BELANGRIJK
BIGHT.
Een zeer fraaie Schilderij in Olieverf0,
Eene zeer solide, splinternieuwe Naaimachine,
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
De Goudvallei
5e Jaargang.
Vrijdag 23 Maart 1888.
No. 1448.
HAARLEM'S DAGBLAD
ABOKEltENTSPRIJS:
Voor Haarlem, per 3 maanden1.20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.03.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Huren.1Kleine Houtstraat No. 8, Haarlem. Telefoonnummer 122.
ADVERTENTIES:
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale de Publicite Etrangere G. L. DAUBE 8f Co., JOH. F. JONES, Stier., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre.
h
De
vroegere jaren
Directie van „HAARLEM'S DAGBLAD" heeft de eer aan hare geachte Geabonneerden te berichten." dal zij evenals in
heeft plaats gehad, zeer fraaie CA DE A XIX heeft aangekocht, beslaande uit
van de hand van den bekenden Kunstschilder K. VAN VLIET, geëncadreerd in bieede vergulde lijst, benevens:
welke beide voorwerpen door ons binnen weinige dagen in een Magazijn in bet midden der stad zullen worden tentoongesteld.
Ten einde te beslissen aan wie onzer abonnés deze geschenken zullen worden overhandigd, zullen wij op een nader vast te
stellen datum in de maand April een Nummer bij ieder Exemplaar voegen, en daarna in een Verkooplokaal hier ter slede, trekken,
aan wie onzer Geabonneerden deze geschenken ten deel zullen vallen.
Ieder dus die vóór een nader te bepalen datum tol onze Geabonneerden behoort, ontvangt gratis een Nummer, dat hemde
mogelijkheid opent, een der beide bovengenoemde vooi werpen ten geschenke te ontvangen, terwijl die geschenken zonder eenige betaling
of vergoeding hoegenaamd aan diegenen aan wie ze te beurt vallen, zullen worden overhandigd.
1) Een Haarlemscb kunstkenner heeft van dit paneel gezegd: *rHet is een stuk met veel leren en realiteit, de fignren gijn zeer juist geteekend, terwijl in bet landschap veel perspectief ligt.
Als geheel mag het zo3r goed geslaagd heeten."
S r AI) S A1 li IJ IV S.
Haarlem, 22 Maart.
Aan het gemeentebestuur zijn de
volgende verzoeken gericht
lo. van A. Straver om vergun
ning tot oprichting van eene steen
bouwerij aan de Raamvest get. no. 7.
2o. van A. Franken om vergunning
tot oprichting van eene bakkerij in
bet perceel aan de Korte Begijne-
etraat get. no. 25.
Den 5n April zal namiddags reap,
om 2 en 21/* uur gelegenheid be
staan, om bezwaren tegen het ge
vraagde aan te voeren.
Bij het examen van nuttige hand
werken te 'sHage zijn op 21 Maart
toegelaten de dames A. C. Rieg-
mann, M. C. J. Scharff, S. C. Char-
bon, A. J. Kruseman, J. Yan der
Snel, M S. Schreuder, A. J. H.
Burkens, A. M. Tit en J. J. de
Koek, allen van hier.
M. de koningin van Engeland
te hooren. De «koninklijke klok
kenspelers» zullen de hooge eer ge
nieten zich voor den «Czaar aller
Russen» te doen hooren. Op hunne
reis naar Rusland zullen zij ook
ons land bezoeken en in het begin
der volgende maand alhier een con
cert geven. De opbrengst daarvan
is bestemd voor de bekende inrich
ting voor zwakke en zieke kinderen
«Bethanie», te Zeist.
^Door de politie alhier is tegen
e?n 18jarige dienstbode, die zich
ten nadeele harer meesteres had
schuldig gemaakt aan diefstal van
ongeveer f 200, proces-verbaal opge
maakt.
Dezer dagen zal men te dezer
stede weder in de gelegenheid zijn
de klokkenspelers (Bellringers) van
Door middel van braak en in-
klimmiDg zijn uit een kelder aan
de Oude Groenmarkt alhier, eenige
zakken met aardappelen ontvreemd.
Arrondisgements-Rechtbank
TE HAARLEM,
zitting van 22 Maart 1888.
