HAARLEMMER HALLETJES. Een Zaterdagaïondpraatje. R I N N E N L A Ti I). INGEZONDEN. B L IT E N I, A N l). in 't algemeen, wenschen te beoordeelen. Thans kwamen aan de beurt sprekers denkbeelden omtrent de wetgeving op den arbeid. Dit punt was voor spr. van groot belang. De groote kwaal noemde bij de ongelijkmatige verdeeling der inkomsten tusseben kapitaal, werkgevers en arbeiders. Men sluiti niet bet oog voor de toestan den der maatschappij, doch vergete daarbij niet dat ook de natuur hare wetten stelt, die somtijds voor de menscbelijke onover komelijke hinderpalen zijn. Wetten op den arbeid hadden in spr. oog meer belang, dan die op de belasting. Wetten maken is echter niet de taak der toekomstige wetgeving, dit zou schermen wezen in den blinde. Spreker verwees naar het boekje van Heldtwaarin véél wordt gezegd, dat veel gezond verstand verraadt. Schrij ver zegt daarin onder andere, dat, om tot eene goede arbeidswetgeving te geraken, nog veel licht dient ontstoken te worden. Evenzoo verklaart de commissie van en quête. Deze wilde wel met voorstellen voor den dag komen, maar vreesde daarvoor, wijl zij den stof nog zoo weinig kende. Op 't punt van den kinderarbeid is misschien wat te doen, met kracht en voortvarendheid. Moeilijk ging het echter om der enquête-commissie onbeperkte macht te geven. De zaak grijpt zoo diep in, dat men wel eens van de ondervraag den tot antwoord zou kunnen krijgen t raakt je niet". Spr. noemde de gevallen, waarin de wet iemand tot spreken kan dwingen, maar verkeerde men te dezer zake in een zoo danig geval? Beter ware het geweest een afzonderlijke wet te maken, waarbij eene commissie werd ingesteld, die niet enkel uit leden der Tweede Kamer was saam- gesteld. Ook zouden een secretaris en ste nografen moeten worden aangesteld, en nh t die van de Kamer daartoe gebruikt wor den. Ook leden der Eerste Kamer zouden er zitting in kunnen hebben, daar dezen merkte spr. guitig aan niet zooveel als de leden der Tweede Kamer te doen hebben. Ook werkgevers en eenige ontwikkelde werklieden dienden er deel van uit te maken. Een beter onderzoek zou op deze wijze kunnen plaats vin len. In Engeland had men de goede gevolgen van een zoo danige enquête gezien. Daar heeft men bij de wet eene speciale commissie be noemd, tot grondig onderzoek der zaken, zoo b.v.b. eene enquête over den kinder arbeid, die van 1840 tot 1848; eene op de arbeidersvereenigingen, die van '67 tot '70, eene op de kolenproductie, die van '66 tot '71, eene op de ziekenkassen en begrafenisfondsen, die van '70 tot '74, en eene op het truc-systeem (het betalen der arbeiders met geld en winkelwaren), hebben plaats gehad, terwijl van '74 tot '77 eene enquête over spoorwegongelukken werd gehouden. Men is ten onzent begonnen, maar de kolossale inspanning daarvoor gevorderd, deed haar reeds spoedig ein digen. Kamers van arbeid noemde spr. ook uitstekend als raiddel om nader met de toestanden bekend te worden. Die kamers zouden b. v. b. over feiten niet alleen kunnen inlichten, maar, zoo zij in den smaak van het volk vielen, ook op ander gebied zeer gunstig werken. Hieromtrent wenschte spr. echter groote omzichtigheid te betrachten, want indien eens een der gelijke wet tot stand kwam en niet met het volksvooroordeel strookte, zou zij meer. kwaad dan goed doen. Men grijpt hier in teere belangen, duch wanneer men ge leidelijk te werk ging, was er veel kans van slagen. Internationale regeling zou misschien onder de tegenwoordige om standigheden weinig kans van slagen hebben. Wat de zaak van het onderwijs be treft wenschte spr. uitbreiding, doch be hoedzaam, door oprichting van vakscho len voor sommige ambachten en zeer prac- tisch