HAARLEMMER HALLETJES.
Een Zaterdagaïondpraatje.
R I N N E N L A Ti I).
INGEZONDEN.
B L IT E N I, A N l).
in 't algemeen, wenschen te beoordeelen.
Thans kwamen aan de beurt sprekers
denkbeelden omtrent de wetgeving op den
arbeid. Dit punt was voor spr. van groot
belang. De groote kwaal noemde bij de
ongelijkmatige verdeeling der inkomsten
tusseben kapitaal, werkgevers en arbeiders.
Men sluiti niet bet oog voor de toestan
den der maatschappij, doch vergete daarbij
niet dat ook de natuur hare wetten stelt,
die somtijds voor de menscbelijke onover
komelijke hinderpalen zijn. Wetten op den
arbeid hadden in spr. oog meer belang,
dan die op de belasting. Wetten maken
is echter niet de taak der toekomstige
wetgeving, dit zou schermen wezen in den
blinde. Spreker verwees naar het boekje
van Heldtwaarin véél wordt gezegd,
dat veel gezond verstand verraadt. Schrij
ver zegt daarin onder andere, dat, om tot
eene goede arbeidswetgeving te geraken,
nog veel licht dient ontstoken te worden.
Evenzoo verklaart de commissie van en
quête. Deze wilde wel met voorstellen voor
den dag komen, maar vreesde daarvoor,
wijl zij den stof nog zoo weinig kende.
Op 't punt van den kinderarbeid is
misschien wat te doen, met kracht en
voortvarendheid. Moeilijk ging het echter
om der enquête-commissie onbeperkte
macht te geven. De zaak grijpt zoo diep
in, dat men wel eens van de ondervraag
den tot antwoord zou kunnen krijgen
t raakt je niet".
Spr. noemde de gevallen, waarin de wet
iemand tot spreken kan dwingen, maar
verkeerde men te dezer zake in een zoo
danig geval? Beter ware het geweest een
afzonderlijke wet te maken, waarbij eene
commissie werd ingesteld, die niet enkel
uit leden der Tweede Kamer was saam-
gesteld. Ook zouden een secretaris en ste
nografen moeten worden aangesteld, en nh t
die van de Kamer daartoe gebruikt wor
den. Ook leden der Eerste Kamer zouden er
zitting in kunnen hebben, daar dezen
merkte spr. guitig aan niet zooveel als
de leden der Tweede Kamer te doen
hebben.
Ook werkgevers en eenige ontwikkelde
werklieden dienden er deel van uit te
maken. Een beter onderzoek zou op deze
wijze kunnen plaats vin len. In Engeland
had men de goede gevolgen van een zoo
danige enquête gezien. Daar heeft men
bij de wet eene speciale commissie be
noemd, tot grondig onderzoek der zaken,
zoo b.v.b. eene enquête over den kinder
arbeid, die van 1840 tot 1848; eene op
de arbeidersvereenigingen, die van '67 tot
'70, eene op de kolenproductie, die van
'66 tot '71, eene op de ziekenkassen en
begrafenisfondsen, die van '70 tot '74, en
eene op het truc-systeem (het betalen der
arbeiders met geld en winkelwaren), hebben
plaats gehad, terwijl van '74 tot '77 eene
enquête over spoorwegongelukken werd
gehouden. Men is ten onzent begonnen,
maar de kolossale inspanning daarvoor
gevorderd, deed haar reeds spoedig ein
digen.
Kamers van arbeid noemde spr. ook
uitstekend als raiddel om nader met de
toestanden bekend te worden. Die kamers
zouden b. v. b. over feiten niet alleen
kunnen inlichten, maar, zoo zij in den
smaak van het volk vielen, ook op ander
gebied zeer gunstig werken. Hieromtrent
wenschte spr. echter groote omzichtigheid
te betrachten, want indien eens een der
gelijke wet tot stand kwam en niet met
het volksvooroordeel strookte, zou zij meer.
kwaad dan goed doen. Men grijpt hier
in teere belangen, duch wanneer men ge
leidelijk te werk ging, was er veel kans
van slagen. Internationale regeling zou
misschien onder de tegenwoordige om
standigheden weinig kans van slagen
hebben.
Wat de zaak van het onderwijs be
treft wenschte spr. uitbreiding, doch be
hoedzaam, door oprichting van vakscho
len voor sommige ambachten en zeer prac-
tisch ingericht. Ook zou de wet slechts
omtrent de oprichting ervan de //mogelijk
heid" moeten uitspreken.