Het eerst verscheen voor de Rechtbank
een zekere K., schippersknecht, die vrouw
van Heijningen beleedigende woorden had
toegevoegd. De beleedigde en haar echt
genoot, schipper, bevestigden deze klacht.
K.. bekende, maar voegde er bij niet de
bedoeling te hebben gehad vrouw v. H.
te beleedigen.
De subs. off. van just, wenschte hem
niettemin te loeren op zijn tong te passen
ea requireerde derhalve 5 dagen gevan
genisstraf.
Zekere Johs. de G. stond terecht we
gens dronkenschap en verzet tegen de
politie, f5 boete subs. 3 dagen heohtenis,
benevens 14 dagen gev., luidt de eisch.
Een dergelijk feit bedreef J. D., smid
te Diemerbrug, te Purmerend. Twee get.
bevestigen dat, maar bekl. herinnert zich
niets meer, zooals dat meestal gaat.
Om hem voorzichtigheid te leeren re-
quireert de subs. off. van just. 8 dagen
gevang.
Onlangs werd, zooals onze lezers zich
wellicht zullen herinneren, de zaak van
Rensink (beschuldigd van kippendiefstel)
verdaagd tot nadere oproeping van get.
Deze get. was nu opgeroepen, het was de
vrouw van den aanklager Wesseling, die
onder eede verzekerde, het kippenhok wel
degelijk te hebben gesloten.
De verdediger, mr. Th. de Haan Hugen-
holtz, achtte het wettig bewijs niet gele
verd en concludeerde mitsdien tot vrij
spraak. Het Openb. Min. bleef echter bij
zijn'requisitoir persisteeren (3 jaar gev.).
Thans was een klein familie-drama aan
de beurt. Twee agenten van politie waren
door een jongen, namens zekeren de V., ge
roepen, om zijn zoon, die het hem lastig
maakte, uit de ouderlijke woning te ver
wijderen. Deze zoon had de geheele fami
lie min of meer afgeranseld en verzette
zich toen zoo hevig tegen de agenten, dat
hij den jas van een hunner scheurde.
De subs. off. v. just., waarschijnlijk oor-
deelende dat rust en kalmte niet dan goed
op dezen weinig ouderlievenden zoon zou
den werksn, vroeg voor hem een maand
gevangenisstraf.
Vrouw Van B. te Edam had een busje
met geld (ongeveer f 4) weggenomen uit
den winkel van vrouw v. Essen aldaar.
Maar toen haar misdrijf ontdekt werd,
toonde zij berouw en gaf het geld weer
terug. Zij zeide, uit armoede en moede
loosheid den diefstal te hebben gepleegd,
dsar haar man, die zeeman is, haar in 9
maanden slechts f75 had gezonden.
Dit alles nu zou zeker in haar veordeel
hebben gepleit, ware het niet gebleken
dat zij zich dikwijls aan jenever te bui
ten gaat.
Daaruit laat het zioli dan ook verkla
ren, dat de eisch luidt 4 maanden ge
vangenisstraf.
Bij de loting voor de nationale militie
doen zich gewoonlijk allerlei ongeregeld
heden voor, begaan door teleurgestelde of
verheugde loteliugon. Zoo thans twee ge
vallen te Zaandam. P. D. uit Oostzaan
heeft aldaar tot tweemaal toe K. Paans
hevig geslagen, de eerste maal zelfs zoo,
dat hij bloedde, en dat zonder eenig©
aanleiding. Bekl. weet vnn niets meer,
doeh twee politie-agenten herinnerden zich
de eaak des te beter en het gevolg is, dat
hst requisitoir tegen D. 7 dagen gevan
genisstraf luidt.
De tweede was T. K. L., ook al uit
Oostzaan, die den handelsreiziger van
Beem welke op de boot stond te wachten,
onverhoeds en zonder reden een zoo he-
vigen slag op het hoofd gaf, dat de hoed
hem over de oogen viel, en hij erlangen
tijd van ontsteld was. Niet minder dan
vijf getuigen bevestigen deze verklaring,
terwijl de bekl. alweer van niets weet. Hij
was natuurlijk dronken. Het is te hopen
dat de eisch (f 5 boete subs. 3 d. hech
tenis, benevens 1 maand gevangenisstraf)
hem voortaan van het misbruik maken
van sterken drank zal afschrikken.
