BINNENLAND. GEMENGD NIEUWS, DAMPROBLEEM Ao. 4. uitgehold blokwaarop de uren worden aangegeven) tien slagen deed begaf ik mij te ruste. Den volgen den morgen, na verschrikkelijk ge plaagd te zijn door de ongezellige «neefjes» vervolgde ik de reis. Tjampak*. HaarlemFebr. '88. De Haagsche correspon dent van de Zutf. Cour. vraagt, waar toch het koninklijk besluit blijft voor de aanwijzing van de personen, verkiesbaar voor de Eerste Kamer. Acht weken geleden was dat besluit reeds bij den Raad van State in behandeling, maar is de schrijver goed ingelicht, dan heeft dat hooge college er een zeer on gunstig advies over uitgebracht waarvan het gevolg wel zal zijn, dat het omgewerkt en aangevuld moet worden. In strijd met den weusch, door de Tweede Kamer uit gesproken, zouden volgens het eerste concept b.v. oud-leden van de Staten- Generaal en oud-leden van Gedep. Staten niet onder de verkiesbaren worden opgenomen, en dus de deur van de Eerste Kamer, behalve voor de hoogstaangeslagenen, alleen voor de bekleeders van zeer gewichtige staatsambten worden geopend. Indische Pakketvaart. Zooals reeds met een enkel woord is medegedeeld, heeft de regeeriug, ten einde zeke.heid te verkrijgen, dat de Indische Pakketvaart in Ne- derlaudsehe handen kome, gemeend, omtrent de exploitatie van dien dienst een overeenkomst te moeten sluiten, zonder voorafgegane open bare aanbesteding. Het contract wordt aangegaan voor 15 jaar. Binnen 't jaar na de sluiting der overeenkomst, moeten de contractanten hunne rechten en verplichtingen overgedragen hebben aan een naaml. vennootschap, op gericht ingevolge de Nederl. of de Nederl. Indische wet en zetel en hoofdbestuur in Nederland of in Indië gevestigd hebbende. Het be stuur moet geheel uit Nederlanders bestaan. Zetelt het bestuur in Indie, dan moeten zijne vertegenwoordi gers in Indie Nederlanders zijn. Het meerendeel der te bezigen vaar tuigen zal op Nederlandsche wer- v-i) moeten worden gebouwd. Door de heeren J. Boissevain, W. Ruijs en P. E. Tegelberg werd een bepaald aanbod gedaan, waarbij verschillende wijzigingen werden voorgesteld op de door de Indische regeeriug vastgestelde voorwaarden. Na overleg daaromtrent is een out- werp-contract opgemaakt. De hoofd voorwaarden daarvan zijn thaos aan de wettelijke bekracht'ging onder worpen, omdat het wenschelijk is, dat de regeering vrij blijve tot wij zigingen van ondergeschikt belaDg mede te werken, zonder telkens wettelijke bekrachtiging te vragen. De bedoeling is, de overeenkomst te sluiten volgens het concept en daar de persoonlijkheid der drie ge gadigden allen twijfel aan hunne bedoelingen uitsluit en zij zich reeds van den steun van voorname Nederl. financieele instellingen en kapitalis ten verzekerd hebben, alzoo de ze kerheid te verkrijgen, dat de Indi sche pakketvaart een inderdaad Nederl. onderneming zij. Voor het vervoer van goeverne- mentspassagiere wordt bepaald per geograpbische mijl f 0,80 voor eerste klasse, met een minimum van f 10 en verder voor de andere klassen in dezelfde verhouding als thans. Het vervoer van goederen is in den regel f 0,16 per Kojang en per geogr. mijl. Het te betalen subsidie voor de te bevaren 97,34s1/, geogr. mijlen per jaar zal f673,778,50 bedragen of gemiddeld f 6,92 per geogr. mijl. Thans wordt betaald f 3,90, doch daar tegenover staat, dat de be staande onderneming renteloos voor schot van het