327e Staatsloterij riel te spotten, beefde over zijn gansche lichaam en wachtte geduldig af, wat men met liem zou uitrichten. De jongeling, die 't eerst binnengetreden en in al zyn doen en laten duidelijk bewees, dat hij het hoofd der bende was, naderde Pak Wirad- jaja met de woorden Gij zijt Puk Wiradjnja! Die beu ik was het korte ant woord. - Hebt gij wat te eten, want wij zijn zeer hongerig. Ik zal wat gereed maken. Gaat zitten klonk het gebiedend wij zullen ons zeiven helpen. Pak Wiradjaja gehoorzaamde en zette zich op een houten kist neer, terwijl hij de bewegingen der roovers nauwkeurig gade sloeg en toen hij allen een voor een op nam zag hij in hun midden een tweetal mannen met de beenen gekruist zitten, die aan elkander waren gebonden door dikke om de polsen geslagen touwen. Het leed geen twijfel of dit tweetal was door de bende gevangen gemaakt. Naar alle waarschijnlijkheid waren zij heimelijk over vallen. Treurig zagen zij voor zich, doch met een zekere kalmte en gelatenheid, welke den Oosterling in zijn lot doet be rusten, daar hij in alles, wat hem over komt, de besturing erkent van het onver biddelijk Noodlot. Terwijl Pak Wiradjaja aldus gezeten was, hadden eenigeu 't slui merend vuur aangewakkerd, waarboven een groote met water gevulde ketel hing. Spoedig daarop verscheen een der mannen met een mand roode rijst en een paar kippen, die in haar nachtelijke rust op een onzachte wijze gestoord, luide hare verontwaardiging gaven te kennen. Het jonge opperhoofd, dat geruimen tijd Pak Wiradjaja had aangekeken, stoud van zijn zitplaats op en begaf zich naar den Javaan, die nog met de grootste lijd zaamheid zat. Woont gij hier al lang Pak Wi radjaja? Reeds ruim vijftien jaar was het korte antwoord. Hebt gij ook vrouw en kinderen gehad Mijn vrouw is vroeg gestorven en mijn dochter is op jeugdigen leeftijd ge roofd. Hoe heette uw dochter en hoe oud as zij? Zij heette Kemoening en haar leef tijd bedroeg achttien jaar. Hoe lang is dat geleden vroeg de jongman blijkbaar ontroerd. Dat zal drie jaar geleden zijn. Het opperhoofd zweeg een oogenblik en zoo Pak Wiradjaja hem aandachtig had beschouwd, had hij gezien, dat een traan over de wangen van den Ketjoe biggelde. Hoor eens, Pak Wiradjaja, hebt gij ook geld? Geld heb ik niet, was 't korte antwoord. Gij hebt zeer veel geld hernam de Ketjoe met nadruk, terwijl hij den Javaan met een doorborenden blik aanzag gij hebt zeer veel geld, dat weet ik, eef mij den sleutel van uw kist. Pak Wiradjaja zweeg en keek den vra ger scherp aan, zich verwonderende over de omstaudigheid, dat de Ketjoe met zijn financiëelen toestand zoo goed bekend was. Hebt gij uw leven lief, hernam de Ketjoe. Pak Wiradjaja ontroerde, stak de rech terhand in zijn buikband en haalde er een roeetigec sleutel uit, dien hij den Ketjoe overreikte. De Ketjoe stond toen op en begaf zich naar de kist die spoedig was geopend. Hij bukte zich voorover en begon met zijn beide handen in den inhoud 'e wr jeten. Spoedig deed een gerinkel zich hooren en een goed gevulde beurs verscheen. De Ketjoe opende die, en terwijl hij de namen der mannen een voor een opnoemde, deelde hij ieder het verschuldigde loon uit. Daar op werd de geplunderde beurs weder in de kist geworpen en de sleutel Pak Wi