C. R., te Wormerveer heeft uit armoede
op het terrein van de gasfabriek aldaar,
cokes gestolen. Drie getuigen, waarvan
twee het feit hebben zien plegen, legden
voor hem bezwarende verklaringen af, be
klaagde was denkelijk overtuigd van zijn
FHUILLETO N.
1871
LXXIe HOOFDSTUK.
Na de ovebwinning.
Later hoort ons niet toe. Daarna zich naar het
oor van Bois-Rofé buigende, voegde hij er bijIk maak
gemeene zaak met dien jongen en edelen krijger; beiden
zullen wij van de Bloem van het Meer spreken.
Fabiaan had Brandende-Straal den naam van de Bloem
van het Meer hooren lispelen, en hij had geraden dat dat
niemand anders kon zijn dan Rosarita.
Alle drie zetten zich in de boot naast de Indianen, En-
cinas en zijn makker namen afscheid van hen en oogden
langen tijd het vaartuig na dat zich over de Roode Rivier
verwijderde, totdat het eindelijk voor hen verdwenen was.
LXXIIe HOOFDSTUK.
de man met den booden zakdoek.
Zes maanden zijn verloopen sinds de drie jagers, zonder
zich om de schatten der Goudvallei te bekommeren, zich
langs de Roode-Rivier naar de woestijnen van Texas had
den begeven. Het regenseizoen was op het droge jaargetijde
gevolgd en de zomer kwam met zijne verschroeiende hitte
terug, zonder dat men iets van hun lot wist, noch van
dat van de door don Estevan de Arechiza aangevoerde
expeditie.
Diaz was dood en had het geheim der wonderbare Goud
vallei met zich in het graf genomen. Gayferos was zijne
drie bevrijders gevolgd. Wat was er van die onverschrok
ken jagers geworden, die de vermoeienissen, de ontberingen
en de gevaren waren gaan zoeken in plaats van in de
maatschappij terug te keeren, rijk en machtig zooals zij
hadden kunnen zijn? Had de woestijn deze drie edele man
nen even als zoovele anderen verslonden? Had Fabiaan in
stilte in de bekoorlijkheden der woestijn de vrouw verge
ten die hem beminde en buiten zijn weten op zijne komst
steeds wachtende was?
Hetgeen thans zal volgen zal ons deze vragen beant
woorden.
Op een warmen namiddag volgden twee tot de tanden
gewapende mannen te paard den eenzamen weg die van de
uiterste grenzen van den Staat Sonora, naar het grensstadje
Tubac leidt. Hunne kleeding, de plompe uitrusting hunner
paarden en de schoonheid van deze vormden in hun geheel
een treffend contrast en schenen twee ondergeschikte boden
aan te duiden, door den een of anderen rijken grondbezit
ter afgezonden, hetzij om eenig nieuws te gaan overbrengen
of eenig nieuws te balen.
De eerste was van het hoofd tot de voeten in leder ge
kleed, gelijk de vaqueros van de groote hacienda's; de
tweede, met langen baard en zwart als een Moor, scheen,
ofschoon minder eenvoudig gekleed dan zijn gezel, van niet
veel hoogeren rang te zijn.
Gedurende een tocht van eenige dagen reeds (de huizen
van het grensstadje doemden reeds in de verte op) hadden
de beide ruiters alle onderwerpen van gesprek uitgeput,
want zij draafden stilzwijgend naast elkander voort.
De beide ruiters kwamen aan den ingang van het grens
stadje aan, toen de avondklok den Angelus luidde.
Tubac was toen een plaatsje met twee elkander krui
sende straten met gemetselde huizen, die slechts een enkel
venster aan den voorgevel hadden, zooals in de streken die
aan de plotselinge overvallen der Indianen blootgesteld zijn,
gebruikelijk is. Stevige, beweegbare, door boomstammen
gemaakte barrières verdedigden de vier toegangen tot het
dorp. Een veldstuk stond op zijn affuit achter elk van die
barrières.
Alvorens de nieuw aangekomenen in het grensstadje te
volgeD, moeten wij van eene gebeurtenis spreken, die, hoe
onbeduidend in werkelijkheid ook, niet te min in een
afgelegen plaatsje, zooals Tubac, niet van belang ont
bloot was.
Sedert ongeveer veertien dagen was een persoon, alleen
daardoor reeds geheimzinnig omdat niemand in het grens
stadje hem kende, herhaaldelijk maar steeds korten tijd in