NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD. De Goudvallei. 5e Jaargang. Vrijdag 2 Maart 1888. No. 1430. ABONNEMEHTSPRIJS: AD VERTEHTIEN: S T A I) SNIK 11IV s. HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem, per 3 maandenf1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0.03. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 123. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale de Pullicite Etrangère G. L. DAUBE Co., JOH. F. JONES, Stier., Parijs, 3Ibis Faubourg Montmartre. Haarlem, 1 Maart. Het stedelijk museum van schil derijen en oudheden op het Raad huis alhier werd in de maand Fe bruari jl. bezocht door 50 personen tegen en 265 zonder betaling. Van de leening der provincie Noord-Holland van f405.000 is het laatste gedeelte, ten bedrage van f 50,000 thans geplaatst voor 991/, pCt Door plaatsgebrek zijn wij ge noodzaakt het verslag van de heden gehouden zitting der arrondisse mentsrechtbank alhier, tot het vol gende nummer uittestellen. Op de aardappelen- en botermark ten alhier zijn in de afgeloopec maand aaugev. verk. laagste hoogste pr. Aardapp. 1138 HL. 220 HL. f 1.50. Appelen 298 168 - 3. Peren 90 «52 - 3. p. K.6. Boter 536 kil. 512 kil. fl.50 p. stuk. Biggen 108 stuks 74 stuks f 5. f3. -7.—- - 4.50. p. K.G. f 1.80. p stuk. f20.—. Woensdagavond trad alhier de beer mr. J. A. Levy, candidaat voor de Staten- Generaal, van de Vereeniging //Volksbe lang", op uitnoodiging dier Vereeniging voor de kiezers op. De heer Corn. Prins Sz.. die het pre sidium der vergadering op zich had ge nomen, opende haar met een kort woord tot inleiding en gaf vervolgens het woord aan mr. J. A. Levy. Spreker ving aan met te zeggen dat hij onomwonden blootlegging van beginselen van een candidaat voor de Staten-Gene raal tegenover zijne kiezers bepaald noo- dig achtte, om drie overwegende redenen: lo. Is onomwonden openbaring van be ginselen noodig, om den kiezers het beeld van hunnen candidaat goed voor oogen te stellen; 2o. In het belang eener deugdelijke partijverhouding 3o. Uit het oogpunt eener kabinets formatie. Onmogelijk is echter een homogeniteit van den candidaat en zijne kiezers tot in de kleinste bizonderhedeu, verderfelijk een imperatief mandaat. Eens gekozen moet de vertegenwoordiging los zijn van de kiezers en heeft zich alleen te verantwoor den voor zijn eigen geweten. Ik kom hier niet, zegt spr., hunkerend naar stemmen. Wie een werktuig begeert zoeke elders. Zelfstandige mannen moeten zelfstandige candidaten eerbiedigen. Binnen deze grenzen moet er worden gegeven rekenschap van beginselen, op de grondslag van het programma der liberale Unie. Vooraf een woord over mijne staats rechterlijke opvatting over het geheel. Ik sta lijnrecht tegenover de kerkelijke par tijen en ben door een afgrond gescheiden van de sociaal-democratische partij. Men moet de Staat niet onmiddelijk naast den bijbel zetten. In dezen tijd van plat materialisme is het gezegdhoog boven de stot welft zich het ideaal: Meti moet het in het oog houden, al heeft men het niet in de hand. Niets dan onheil sticht hij, die geloof en staatswetenschap op één lijn stelt; de kerk moet tweedracht zaaien, de Staat moet naar eendracht streven. De kerk er kent alleen haar onwrikbaren wil, de Staat heeft met tijd, plaats en omstandigheden rekening te houden. De kerk ontaardt in de oppermacht van priesters, de Staat be hoort de rede te raadplegen. De clericalen streven naar gezag op grond der kerke lijke voorschriften. Het liberalisme daar entegen ontkluistert den geest, met eer biediging van ieders godsdienstige over tuiging. Tegenover de sociaal-democraten is de positie der liberalen anders. Haar wanbe grippen, haar zucht naar revolutie, haar opruiende taal zal ik daarlaten, wie in ernst, zich in een debat van zulke dingen bedient, verklaart zichzelf onmondig. Twee grondtrekken toont de sociaal-democratie overal, zij acht het volksleven een //tabula rasa," een onbeschreven blad papier, waarop zij alles schrijven en de maat schappij ordenen wil. Daardoor minacht zij verkregen rechten en loopt daarop storm. Dat is noodlottig. Haar uitgangspunt moet leiden tot anarchie, tot den chaos. 