Voor de invoering van leerplicht
spr. noemde dit gelijkstaand met school
plicht verklaarde hij zich niet terstond.
Men zegt wel dat 80000 kinderen geen
onderwijs ontvangen, maar dit is minder
nauwkeurig. Eene verhooging van den
leeftijd waarop de kinderen ter lagere
XXIII.
Nacht was het, zwarte, duistere nacht.
Er woei een kille, snijdende wind, die
den gedurig vallenden regen heftig tegen
mij aanwierp en doordrong tusschen den
kraag van mijn paletot. Op de Groote
Markt was niemand als ik alleen, nergens
in het rond zag ik een licht. Iedereen
sliep en bekommerde zich niet om wat
de elementen daarbuiten verkozen te doen.
Met het hoofd voorover, half buiten
adem door de hevige rukwinden, strom
pelde ik de Groote Markt over en koes
terde reeds met wellust de gedachte, dat
binnen vijf minuten wind en regen zich
zonder mij zouden moeten vermaken, toen
ik opeens vlak voor mij, bij het hek om
het standbeeld van Coster, eene groote,
donkere massa zag, een menschelijke vorm
en toch geen mensch, die onbewegelijk
tegen de ijzeren staven leunde.
school komen op 7 jaar kwam spreker
wenschelijk voor. Erger vond spr. het feit
dat velen vóór hun twaalfde jaar van de
school werden genomen en het ongere
geld school komen. Het getrouwe school
bezoek zou spr. oneindig liever bevor
deren door zedelijke dan door andere mid
delen.
Ten slotte tot het kiesrecht overgaande
verklaarde spreker zich voor het thans
bestaande. Het zou echter geleidelijk uit
breiding kunnen ondergaan en mocht een
daartoe strekkend voorstel worden gedaan,
dan zou hij zich in beginsel daarvoor
verklaren.
De behaudeliug der overige punten, die
spr. nog restten, werden wegens het ver
gevorderde uur achterwege gelaten.
Na de pauze werd door den voorzitter
gelegenheid gegeven tot debat over de
besproken onderwerpen.
De heer J. A. Eortuyn van Amsterdam
als eerste spreker optredend, bestreed en
kele punten uit de rede van den heer
Sanders. Hij noemde weerplicht een eisch
van den tijd en het verwonderde hem dat
de liberale partij, wier plicht het was, de
sociale toestanden niet beter had on
derzocht.
De heer R. Luyten vroeg of de heer
Sanders voor algemeen stemrecht was.
De heer W. Meyer geeft zijne verwon
dering erover te kennen, dat de inleider
tegen de enquête had gestemd. Hij had
van hem een krachtiger optreden verwacht.
De heer P. H. van der Ley wenschte
te vernemen of de heer Sanders was tegen
subsidie aan sectie-scholen.
De heer W. Gosler merkte op dat de
heer Sanders de groote beginselen uit het
oog verloren en scheuring had gebracht
in de liberale partij.
De heer Sanders antwoordde dat hij zich
niet bewust was scheuring in de liberale
partij gemaakt te hebben, daar hij als jongste
lid toch moeilijk zoo iets tot stand zou
kunnen gebracht hebben. Om over alge
meen stemrecht in den zin zooals de heer
L. dit opvatte, zich uit te laten, achtte
hij den tijd nog niet gekomen. De reden
waarom hij tegen de enquête had gestemd
was, dat hij haar in den bestaanden vorm
onvruchtbaar achtte. Tegen het subsidie
stelsel had hij zich in 1875 reeds ver
klaard.
Hiermede eindigde de vergadering, die
door den heer D. de Clercq, na een woord
van dank aan den spreker en aan den heer
Krelage voor zijue leiding, gesloten werd.
Donderdagmiddag is een winke
lier te dezer stede voor een bedrag
van ruim tachtig gulden opgelicht
door twee vreemde kooplieden van
wien hij twee stukken goed heeft ge
kocht, dat volgens hunne aanbie
ding linnen was, terwijl bij onder
zoek is gebleken dat het slechts ka
toen was. De een is Israëliet, onge
veer vijftig jaar oud, klein, zwart
grijze bakkebaarden, zweer aan de
onderlip, doof en heeft een Duitscke
uitspraak. De ander is ongeveer
dertig jaren, middelmatig lang,
blonde snor, gekleed met donkere
dikke winterjas, zwarten fantasie-
hoed. Van de zaak is proces-verbaal
opgemaakt.