goevernement had; veel hooger tarieven had voor ver voer van passagiers en goederen, en veel grooter monopolie voorgoever- nements-vervoer; terwijl aan de nieuwe onderneming hoogere eischen gesteld zijn omtrent de snelheid der schepen enz. Volgens de Avondpost bestaat het plan om het Badhuis te Scheveningen dit jaar zoo mogelijk reeds in Mei e. k. te openen. De bekende Nautulus 1 e- vert in het Hbl. een beschouwing over de «groote schepen voor de Marine.» Daarin herinnert hij, hoe de minister van Koloniën bij de In dische Begrooting mededeelde, dat hij, nu in de jongste jaren vijf groote schepen aan de Indische Marine ont vielen. meende te moeten vragen het versterken dier zeemacht met een groot schip. «De Regeering wenscht» zoo vervolgt hij «thans een oorlogs schip te doen bouwen dat omstreeks 7, meer waterverplaatsiug heeft dan de Java (dus ongeveer 1500 ton), geschut vau tamelijk zwaar kaliber zal voeren en omstreeks 17 mijl kan loopsn. De kosten worden geraamd op f 800,000, waaronder kosten van uitrusting, bewapening en uitzen ding niet zijn begrepen. «Men heeft hier, dunkt mij, te doen met een eersten stap naar het verkrijgen van het «rondreizend smaldeel van groote schepen», waar voor in de laatste jaren van enkele zijden werd geijverd. Wij zijn daar tegen van onze zijde reeds meerma len opgekomen, omdat het tot in krimping van het aantal schepen der Iudisch-militaire marine i-n dus t t beperking van het voortdureud militair vlagvertoon op de verschil lende stations moet lelden. Wij heb ben steeds de overtuiging gehad en ook reeds meermalen uitgesproken, dat in Indië door voortdureud mili tair machtsvertoon menige militaire expeditie kan worden voorkomen. Wanneer echter door te lange af wezigheid van macht geringschat ting is gekweekt, zal in vele geval len eene indrukwekkende machts ontwikkeling niet aan het beoogde doel b "antwoorden, maar wat meer zegt, niet met den meesten spoed kunnen plaats hebben, omdat zij op meer plaatsen tegelijk kan, en ook hoogstwaarschijnlijk zal uoodig zijn. «Nu zal niemand betwisten, dat als regel een groot schip meer in druk maakt dan een klein. Doch kleine oorlogschepen, die men tel kens ziet en tot handelen gereed weet, maken meer indruk dan groote schepen, die men niet ziet, en waar van men bovendien nog weet. dat zij misschien op een ander verwij derd punt reeds onmisbaar zijn! Ook is het duidelijk, dat eenige van deze groote schepen tot het uitvoeren eener militaire expeditie beter ge schikt zijn (op sommige plaatsen in den Archipel, doch lang niet op alle) dan een even groot aantal kleinere schepen. Waar het echter geldt het vermijden van militaire expedities, stelle men zich toch den indruk van schepen op de inlanders niet overdreven voor. Hoe weinig indruk hebben onze groote schepen op den Atchinees gemaakt, terwijl juist in Nederland om een klein oorlogschip vaak veel beweging wordt gemaakt. Getuige het te wa ter laten van het Goevernements- stoomscheepje Reiger, op 13 Nov. jl., waarbij vele belangstellende heeren en dames eenstemmig waren over den soliden bouw van dat oorlogs vaartuig 1 «Wanneer wij alzoo van oordeel zijn, dat men voor Indië den indruk, door groote schepen te maken, niet moet overschatten, zoo willen wij daarmede niet gezegd hebben dat wij tamelijk zwaar geschut en groote snelheid voor schepen der Ind. milit. marine gering schatten. «Eene blijvende