B I N K N L V 1). ging gemeen goed ia, zal de stembus heil zame vruchten kunnen opleveren. Na eene pauze van een kwartier werd gelegenheid gegeven vragen tot den spre ker te richten. Het eerst nam het woord de heer J. Terstraaten. Hij verklaarde dat de heer Levy zelf in zijne brochure ,vde Arbeidsraden" heeft gezegd, dat de lib. partij de nooden van den werkman niet kent. Wij soc.-democraten vinden de wetten niet goed omdat zij zijn gemaakt door llt of 'li van het volk. De enquête waar over veel gepraat is, gaat nu in den doof pot. Gaat in de huizen kijken, niet in de fabrieken. In ons land bestaat staats-voogdij omdat een klein gedeelte het grootere deel regeert. Wij niet-kiezers hebben niets te zeggen, wij kennen geen vaderlard, wij kennen alleen menschen. De heer W. Meyer vraagt aan spreker waarom hij van de afschaffing der meeste directe belastingen alleen de grondbelasting uitsluit. De heer M. ziet in die uitzonde ring geen reden, daar het ieder duidelijk moet zijn, dat de hoofdoorzaak van de tegenwoordige malaisejde achteruitgang van den landbouw is. De heer W. Gosler wensehte gaarne 's sprekers meening omtrent de verhouding van het Moederland tot de Koloniën te vernemen. Tevens is hem de uiteenzetting van 's heeren L.'s standpunt tegenover het stemrecht niet recht helder. De heer Levy, de sprekers beantwoor dende, zegt: Het is moeielijk met den eersten spreker in eene vruchtbare discussie te treden, omdat hij het begrip „vader land" niet kent. Men kan nu eenmaal de menschheid niet omvatten, maar moet zich tevreden stellen met te werken in kleiuer kring. Het is noodig zich solidair te ge voelen met zijn medeburgers, zooals ook de vertegenwoordiger in de Tweede Kamer zich bij alles de vraag moet voorleggen welken invloed zal dit hebben op het groote geheel Men moet zich niet voorstellen een enkele laag, een enkele gemeente, maar de belangen van geheel Nederland. Mij aanhalende uit het werkje „Arbeids raden" heeft mij de spreker verkeerd ver staan. Ik heb eens gezegd op de verga dering voor Statistiek: we hebben wel een departement van Binneul. Zaken, maar we kennen onze binnenlaudsche zaken niet, omdat onze statistiek op onjuiste gronden berust. Daarom heb ik indertijd de euquête toegejuicht. Den heer W. Meijer antwoord ik dat mijne bedoeling deze wasOver grond belasting is meermalen gedisputeerd over de vraag of zij eene grondrente is of eene belasting in den eigenlijken zin. Ik geloof meer het tweede. Ieder stelsel is goed als het uitgaat van het denkbeelddraagkracht naar vermo gen. Ik stel mij voor men aanvaarde de inkomsten-belasting als uitgangspunt, zoo dat eventueele afschaffing der accijnsen op eerste levensbehoeften plus suiker, een équi valent vinde in een belasting van het roerend kapitaal, in portefeuille. Den heer W. Gosler antwoord ikIn den laatsten tijd is een punt van het pro gramma der lib. partij decentralisatie in Indië, d. w. z. autonomie in hoofdplaatsen. Op het voetspoor van Kransen v. d. Putte acht ik den tijd Uiervoor nog niet rijp. De verhouding van Nederland tot de koloniën moet verder worden beheerscht door een drieledigen eisch. Men voere in lndië in Individueel grondbezit, bevordere het onderwijs en blijve gekant tegen dwang arbeid. Wat betreft het stemrecht, niemand zal de stelling onderschrijven dat aan ieder, onverschillig aan wien, stemrecht moet worden toegekend. Ik verwerp ook het beginsel, dat de census de eenige basis is der kiesbevoegdheid. Ik voor mij volg dit beginsel„Ieder burger wordt geacht kies- bevoegd te zijn, zoolang door den wetge ver het tegendeel niet wordt bewezen!" Onder luid applaus zweeg de spreker. Paarop bracht de voorzitter der Vereeni- ging sVolksbelang" zijn dank aan den spreker en aan den heer Corn. Prins Sz. en sloot de vergadering. De afdeeling t Haarlem» der