2e. Een zwaarwichtige bedenking tegen de sociaal-democratie is haar loochenen van het begrip vaderland, ijskoude on verschilligheid jegens het land hunner geboorte bezielt hen. De liberale partij moet nauwlettend hare grieven voor zoover die rechtvaardig zijn, overwegen, zich niet verhelen dat de maatschappij niet rooskleurig is, dat er velerlei onverdiende ellende wordt geleden, menig misbruik is in onze naaste omge ving, dat menscheu als wij als verworpe lingen worden behandeld. Niet alles vermag het rechts-voorschrift, daarnaast behoort plichtsgevoel. Dien e i s c h stellen taak en roeping der lib. partij. De staatsschool is het geregeld mikpunt van den laster der clericalen, zij heet een broeinest van goddeloosheid. Dag van dag wordt tegen haar verkracht het gebod, gij zult geen valsche getuige nis afleggen, omdat het onderwijs vol gens hen moet doortrokken zijn van den leerstelligen geest, d. i. moet ophouden toegankelijk te wezen voor ieder kind. Dan zou het gevoel van het kind opge zweept worden tot hartstocht, die verwij dering deed ontstaan tusschen zonen van hetzelfde land. Niet liefde maar haat schept de clericale geest op de school. Het subsidie- en restitutiestelsel deelen de natie in naar de lijst barer secten om met ieder uit de staatskas af te rekenen. Hoe dat uitvoerbaar wezen kan en tevens het onderwijs goed blijft, mogen anderen mij verklaren. Steeds zou van staatswege de tweedracht moeten bevorderd worden? In de openbare school is het middel gegeven, om de noodwendige kundigheden in te prentende onderwijzer, die de lessen niet vruchtdragend kan maken is tegen zijn taak niet opgewassen. Men wijte dat hem, niet aan de wet. De openbare school is een kunstmatig middel voor agitatie van de clericalen. De liberalen mogen dit fundament niet ondermijnen zoolang zij den Staat niet dienstbaar willen maken aan kerkelijk krakeel. De enquête heeft leelijke zaken aan het licht gebracht. Het is noodig, voort te gaan de feiten te ontsluieren en den maat- schappelijken toestand bloot te leggen. Alle krachtsinspanning wordt hiertoe ver- eisclit. Thans reeds moet de Staat tus- schenbeide treden, maar met de uiterste omzichtigheid, opdat geen staats-voogdij in het leven worde geroepen. Waar teugel loos egoïsme den arbeider aan eigen levens genot opoffert, waar kinderen en vrouwen afgebeuld worden, waar met de gezond heid van den arbeider onverantwoordelijk omgesprongen wordt, waar kinderen te jong naar de fabriek worden gezonden, daar trede de Staat op om de les der menscblievendheid in te scherpen. 2 punten behooren m. i. tot het ver langde regeeringsbeleid. lo dwangverzekering, 2o arbeidsraden. 1. Uit Duitschland is de dwangverze kering tegen ouderdom hier gekomen. In Engeland wil men dwangverzekering voor ieder invoeren. Over arbeidsraden leest men mijn meening in een geschrift dat verleden jaar het licht zag. Arbeidsraden zijn lichamen ter raadpleging, bestemd om, na behoorlijke overweging, der Regee ring het naricht te geven, dat zij behoeft. Zij zijn samengesteld uit patroons en ar beiders. Hun arbeid moet geheel van eco- nomisclien, niet van politieken aard zijn. Het administratief verbaiul is gemakkelijk te vinden. Voorzitter kon zijn de Comm. des Kon. of de burgemeester, met eene centrale commissie aan het hoofd. Van de zorg voor de arbeiders lot leerplicht is de afstand niet groot. Het schoolverzuim outstaat en wordt gevoed doordat het kind te vroeg aan den arbeid wordt gezet. Men raamt het aantal kinde ren, dat geheel verstoken is van onderricht op 70 a 80 duizend. Hoeveel er, zijn die onregelmatig de school bezoeken, is met geen mogelijkheid te bepalen. Dit leger is straks de gereede prooi van iedere verzoeking. Zij zijn buiten de moge lijkheid eenige afleiding te zoeken in gees telijke verpoozing. Voor deze misdeelden vraag ik leerplicht. Sommigen willen leer plicht afhankelijk stellen van eene vooraf gaande oplossing der schoolkwestie in kerkelijkeu zin. Dat is eene valsche positie. Ik stel het navolgende dilemma: of men acht de kerkelijke bezwaren gegrond en dan moet men meewerken om die bezwa ren op te heffen en leerplicht doet er dan niets toe af, of men acht ze ongegrond en dan staat natuurlijk leerplicht niets in den weg. Men doet het voorkomen als ware leerplicht eene Germaansche plant, ver bandhoudende met den militairen geest van dat land. Dat is onwaar. Ik hechter aan met klem te doen uitkomen, dat ook Engeland leerplicht kent en mogelijk acht met een schoolwezen aan het onze gelijk. In Engeland beheerschen 3 hoofdbe ginselen de onderwijswet van 1870. lo. alleen aan de openbare stadsschool kan subsidie worden toegekeud. 