vaartsnelheid van 12 mijl komt ons echter voldoende voor, maar daarvoor zal de proef- snelheid ten minste 14 mijl moeten zijn. In dat geval zullen onzeBChe- pen in Indië meester blijven op zee tegenover inlandsche vaartuigen en particuliere stoomschepen. «Wat echter een vaartsnelheid van 17 mijl, in verband met eene indrukwekkende machtsontwikke ling tegenover inlandsche Staten te beteekenen heeft, verklaren wij niet te begrijpen. Die meerdere spoed is waarlijk niet van zooveel beteeke- nis, om daarvoor zulke hooge eischen aan die schepen te stellen, waar door bovendien een samengaan met andere schepen van mindere snel heid wordt buitengesloten. «Zoolang Nederland een auxiliair eskader m Indie onderhoudt en in dienst heeft, is het toevoegen aan de Indische Militaire Marine van groote schepen, die elk 8 ton gouds kosten, niet wel te rechtvaardigen. Het komt ons voor, dat de schepen van dat eskader, in die enkele ge vallen, dat indrukwekkende machts ontwikkeling noodig is, uitstekend te gebruiken zijn zonder dat het op administratieve bezwaren moet kunnen afstuiten. Even als ttians te Lombok moest dat eskader voor alle indrukwekkende machtsontwik keling gebruikt worden; dit zou tevens aan de oefening niets schaden! «Hoe dit zij: de begrootiug is nu aangenomen en het eerste groote schip voor de Indische Militaire Ma rine zal worden gebouwd. Hoewel de Indische begrooting over de in richting al heel weinig zegt, mag wel verwacht worden, dat die zal voldoen aan de eischen thans aan zulk een schip gesteld, waaronder zeer zeker electriscn licht niet zal worden vergeten. Ook is het te wen- schen dat, met het oog op de sloe pen-expedities in Indie, bijzondere zorg aan de inrichting der sloepen worde gewijd! «Ongetwijfeld zal dan ook dit groote schip nuttige diensten in In die kunnen bewijzen, doch wij zijn van oordeel dat, zoolang het auxi liair eskader behouden blijft, de In dische dienst meer nut zou hebben gehad van twee kleine schepen, die te zamen niet veel meer zouden hebben gekost dan dit ééne groote schip. Daarop lette men dus bij verdere voorziening in de behoefte. «Bovendien is dit groote schip te gen eventueele strijders van een buitenlandscheu vijand toch niet op gewassen en zal alleen door zijn groote vaart en goede bewapening, misschien eenmaal dienst kunnen doen tegen vijandelijke ongepantser de kruisers. Daarom is de vraag wel gewettigd, of men niet beter gedaan had nog een stap verder te gaan, door (natuurlijk voor nog meer geld) het «groote schip» voor de Indische militaire Marine zoodanig in te richten, dat het ook als strij der in de Indische wateren dienst had knnt en doen?» Het Engelsche tijdschrift Nature deelt mede, dat de Lat- schinof en Jeroleiof eene belang rijke ontdekking hebben gedaan bij het onderzoek van een meteoor, die den 4n September jl. in het dis trict Krasnoslobodsk is neergevallen. In dezen steen, ter zwaarte van vier Engelsche ponden, zijn door hen sporen van diamant gevon den. Volgens de jongste mail- benchteu uit West-Indië heerscht daar in de suikerkringen eene groote opschudding over de voorgewende ontdekking van een nieuw middel, om het suikergehalte bij de berei ding zeer aanzienlijk te verhoogen. Dat middel moet eenvoudig zijn klapperolie die, aan de massa toe gevoegd, in de verhouding van een pint per ton, daaruit eene sterk ver hoogde hoeveelheid suiker te voor schijn