ingericht. Ook zou de wet slechts omtrent de oprichting ervan de //mogelijk heid" moeten uitspreken. Voor de invoering van leerplicht spr. noemde dit gelijkstaand met school plicht verklaarde hij zich niet terstond. Men zegt wel dat 80000 kinderen geen onderwijs ontvangen, maar dit is minder nauwkeurig. Eene verhooging van den leeftijd waarop de kinderen ter lagere XXIII. Nacht was het, zwarte, duistere nacht. Er woei een kille, snijdende wind, die den gedurig vallenden regen heftig tegen mij aanwierp en doordrong tusschen den kraag van mijn paletot. Op de Groote Markt was niemand als ik alleen, nergens in het rond zag ik een licht. Iedereen sliep en bekommerde zich niet om wat de elementen daarbuiten verkozen te doen. Met het hoofd voorover, half buiten adem door de hevige rukwinden, strom pelde ik de Groote Markt over en koes terde reeds met wellust de gedachte, dat binnen vijf minuten wind en regen zich zonder mij zouden moeten vermaken, toen ik opeens vlak voor mij, bij het hek om het standbeeld van Coster, eene groote, donkere massa zag, een menschelijke vorm en toch geen mensch, die onbewegelijk tegen de ijzeren staven leunde. school komen op 7 jaar kwam spreker wenschelijk voor. Erger vond spr. het feit dat velen vóór hun twaalfde jaar van de school werden genomen en het ongere geld school komen. Het getrouwe school bezoek zou spr. oneindig liever bevor deren door zedelijke dan door andere mid delen. Ten slotte tot het kiesrecht overgaande verklaarde spreker zich voor het thans bestaande. Het zou echter geleidelijk uit breiding kunnen ondergaan en mocht een daartoe strekkend voorstel worden gedaan, dan zou hij zich in beginsel daarvoor verklaren. De behaudeliug der overige punten, die spr. nog restten, werden wegens het ver gevorderde uur achterwege gelaten. Na de pauze werd door den voorzitter gelegenheid gegeven tot debat over de besproken onderwerpen. De heer J. A. Eortuyn van Amsterdam als eerste spreker optredend, bestreed en kele punten uit de rede van den heer Sanders. Hij noemde weerplicht een eisch van den tijd en het verwonderde hem dat de liberale partij, wier plicht het was, de sociale toestanden niet beter had on derzocht. De heer R. Luyten vroeg of de heer Sanders voor algemeen stemrecht was. De heer W. Meyer geeft zijne verwon dering erover te kennen, dat de inleider tegen de enquête had gestemd. Hij had van hem een krachtiger optreden verwacht. De heer P. H. van der Ley wenschte te vernemen of de heer Sanders was tegen subsidie aan sectie-scholen. De heer W. Gosler merkte op dat de heer Sanders de groote beginselen uit het oog verloren en scheuring had gebracht in de liberale partij. De heer Sanders antwoordde dat hij zich niet bewust was scheuring in de liberale partij gemaakt te hebben, daar hij als jongste lid toch moeilijk zoo iets tot stand zou kunnen gebracht hebben. Om over alge meen stemrecht in den zin zooals de heer L. dit opvatte, zich uit te laten, achtte hij den tijd nog niet gekomen. De reden waarom hij tegen de enquête had gestemd was, dat hij haar in den bestaanden vorm onvruchtbaar achtte. Tegen het subsidie stelsel had hij zich in 1875 reeds ver klaard. Hiermede eindigde de vergadering, die door den heer D. de Clercq, na een woord van dank aan den spreker en aan den heer Krelage voor zijue leiding, gesloten werd. Donderdagmiddag is een winke lier te dezer stede voor een bedrag van ruim tachtig gulden opgelicht door twee vreemde kooplieden van wien hij twee stukken goed heeft ge kocht, dat volgens hunne aanbie ding linnen was, terwijl bij onder zoek is gebleken dat het slechts ka toen was. De een is Israëliet, onge veer vijftig jaar oud, klein, zwart grijze