Maatschappij tot bevordering der Toonkunst gaf Woensdagavond met de uitvoering van een philharmo- uisch concert haren leden een zeld zaam kunstgenot te smaken. De lei ding van dit concert was weder opgedragen aan den heer W. Robert, in wiens handen wij gaarne een dergelijke zware taak zien, daar wij hem als een talentvol musicus heb ben leeren kennen, bij wien streven en succes vereenzelvigd zijn. Een niet minder gewichtige om standigheid, welke tot het welslagen van den avond in hooge mate me dewerkte, was dat de vioolvirtuoos Johan Smit, van Utrecht, optrad. Deze jeugdige kunstenaar heeft zich reeds een internationalen roem ver worven, getuige o. a. de naam welken hij zich dezer dagen in de kunstwereld te Parijs verwierf. Zijne bereidvaardigheid om op uitnoodi- ging van het bestuur terstond Frauk- rijk's hoofdstad te verlaten om zijne gaven bij deze gelegenheid ten dien ste van Haarlem's publiek te stel len, verhoogde niet weinig onze be langstelling in dezen artist. Het orchest, met zorggekozen en samengesteld, opende met de prachti ge symphonie eroica, uit opus 55, van Beethoven, in 1802 gecomponeerd. Zooals bekend is legde de vervaar diger hierin den geheelen omvang zijner geniale kracht. Deze symphonie was aan Bona parte gewijd, wien Beethoven groote bewondering toedroeg; maar toen de meester zijn laatste hand aan het kunstwerk legde, vernam hij dat zijn held zich tot keizer had laten kronen, waarom hij zijne compositie een herinnering noemde aan zijn vroeger ideaal. In treffende volg orde heeft de componist, zooals uit de muziek duidelijk blijkt, de phases van den heldenroem weergegeven. In wegslepende klanken worden de zegepraal bezongen, de gemoed strijd, daarna de zachtere aandoe ningen en vervolgens de roem, zoo- ais die alom werd verkondigd.Voor- al in het slot valt die bezieling op te merken. Een treurmarsch in den D dur-toon en eenige stoutmoedige dissouanten drakken hier de hoofd gedachte uit; zacht gaan zij over in eene vertroostende melodie in as-dur, tot na de rouwkreten alles tot rust komt en de smart zich uog in enkele lichte snikken openbaart. De finale in scherzo en allegro is te beschouwen als een gloriefeest ter eere van den gestorven held. Het orchest ging in de uitvoering geheel op; iu aanmerking genomen de fraaie instrumentatie en de zuiverheid van spel, die in alle deelen viel op te merken, zouden wij dit nummer den hoofdschotel van den avond wen- schen te noemen. Het volgende nummer, le Concert, van Pagauini, werd vertolkt door den heer S.nitdie weder schit terend bewees welk een buitenge woon virtuoos wij in hem vereeren. Zonder merkbare inspanning werkte hij zich, dank zij zijn meesterlijke techniek, door dit moeilijke toon stuk heen, niet minder blonken de talenten van den heer Smit uit in de Romance van Svendsen en de Eaust-fautaisie van Sarasate. De begeleiding dezer nummers sloot zich over 't algemeen goed bij zijn spel aan. De heerlijke toon van zijn stradivarius wil een uiterst zui ver accompagnement, en wij meenen dat deze eisch werd bevredigd; voor al in de harpbegeieiding van het laatstgenoemde nommer trof ons goede overeenstemming, welke aan de uitvoering van dit nummer eene zeldzame bekoring bijzette. Het orchest bracht verder ten ge- hoore «Ouverture Sakuntala» van Goldmark en «Früh, Waldeinsam- heit en Stürmisch» uit Niels W. Gade's «Ein sommertag auf dem Lande». Ook hier wist de directeur met de gaven der executanten te woekeren. De overeenstemming van hout en koper liet zelden iets te wenschen over. De violoncels had den het met de eerste violen som tijds zwaar te verantwoorden; maar de koperinstrumenten deden de har monie geen enkel oogenblik afbreuk. De tweede violen maakten zich een enkele maal aan eenige ruwheid schuldig; een weinig zwaardere be zetting van hunne partij had wel licht