NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
De Goudvallei
5e Jaargang.
Vrijdag 17 Februari 1888.
No. 1418.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIES:
De loopbaan van Onderwijzer.
STADSNIEUW S.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.03.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. 1'elefoonnunimer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en conrantiera.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale de Publicite Etrangère G. L. 1)ATJBE Co., JOH. F. JONES, Sucr., Parijs3Ibis Faubourg Montmartre.
Toen indertijd de schoolwet een
zeer groot aantal onderwijzers noo
dig maakte, was dit inderdaad een
uitkomst voor tal van ouders of
voogden, dien de taak op de schou
ders was gelegd, zoons of pupillen
eene positie te verschaffen in de
maatschappij.
Uit een financieel oogpunt zag
deze betrekking er dan ook zeer
rooskleurig uit. Op de normaalscho
len die alierwege werden opgericht,
kon men in drie jaar tijds zijne
studie voor het examen van ouder
wijzer (hulp-) voltooien, terwijl dik
wijls aan de leerlingen vanwege
Rijk of Gemeente nog geldelijke
toelage werd verstrekt, tot den aan
koop van boeken of tot dekkiDg van
reiskosten. Het was dus geen won
der, dat normaal- en kweekscholen
konden bogen op een zeer druk
bezoek en in de eerste jaren van
haar bestaan een succes hadden, dat
door vakscholen in den eersten tijd
zelden wordt bereikt.
De jongelieden toch genoten kos
teloos onderwijs, ontvingen boven
dien nog geldelijke tegemoetkoming
en konden zeker zijn na drie jaar
van ijverige, doch niet overspannen,
studie onmiddellijk te worden ge
plaatst. Aldus deed zich het feit
voor, dat jongelieden die op hun
18de jaar de lessen hadden aange
vangen, op hun 21e een inkomen
genoten van minstens f 600 en dik
wijls van f700 of f750.
De magnetische kracht die voor
hen in de loopbaan van onderwijzer
school, is dus gemakkelijk te ver
klaren. Het is ieder bekend, dat
noch een ambachtsman, hoe ont
wikkeld hij in zijn vak moge we
zen, noch een kantoorbediende, zelfs
op een groot kantoor, op zijn 21e
jaar mag rekenen op een salaris
van 600 k 700 gulden. Daarbij kwam
nog, dat ook aan ho fdonderwijzers
gebrek bestond, zoodat een jong-
mensch, die het geluk had goede
hersens en eenige volharding te be
zitten, na nog drie jaren van meer
ingespannen arbeid (vanwege de
veelheid der op het programma voor
komende vakken) zeker kon zijn eene
benoeming tot hoofd eener school
te erlangen en alsdan eene alleszins
respectabele positie in de maat
schappij had verkregen.
Men behoeft echter niet veel zaak
kennis, om te beweren, dat thans
het vet van den ketel is. Langza
merhand hebben de normaalscholen
die, zooals wij zeiden, tot in de
kleinste gemeenten van ons land
waren opgericht, zulk een groot
aantal onderwijzers afgeleverd, dat
de kans op plaatsing allengs klei
ner is geworden en heden ten dage
zoodanig is ingekrompen, dat vele
jongelieden, maanden en maanden
lang na het verlaten der opleidings-
inrichtingen, rondloopen met het
diploma in den zak, onophoudelijk
solliciteerende en telkenmale zich
teleurgesteld ziende. De gevallen
zijn niet zeldzaam, dat voor ééne
vacante plaats zich een vijftigtal
sollicitanten aanmelden. Achtte men
zich, vooral op kleine en eenigs-
zius afgelegen plaatsen, vroeger ge
lukkig, wanneer men één candidaat
kreeg, die tamelijk wel aan de
eischen voldeed, thans laat men hen
een formeel vergelijkend examen
oudergaan en noodzaakt eenige die
de beste schijnen, proef les te komen
geven, ja zelfs voegen sumunge
gemeente-besturen bij de oproeping
de voor jonge onderwijzers noodlot
tige bepaling, «dat alleen in aan
merking kunnen komen diegenen,
die reeds praktisch werkzaam zijn
geweest». Op deze wijze laat het
zich gemakkelijk verklaren, dat vele
dier jongelieden, het vruchteloos
solliciteeren moede, er toe zijn over
gegaan, hoe noode ook, de aan de
studie bestede jaren, als non-pro
ductief te beschouwen (financieel
althans) en óf een ambacht zijn
gaan leeren óf dienst hebben ge
nomen in het Nederlacdsche leger.