Naar wij vernemen zal de afdee-
ling OverveenBloemendaal der
Algemeene Vereeniging voor Bloem
bollencultuur a. s. Maandagavond
ten half acht ure een buitengewone
vergadering houden, ook toeganke
lijk voor dames, in het logement
van ouds het Raadhuis te Overveen.
Deze zal gewijd zijn aan een
lezing van den heer H. Kouwen-
hoven, lid dier afdeeling. Wij her
inneren er aan dat hh. leden,
ook van andere afdeelingeD, op ver
toon van hun diploma op alle af-
deelingsvergaderingen toegang heb
ben.
In de districten Alkmaar en Be
verwijk is de heer H. F. Bultman
Ik deed eerst een stap achteruit en
tastte in den zak, om te voelen of ik mijn
portemonuaie nog wel had, zooals een
rechtgeaard Hollander betaamt wanneer
hem eenig gevaar dreigt. Maar daarop
zag ik het ongerijmde in, van een straat-
roover te duchten midden op de Groote
Markt in ons vreedzaam Haarlem en ik
riep derhalve manmoedig: //Wie is daar?"
z/Ik ben het, Laurens Janzoon Coster",
gaf mij een stem ten antwoord.
Ik kon mijn ooren niet gelooven! Cos-
ter van zijn voetstuk afgedaaldCoster
sprekende als een gewoon menschIk
deed nog een stap vooruit, om mij te over
tuigen en jawel, daar zag ik dat de
massa die ik niet had kunnen defiuieeren,
niemand anders was dan Coster, met zijn
onbewegelijkstijf gelaatmet de
strakke tunica in hare onveranderlijke
plooien en waarlijk met de A nog in
de hand.
//Zijt gij het werkelijk, Coster?" vroeg
ik zeer verwonderd. //Zijt gij van uw
voetstuk gevallen?"
//Neen mijn jongen," zeide Coster met
zijn diepe stem, //ik ben er niet letter
lijk afgevallen, maar er afgesprongen. Even-
te Haarlemmermeer door de liberale
kiesvereenigingen de kandidatuur
voor de Tweede Kamer aangeboden,
doch hij heeft bedankt. Alleen die
voor Haarlemmermeer is door hem
aangenomen.
LEGER EN VLOOT.
In verband met de in het najaar bij
alle regimenten infanterie gehouden oor-
logsmarschen, is door den luitenant-gene
raal, inspecteur der infanterie, het 4e
regiment van dat wapen aangewezen ter
nadere proefneming, ten doel hebbende op
de goedkoopste en beste wijze de bepak
king onzer infanterie volgens hetDuitsche
stelsel te veranderen. Door den regiments
commandant, kolonel W. H. Doorman, is
tot oplossing der gestelde vragen eene
commissie benoemd, bestaande uit: luite
nant-kolonel W. C. D. van Rijen, kapitein
N. W. Hofstede en le luitenant voor spe
ciale diensten W. D. A. Ophorst.
VISSCHERIJ.
Lemmer, 16 Eebr. Op heden werd
geen Zuiderzeeharing aan de bokkingroo-
kerijen alhier aangebrachtook te Takozijl
schijnt het ijs dus de visschers te beletten
hun bedrijf uit te oefenen. De hoop dat
bet zeer onstuimige weder van heden
nacht en heden het ijs in beweging zoude
brengen en van deze kust doen afdrijven,
zoodat onze haven vrij werd, is niet ver
wezenlijkt. Het ijs zit onwrikbaar vast.
De Lemster stoombooten doen dienst tus
schen Amsterdam en Stavoren, waarheen
ook de Groninger booten dier maatschappij
vei trekken. Een en ander geeft in deze
plaats veel schade aan de neringdoenden.
Door de liberale kies-
vereeniging op Tessel is tot candi-
daat voor het lidmaatschap der
Tweede Kamer gesteld de heer
Waller, burgemeester teAunaPau-
lownapolder.
Johannes Harttorff, de
knaap die in hechtenis is genomen
als verdacht van den moord op den
Nieuwendijk te Amsterdam, was
letterzetter op de drukkerij van het
volksblad De Echolid van eene
sociaal-democratische jongelingsver-
eeniging en een sociaal-democrati
sche schermclub.