niet geschaad. De horens, die niet alleen moeilijk te bespelen zijn maar ook niet altijd de vereischte zuiverheid bezitten, kweten zich dit maal glansrijk van hun taak. De opgewekte «Kaisermarsch» van R. Wagner besloot op waardige wijze dezen genotvollen avond, die ais uitmuntend geslaagd in de an nalen van «Toonkunst» kan worden aangeteekend. Het publiek toonde zijn waardee ring door warm applaus voor de orchestledeu en stormachtige toejui chingen voor den violist. De uitslag van den heden gehou den internationalen afstandsr t, uit geschreven door de IJsclub «Haar lem en Omstreken», is als volgt: De afstand tusschen Haarlem en Leiden (afritPrins Hendrikbrug, aankomst: Marepoort) werd het snelst afgelegd door K. Pander, in 1 uur 6'/« min., daarop volgde W. Muiier, in 1 uur 91/' min, en daar na Jansen, in 1 uur 10 min., die dus respectievelijk de gouden, de zilveren en de bronzen medaille wan nen. De heer P. D. Graaff. hoofd aan de burgerschool voor jongens en meisjes alhier, herdacht heden den dag waarop hij vijfentwintig jaren in betrekking is geweest. Deze loop- baau was verdeeld als hoofd der openbare school te Oostzaan, van 1 Maart 1863, als hoofd der kos- telooze school lett. B. alhier, van 1 Augustus 1876 en aan bovenge melde inrichting van 1 Juli 1886. Hij mocht dezen dag onder talrij ke blijken van waardeering vieren, welke hem van leerlingen, onder wijzers, ambtgenooten, leden van het schooltoezicht en het gemeen tebestuur ten deel vielen. In zijn werkkring verdient de heer Graaff in hooge mate den naam van erva ren, verdienstelijk eu dosrtastend onderwijzer en opvoeder, aan wien het gegund moge zijn nog lang, ten bate van de jeugd, die taak te blij ven vervullen. De hier ter stede, evenals in de omliggende gemeenten welbekende brigadier-majoor titulair der rijks- veldwacht, Johannes Stapel, heeft den 20eu Maart a. s. 25 jaren lang onafgebroken in verschillende ran gen bij de rijkspolitie hier te lande gediend. Stapel werd geboren den 12en Mei 1832. Den 15en Mei 1856 werd hij ingedeeld bij de toenma lige dragonders e.i diende als zoo- dauig tot 1862, toen hij in betrek king kwam als koetsier bij wijlen Z. IC. H. Piins FreJetik. Den 31en Jan. 1863 werd hij aan gesteld tot rijksveldwachter-jacht opziener ter standplaats Rijswijk, welke betrekking op 2 Maart d. a. v. door hem werd aanvaard. In Sept. 1863 werd hij bevorderd tot gekleed rijksveldwachter. In Sept. 1876 werd hij tot brigadier titulair benoemd en den 30en Maart 1881 tot brigadier. Gedurende dezen tijd heeft hij op de navolgende standplaatsen gediend: Dordrecht, 's Gravendeel, Numans- dorp, Woudrichem, tweemaal Edam, totdat hij na zijne benoeming tot brigadier, den 15en April 1881 tot Kommandant van de brigade Haar lem werd benoemd. Den 23en April 1885 viel hem de onderscheiding te beurt tot zijn tegenwoordigen rang te worden be vorderd. - Gedurende zijn geheelen dienst tijd heeft Stapel zich doen kennen als een ijverig en nauwgezet politie beambte, die op elke standplaats de tevredenheid zijner suprieuren mocht verwerven. Een der hoofdtrekken van zijn karakter is de onverzoenlijke haat d.en hij koestert tegen sterken drank, en dat er in zijne betrekking gelegenheid te over is, om tegen misbruik daarvan te strijden, behoeft geen betoog. Dat het aan Stapel gegeven zij, nog vele jaren zijne diensten aan het land te kunnen bewijzen, en in de door hem zelve afgebakende rich ting tot nut van velen werkzaam te zijn. Men schrijft ons van 29 dezer uit Spaarndam Nadat jl. Maandag alhier eene hardrijderij voor jongens was ge houden, had de ijsclub «Nova-Zem- bla» gisteren een wedstrijd voor volwassen personen uitgescbreven. 