Yoor de verkiezing van een iid van den ge meenteraad, als volgt: le bureau: Voorzitter, Waller, Sneltje9. 2e u Bijvoet, Figee, Stolp. 3e Von Reclcen, Lodewijks, Stoel. 4e u Berkhout, v. Weel, Be Haan. Niets meer aan de orde zjjnde, sluit de Voor zitter de vergadering. Het //Nederlandscli Tooneel» nam Vrij dag op waardige wijze afscheid van het Haarlemsche publiekdoor als laatste abonnemeutsvoorstelling van het afgeloo- peu seizoen te geven //Otello, de Moor van Venetië», van Shakespeare, metrisch vertaald door mr. Jacob van Lennep. Na mevr. Frenkel in //Tosca» te hebben zien schitteren met haar dramatisch taleut, waren wij begeerig ook den heer Louis Bouwmeester in deze tragédie zijn krach ten in dezelfde richting te zien ontvou wen, en zeker werd niemand teleurgesteld, daar geen drama zich hiervoor beter leent dan het gisterenavond opgevoerde. De groote dramaturg, die het stuk schiep, geeft ons een diepe karakterstudie te aan schouwen: Otello, wien de beschaving der bloeiende Venetiaansche Republiek der middeleeuwen slechts gedeeltelijk het ruwe Moorsche karakter heeft doen afleggen, dat zich uit in hartstochtelijke ontboeze mingen van liefde en haat. Desdemo na, de edele, volgzame gade van Otello, dien zij op onuitsprekelijke wijze mint. De laag hartige Jago, die door listige kuiperij het huwelijksgeluk van beiden komt verstoren, ten eiude zich zeiven eer en aanzien te ver schaffen. De oprechte Cassio,het onschuldig slachtoffer van Jago, die met innige genegenheid voor zijn heer bezield, valt in de strikken, hem zoo listiglijk door Jago gespannen. Hoe gevoelde men zich door het eminente spel der vertolkers aan getrokken De heer Bouwmeester gaf ons den Moor te aanschouwen, zooals wij dat van hem konden verwachten, als de ruwe krijger bij wien slechts twee zielsuitiu gen mooglijk zijn, gloeiende liefde of doo- delijke haat. Mevr. S. Pauwels-vau Biene, zoozeer te bewonderen in haar waardig en zoo grijpend spel als Desdemoua, met deu heer Bouwmeester, gaf ons een samenspel te genieten, zoo schoon, dat men zich ge heel aan de werkelijkheid ontrukt gevoelde en met haar medeleefde. Niet minder boeide ons het spel van den heer van Schoonhoven als Jago, daar I onderhielden volkomen, maar zeide alleen het zink en niet het lood te hebben gestolen. Misschien hij, dat het laatste hem te veel n bezwaren. Wat er de oorzaak van is? ^Geldgebrek», zei de beklaagde. Het misdrijf werd gekwalificeerd als voortgezet misdrijf van diefstal, terwijl de subs. off. v. just, er op wees, dat in den laatsten tijd zoo talrijke diefstallen van lood en zink hadden plaats gehad en het zeer waarschijnlijk was, dat bekl. ook daarin de hand had gehad, daar hij her haaldelijk stukken lood en zink aan zekere vrouw M. had verkocht. De ambtshalve toegevoegde verdediger Mr. F. Willekes Macdouald erkende, dat de aan bekl. ten laste gelegde 3 diefstallen wettig en overtuigend waren bewezen, maar hij protesteerde er tegen dat de ambtenaar het O. M. bekl. zonder eenig nader bewijs ook van andere dergelijke misdrij ven betichtte. Eene dergelijke combinatie van bewezen en onbewezen beschuldigin gen achtte pleiter zeer verkeerd. Ten slotte riep de verdediger de cle mentie van de rechtbank voor den be klaagde in. Thans kwam aan de orde De inbraak in de Janskerk. In den nacht van 2 op 3 Maart j.l. begaf zich de kosteres van de Janskerk te elf uur ongeveer naar bed. Plotseling werd zij, het mag kwartier over twaalven of half een zijn geweest, wakker door on gewone geluiden. Zij hoorde duidelijk, hoe een bel die uitkomt op een platje bij bet raam van de kerk overging, niet alsof men er aan trok, maar alsof meu ze slechts even aanraakte. Toen hoorde zij een sprong en een geluid alsof men met een sleutel den deur trachtte te openen van het gan getje tusschen hare woning en de Janskerk. Er was geen twijfel mogelijkhet was een dief die trachtte in