Het natuurlijk gevolg van dezen
overvloed is geweest, dat de ge
meenteraden, vooral op plaatsen
waar de gemeentekas zich in min
bloeienden toestand bevond, de vroe
ger door het gebrek van personeel
opgedreven salaria thans al meer
en meer besnoeien. Het valt niet te
ontkennen, dat tegenwoordig ge
makkelijker voor f 450 dan vroeger
voor f600 een geschikt onderwijzer
te krijgen is, daar het aanbod de
vraag zoo kolossaal overtreft. Dat
deze overvloed zéér groot is blijkt
uit het feit, dat afgelegen gemeen
ten, waar de gelegenheid tot ver
dere studie zeer schaars, zoo niet
geheel en al onmogelijk is, gemak
kelijk een degelijk onderwijzer kun
nen krijgen voor een salaris van
i 450, een som, die, bij de meest
mogelijk zuinigheid, voor een jong-
mensch, zoo hij niet bij ouders of
familie kan inwonen, ten eenenmale
ontoereikend is.
Het spreekt van zelf, dat het aan
tal hoofd-onderwijzers in ongeveer
gelijken mate als dat der hulp
onderwijzers is toegenomen, zoodat
ook deze betrekking voor velen, zoo
ze niet bizon der knap zijn, een fata-
morgana, een luchtspiegeling blijft,
waarop zij zich de oogen blindsta
ren zonder haar ooit te kunnen
grijpen.
Wij pretendeereu niet, met het
bovenstaande iets nieuws te hebben
gezegd: de vermelde feiten zijn aan
iedereen min of meer bekend. Maar
wij achten het niet onnoodig, ze te
herhalen als ernstige waarschuwing
aan ouders en opvoeders, die hunne
kinderen of pupillen tot onderwijzer
of onderwijzeres wenschen te zien
opgeleid.
Men gevoelt het gewicht dezer
waarschuwing reeds. Bereids zijn
eenige normaalscholen opgeheven
door het geringe bezoek, dat er aan
te beurt viel en ook op de kweek
scholen, waar de opleiding eeuigs-
zins kostbaarder is, is thans gere
geld een aantal plaatsen beschikbaar.
Maar nog steeds wordt aan tien
tallen jongelieden, zoowel manne
lijke als vrouwelijke, ieder voor- en
najaar het diploma uitgereikt, dat
voor de meesten nooit meer wezen
zal dan eene getuigenis van eene
zekeremate van ontwikkeling hetwelk
hun alleen dienstig kan zijn, als zij
straks, teleurgesteld en ontmoedigd,
hunne oorspronkelijke bestemming
den rug toewenden, om te trachten
in een ander vak beter te slagen.
Men versta ons wel: het ligt vol
strekt niet in onze bedoeling, iets
te zeggen tot voor- of nadeel van
de openbare of bizondere scholen
de neutraliteit, die wij op gods
dienstig of politiek gebied strikt in
acht nemen, zij onzen lezers een
waarborg, dat de bedoeling van ons
artikel enkel en alleen is, ieder die
kinderen tot eene bestemming heeft
te brengen, ernstjg aan te raden,
zich wel tweemaal te bedenken, eer
hij hen doet opleiden tot onderwij
zer of onderwijzeres.
Haarlem, 16 Februari.
Blijkens de thans gesloten lijsten
bedraagt het getal kiezers in dit
district voor de Tweede Kamer 2758,
voor de Provinciale Staten 2150, en
voor den Gemeenteraad 2739.
In bet verslag van den gemeen
teraad in ons vorig nummer komt
o. a. voor, dat de heer W. J. Over-
hoflr alsnog op de kiezerslijsten zou
worden gebracht, wanneer bleek dat
de door hem bewoonde vertrekken
de vereischte huurwaarde hadden.
De schatting hiervan heeft thans
plaats gehad, doch het vereischte
bedrag werd niet bereikt.
De heer O. is dus geen kiezer.