bakkebaarden, zweer aan de onderlip, doof en heeft een Duitscke uitspraak. De ander is ongeveer dertig jaren, middelmatig lang, blonde snor, gekleed met donkere dikke winterjas, zwarten fantasie- hoed. Van de zaak is proces-verbaal opgemaakt. Naar wij vernemen zal de afdee- ling OverveenBloemendaal der Algemeene Vereeniging voor Bloem bollencultuur a. s. Maandagavond ten half acht ure een buitengewone vergadering houden, ook toeganke lijk voor dames, in het logement van ouds het Raadhuis te Overveen. Deze zal gewijd zijn aan een lezing van den heer H. Kouwen- hoven, lid dier afdeeling. Wij her inneren er aan dat hh. leden, ook van andere afdeelingeD, op ver toon van hun diploma op alle af- deelingsvergaderingen toegang heb ben. In de districten Alkmaar en Be verwijk is de heer H. F. Bultman Ik deed eerst een stap achteruit en tastte in den zak, om te voelen of ik mijn portemonuaie nog wel had, zooals een rechtgeaard Hollander betaamt wanneer hem eenig gevaar dreigt. Maar daarop zag ik het ongerijmde in, van een straat- roover te duchten midden op de Groote Markt in ons vreedzaam Haarlem en ik riep derhalve manmoedig: //Wie is daar?" z/Ik ben het, Laurens Janzoon Coster", gaf mij een stem ten antwoord. Ik kon mijn ooren niet gelooven! Cos- ter van zijn voetstuk afgedaaldCoster sprekende als een gewoon menschIk deed nog een stap vooruit, om mij te over tuigen en jawel, daar zag ik dat de massa die ik niet had kunnen defiuieeren, niemand anders was dan Coster, met zijn onbewegelijkstijf gelaatmet de strakke tunica in hare onveranderlijke plooien en waarlijk met de A nog in de hand. //Zijt gij het werkelijk, Coster?" vroeg ik zeer verwonderd. //Zijt gij van uw voetstuk gevallen?" //Neen mijn jongen," zeide Coster met zijn diepe stem, //ik ben er niet letter lijk afgevallen, maar er afgesprongen. Even- te Haarlemmermeer door de liberale kiesvereenigingen de kandidatuur voor de Tweede Kamer aangeboden, doch hij heeft bedankt. Alleen die voor Haarlemmermeer is door hem aangenomen. LEGER EN VLOOT. In verband met de in het najaar bij alle regimenten infanterie gehouden oor- logsmarschen, is door den luitenant-gene raal, inspecteur der infanterie, het 4e regiment van dat wapen aangewezen ter nadere proefneming, ten doel hebbende op de goedkoopste en beste wijze de bepak king onzer infanterie volgens hetDuitsche stelsel te veranderen. Door den regiments commandant, kolonel W. H. Doorman, is tot oplossing der gestelde vragen eene commissie benoemd, bestaande uit: luite nant-kolonel W. C. D. van Rijen, kapitein N. W. Hofstede en le luitenant voor spe ciale diensten W. D. A. Ophorst. VISSCHERIJ. Lemmer, 16 Eebr. Op heden werd geen Zuiderzeeharing aan de bokkingroo- kerijen alhier aangebrachtook te Takozijl schijnt het ijs dus de visschers te beletten hun bedrijf uit te oefenen. De hoop dat bet zeer onstuimige weder van heden nacht en heden het ijs in beweging zoude brengen en van deze kust doen afdrijven, zoodat onze haven vrij werd, is niet ver wezenlijkt. Het ijs zit onwrikbaar vast. De Lemster stoombooten doen dienst tus schen Amsterdam en Stavoren, waarheen ook de Groninger booten dier maatschappij vei trekken. Een en ander geeft in deze plaats veel schade aan de neringdoenden. Door de liberale kies- vereeniging op Tessel is tot candi- daat voor het lidmaatschap der Tweede Kamer gesteld de heer Waller, burgemeester teAunaPau- lownapolder. Johannes Harttorff, de knaap die in hechtenis is genomen als verdacht van den moord op den Nieuwendijk te Amsterdam, was letterzetter op de drukkerij van het volksblad De Echolid van eene sociaal-democratische jongelingsver- eeniging en een sociaal-democrati sche schermclub. Te Buiksloot