radjaja teruggegeven, die zich verbaasde over de vermetelheid der indringers. Intusschen was het maal gereed en schaarden de mannen zich om de wei- 1 nige gerechten, die in den kortst moge lijken tijd in de hongerige magen ver dwenen. De hoofdman der bende at echter zeer weinig en hield het oog voortdurend gevestigd op de gevaugenen, die als stee- i nen beelden naast elkaar bleven zitten. Toen de borden alle geledigd waren, stond hij op, en de linkerhand op het gevest van zijn kris geleund, sprak hij op een toon, die de minste tegenspraak niet duldde: Begeeft u alleu naar de plaats, die ik u heb aangewezen en volvoer mijn be velen. Over twee dagen wacht ik u op dit uur. Slechts één blij ve achter om bij deze gevangenen te waken. Gaat heen en vervult nw plicht Oogeublikkelijk stonden de mannen op en trots het vergevorderde uur, trots het barre weer, dat daar buiten heerschte, be gaven zij zich op weg. Toen de laatste man zich had verwijderd kwam Pak Wiradjaja weer eenigszins op zijn gemak. Het ge zicht der woeste mannen met hunne wa pens had hem beteuterd. Nu echter ver liet hij voor 't eerst zijn plaats eu een licht strooitje opstekend, zette hij zich i naast het opperhoofd der Ketjoes op de ambén neer, terwijl hij een blik wierp op de beide gevangenen. Nieuwsgierig naar den samenloop van omstandigheden, waar door deze ongelukkigen in de handen der roovers waren gevallen, knoopte hij met het opperhoofd der Ketjoes een gesprek nan met de vraagHebt gij een verre reis afgelegd? Het opperhoofd zweeg en scheen in ge dachten verzonken. Mag ik weten, wien ik dezen nacht herberg hernam Pak Wiradjaja. De Ketjoe hief het hoofd op en zonder de vraag te beantwoorden, keerde hij zich om tot den bewaker. Slaapsprak hij op bevelenden toon ik zal waken, gij zijt vermoeid en zich tot Pak Wi radjaja wendende, zeide hijWTilt gij niet gaan slapen? Pak Wiradjaja keek den Ketjoe ver wonderd aan. Gij zijt uw leven volkomen veilig, vervolgde de Ketjoe, terwijl hij den Javaan met een blik aanzag, dien deze niet kon doorstaan. Het is goed, was T korte ant woord van den Javaan, die nu opstond en een klein zijvertrek verdween. De Ketjoe stond op en begaf zich naar het vuur, dat hij oprakelde, waarop hij naar zijn vorige plaats terugkeerde en een irihpruimpje 2) gereed maakte, van tijd tot tijd een toornigen blik werpende op de gevangenen, die door de macht des ips overmeesterd met het hoofd op de borst hangende, zaten te snorken. De Ketjoe stond op en schudde ze wak ker zeggendeWaakt, over twee dagen kunt gij eeuwig slapen De mannen hieven het hoofd op en zagen den Ketjoe met een smeekenden blik aan, doch spoedig veranderde deze in een, waaruit haat en wanhoop sprak. Dood ons, klonk het uit den mond des eenen. Maak een einde aan ons leven, klonk het uit dien des anderen. De Ketjoe glimlachte. Allah's toorn zal u treffen gij, die het bloed zijner schepselen vergiet. Zoo gij Allah's toorn vreesdet, hernam de Ketjoe, had gij niet ge daan, wat den dood tot loon ontvangt. De beide gevangenen zwegen en gesta dig vielen de oogleden dicht, doch telken male openden zij zich, want dan klonk liet: Waak! over twee dagen zult gij den eeuwigen slaap slapen Zooals wij reeds boven zagen wa3 Pak Wiradjaja naar zijn slaapstede