breDgt. Nadere bizonderhe- den ontbreken nog, zoodat het on mogelijk valt te zeggen, in hoeverre dt berichten misschien overdre ven zijn. Mochten zij bevestigd worden en tevens blijken, dat klap perolie geenen nadeeligen invloed oefent op smaak, kleur en reuk, dan is het duidelijk, dat zich eene nieuwe en belangrijke toekomst openen zou ook voor onze suikermolens op Java en elders, waar klapperboomen we lig groeien. Turische galanterie. Bij den terugtocht der Oostenrijkers van Botuschany, viel de vrouw van majoor v. X. in handen van Soli- man. Hij bracht haar naar zijne tent en stelde haar aan zijne dame6 en slavinnen voor met de woorden: «Het lot is gunstig; hier zijt gij veilig voor de Tartaren.» De ma joorsvrouw had zich werkelijk over niets te beklagen; de sultan, zijn serail en harem deden al het moge lijke om haar te troosten, maar zij was eerst sedert een paar maan den gehuwd en ontroostbaar. Soli- man rukte weder op, vernam dat de majoor op verkenning uit was en beloofde zijn Tartaren pelsen en pistolen, als zij hem in handen kre gen. Dit gelukte. Verheugd trs Soliman met hem zijne tent binnei zeggende: «Mevrouw, hier heb den waren trooster, die mij zwet heeft gekost.» Zoo zijn ook Turken jegens vrouwen der Giaours galant. De anecdote is waar, en een gi heel leger is er getuige van gewee; VAH.IA. Praktisch. Gij zegt dat ge n niet langer beminnen kunt, Man Neen, Charles; het spijt mi maar ik voel dat ge de man nié zijt om mij gelukkig te maken. Gij Nu ja, dat weet ik, maar kan niet buiten u. Ik zal altijd een zuster voi u blijven. Ja waarlijk? Welnu, leen n dan voor een paar dagen een i gulden. -jNapoleon zag m eigeu oogen het verschrik» elijk ongeluk bij den overgang der Beri sina. Door ontzetting aangegrepei stapte de keizer in zijn reiswage en zei tegen zijn adjudant.... H Jansen, doe dat venster eens open het is zoo verschrikkelijk warm hie Ja, tegen jou heb ik het. De scholier Jansen.Ik dacht, d Napoleon tegen zijn koetsier spra Rechter. Heb je geen enkel wijs, waaruit ik mij kan overtu gen, dat uwe vrouw werkelijk gestorven? Landbouwer. Ja, ik heb de reki ning van den dokter bij mij. Vader en moeder gaan met di zesjarigen Willem naar het At sterdamsch Panorama, voorstellen! gelijk men weet, de verwoestit van Pompeji. Men maakt den knaap opmerl zaam op de overal uitslaaude vlan men en met de meeste aandac! volgt hij de aanwijzingen, om slotte aan zijne gewaarwording! lucht te geven in de naïeve vrasj Maar, pa! Waarom is de Ji van der Hegden er niet? (Historisch.) Hij (woedend). Daar heeft schoothondje me weêr gebeten, je dat lamme beest niet weg doi dan bedank ik je. Decideer je: dier weg of ik. Zij (ontsteld). Niet zoo hefti Alfred; dht moet ik 'n paar dag in bedenking nemen ZWART. genum merd in de vak ken waar de stuk ken kun nen staan. 46 47 48 49 50 41 42 43 44 45 36 37 38 39 40 31 32 33 34 35 26 27 28 29 30 21 22 23 24 25 16 17 18 19 20 11 12 13 14 15 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 WIT. De stand van het spel is als volgt: A. (Wit) 4, 8, 14, 23, 24, 30, 35, 36 en 40. B. (Zwart) 33, 38, 44, 47, 48, en d. 11 en 34. Hoe moet Wit spelen om te winnen? Oplossingen worden ingewacht tot 16 Februari e. k. ten einde die te vermelden in ons nummer van 20 Februari. DE REDACTIE. l) Muskieten. ik de wijze van wraakneming niet goedkeur, kan ik niet nalaten, u ernstig aan te raden, dergelijke