2o. Zoo er niet binnen 3 mijlen een bizoudere school is moet het kind naar de openbare. 3o. De openbare school staat onder de hoede van personen, evenals bij ons (volgens art. 22 van onze wet). Waarom kan hier niet geschieden, het geen daar is? In leerplicht geeft de Staat de wel daad van het onderricht, in dienstplicht eischt de Staat het zwaarste offer van den burger. Die dienstplicht heeft 2 zijden, een technisch militaire en een andere, van zedelijken aard. Aarzeling komt hier niet te pas. Het behoort duidelijk te worden uitgesproken, dat welke organisatie ook de beste worde gekeurd, persoonlijke dienstplicht een on derdeel ervan behoort uit te maken. Die eisch is strikt recht, geen plicht kan af gekocht worden. Het gaat niet aan, het leger op te vatten als een toevlucht voor de armen, niet goed genoeg voor de zonen der bemiddelden, en daardoor een kloof te graven tusschen natie en leger. De plaats vervanging moet worden opgeruimd. Ons belastingstelsel moet letten op de draag kracht der ingezetenen, op de behoeften van gemeente en Staat. Daartusscheu moet een behoorlijke scheidslijn komen. Het personeel moet aan de gemeenten worden toebedeeld. De grondbelastiug, door her taxatie gezuiverd, moge haar plaats be houden, niet echter de mutatierechten, die de ontwikkeling van den landbouw in den weg staan, algeheele verdwijning van overgangsrechten is wenschelijk. Patentbelasting werkt onregelmatig en ongelijkmatig,gaat met indeelingen en classi- ficatiën te rade, die door de technische bedrijven telkens wordt voorbijgestreefd. Met haar mogen ter ruste gaan de accijn- sen op eerste levensbehoeften, waaraan de arme het meest betaalt. Daartoe behooren zout, zeep, bier, azijn en ook suiker. De daardoor opengelaten plaats behoort te worden ingenomen door eene inkomsten belasting, die het kapitaal in portefeuille moet vinden, met progressieve opvolging. Naarboven dalende progressie is wenschelijk. Over het vrijhandelstelsel citeer ik bijv. eene uitspraak van Karei van Hoogendorp: Luistert naar de beste schrijvers over poli tieke economiezij prijzen u den vrij handel aan als de beste en eenige prikkel voor de nijverheid. De oudervindiug van twee eeuwen bevestigt, dat wij wel hebben gedaan. Ook represaille-maatregelen vinden in mij geen medestander. Mijn theorie over het stemrecht, meen ik, is bekend. Ik ben tegen de heerschappij van den census, bekwaamheid moet als regel ondersteld worden. Ik ben tegen algemeen stemrecht gekant, dat of valsche leuzen of onbekwame begrippen insluit. Ik wensch de wettelijke grens zoo ruim gesteld, dat alleen met name te noemen categoriën worden geweerd: Volstrekt on kundigen, onder curateele gestelden, be deelden enz. Neêrland's ordelievende werklieden mits aan de vereischten eener elementair? ont wikkeling voldoende, moeten naar de stembus worden geroepen. Administratieve rechtspraak. Het burgerlijk strafrechtwezen is in grondtrekken geregeld, maar de ver houding van den burger jegens de over heid is niet naar rechten afgebakend. Nu eens beslist de overheid zelf, dan weer de gewone rechter, dan weer is er nie mand die beslist. Voor administratieve geschillen bestaat een drieledigen weg: rechtspraak door het rechtvoerend gezag zelf, door den burgerlijken rechter, alge heele ontstentenis van rechtspraak. De Grondwet heeft de mogelijkheid ge geven daarin verandering te brengen. De liberale partij moet verkrijgen Volstrekte onafhankelijkheid van den rechter van de overheid: geordende vormen. Uitspraak waarbij het "hoort en weder- hoort" is toegepast. Het kan u gebleken zijn, dat de liberale partij een reeks van ingrijpende hervor mingen heeft te ondernemeu. Daartoe zal zij ter sehool moeten gaan bij de