gegaan, doch te gaan slapen was hem een onmo gelijkheid. Hij ging in een hoek zitten, vanwaar hij door het bamboezen tusschen- schot den ketjoe en zijn gevangene be gluurde. Hier kon hij zijn gasten van top tot teen opnemen. Het opperhoofd der ketjoes had de kleederdracht van een Ma- homedaanschen priester aan en alles wat hij droeg tot zelfs de sandalen, deden hem voorkomen, dat 't opperhoofd niet tot de gewone ketjoes behoorde, trouwens zijn gelaat had niets van dat woeste, dierlijke en slechte, waardoor men hem voor een roover zou aanzien. Het was een echt heer't Is een vreemd geval dacht Pak Wiradjaja; Allah weet alleen de drijfveeren van 's raenschen handel in- geu. Met een blik vol medelijden zag hij de beide gevangenen aan, hoe gaarne had hij ze willen redden, zoo er eeuige moge lijkheid toe bestond. En dan die vreese- lijke woorden: Waakt! over twee da gen zult gij den eeuwigen slaap slapen welk een indruk maakten ze op 't gemoed der gevangenen! Als ze onschuldig om 't leven worden gebracht mompelde de Javaan zal Allah's wraak de moor denaars zekerlijk treffen. Wij willen niet alles vertellen, wat er in Pak Wiradjaja's brein omging, dit zou ons te ver voeren. Voldoende zij het te zeggen, dat de Javaan te middernacht vsn 't denken en gissen moe, niet meer bestand tegen de macht dee slaaps, in de armen van Morpheus viel. Toen den volgenden morgen bij het krieken van den dag het hanengekraai zich deed hooren, ontwaakte Pak Wirad jaja uit zijn diepen slaap. Hij rekte zich behaaglijk op zijn ambèn uit, geeuwde een echt Javaanscheu geeuw en stond toen op. Fluks de sarong om de lendenen geslagen en den hoofddoek zoo slordig mogelijk om den onaesthetischen harigen Medusa kop gewonden, trad Pak Wiradjaja het ver trek binnen, waar hij het opperhoofd der ketjoes nog bij de gevangenen vond zitten. Met een enkelen onverschilligen groet liep hij den ketjoe voorbij, die dapper sirih zat te kauwen en ging toen naar buiten, om met frissche teugen de morgenlucht in te ademen, want hij had behoefte aan verkwikking uit den reinen atmosfeer. Daarop richtte hij zijn schreden naar 't kippenhok, waar hij tot de minder aan gename ontdekking kwam, dat de fraaiste exemplaren waren verdwenen. Wat er aan te doen zuchtte hij, vervolgens liep hij naar de rivier, om zich te baden. Dezen dag viel er niets bizonders voor. Pak Wiradjaja was voornemens tegen den middag naar het dorp te gaan, doch hierin werd hij belet door 't Ketjoeopperhoofd die hem dit eenvoudig verbood, voor dat de avond van den tweeden dag was om gegaan. De Javaan schikte zich met ge latenheid in 't hem opgelegde arrest en bleef thuis. Eindelijk brak de avond aan en het zal ongeveer negen uur geweest zijn, toen zioh een geraas van vele stemmen buiten liet 2) Bestaande uit de bladen van de Sirihplant, witte kalk, gambir (catechu) en een stukje van den pinanguoot, die in een bamboeskokertje worden fijn gestampt, daarna een weinig pruim tabak. hooren. De angstige Javaan verborg zich in een hoek, bedaard de dingen afwach tende, die zouden gebeuren. Het jonge ketjoeopperhoofd stond driftig op, om zijn mannen te ontvangen, die goed op hun tijd hadden gepast. Met een enkelen ruk was de deur opengeschoven en twee for8che mannen met een vrouwengestalte, waarvan