ongevraagde hof felijkheden voortaan na te laten!» Giovanni had eenigszins driftig gesproken en het was daarom niet zonder toorn, dat Weber antwoordde: Wat windt gij u op over eene zoo onbeteekenende zaak! Is men in Napels zoo licht geraakt, welnu ik zal trachten deze kleinzeerigheid niet weder te kwetsen. Overigens is de gan- sche historie mij niet eens een lang debat waard! Ik kom tot u met -eene andere vraagMag ik de eer hebben, u voor te stellen aan een paar mijner vrienden, die zich in de stad bevinden en die zeker zeer vereerd zullen zijn met uwe kennismaking?» Het hart van Giovanni klopte zoo onstuimig, dat het spreken hem niet mogelijk was. Als bij instinkt begreep hij, dat Weber hem aan zijne verloofde en haar vader wilde voorstellen en derhalve niet wist, dat hij hem reeds kende. «Mag ik vragen wie dat zijn?» vroeg hij daarop, zoo be daard hij kon. «Het is mijne verloofde, mejuffrouw van de Velde, en haar vader», hernam Weber, eenigszins verwonderd over de vraag. «Ik had reeds vroeger de eer, met mejuffrouw van de Velde en haren vader kennis te maken», antwoordde Gio vanni, die zich geweld aandeed om zijn stem vast te doen klinken maar niet beletten kon, dat een gloeiend rood zijn gelaat kleurde. «Ah, inderdaad!» zeide Weber langzaam, terwijl hij den violist strak aanzag en er ditmaal een vonk schoot uit zijne fletse oogen. «Dit was mij onbekend, dit was mij onbe kend!» Hij herhaalde dit op sleependen toon, als iemand die spreekt en tegelijk ernstig nadenkt. Er kwam eene pauze. Karei Weber staarde strak naar de ruiten van het kleed, terwijl Giovanni zich niet op zijn gemak gevoelde, vreezende dat zijn bezoeker iets van de waarheid zou ontdekken. Eindelijk, om zooveel mogelijk de fout te herstellen, vroeg hij zoo onverschillig als hem dat mogelijk was: «Hoe maakt de familie het? Ik meende dat het plan bestond, reeds vroeger te vertrekken «Zij zijn welvarend, ik dank u. Hun vertrek is om mij nentwil uitgesteld geworden, maar daar ik thans genoeg van Napels heb gezien, zal nu de afreis weldra plaats hebben.» Nadat hij op zeer koelen toon deze woorden had geuit, stond hij op, om heen te gaan. Giovanni deed eveneens en toen stonden de beide man nen een oogenblik zwijgend tegenover elkander. Beiden gevoelden dat zij elkander haatten! De afkeer, die Giovanni koesterde voor den karakterloozen Hollander bestond reeds na hunne eerste ontmoeting. De hevige jaloerschheid, die gewoonlijk domme menschen bezielt, Weber door de houding van Lenta, in dezen toen er vi Marie sprake was, een medeminnaar doen ontdekken. «Ontvang nogmaals mijnen dank,» zeide daarop de H( lander, strak en droog. «Bij gelegenheid kunt gij wederkeet over mij beschikken «Geen dank!» antwoordde Lenta op denzelfden koelen too Daarop maakte Weber eene lichte buiging en ging m hoog opgericht hcofd heen. Giovanni staarde hem na, tot de deur achter hem dich viel. «Is dat een man?» zeide hij in zichzelf? «Zoo ontblo van geestkracht en karakter, zoo egoïstisch en ijdel? 1 vooral, is dat een man voor een meisje als zij?» Daarop n een bitteren lach, riep hij: «En hij vreest mij! Nu zal 1 wel zorg dragen, dat Marie en haar vader spoedig vf trekken En zelfs nu hij geen hoop meer koesterde, haar ooit zijne te mogen noemen, kromp zijn hart ineen bij de g dachte dat zij nu zou heengaan.voor altijd. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 6