is eene kiesvereeniging «Buiksloot# opge richt. Het bestuur bestaat uit de heerenJ. Magnin, president; J. S. de Groot, secretaris; B. Kroon, vise- presidentW. Greeve, penningmees ter; B. Pott. Tot leden kunnen wor den aangenomen alle meerderjarige inwoners van het district Zaandam, tegen betaling van f0.50, terwijl onvermogenden kosteloos worden toegelaten. Slechts de kiezers heb ben het recht om te stemmen over de voorgestelde candidaten. Vrijdag in den vroegen morgen werd in eene roeiboot in de Riedijkshaven te Dordrecht, achter het veerhuis, het lijk gevonden van zekeren J. G., sjouwer van beroep, een man, die zich geregeld aan ster ken drank te buiten ging en ver moedelijk overleden is aan de ge volgen eener beroerte. Al sedert ge- ruimen tijd had deze persoon geen tehuis; vroeger overnachtte hij in den sledenaarsstal, in den laatsten tijd verwisselde hij die openbare slaapplaats met de drijvende, welke zijn sterfbed werd. De politie ver liest in G. een harer vaste Vrij dagsche logés en zij heeft dan ook op den markt van Vrijdag aan G. voor de laatste maal hare diensten bewezen, door zijn overschot naar min in figuurlijken zin, want Gutenberg en al die anderen zullen mij er niet af rukken!" Dat //mijn jongen" klonk mij wat vreemd in de ooren, maar ik bedacht dat ik, wat leeftijd betreft, met Coster vergeleken nog maar een kwajongen was. //Maar hoe komt ge op de gedachte, om hier tegen het hek te komen leunen?" z/'t Staan verveelt mij wel eens," zeide Coster, categorisch. //Als gij honderdmaal achter elkaar //boe" hebt gezegd, zult gij ook wel lust gevoelen eens l7ba" te zeg gen. Zoo is het met mij ook. Ik wil wél eens leunen tot afwisseling!" Ik weet niet hoe het kwam, maar ik gevoelde mij zoo op mijn gemak bij dezen standbeeld-mensch, en zag zoo weinig onbe grijpelijks meer in zijne plotselinge ver schijning, dat ik regen en wind vergat en besloot een gesprek met hem aan te knoopen. iiGij moet u wel vervelen op dat voet stuk!" zeide ik om een begin te maken. „Vervelengalmde hij. „Nooit, Fidelio! Altijd valt hier iets op te merken. Ik heb mij aangewend, al de menschen te bestu- deereu die hier dagelijks de Markt over- het lijkenhuis der algemeene be graafplaats te doen overbrengen. De voorwerpen, welke vermoedelijk in den nacht van 7 op 8 Februari jl. uit eene woning in de Riouwstraat te 's-Hage met be hulp van inklimming en braak zijn ontvreemd, bestaan uit 12 damasten servetten, geborduurd L. S.24 ge streepte servetten, 11 servetten van blokjeslinnen3 groote tafellakens 12 vingerdoekjes, ten deele gebor duurd, nieuw 8 dito, oud 8 ont- bijttafellakens12 h 18 linnen thee doeken, geborduurd L. S.twee linnen traploopersongeveer 12 droogdoeken; 18 andere doeken 16 groote en 12 kleine lakenseeuige kussensloopeneenig vrouwenlijf goed, waaronder hemden, gemerkt M. S.behalve dit lijfgoed zijn voor melde goederen alle gemerkt L. S. 1 Berlijnsch-zilveren trekpotje, hoog van vorm, waarop een knop in den vorm van een vogeltje; 1 duffeleche bijna nieuwe marine-pijjekker met zwarte knoopen van dergelijk mo del 1 Japansch bijouteriekistje (goudlak)visiteboekjes, Japansch, wit en zwart; 1 olifantstand fiches- doozen met garnituur, Chineesch 1 parelmoeren almanak met zilver gemonteerd (Haagsche jufferalma nak) 18001 bloemenvaas met zil ver gemonteerd1 bruin lederen valies, oud en lang gebruikt2 ivo ren mesjes, uitgesneden ivoren ser vetbandjes. De hoofd-cummissaris van politie te 's-Hage verzoekt opsporing en bericht. WETGEVENDE MACHT. Ia de zitting der Tweede Kamer van Vrijdag werd een eenvoudig onteigeningswetje voor een kanaal door de Vriezenveensche venen, dat een verbinding met een der Over- ijselsche