Te Buiksloot is eene
kiesvereeniging «Buiksloot# opge
richt. Het bestuur bestaat uit de
heerenJ. Magnin, president; J. S.
de Groot, secretaris; B. Kroon, vise-
presidentW. Greeve, penningmees
ter; B. Pott. Tot leden kunnen wor
den aangenomen alle meerderjarige
inwoners van het district Zaandam,
tegen betaling van f0.50, terwijl
onvermogenden kosteloos worden
toegelaten. Slechts de kiezers heb
ben het recht om te stemmen over
de voorgestelde candidaten.
Vrijdag in den vroegen
morgen werd in eene roeiboot in de
Riedijkshaven te Dordrecht, achter
het veerhuis, het lijk gevonden van
zekeren J. G., sjouwer van beroep,
een man, die zich geregeld aan ster
ken drank te buiten ging en ver
moedelijk overleden is aan de ge
volgen eener beroerte. Al sedert ge-
ruimen tijd had deze persoon geen
tehuis; vroeger overnachtte hij in
den sledenaarsstal, in den laatsten
tijd verwisselde hij die openbare
slaapplaats met de drijvende, welke
zijn sterfbed werd. De politie ver
liest in G. een harer vaste Vrij
dagsche logés en zij heeft dan ook
op den markt van Vrijdag aan G.
voor de laatste maal hare diensten
bewezen, door zijn overschot naar
min in figuurlijken zin, want Gutenberg
en al die anderen zullen mij er niet af
rukken!"
Dat //mijn jongen" klonk mij wat vreemd
in de ooren, maar ik bedacht dat ik, wat
leeftijd betreft, met Coster vergeleken nog
maar een kwajongen was. //Maar hoe komt
ge op de gedachte, om hier tegen het hek
te komen leunen?"
z/'t Staan verveelt mij wel eens," zeide
Coster, categorisch. //Als gij honderdmaal
achter elkaar //boe" hebt gezegd, zult gij
ook wel lust gevoelen eens l7ba" te zeg
gen. Zoo is het met mij ook. Ik wil wél eens
leunen tot afwisseling!"
Ik weet niet hoe het kwam, maar ik
gevoelde mij zoo op mijn gemak bij dezen
standbeeld-mensch, en zag zoo weinig onbe
grijpelijks meer in zijne plotselinge ver
schijning, dat ik regen en wind vergat
en besloot een gesprek met hem aan te
knoopen.
iiGij moet u wel vervelen op dat voet
stuk!" zeide ik om een begin te maken.
„Vervelengalmde hij. „Nooit, Fidelio!
Altijd valt hier iets op te merken. Ik heb
mij aangewend, al de menschen te bestu-
deereu die hier dagelijks de Markt over-
het lijkenhuis der algemeene be
graafplaats te doen overbrengen.
De voorwerpen, welke
vermoedelijk in den nacht van 7 op
8 Februari jl. uit eene woning in
de Riouwstraat te 's-Hage met be
hulp van inklimming en braak zijn
ontvreemd, bestaan uit 12 damasten
servetten, geborduurd L. S.24 ge
streepte servetten, 11 servetten van
blokjeslinnen3 groote tafellakens
12 vingerdoekjes, ten deele gebor
duurd, nieuw 8 dito, oud 8 ont-
bijttafellakens12 h 18 linnen thee
doeken, geborduurd L. S.twee
linnen traploopersongeveer 12
droogdoeken; 18 andere doeken 16
groote en 12 kleine lakenseeuige
kussensloopeneenig vrouwenlijf
goed, waaronder hemden, gemerkt
M. S.behalve dit lijfgoed zijn voor
melde goederen alle gemerkt L. S.
1 Berlijnsch-zilveren trekpotje, hoog
van vorm, waarop een knop in den
vorm van een vogeltje; 1 duffeleche
bijna nieuwe marine-pijjekker met
zwarte knoopen van dergelijk mo
del 1 Japansch bijouteriekistje
(goudlak)visiteboekjes, Japansch,
wit en zwart; 1 olifantstand fiches-
doozen met garnituur, Chineesch
1 parelmoeren almanak met zilver
gemonteerd (Haagsche jufferalma
nak) 18001 bloemenvaas met zil
ver gemonteerd1 bruin lederen
valies, oud en lang gebruikt2 ivo
ren mesjes, uitgesneden ivoren ser
vetbandjes.
De hoofd-cummissaris van politie
te 's-Hage verzoekt opsporing en
bericht.
WETGEVENDE MACHT.