"'In de laatst gehouden vergade
ring van het departement Haarlem
der Maatschappij tot Nut van't Al
gemeen is ingekomen een voorstel
van het bestuur der Kweekschool
voor Onderwijzeressen, die van het
departement uitgaat, om den drie
jarigen cursus van die school te
veranderen in een vierjarigen. Dat
voorstel zal in eene volgende ver
gadering der leden van het depar
tement worden behandeld. In deze
vergadering is besloten over te gaan
tot de verbouwing van het onlange
aangekochte perceel naast het be
staande gebouw in de Zijlstraat,
voornamelijk ten behoeve van de
Volksbibliotheekde kosten daar
van zijn op omstreeks 14.000 gul
den geraamd.
Bij een aanbesteding der Königl.
Eisenbahn-Direktion (recht Rheini-
sche) te Keulen voor zes personen-
wagons 3e klasse, was de laagste
inschrijfster de firma J. J. Beynes
alhier en wel met M. 9200 pr. wagon,
van af Cleve. De firma Herbrand en
Co. te Keulen had b M. 9330 per
wagon ingeschreven.
Dr. E. van der Ven zette in de Woens
dagavond door hem gehouden voordracht
in Teyler's Stichting de behandeling voort
van de eigenschappen van gepolariseerd
licht.
Thans waren de verschijnselen aan de
beurt, zooals spreker in zijne vorige
leziDg had aangekondigd die zich voor
doen wanneer een lichtbundel door ver
schillende kristallen gaat. Deze moeten
dan in uiterst dunne plaatjes, die nauwe
lijks eenige deelen van een millimeter dik
zijn, worden gebruikt.
Een aantal polarisatie-figuren, op deze
wijze verkregen, werden vervolgens op een
scherm geprojecteerd, waarbij plaatjes van
een- en tweeassige kristallen werden ge
bezigd. Toermalijn, mica en bergkristal
leverden de merkwaardigste verschijnselen,
die zich in verschillende prachtige kleur-
figuren vertoonden, naarmate de kristallen
loodrecht of in de richting hunner assen
(vezels) waren doorgesneden. Hoe de po
larisatie in de industrie wordt toegepast
op de bepaling van het suikergehalte, werd
mede op bevattelijke wijze uiteengezet.
Niet alleen in kristallen maar ook in ge
woon glas, dat na verhitting plotseling
sterk was afgekoeld en dientengevolge eene
wijziging in de structuur had ondergaan,
wordt het licht zooals werd aange
toond bij den doorgang gepolariseerd,
wanneer de glasplaat aan eene sterke per
sing wordt onderworpen. De lichtassen
vertoonen zich dan, evenals bij de kris
tallen, aan weerszijden van de figuur, welke
op het scherm geworpen wordt.
Aan het einde van zijn voordracht ge
komen, bracht de heer van der Ven in
herinnering, dat met deze de rij der voor
drachten in Teyler's Stichting, dezen win
ter gehoudengesloten was. Zich tot
tolk makende van zijne voorgangers, dankte
hij de aanwezigen voor hunne trouwe op
komst eu belangstelling in hunne en ook
in zijne voordrachten betoond.
Mochten echter allen met hem instem
men in de gevoelens van dank, die men
heeren directeuren van Teyler's Stichting
verschuldigd was, daartoe op zoo lofwaar
dige wijze de gelegenheid te hebben ver
strekt.
Voor een vrij talrijk publiek trad
Maandagavond voor 't eerst in de
groote zaal der sociëteit «De Kroon®
alhier op, het concert-varié-gezel-
schap van den heer Wittkower Ger-
son, uit het «Concert Victoria» te
Amsterdam. De werkzaamheden der
verschillende artisten vielen blijk
baar zeer in den smaak van het
publiek. Hun optreden kenmerkte
zich door netheid, beschaafden toon
en manieren. De Hollandsche duet-
tisten Michel en Josephine Solser,
(broeder en zuster) werden om strijd
toegejuicht, doch het neusje van den
zalm bezorg de de heer Abr. de
Winter, die nog altijd onvermoeid
F ïïlil li I, E T O dXT.
1581
LVIo HOOFDSTUK.
De stem van Rama.