te breken. Spoedig hoorde de kosteres anuere geluideu. Er werd een ruit verbrijzeld, een raam opge schoven en tot driemaal toe gefloten. Later hoorde zij stommelen en daarna bleef alles stil: de inbreker was afge trokken. De dienstbode die door hare meesteres gewekt was, hoorde dezelfde geluiden. Zij beweert evenwel, dat zij ook heeft hooreu praten, en kreeg den indruk dat twee personen zich op het plat met elkaar waar hij den Moor door zijne giftige in blazingen in hartstochtelijke jaloezie doet1 ontvlammen. Even gaarne als hem bren gen wij ook den heer de Jong, als Cassio, de eer die dezen voor zijn uitnemend on gekunsteld spel toekomt. In de scène van de drinkpartij vooral was zijne opvatting bizonder gelukkig en had hij dan ook het gewenschte succes. Het matig applaus der talrijke toe schouwers mogen wij in geen geval aan nemen als maatstaf hunner gevoelens. De gespannen aandacht waarmede het stuk werd gevolgd, zij een stom maar meer pas send bewijs van waardeering der hooge talenten, die zij te aanschouwen kregen, dan een luidruchtig voetgetrappel, dat wel eens onaesthetisch den indruk van een schoon geheel komt verstoren. Roepen wij met de aanwezigen een har telijk //tot weerziens in den volgenden win ter» aan het Nederlandsch Tooneel» toe. Arr©M<&issGmen4.s-l&echtfean&ik TB HAARLEM zitting van 26 April 1888. Het eerst verscheen voor de rechtbank Th. v. D. die op 12 Januari een paar laarzen had gestolen. Door ongesteldheid van den getuige was deze zaak telkens verschoven geworden, maar, daar ze in een //goed vat» was, niet //verzuurd.» De subs. off. v. just, requireerde de veroordeeling van den beklaagde tot 7 dagen gevangenisstraf. Hierna werd een diefstal van lood en zink behandeld. G. A. van Campen te Haarlem, oud 19 jaar, was beschuldigd, van drie perceelen, de Waalsche kerk en twee particuliere woonhuizen, zich lood en zink te hebben toegeëigend en ten eigen bate verkoeht. Het zou dwaasheid zijn geweest, de aan klacht te loochenen, en de beschuldigde scheen dit in te zien. Althans hij bekende Natuurlijk werd spoedig de politie ge haald. De inspecteur Wijbenga stelde een onderzoek in en bevond dat in de consis toriekamer een ruit stukgeslagen en het raam hoog opgeschoven was. Het was dui delijk dat de dief (of dieven) hierdoor was binueugekomen. De brandkast in don hoek had hij getracht open te breken, maar vergeefs. Beter was dit gelukt met een andere kast, die linnengoed bevatte, maar de inbreker had dit er wel uitgeworpen doch niet meegenomen. Het was hem klaarblijkelijk om klin kende specie te doen en daarom was hij van de consistorie in de kerk zelf gegaan, en had een offerbus opengebroken, die daar stond. Toevallig echter bevond zicli ook hierin nagenoeg niets en moest de nachtelijke kerkganger dus met ledige han den aftrekken. Vóór hij echter heenging, had hij de brutaliteit op de muren in de kerk en in de consistorie oenige hatelijke volzinnen te schrijven, welke verrieden dat hij een dief van professie is, die altijd zijn kalmte bewaart. Maar deze regels waren het juist, die den schuldige aan den dag zouden bren gen. Nauwelijks toch was bij de justitie de zaak bekend of deze haastte zich, liet schrift op de muren te doen fotografeeren als kostbare leiddraad bij het onderzoek. Men koesterde reeds verdenking tegen een tweetal personen, W. van Duin en P. Liua, en nam beide derhalve in hech tenis, terwijl ten huize van den eerste eenige cahiers werden in beslag genomen om het schrift te coufronteeren. Aan het bureau van politie werd v. D. gelast iets te schrijven en deze verschillende schrifturen werden in handen gesteld van twee des kundigen, de heeren F. Allan en R. Luy- ten, leeraars aan de Rijkskweekschool alhier. Inmiddels was P. L. ontslagen, daar het der justitie was gebleken dat hij geen aandeel in de zaak had. Van Duin bleef ia de instructie hardnekkig ontkennen, ook toen