kanalen zal in 't leven roe pen, waarvan ontwikkeling van een tot dusver onvruchtbare veenstreek verwacht wordt, met 55 tegen 20 stemmen onveranderd aangenomen. Een nog kleine minderheid 1 stem, uitgebracht door den heer Van Kerkwijk, verklaarde zich tegen de voorgestelde aflossing der leemng van 3 millioen voor het Entrepotdok te Amsterdam met een gedeelte van het in 's Rijks kas voorhande saldo. Zonder slag of stoot ging dit ont werp er door. Vroeger dan verwacht werd kwam nu de interpellatie van den heer Rooseboom, waarin hij de noodza kelijkheid ontwikkelde om met het oog op de nieuwe wet betreffende den dienstplicht, die zeker verlen ging van den diensttijd zal brengen, niet alleen de buitengewoon in dienst gehouden miliciens 1882 (landmacht) en 1883 (zeemacht) nog niet te ontslaan, doch bovendien denzeltden maatregel toegepast te zien op de lichtingen voor beide categoriën van 1883 en 1884, opdat onze militie reeds vroeg zou gewend worden aan den toestand, dien haar zou wachten. Nog vóór de minister van Oorlog antwoordde protesteerde de heer Reuther tegen zoodanige verzwaring vau druk. Kolonel Schimmelpemiinch v.d. Oije ondersteunde zijn wapenkameraad, maar de minister van Oorlog moest beiden teleurstellen, voor zooveel betrof het buitengewoon in dienst houden van twee lichtingen, ieder van zee- en landmacht. De minister geeft dus toe dat de buitengewone omstandigheden nog gaan. Zoodoende ken ik geheel Haarlem op een prik." „En zijt gij tevreden over de vorderin gen, die de kunst, welke gij hebt uitge vonden, in onze stad heeft gemaakt?" „Tamelijk wel, tamelijk wel. Het vak zelf is hier ook al geen goudmijn meer, de concurrentie is ontzaggelijk groot. Er worden hier nogal wat programma's en balkaartjes gedrukt, dingen, waarvan men in mijn tijd niet droomde. En toch zijn de tijden zoo slecht!" Hij zweeg een oogenblik, daarop ging hij voort. „Er zijn in den laatsten tijd te Haarlem eigenaardige stukken gedrukt. Zoo heeft het blad, waarvoor gij schrijft, dezer dagen eenige honderden letters op genomen, waaruit te lezen was dat de Gemeenteraad bereid was, aan een inge zetene alhier het kiesrecht te verleenen (gij ziet, dat ik met mijn tijd meega) mits de schatting eene huurwaarde aanwees van f55. Den volgenden dag druktet gij weer een bericht, waarin stond dat de kamer van bedoelde persoon bij schatting maar f80 was gebleken waard te zijn. Eigen aardig, hé? Weet ge waar ik mij ook niet mee altijd het in dienst houden van een lichting vorderen, maar gaat niel verder. De subsidie-voordracht voor de verbetering van de rivier de Berkel leidde tot een breed debat over de al of niet noodzakelijkheid van de oprichting van het waterschap. Dinsdag zal dit debat worden voortgezet. De interpellatie van den heer Smeenge over het spoorwegongeval bij Rmnerwold zal plaats hebben, wanneer nog eenige audere zaken, aan de orde gesteld, zijn afgedaan. Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Hedactit zich niet aansprakelijk.) Eene nabetrachting. Niet dankbaar, nog minder voldaan, gingen vre gister' avond van de openbare vergadering dei vereeniging «Volksbelang» naar huis. We hoor den den heer Farueombe Sanders over verschil lende zaken spreken. Of we er veel wijzer door zijn geworden Na eene zeer lange inleiding, waarvan de slotsom was, dat in de te volgen politieke gedragslijn toenadering, verzoening het wachtwoord moest zijn, kwamen we over 'i al gemeen weinig meer te weten. De spreker betoogt, dat we een staand legei noodig hebben, wil plaatsvervanging afschaffen, docb misschien zal 't noodig zijn, de num- merverwisselaars behouden. De wetgeving op den arbeid vereischt nauw keurig onderzoek; kamers van arbeid