mannen van 1848 en met jeugdig vuur en ijver aan het werk gaan. Haar beginseleu kan men samenvatten in een enkel woord: vrijheid, voor iedere eerlijke overtuiging om kenbaar te worden gemaakt, vrijheid, voor iedere meening, voor landbouw, han del en nering. De onmisbare voorwaarde daartoe is orde. Wien gij kiezen moogt, concentreert uw kracht, tot heil van het vaderland en om het te verdedigen tegen reactie en bandeloosheid. Als die overtuig FBUÏIiLETO 3ST. 1701 LXIHc HOOFDSTUK. Bedboefde habten. Goed' zeide Pepe tot zich zeiven, daar hebben wij een kostganger meer om zich met wortelen te voeden. Welnu, mijn dappere, gij hebt het ODgelukkig getroffen, ging hij op luiden toon voort,jagers zonder geweer zijn zeer droevige hulptroepen. En don Fabiaan? riep Gayferos levendig uit, die niet vergeten had, dat hij om zoo te zeggen aan de voor spraak van dien jongeling zijn leven te danken had, is dus het ongeluk waarvan ik een voorgevoel had, werke lijkheid ge worden Hij is de gevangene der Indianen en gij ziet ons zeiven zonder wapenen, zonder levensmiddelen, zonder krijgsvoor raad, evenals kinderen blootgesteld aan de wilde dieren, aan de Indianen en wat ergers is, aan den hongersnood. Maar mijn jongen, alvorens u alle ongelukken te verhalen die ons getroffen hebben, laat mij eerst eens aan Bois-Rosé om inlichting vragen. De Spanjaard toonde den ouden jager aan den voet van een dicht struikgewas van hooge alsemkruiden indrukken, die de regen niet gemakkelijk onder het gebladerte, dat hen beschutte, had kunnen uitwisschen. Waren er blanken onder hen? vroeg hij. Dat daar zijn Indiaansche mocassins, dit hier schoenzolen van een blanke, indien ik mij niet bedrieg. De woudlooper behoefde de sporen, die Pepe hem aan wees, niet lang te onderzoeken. Het is niet de voet van Fabiaan, die deze laatste in drukken heeft achtergelaten, antwoordde Bois-Rosé. - Ik vertrouw op God; maar niets bewijst nog dat Fa biaan levend is. Zoudt gij er dus aan twijfelen? vroeg Gayferos met zichtbare belangstelling. Of wij er aan twijfelen! riep Pepe. Ja zeker! Wij hebben hem slechts een oogenblik alleen gelaten en niet weer teruggevonden. Maar wat zeidet gij zooeven toch van een ongeluk, dat gij gevreesd hadt? Toen ik u gisterenavond, zooals gij mij beloofd hadt, niet zag terugkomen, antwoordde Gayferos, en het weinige voedsel dat gij mij achtergelaten had, verteerd was, en eiridelijk vreezende zonder hulpmiddelen en bijstand ver laten te zijn, besloot ik mij zeiven te helpen. Ik volgde een oogenblik uwe sporen, die ik nabij deze bergen verloren heb. Op goed geluk dwaalde ik tot het vallen van den avond rond, toen ik, op eene plaats gekomen, vanwaar ik een groot gedeelte van de rivier kon overzieD, onder mij een strooien hoed zag fladderen, dien ik herkende als be- hooreDde aan dengene, dien gij Fabiaan noemt. Waar toch! riep Bois-Rosé uit, terwijl hij een vreugdekreet slaakte. Pepe, mijn oude vriend, wij zijn op het spoor der ontvoerders. Die boot die ik gezien had.... was ongetwijfeld die van die mannen. Breng ons dus naar die plaats van de rivier. Vreugde overstelpte het hart van den ouden jager, en terwijl de twee vrienden achter Gayferos voortliepen, ver nam Bois Rosé met belangstelling hetgeen deze tijdens hun afwezigheid wedervaren was. Niets, antwoordde de gescalpeerde gamhusino, als dat God zonder twijfel gewild had, dat er rondom mij eene groote hoeveelheid wonderbaar kruid groeide, dat men in mijn land het «kruid van de Apachen» noemt en waarvan het sap onmiddellijk de woDden heelt. Na die kruiden tus schen twee steenen fijn gewreven te hebben, maakte ik er een comprea van en gevoelde mij na verloop van eem'ge uren zoo verlicht, dat ik honger had en ik den voorraad opat, dien gij mij hadt achtergelaten. En gij hebt den hoed van don Fabiaan gezien, toen gij u bij ons wildet voegen? riep Pepe uit. Ja, en die ontdekking deed mij een ongeluk vreezen. De Spanjaard deelde in korte trekken aan den nieuwen makker, dien het toeval bij hen had gebracht, het beleg mede, dat zij verduurd hadden en de droevige ontknooping, die er het gevolg van was. .6a ..aista

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 1