst zal
worden overgegaan.
Verder kwam het stoomschip ,;Tam-
bora" te Soerabaja, en de gezagvoerder
daarvan bracht, volgens het „Batav. Hbl."
het bericht, dat de sultan van Lombok
oorlogstoebereidselen maakte, dat niemand
het eiland verlaten mocht, en 's vorsten
vlag fier. boven Ampenan bleef waaien."
Daaruit maakte genoemd blad den 17eu
December de niet zeer welwillende
gevolgtrekking, dat de regeering „besloten
had de zaak in der minne te schikken,"
en dat al hare bedreigingen niets anders
geweest waren dan „eene blikken sabel,
waarmede zij zwaai !e, maar niet voorne-
nemeus was iets kwaads uit te voeren."
Neemt men nu in aanmerking, dat de
bovengenoemde twee oorlogsschepen den
22en op de reede van Batavia zijn aan
gekomen, en dus misschien tot hun ver
trek van Ampenan reeds last gegeven
was, zoo zij al niet het anker gelicht
hadden op de tijdstippen dat het //Batav.
XLVIP HOOFDSTUK.
Inwendige Stemmen.
Onmerkbaar werden de schaduwen langer naarmate de
zon meer onderging en onder hare schuine stralen wierp
de Goudvallei nog slechts enkele bleeke glansen af.
Eén plicht bleef nog te vervullen over: don Antonio de
Mediana moest nog begraven worden. Bois-Rosé en Pepe
belastten zich met dien zorg; hem in hunDe armen naar den
top der pyramide dragende, vond hij zijn laatste rustplaats
in het graf van het Indiaansche opperhoofd. Het bijgeloof
dat deze plaatsen geheiligd had, behoedde het lichaam voor
de schendende hand der menschen en de steenen die het
graf bedekten, beschermden het tegen de vraatzucht der
roofvogels.
Deze twee moordenaars, die aan de gewone men-
schelijke gerechtigheid ontsnapt waren, schijnen naar de
woestijnen gedreven te zijn om er de straf voor hunne
misdaden te ondergaan. Hen te veroordeelen is voor u een
vreeselijke plicht geweest, dien de Voorzienigheid u oplegde.
Gij hebt hem vervuld zooals het een edel hart betaamt.
Fabiaan antwoordde niet en een zucht onderdrukkende,
ging de jager aldus verder:
Alvorens u terug te vinden, Fabiaan, durfde ik niet
aan üet verledene denken, thans durf' ik mijne hoop vesti
gen op de toekomst. En de jager zuchtte op nieuw.
Maar waartoe dient het, zich met iets bezig te houden dat
niet meer is of hetgeen nog niet is?Wat kan ik thans
nog verlangen? Zijt gij thans niet bij mij en moet ik thans
niet waken over het kind, dat de hemel mij heeft doen
terugvinden? Welnu, wanneer gij niet meer daar zult zijn,
zal ik tot mij zei ven zeggen: Indien God, die hem
tweemaal tot mij gezonden heeft, hem mij niet meer terug
geeft, dan is dat omdat hij rijk, gelukkig is, dat geen ge
vaar hem meer bedreigt, en die gedachte zai mij in mijne
verlatenheid troosten.
De jager keerde zich om, om de ontroering te verbergen die
zich op zijn gelaat vertoonde; hij scheen op eenig ant
woord van Fabiaan te wachten, maar Fabiaan bleef stom.
Al dit goud behoort u mijn kind, hernam Bois-Rosé;
het is het erfdeel dat u door uw pleegvader is nagelaten;
Pepe en ik gaan zooveel goud verzamelen als wij maar
dragen kunnen. Wij hebben reeds te veel tijd verloren.
Kom aan, Pepe, aan het werk, aldus ging de Canadees
voort zich tot den Spanjaard wendende, die met het gezicht
in de hand, droefgeestig over de woestijn blikte.
Nog niet, zeide de jongeling zacht, door den tee-
deren toon van Bois-Rosé bedaard; indien gij het goed
vindt, zullen wij den nacht hier doorbrengen. Ik heb rust
noodig; mijn geest is geschokt en ik zai in de stilte van
den nacht en de woestijn nadenken over hetgeen ik moet
besluiten, morgen zal ik het u zeggen. Het is thans te laat
om ons op weg te begeven.
Goed. Ik zal u niet tegenspreken, een dag langer met
u zal mij steeds hoogst aangenaam zijn. Gij hoort het
Pepe, mijn raad is dus ons kamp daar boven op den heu
vel op te slaan.
Ja, zeide Fabiaan, uit de nabijheid van den man
die sedert een uur naast het Indiaansche opperhoofd rust,
zal misschien voor mij eene behartenswaardige les voort
spruiten.
Pepe, die minder in gedachten verdiept was dan zijne
beide gezellen, wierp van tijd tot tijd bezorgde blikken op
den gezichteinder.
Ik ben van oordeel, zeide hij eindelijk, dat wij eene
groote onvoorzichtigheid begaan door van nacht hier te blijven.
Waarom dat? waar zullen wij eene sterker en voor
deliger stelling vinden dan op deze hoogte? gaf de Ca-
nadeee ten antwoord.
Wordt vervolgd.)