34 rijders namen aan den wed strijd deel. Na vele moeilijke kampritten werd de prijs (f30 en een paar Friesche schaatsen) behaald door C. Diepe veen van Kampen, de tweede prijs (f 15) door A. Hartog van Spaarn dam, terwijl aan J. Waterua van Amsterdam en K. Alkema van Hoorn de beide premien ten deel vielen. Hoewel de tocht op schaatsen van Haarlem naar Spaarndam niet aanlokkelijk is, wegens het bijna niet te berijden ijs, zoo had dit ijs- feest toch vele toeschouwers van elders gelokt. De versierde banen der ijtclub waren flink, terwijl de muziek der Haarlemsche Schutterij zich nu en dan liet hooren. Met recht kunnen wij zeggen dat dit ijsfeest als zeer goed geslaagd is te beschouwen. In het kiesdistrict Haarlemmer meer is Woensdag vanwege de anti revolutionaire partij te Sloten als spreker opgetreden de heer jhr. mr. A. F. de Savornin Lohman, en zul len nog optreden mr. O. J. E. baron van Wassenaer van Catwijck te Heemstede, en mr. Th. Heemskerk te Aalsmeer, achtereenvolgens op 2 en 3 Maart. LETTEREN EN KUNST. In den Grooten Seliouwburg te Rot terdam, had Dinsdag de eerste opvoering plaats van Rosier Faassens nieuw drama in 4 bedrijven, „Malle Anne". Ofschoon er zeer fraaie tooneelen in voorkomen, welke als uit het volksleven gegrepen zijn, kan toch niet gezegd worden dat het de vroegere volksstukken van Faassen over treft. Enkele bekortingen waren wellicht wenschelijk. De handeling betreft een werk staking in een ijzergieterij nabij Maastricht, met de bekende gevolgen. Malle Anne is een vrouw, die een misdaad bogaan heeft en daarna half zinneloos is geworden. In het siottooneel redt zij de fabriek en haar zoon, doch ten koste van haar leven. Het behoeft nauwelijks gezegd te worden dat mevr. Seersmans, die voor het eerst we der optrad, de titelrol op zeer verdien stelijke wijze vervuldeook de overige rollen waren in goede handen. Het Hollandsche Opera-gezelschap zal in het volgend seizoen de opera van „Bri- nio" van S. Van Milligen en Fiore della Neve opvoeren. De Parijsche „Société des Gens de Let tres" heeft besloten, bij gelegenheid van de wereldtentoonstelling, een internatio naal letterkundig congres te houden. Inhoud "Hollandsche Lelie" no. 35 Muziek. - Sliep uit (slot). La Fontaine. Brieven van Maxime. Vervolg roman. LEQER EN VLOOT. De officieren en onderofficieren van het reg. grenadiers en jagers, van het 6e en van het 8e reg. inf., die bij de Normaal Schietschool werden gedetacheerd om ge oefend te worden in de behandeling van het repeteergeweer, keerden Woensdag naar hunne korpsen terug. Heden zijn de proe ven aangevangen. Behalve het geweer Mann- licher en het geweer Yitali zal nog een derde geweer beproefd worden, zijnde een geweer van Mannlicher zoodanig, dat het ook als enkellader gebruikt kan worden. Ook te Hoorn is thans eene anti-revolntionaire kiesvereeni ging opgericht. Tot bestuursleden zijn gekozends. Renkema (pres.), W. de Liefde (secr.), K. Jut (pen- niDgm.), E. Demmendaal en M. Verleur. Door deze vereeniging is tot can- didaat gesteld voor de a. s. verkie zing de heer mr. Th. Heemskerk te Amsterdam. Door de anti-revolutio naire kiesvereeniging «Enkhuizen» in het hoofddistrict Enkhuizen is met algemeene stemmen mr. Th. Heemskerk te Amsterdam candidaat gesteld voor de Tweede Kamer. De Roomsch-katholieke centrale kiesvereeniging De een dracht te Helder heeft tot candi daat voor de Tweede Kamer ge steld den heer H. W. van Marle, kolonel der artillerie, den candidaat der anti-revolutionairen. Sedert Maandag jl.wordt te 'sHage vermist een meisje van omstreeks 12 jaren, woonachtig in de Pastoorswarande. Het kind was als loopmeisje in dienst en met eene boodschap uitgezondenwaarvan het tot dusver niet is teruggekeurd. Men vermoedt dat het een oDgeluk is overkomen. Station Ruurloo, van de Hollandsche IJzeren Spoorweg maatschappij, zal worden opgeno men in het rechtstreeks binnen- landsch veeverkeer. Dinsdagavond omstreeks 8 uur is er te Apeldoorn brand ontstaan