het gelaat gesluierd wa3 naast hen loopende, traden binnen. Het Ketjoe- hoofd wachtte bedaard tot de gansche bende was binnengekomen, schoofde deur dicht en verzekerde haar met een touw, terwijl hij een flink gebouwden Ketjoe tot wacht aanstelde, om bij het minste onraad te waarschuwen. Vervolgens zich naar de vrouw begevende ontsluierde hij het schoon gelaat, dat hij voor een oogen blik aanstaarde en daarop weder sluierde, terwijl hij binnensmonds mompelde: gij zijt nog niets veranderd! Het Ketjoe- hoofd gelastte zijnen mannen een kring te vormen, inliet midden waarvan de twee gevangenen en de vrouw werden geplaatst. Wat Pak Wiradjaja aanging, toen hij het ontsluierde gelaat zag werd hij innerlijk ontroerd. Hij had dit gezicht meer ge zien, dien oogopslag kende hij en de oogen brachteD hem voor zijn geest een beeld terug van zijne geschaakte dochter, van Kemoening! Het is wonderlijk, mompelde hij, maar die vrouw gelijkt op mijn dochter. Hij kon zich nu niet langer inhouden, stond van zijn zitplaats en zocht een plaatsje naast een Ketjoe. Mannen! klonk het uit den mond van het Ketjoehoofd, die was op gestaan en wien men het kon aanzien, dat er in zijn binnenste een hevige strijd werd gestreden, ik heb u wat te vertellen Luistert Alle hoofden werden naar den Ketjoe opgeheven, die vervolgde: Broedershot zal nu ongeveer drie jaar geleden zijn, dat twee onschuldige meisjes op den weg liepen, gelegen tus- schen dit dorp eu de stad Samaraug, om hier op de pasar eenige kostbare sarongs te verkoopen. Het was nog zeer vroeg in den morgen, de zon lag nog achter het gebergte verscholen en deze meisjes waren de eerste pasargaugsters. Zij hadden eeni- gen tijd geloopen toen zich in de verte een grobak vertoonde, die in hollende vaart haar naderde. Toen het voertuig den meisjes was genaderd stond het eens klaps stil. Voorgevende van de meisjes sarongs te koopeii, kwam een der grobak- mannen naar haar toe. De meisjes, niets kwaads vermoedende, naderden de grobak. Plotseling werd een harer in de grobak jetrokken, 't Voertuig snelde voort en daar het andere meisje dicht bij het voertuig stond werd zij door den schok op den grond neergesmakt, waar zij be wusteloos en hevig bloedend bleef liggen. Eenige pasargangers uamen haar op en brachten haar in hunne woning en nog op den avond van denzelfden dag sprak haar mond dezen vreeselijken eed uit: Bij God de i Hoogverhevene en den Almachtige, in 't aangezicht van Maho med en bij zijn Heiligen Baard, niet eer zal dit lichaam rusten tot dat deze kris een scheede zal gevonden hebben in 't hart van den ellendigen hond, die uw dochter o, Pak Wiradjaja, heeft geroofd. Nauwelijks waren deze woorden uitge sproken of Pak Wiradjaja richtte zich eensklaps op. Bij Allah! riep hij op een toon vol aandoening uit, terwijl hij het ketjoeopperhoofd aanzag, ik bezweer u wie zijt gij? Het ketjoeopperhoofd wierp hem een blik toe, die hem het zwijgen oplegde. De Javaan ging zitten, doch zijn binnenste was in hevigen opstand gekomen. De vrouw, die tot op dit oogenblik met gebukten hoofde had gezeten, hief het op en duidelijk hoorde men haar snikken. Mannenvervolgde het ketjoe opperhoofd, terwijl zijn stem van tijd tot tijd trilde, de ure der wrake is gena derd en zich tot de