de bewijzen tegen hem zich op stapelden en deze taktiek hield hij ook in de openbare rechtzitting vol. In een wijdloopig verslag kwamen de genoemde deskundigen tot de conclusie, dat het schrift van dezelfde hand was. De spelling der woorden in de verschil lende geschriften, de afstand tusschen de woorden en tusschen de letters, dat alles sluit met het geschrevene in de kerk. Beklaagde bleef echter ontkennen, ook toen een der gewichtigste getuigen a charge, Anna Snelders, verscheen. Deze was tijdens den diefstal in (le kerk bij] van D. in huis, en zij deelde mede dat deze in den avond van den 2en Maart met Lina is uit gegaan. Een paar uur later kwam deze laatste thuis en zei: //nou zit van Duin in de kerk!» en te half drie ongeveer kwam van Duin zelf weer thuis. Hij smeet een cent en een potloodje op de tafel en zeide: //dat is alles wat in de bus was». Ook heeft, volgens deze getuige, van D. toen gesproken over een brand kast, die hij niet had kunnen openkrijgen en over een ladder, die hij weggenomen had. Den volgenden morgen liet hij aan den arm een wondje zien en vertelde, dat hij iets op de muren had geschreven, waarop Kalis zeide: //Hoe heb je dat dur ven doenl» De mededeelingen van Lina komen hierop neer: Te tien uur is hij met van Duin uitgegaan. Deze had hem een touw en een paar breekijzers gegeven zonder hem te zeggen, waarvoor een en ander dieoen moest. Nadat zij samen een borrel gedronken en eeu eiudweegs omgeloopen hadden, kwamen zij aan de Janskerk en toen zeide Duin: //Geef mij het touw en de ijzers eens 1» Toen heeft Lina hem over de muur zien klimmeu en is daarop weg- geloopen. Toen van D. thuiskwam zeide hij: //Wat zullen de lijken wel gedacht hebben, toen ik processie hield in de kerk met een kaars!» Ook de verklaringen ran W. Kalis en zijn vrouw zijn voor beklaagde zeer be zwarend. Niettemin loochende hij alles met een stalen voorhoofd. Met allerlei uitvluchten en verdachtmaking van ge tuigen trachtte hij zich schoon te wasschen en had daartoe zelfs een getuige a décharge doen oproepen, van wie hij de verklariug verwachtte, dat hij den bewusten nacht daar had doorgebracht. Deze getuige ver klaarde evenwel dat hij (laar niet was geweest, zoodat deze poging om een alibi te bewijzen, mislukte. Na een zeer uitvoerige toelichting nam de subs. off. V. just, zijn requisitoir, dat luidde: veroordeeling tot 8 jaar gevan genisstraf. De ambtshalve toegevoegde verdediger mr. H. J. D. D. Enschedé betwistte de geloofwaardigheid der hoofdgetuigen en wees iu de verschillende schrifturen eenige punten van verschil aan. Hij concludeerde tot vrijspraak. Na re- en dupliek werd de uitspraak bepaald op heden over 8 (lagen. hechtenis; G. J. Cz., timmerman te Wor- mer, D. Y., schilder te Beemster, mis handeling, ieder 7 dagen gev.J. D arbeider en P. E., visscher te Wormer, diefstal, ieder 1 maand gev.; A. B. Az., tuinder te Heemskerk, strooperij, 3 dagen gev.; J. K., en H. K., kooplieden te IJmuiden, mishandeling, ieder 110 boete subs. 3 dagen hechtenis; P. H. D., aard- werker te Jan-Gijzen vaart, diefstal, vrij gesproken; G. B. en K. S., te Hoorn, verduistering, de eerste 3 maanden gev.; de tweede vrijgesproken. Nog werden behandeld de navolgende zaken G. D., bakkersknecht te Haarlemmer- 3er, vernieling, req. 14 dagen gev.; B. S., tuinder te N. Amstel, diefstal, req. 3 d. gev.J. v. D., werkman te Edam, be delarij, req. 12 d. hecht, en opzending naar een Rijks-werkinrichting gedurende een jaarP. L. v. d. Y. arbeider te Zaan dam, zaakbeschadiging, req. f 10 boete, subs. 6 d. hecht.; H. II., J. G., en C v. d. W., pelders te Zaandam, dronken schap en weerspannigheid, req. voor allen 7 d. gev. en voor de beide eersten boven dien f 5 boete subs. 3 d. hecht.; G. K.: huisvr. van J. K., C. K. en J. K. te Zaandam, rnisli., req. 5 d. gev. voor ieder; J. de H. te Heemstede, weerspannigheid, req. 14 d. gev, In