zullen misschien na verloop van tijd kunnen worden opgericht op enkele plaatsen; bij goede resulta ten na gehouden onderzoek, zou hun aantal mis schien kunnen worden vermeerderd. De heer S. is voor enquête; hij heeft er in de Tweede Kamer tegen gestemd, omdat het heter kon; in Engeland doet meu 'tanders; hij verwachtte er geene vruchten van. Wat hierbij nu te denken van de redeneeriag, in 't begin en aan 't slot, dat de praktyk op 't gebied der wetgeving boven de theorie gaat? We begrijpen 't niet. Met verwijzing naar eene door spreker voor langen tijd geschreven brochure over het resti tutiestelsel in verhand met het bizonder onder wijs, verklaart hij daar tegen te zijn; waarZEd. vóór is, booren we nu niet. Spreker is vóór uitbreiding van kiesrecht, hoever? tot algemeen stemrecht? We hooren 't nu niet. Door de uitvoerige behandeling van sommige punten, die voor ons geen hoofdzaak waren, was 't al vrij laat geworden, zoodat er geen tijd overbleef alles af te doen. De discussie, na de pauze te houden, zou ons stellig meer licht geven! Hoe deerlijk vonden we ons teleurgesteld. Dat de heer S. oorzaak was van de scheuring in de gelederen der liberale partij, daarvan maakt hij zich schei'tsend af, dat hij geen algemeen stemrecht wil, waarbij ook de vrouwen mogen meepraten, booren we; de heer S. weet stellig wel. wat in den tegenwoordigen tijd de gangbare beteekenis der formule «alge meen stemrecht» is? Ook omtrcut de kwestie van het onderwijs ontsteekt hij geen nieuw licht. Gecne restitutie, maar de verzoening op welke grondslagen dan? Naar huis gaaude, hoorden we iemand zeggen: We zijn hedenavond met een kluitje in 't riet gestuurd.» En waarlijk, 't heeft er veel van! 18 Februari '88. N. Engeland. Het Lagerhuis heeft een voorstel van Churchill aange nomen, strekkkende tot het benoe men van eene commissie, om een onderzoek in te stellen naar het beheer der stedelijke gebouwen, in verband met zekere voorgewende onregelmatigheden daarbij. De re geering had zich met dit voorstel vereenigd. Officieel wordt gemeld, dat lord Dufferin met Augustus a. s. benoemd wordt tot gezant te Rome, in de plaats van Lumley. In het Lagerhuis verklaarde Hamiltou betrekkelijk de rede van admiraal Hewitt te Genua, dat het geen zeldzaamheid is, wanneer of ficieren van de eene natie die eener andere fêteeren, dat zij dan den wensch uitspreken de wederzijdsche strijdkrachten in eeuen oorlog ver eenigd te zien. De aan Hewitt toe geschreven woorden, zoo zij al ge sproken zijn wat te betwijfelen is drukten slechts eene vriende lijke en betamelijke gezindheid uit. kau vereenigeu Tegen liet opzweepen dat sommige bladen doen, om de mensehen tot landverhuizing naar Amerika te be wegen. Men spiegelt hun voor, dat zij, alleen op vertoon van hunne handen, daar een betrekking kunnen krijgen en zoo gebeurt het dikwijls, dat menigeen er heen trekt zonder geld of kennissen en zonder zelfs te weten wat hij er eigenlijk zal uit voeren. Yoor die opzweeperij heb ik de boekdrukkunst niet uitgevonden. Wilt ge een bewijs Dezer dagen is een Haaiiemsch burger naar Amerika vertrokken met ach terlating van zijn huisgezin. Hij schreef zijn vrouw dezen brief: //Vrouw, iiDeze is dienende om je te melden //dat ik als werkend passasier naar Ame- z/rika toe beu om mijn fortuin te zoeken //want hier zien ik er geen gat meer in //wat het geld van je Machine betreft heb z/ik meden moeten nemen wantje begrijpt z/wel dat ik niet geheel zonder geld kan //lijzen gaat het mij door den tijd goed z/dan zal ik om je denken maar dat zal //vooreerst wel niet wezen dus je moet zelf maar zorgen dat je aan de kost //komt!"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 2