twee Arabieren richtend zeide zij: Hoort! gij ver vloekten! aanstonds zult gij verschijnen voor den troon van Allah, die u heeft overgegeven aan de handen eener vrouw opdat zij haar eed aan u kan vervullen Met deze woorden ontdeed de ketjoe zich van zijn tulband en lang overkleed. Dalimah! gilde Pak Wiradjaja, toen hij in plaats van den ketjoe een tengere meisjesgestalte zag staan met lange golvende zwaren. Het meisje strekte haar linkerarm uit en trok in een ruk de sluier van het ge laat der vrouw weg, terwijl zij sprak: Pak Wiradjaja, dit is uw dochter, Ke moening, die ik met de hulp van God, den Allerhoogsten, u teruggebracht heb. De herkenning van vader en dochter was aandoenlijk. Pak Wiradjaja greep haar om het middel en bracht haar naar de ambén, waar hij met zijn zakdoek hare tranen afveegde, terwijl hij voortdurend uitriep: Geprezen zij de naam van God, die nog mijn kind heeft teruggegeven! Te midden van dit tooneel stond het moedige meisje Dalimah nog onbeweeg lijk op hare plaats met de kris in de rechterhand, afwachtende het oogenblik, waarop vader en dochter tot bedaren zou den zijn gekomen. Toen dit oogenblik ge naderd was nam haar gelaat een toornige uitdrukking aan, terwijl zij de beide ge vangenen aldus weder aansprak Gij zonen van Arabië! Hier staat het meisje, dat hare wraak aan u zal ver vullen Ziet, uwe woningen zijn aan de vlammen ten prooi gegeven,uwe schatten, I die mijne mannen u ontnomen hebben, zullen straks onder hen verdeeld worden. De Engel des Doods eiseht van mijne hand uwe zielen, om ze weg te voeren naar het helsche vuur, waar gij van eeuwigheid tot eeuwigheid zult wonen! Op een wenk van het liere meisje ont blootte men de breede borst der Arabieren, die met gelatenheid hun vonnis hadden gehoord. In den naam van God den alver- hevene, den barmhartige, den rechtvaar dige. Bij deze woorden richtte Dalimah de kris op de hartkuil en met een flinken stoot doorboorde het vlijmscherpe wapen den ongelukkige, die zonder eenig geluid te geven neerplofte, terwijl 't bloed als een woeste stroom de wonde uitgudste. Suel was de kris op de tweede hartkuil gericht, de hand gaf een stoot en met een rauwen kreet sloeg het hoofd van den tweeden ongelukkige achterover! Toen dit bloedig bedrijf was afgeloopen stonden de mannen op en wikkelden de beide lijken in een wit kleed 3), om ze over eenige oogenblikken weg te voeren. Dalimah veegde de kris af en stak die in de scheede. Daarop verdeelde zij de schatten der Arabieren onder de mannen, die haar als een heilige aanstaarden en terwijl haar bevende stem deze woorden sprak: Ik dank u voor uwe hulp, God zal u loonen namen de mannen de lijken op en verwijderden zij zich onder het prevelen van God is groot eu Mohammed is zijn Profeet. TJAMPAKA. Haarlem, April '88. 