Ofschoon de dag door de sombere wolken, die het lucht
gewelf bedekten, verduisterd was, onderscheidden de steeds
waakzame oogen des Indiaans duidelijk tot zelfs de minste
spleten der rotsen en het was gemakkelijk voor hem te
zien, dat de loop eener karabijn niet zooals de beide voor
gaande malen, zijne minste bewegingen volgde. De reden
er van was eenvoudigFabiaan die eene andere stelling
had, vermoedde de tegenwoordigheid van Zucht des Winds
niet, terwijl deze die stilte en die werkeloosheid van den
vijand toeschreef aan de eene of andere list die hij niet be
greep. Hij verwachtte daarom echter niet minder elk oogen
blik door een onzichtbaar wapen getroffen te worden.
Hij wist dat het oog der beide opperhoofden al zijne
bewegingen volgde, en na nog een oogenblik stil te hebben
gehouden, gaf hij met de hand een teeken aan de beide
schuimers achter de buffelhuiden in hinderlaag liggende,
die evenals hij verwonderd waren over de onverklaarbare
bewegingloosheid der belegerden en hij begon langzaam de
helling van den afgeknotten heuvel te beklimmen.
Op het oogenblik dat de Indiaan het hoofd boven de
oppervlakte van het plat wilde uitsteken, luisterde hij on
beweeglijk. Geen ademtocht, geen woord deed zich hooren.
Toen waagde het de Indiaan een blik te werpen boven
een der steeaen die de belegerden beschermden. Dit was
het oogenblik waarop Fabiaan, op den top der pyramide
liggende eu met oplettend oog de bewegingen zijner beide
makkers volgende, hen zag verdwijnen, verborgen als zij
waren door de waterplanten van het meer.
Voordat de jongeling, die geheel verdiept was in het
belaDg, dat hij stelde in den goeden uitslag van het stout
moedige plan van den Spanjaard en van den Canadees,
zich omkeerde, om thans ook de vijanden van de tegen
overgestelde zijda te bewaken, zou de Indiaan den tijd heb
ben gehad, om hem met een bijlslag het hoofd te splijten,
maar hij was een van hei: die bestemd waren om levend
aan de wraak van het groote opperhoofd opgeofferd te wor
den en zijn leven was dus voor den Apache heilig. Hij had
het voornamelijk op de karabijn van den blanken jager
gemunt en in plaats van den arm uit te strekken en toe
te slaan, kroop de Indiaan vooruit om hem het wapen te
ontrukken, dat het voorwerp zijner begeerlijkheid was.
Fabiaan keerde zich op hetzelfde oogenblik om.
Op het gezicht van dit met verven overdekt gelaat, in
welks midden twee oogen flikkerden als die eener wilde
kat en onzeker of hij de eenige vijand op het plat was,
voelde Fabiaan eene rilling over al zijne leden, maar deze
duurde evenwel slechts eene seconde, een noodkreet voor
zijne makkers weerhoudende, die hen zou hebben kunnen
verraden en ben tot den aftocht dwingen, en in de onmo
gelijkheid verkeereude om zich van zijne karabijn te be
dienen, daar de Indiaan deze bij den loop had vastgegre
pen, omstrengelde de onverschrokken jongeling stilzwijgend
den rooden krijger in zijne armen.
Eene hardnekkige worsteling ontstond.
Twee malen rolden de tegenstanders, in elkanders ar
men gekneld, over het plat, met gelijkelijk voordeel en in
de hitte van den strijd gaf de karabijn, die heen en weer
werd gesleurd, vuur, zonder dat de kogel een der beide
strijders trof.
Dit was de losbarsting die de ooren der beide jagers had
getroffen, die zelf in eene niet minder vreeselijke worste
ling gewikkeld waren.
Eindelijk kreeg Fabiaan, die sterker was dan de Indiaan,
de overhand op dezen en hield hem onder; daarna plantte
de jonge Spanjaard zijn mes in de borst van den Apache,
die den stoot niet kon afweren, daar hij de karabijn van
Fabiaan niet wilde loslaten. Ongelukkig evenwel waren de
blanke en de Indiaan door hunne hardnekkige worsteling
aan een der uiterste einden van het plat gekomen.
Een oogenblik veelde de jongeling zijne spieren verlam
men en hem hunnen dienst weigeren; maar de vrees voor
een verschrikkelijken dood herstelde zijne verzwakkende
kracht en hij kon den afgrond vermijden, maar niet be
letten dat de Indiaan hem met zich in de diepte van het