Ia de zitting der Tweede Kamer
van Vrijdag werd een eenvoudig
onteigeningswetje voor een kanaal
door de Vriezenveensche venen, dat
een verbinding met een der Over-
ijselsche kanalen zal in 't leven roe
pen, waarvan ontwikkeling van een
tot dusver onvruchtbare veenstreek
verwacht wordt, met 55 tegen 20
stemmen onveranderd aangenomen.
Een nog kleine minderheid 1
stem, uitgebracht door den heer
Van Kerkwijk, verklaarde zich tegen
de voorgestelde aflossing der leemng
van 3 millioen voor het Entrepotdok
te Amsterdam met een gedeelte van
het in 's Rijks kas voorhande saldo.
Zonder slag of stoot ging dit ont
werp er door.
Vroeger dan verwacht werd kwam
nu de interpellatie van den heer
Rooseboom, waarin hij de noodza
kelijkheid ontwikkelde om met het
oog op de nieuwe wet betreffende
den dienstplicht, die zeker verlen
ging van den diensttijd zal brengen,
niet alleen de buitengewoon in dienst
gehouden miliciens 1882 (landmacht)
en 1883 (zeemacht) nog niet te
ontslaan, doch bovendien denzeltden
maatregel toegepast te zien op de
lichtingen voor beide categoriën van
1883 en 1884, opdat onze militie
reeds vroeg zou gewend worden
aan den toestand, dien haar zou
wachten.
Nog vóór de minister van Oorlog
antwoordde protesteerde de heer
Reuther tegen zoodanige verzwaring
vau druk.
Kolonel Schimmelpemiinch v.d. Oije
ondersteunde zijn wapenkameraad,
maar de minister van Oorlog moest
beiden teleurstellen, voor zooveel
betrof het buitengewoon in dienst
houden van twee lichtingen, ieder
van zee- en landmacht.
De minister geeft dus toe dat de
buitengewone omstandigheden nog
gaan. Zoodoende ken ik geheel Haarlem
op een prik."
„En zijt gij tevreden over de vorderin
gen, die de kunst, welke gij hebt uitge
vonden, in onze stad heeft gemaakt?"
„Tamelijk wel, tamelijk wel. Het vak
zelf is hier ook al geen goudmijn meer,
de concurrentie is ontzaggelijk groot. Er
worden hier nogal wat programma's en
balkaartjes gedrukt, dingen, waarvan men
in mijn tijd niet droomde. En toch zijn
de tijden zoo slecht!"
Hij zweeg een oogenblik, daarop ging
hij voort. „Er zijn in den laatsten tijd te
Haarlem eigenaardige stukken gedrukt.
Zoo heeft het blad, waarvoor gij schrijft,
dezer dagen eenige honderden letters op
genomen, waaruit te lezen was dat de
Gemeenteraad bereid was, aan een inge
zetene alhier het kiesrecht te verleenen
(gij ziet, dat ik met mijn tijd meega) mits
de schatting eene huurwaarde aanwees van
f55. Den volgenden dag druktet gij weer
een bericht, waarin stond dat de kamer
van bedoelde persoon bij schatting maar
f80 was gebleken waard te zijn. Eigen
aardig, hé?
Weet ge waar ik mij ook niet mee
altijd het in dienst houden van een
lichting vorderen, maar gaat niel
verder.
De subsidie-voordracht voor de
verbetering van de rivier de Berkel
leidde tot een breed debat over de
al of niet noodzakelijkheid van
de oprichting van het waterschap.
Dinsdag zal dit debat worden
voortgezet.
De interpellatie van den heer
Smeenge over het spoorwegongeval
bij Rmnerwold zal plaats hebben,
wanneer nog eenige audere zaken,
aan de orde gesteld, zijn afgedaan.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Hedactit
zich niet aansprakelijk.)
Eene nabetrachting.
Niet dankbaar, nog minder voldaan, gingen vre
gister' avond van de openbare vergadering dei
vereeniging «Volksbelang» naar huis. We hoor
den den heer Farueombe Sanders over verschil
lende zaken spreken. Of we er veel wijzer door
zijn geworden Na eene zeer lange inleiding,
waarvan de slotsom was, dat in de te volgen
politieke gedragslijn toenadering, verzoening het
wachtwoord moest zijn, kwamen we over 'i al
gemeen weinig meer te weten.
De spreker betoogt, dat we een staand legei
noodig hebben, wil plaatsvervanging afschaffen,
docb misschien zal 't noodig zijn, de num-
merverwisselaars behouden.