3) Wit is de Javaansche rouwkleur. LAATSTE NIEUWSTIJDINGEN. De Nederlandsche pelgrimstocht naar Loreto en Rome is heden be gonnen. De deelnemers vertrokken uit Rozendaal tien minuten over drieën; zes heer^n uit Haarlem ma ken de reis mede. Tevens zal een bezoek worden gebracht aan Bazel, Milaan, Bologna, Ancona, Florence eu Venetië, in welke plaatsen korter of langer zal worden vertoefd tot bezichtiging der merkwaardigheden. Het verblijf te Rome zal van 21 tot 29 April duren. Eenige ingezetenen van Haarlem hebben per circulaire bekend ge maakt, dat hun in eene besloten vergadering van kiezers, op 25 Fe bruari j.l., is opgedragen, de oprich ting eener liberale kiesvereeniging voor te bereiden. Eerstdaags zal het concept-regle ment worden toegezonden en Woens dag a. s. ter vaststelling daarvan eene vergadering worden gehouden in Weten en Werken.b TELEGRAMMEN PARIJS 16 April (Reuter). Eene betooging, welke niet veel te betee- kenen had, vond heden te Rijssel plaats. De kreet „leve Boulauger" werd gehoord. Tien personen werden gearresteerd. De stad be hield overigens een kalm aanzien. Ook hier is de orde niet gestoord. Alleen stond een dicht opeenge pakte volksmenigte voor het bureau van La Cocarde en juicht^ de be richten toe over Boulangers verkie zing, welke telkens werden mede gedeeld. In het noorder-departement zijn ingeschreven 363,935 kiezers. Van deze stemden 267,530. Baulanger verkreeg 172.528 stem en, l' ucart 75,901 en Moreau 9647, terwijl 9454 stemmen op verschillende per sonen wtrden uitgebracht. LONDEN 16 April (Reuter). In de Times wordt het succes van Boulanger in het departement du Nord niet zoo zeer beschouwd als een bewijs van het vertrouwen dat in hem wordt gesteld, dan wel als een bewijs van wantrouwen jegens hen, die Boulanger belooft weg te jagen. Boulanger komt in de Kamer optreden als een vertegenwoordiger van alle ontevredenen, maar overi gens is alles mogelijk in een land, dat naar de staatkunde der „pro- nunciamiento's" begint over te hellen. De Standard maakt de opmer king, dat de partijen, die Boulan ger steunen, zich in de eerste plaats de vraag moeten stellen, of zij ge reed zijn tot den oorlog want de Duitschers zullen Boulanger's op perheerschappij als eene bedreiging beschouwen. De Daily Telegraph ziet in Bou langers verkiezing een verbond van alle partijen, ten einde de republiek ten val te brengen. ROME, 16 April. ReuterMet nadruk spreekt men het gerucht tegen, dat de Italiaansche regeering Engeland vergunning heeft verzocht gedurende den zomer haar troepen uit Massowah naar Suez te mogen zenden. VARIA. Kleurenspel. Sophie (tot een vriendin): Wat heb ik me gisteren avond op de soirée bij den raadsheer geamuseerd I Ik zat naast een geel blonden luitenant van de blauwe huzaren, die nog zóo groen was, dat hij, bij elk woord dat hij me toesprak, rood werd. Taal instinct. Je verstaat het dus, als je ouders Engelsch spreken, Klaartje. O ja, ik weet dau dat mama weer wat gekocht heeft, dat pa niet betalen wil. 8e klasse. Ie lijst. Maandas 16 April 1888. No. 6282 f2000. No. 5443 fl500. - No. 12583 en 15868 ieder f 1000.- No. 19826 f200. No. 814, 4286, 4384, 5062, 13609 en 18410 ieilerflOO. Prijzen van f4 5. 39 3130 5959 8853 11367 15174 18012 101 3139 6062 8869 11400 16257 18065 164 3170 6111 8911 11414 15260 18172 225 3197 6139 9065 11481 16273 18173 240 8238 6204 9098 11575 16278 18188 249 3293 6299 9119 11626 15280 18246 257 3301 6369 9132 11669 16335 18429 296 3816 6437 9139 11671 15408 18437 406 3318 6456 9233 11703 15516 18447 455 3421 6504 9253 11730 )5564 18484 473 3460 6568 9341 11735 16565 18494 475 3470 6590 9351 11737 15612 18565 553 3478 6610 9363 11755 15677 18602 566 3493 6674 9365 11898 15700 18624 604 3586 6694 9389 11903 15773 18630 618 3611 6711 9426 119)0 15809 18671 622 3616 6718 9442 11918 15S58 18700 634 3617 6724 9451 11972 15870 18703 822 3803 6729 9501 12101 15887 18705 900 3818 6791 9607 12120 16914 18723 930 8994 6883 9610 12155 15926 18739 932 4011 6837 9628 12200 15966 18743 9604032 6842 9636 12448 15981 18857 973 4070 6851 9651 12502 16010 18877 1042 4093 694'! 