in een door vier gezinnen bewoond percetl in de Korenstraat. Door het krachtig optreden van de brandweer werd het vuur be paald tot het brandende perceel. Na genoeg alles was verzekerd. Zondagnamiddag ver maakten zich vele jongelieden met schaatsenrijden op eenige slooten nabij het dorp Gastel in de Meir- weikes. Een troep van ongeveer twintig, die achter elkander reed, zakte door het ijs. Zij lagen door en op elkander te water en omdat velen met ds schaatsen in elkander haakten, ging het moeilijk op het droge te komen. Toch geiukte het allen en kwamen ze met den schrik en een koud bad er af. Men meldt uit Almeloo van 28 Februari Door de heeren J. C. van Mar ken en L. Post (de twee heeren, die Na verscheidene omwegen gemaakt te hebben, die het gevolg waren van het gebrekkige geheugen van den gam busino, kwamen de drie voetgangers thans nabij de plaats waarbij de gambusino hen had ontmoet, op diezelfde plaats van waar Baraja de boot der beide kapers der prairiën on der het onderaardsch kanaal had zien verdwijnen. Eerst na ontzaglijke moeite gelukte het den drie mak kers de steile hellingen af te dalen, die dezen verloren arm der rivier beheerschten en op welker oevers de beide jagers de sporen hoopten te vinden, die aan hunne reeds gedane ontdekkingen meer waarschijnlijkheid zouden geven. LXIV" HOOFDSTUK. DE HONGER. Toen de beide jagers en de gambusino aan den oever van den waterloop gekomen waren, bemerkteD zij weldra dat er op vrij geriDgen afstand van de plaats waar zij waren afgedaald, een weg was, die gemakkelijker te begaan was en die van den top der rotsen tot aan de oppervlakte van het water kronkelde. Dat is ongetwijfeld de weg, welken die schelmen met Run gevangene gevolgd hebben, zeide Pepe en aan A voet van dat pad moeten wij hunne sporen zoeken. Eene plotselinge gedachte kwam in het brein van Bois- Rosé op, die naar het nauwe kanaal ijlde en onder het sombere gewelf verdween. Spoedig liet Bois-Rose een hoera weerklinken. En niet zonder reden. Diepe indrukken, on geschonden op een modderig terrein bewaard, sommigen half door het water overdekt, dat men door den bodem zag sijpelen, anderen zuiver en ais op de vochtige aarde iu een vorm gegoten, vertoonden zich van alle kanten aan de oogen van de beide jagers en van den gambusino. Het was de plaats waar Roode-Hand en Bloedhond hun boot hadden vastgelegd. Ha! riep Bois-Rosé uit, wij loopen thans niet meer op goed geluk rond. Met de grootste behoedzaamheid schreed Pepe vervol gens in het water voort, dat hem tot boven de knieën reikte, tot op de plaats, waar een twijfelachtig daglicht aan het uiterste einde van het onderaardsche kanaal zicht baar was. Hoe groot was niet zijne verwondering toen, nadat hij den warrelklomp van biezen en riet verwijderd had, zijne blikken gevestigd bleven op een meer, waarvan de uiterlijke gedaante hem bekend wasHet was inderdaad het kanaal, dat onder de rotsen door met het meer der Goudvallei in verbinding stond. Pepe keerde terug om vau zijne ontdekking, ofschoon die thans zonder eenig belang was, aan den Canadees verslag te doen. En daar, zeide deze, zich voor het hoofd slaande' zouden wij die boot gevonden hebben om uit deze ber gen te komen, door heel eenvoudig den loop van het water te volgen! Laat ons hem dan te voet volgen, riep Pepe uit, en wij zullen tegelijkertijd op de sporen van dien ver vloekten metis voortgaan. Kom aan, laat ons van het oogenblik gebruik maken, dat de honger onze beenen nog niet heeft verstijfd en ons gezicht verzwakt. Vóór het ondergaan der zon, zullen wij reeds een heel eind weegs hebben afgelegd. Deze woorden zeggende, begaf zich Bois-Rosé, door deze onbepaalde aanwijzingen ondersteund, niettemin moedig op weg, en werd door zijne beide makkers gevolgd. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 2