De wetgeving op den arbeid vereischt nauw
keurig onderzoek; kamers van arbeid zullen
misschien na verloop van tijd kunnen worden
opgericht op enkele plaatsen; bij goede resulta
ten na gehouden onderzoek, zou hun aantal mis
schien kunnen worden vermeerderd.
De heer S. is voor enquête; hij heeft er in
de Tweede Kamer tegen gestemd, omdat het
heter kon; in Engeland doet meu 'tanders; hij
verwachtte er geene vruchten van.
Wat hierbij nu te denken van de redeneeriag,
in 't begin en aan 't slot, dat de praktyk op 't
gebied der wetgeving boven de theorie gaat? We
begrijpen 't niet.
Met verwijzing naar eene door spreker voor
langen tijd geschreven brochure over het resti
tutiestelsel in verhand met het bizonder onder
wijs, verklaart hij daar tegen te zijn; waarZEd.
vóór is, booren we nu niet.
Spreker is vóór uitbreiding van kiesrecht,
hoever? tot algemeen stemrecht? We hooren 't
nu niet. Door de uitvoerige behandeling van
sommige punten, die voor ons geen hoofdzaak
waren, was 't al vrij laat geworden, zoodat er
geen tijd overbleef alles af te doen.
De discussie, na de pauze te houden, zou ons
stellig meer licht geven! Hoe deerlijk vonden
we ons teleurgesteld. Dat de heer S. oorzaak was
van de scheuring in de gelederen der liberale
partij, daarvan maakt hij zich schei'tsend af, dat
hij geen algemeen stemrecht wil, waarbij ook de
vrouwen mogen meepraten, booren we; de heer
S. weet stellig wel. wat in den tegenwoordigen
tijd de gangbare beteekenis der formule «alge
meen stemrecht» is?
Ook omtrcut de kwestie van het onderwijs
ontsteekt hij geen nieuw licht. Gecne restitutie,
maar de verzoening op welke grondslagen dan?
Naar huis gaaude, hoorden we iemand zeggen:
We zijn hedenavond met een kluitje in 't riet
gestuurd.» En waarlijk, 't heeft er veel van!
18 Februari '88. N.
Engeland. Het Lagerhuis heeft
een voorstel van Churchill aange
nomen, strekkkende tot het benoe
men van eene commissie, om een
onderzoek in te stellen naar het
beheer der stedelijke gebouwen, in
verband met zekere voorgewende
onregelmatigheden daarbij. De re
geering had zich met dit voorstel
vereenigd.
Officieel wordt gemeld, dat
lord Dufferin met Augustus a. s.
benoemd wordt tot gezant te Rome,
in de plaats van Lumley.
In het Lagerhuis verklaarde
Hamiltou betrekkelijk de rede van
admiraal Hewitt te Genua, dat het
geen zeldzaamheid is, wanneer of
ficieren van de eene natie die eener
andere fêteeren, dat zij dan den
wensch uitspreken de wederzijdsche
strijdkrachten in eeuen oorlog ver
eenigd te zien. De aan Hewitt toe
geschreven woorden, zoo zij al ge
sproken zijn wat te betwijfelen
is drukten slechts eene vriende
lijke en betamelijke gezindheid uit.
kau vereenigeu Tegen liet opzweepen dat
sommige bladen doen, om de mensehen
tot landverhuizing naar Amerika te be
wegen. Men spiegelt hun voor, dat zij,
alleen op vertoon van hunne handen, daar
een betrekking kunnen krijgen en zoo
gebeurt het dikwijls, dat menigeen er heen
trekt zonder geld of kennissen en zonder
zelfs te weten wat hij er eigenlijk zal uit
voeren. Yoor die opzweeperij heb ik de
boekdrukkunst niet uitgevonden. Wilt ge
een bewijs Dezer dagen is een Haaiiemsch
burger naar Amerika vertrokken met ach
terlating van zijn huisgezin. Hij schreef
zijn vrouw dezen brief:
//Vrouw,
iiDeze is dienende om je te melden
//dat ik als werkend passasier naar Ame-
z/rika toe beu om mijn fortuin te zoeken
//want hier zien ik er geen gat meer in
//wat het geld van je Machine betreft heb
z/ik meden moeten nemen wantje begrijpt
z/wel dat ik niet geheel zonder geld kan
//lijzen gaat het mij door den tijd goed
z/dan zal ik om je denken maar dat zal
//vooreerst wel niet wezen dus je moet
zelf maar zorgen dat je aan de kost
//komt!"