9657 12506 16068 18914 1108 4115 6976 9727 12645 16122 18929 1135 4165 7109 9795 12650 16167 19064 11984176 7153 9805 12711 16191 19069 1251 4209 7170 9809 12834 16263 19166 125643137190 98201296L1629919169 12724413 7213 9824 13042 16371 19223 1333 4446 7247 9840 13072 16606 19235 14644541 7284 9860 13077 16644 19338 1489 4588 7410 9864 13156 16652 19353 1521 4659 7493 9890 13174 16731 19355 1522 4669 1525 4698 1558 4718 15714748 15994788 1604 4834 1631 4855 1666 4909 1693 4937 1742 4997 1797 5037 1897 5080 1915 6157 1986 5171 1993 5215 2014 5256 2036 6259 2056 5315 2116 5370 2121 5398 2163 5401 2292 5532 2325 5551 2328 5586 2425 5631 2547 5666 2618 5706 2681 5731 2774 5764 2883 5767 2936 5769 2964 6807 2994 6848 3043 5935 3116 6945 9911 9914 7543 7555 7681 9975 768710003 7709 10084 7716 10250 7810 10307 7824 10346 7828 10371 784310378 787910457 790310459 7984 10478 798810485 8000 10560 806710661 8079 10670 813010675 8151 10729 815610753 8169 10767 8185 10784 827510785 8281 10797 8282 10811 8382 10900 8390 10905 8472 10966 8483 10967 8488 11012 8610 11143 8634 11200 8704 11226 8767 11277 8810 11358 132571673319387 13310 16743 19404 13421 16774 19428 13437 16798 19429 134771684119505 135151691719;0g 136861698119646 13701 16994 19647 137071699619732 13734 17010 19763 13738 17077 19765 13769 17134 19871 13780 17190 20012 13911 17193 20057 1398517260 20107 13992 17295 20180 14051 17309 20181 1406317326 20222 14092 17364 20281 1411717404 20303 1414417423 20307 14146 17447 20355 14152 17512 20384 14247 17519 20419 14327 17525 20490 1443 L 17556 20498 14458 17562 20581 14536 17613 20668 14696 17681 20720 14761 17780 20782 14781 17745 20875 1482017754 20901 1496417773 20912 1600417823 20985 1507017846 MARKTBERICHTE?:, Haarlem, 16 April. Graan- en Zaadmarkt. Roode Tarwe f 0,a 0,Witte Tarwe 7, a 6.25, Rogge f 0,a 0,Haver f8,a 2,90 Garat 0,a 0,Duivenboonen f 7, a 6,60, Paardenboonen f 5,30 a 0,Bruine boonen f 7»a f 0,Capucijners f 8,a 7 Bruin mosterdzaad f 0,a 0,per Heet. Karweizaad f0,por 50 K.G. Amsterdam, 16 April. Do prflxen dor Aardappelon waren als volgt: Sold. Blauwe f2,a 2,35, dito Kralen f0. a 0,Zceuwache Flakkeescbe f 1,50 a 2,10, do. Blauwe f 2,20 a 2,30, do Poters f 1,a 1,20, Prui sische Hamburger f 3,a 3,15, id. Zaaiers f 0, a 0,Saksische Jammen f 0,a 0,Frie- scbo Franeker Jammen fl.30 a 1,60, do. En- gelscho f 1,a 0,dito Dokkumer Jammen f 1,65 a 1,80, Zeeawsche Spuische Jammen f2, a 3.IJpolder Jammen f 0,a 0,dito Blauwe f0,a 0,allen per Hl. Aangevoerd 0 versche ladingen. Handel flauw. Suiker: Biet klein Geraffineerd iets beter. Noteering van de Commissie voor d-n Graan handel. Rogge op levering weinig veranderd, Mei f105. Noteering van Men no Thole. Koolzaad stil. Raapolie onveranderd, lo. Mei f26 '/8. Lijnolie prijshoudend, lo. Juni/Aug. f213/«* lo. Jaa./Mei 1889 f22.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 3