deze zitting werd uitspraak gedaan over de zaken, vermeld in //Haarlem's Dagblad» van 20 en 23 dezer. W. P. v. C.; C. B.; en A. B. v. C. de eerste 2 jaar in een opvoedingsgesticht, de 2 overigen vrijgesproken; O. L. zonder beroep te Haarlem, diefstal 1 jaar gev.; C. B., werkman te Haarlem, diefstal, maanden gev.; H. V VISSCHER) J. Nieuwediep, 26 April. Tien bor ders brachten heden 10 tot 30 tongen, 3 tot 8 mandjes kl. schol en 3 mandjes schar ter afslag, terwijl door trekkersboo ten 110 tal haring en 1 zalm werden aangevoerd. Tong gold 60 cents per stuk, kl. schol f2, a f 3 per mandje, schar f 1.50 per mand, haring 55 a 80 cents per tal en de zalm f 15. Ingekomen aanvragen van werk zoekenden bij de Arbeidsbeurs aan het bureau van Haarlemss Dagblad machinist, 1 bankwerker. Ingekomen aanvragen van werk gevers1 loopjongen. Ter verbetering van den water weg tusschen Haarlem en httNoord- ;eekanaal is men thans nabij Spaarn- dam begonnen met het wegruimen van een zandbank, die zich in de bestaande vaargeul bevindt. De schietoefeningen met torpedo's aan zijkanaal F bij Halfweg, gaan thans geregeld van Maandagmorgen tot Vrijdagmiddag voort. Op 800 M. afstands van den af- schietstijger beiindt zich een zwaar ijzer netwerk, waartegen de torpedo die de geheele ruimte doorloopt, zijn loop eindigt. Op afstanden van 200 M. bevinden zich gewone net ten in het kanaal, waardoor men den diepgang der projectielen kan bepalendaar zij in deze netten openingen boren. De oefeningen lokken talrijke toe schouwers, die echter allen teleur gesteld weder vertrekken moeten, daar op de terreinen en in de ge bouwen niemand mag worden toe gelaten. Woensdagmiddag had de heer mr. P. N. Engelberts, burgemeester der gemeente Zandvoort, deu kinderen van de o. 1. school aldaar een feest bereid. Toen de burgemeester de zaal, waar het feest zoude plaats hebben, binnentrad, werd hem door de kinderen een welkomstlied toe gezongen. De feeetgever antwoordde daarop o. a., dat ook hij wenschte, evenais in het lied stond uitgedrukt, dat onder zijn bestuur liefde en vrede in Zandvoort mogen wonen. De kinderen werden ruimschoots ont haald. Des avonde te 8 uren werd aan de leden der eerewacht, die den burgemeester den 15den December jl. had ingehaald, ook een feest aan geboden. LETTEREN EN KUNST. De gewezen orkestdirecteur van het Holl. operagezelschap te Amsterdam, de heer De la Euente, houdt thans zijn ver blijf te Londen. Na zijn plotseling ver trek is sedert jl. Zaterdag de leiding van het orkest voorloopig opgedragen aan deu tweeden dirigent, den heer Mönck. Mad. Albaiii heeft voor het vol gende jaar een engagement aangenomen voor een concertreis door Amerika; tegenspraak met alle vermoedens, zal men de vermaarde zangeres in de eerste twee jaren alzoo hier niet terugzien. Ill IVIV 15IV I, A N I). De koninklijke familie is voornemens om, indien het we der dit toelaat, tegen 15 Mei e. k. verblijf te gaan houden op het Loo. Op uitnoodigiug van den Spaanschen zaakgelastigde bij ons Hof, markies de Guirior, heeft zich eeue commissie gevormd ter behar tiging der belangen van Nederland- sche inzenders voor de tentoonstel- ing te Barcelona, welke commissie door het comité aldaar erkend is als de eenige commissie voor Ne derland. Ter verkrijging van geheel koste- looze tentoonstelling der intezenden voorwerpen, hebben talrijke bemoei- ÏDgen plaats gehad, die groot op onthoud van de zijde van het uit voerend comité te Barcelona hebben veroorzaakt. Het is thans evenwel aan de Nederiandsche commissie gelukt, van het comité te Barcelona 5e beschikking te verkrijgen over honderd vierkante meters in hetten- tooustellingsgebouw, welke opper vlakte geheel kosteloos wordt afge staan. et inbegrip van al de kos ten van installatie, bewaking, enz. Van deze geheel buitengewone ge legenheid kan gebruik gemaakt worden door beu, die bereid zijn, hunne intezenden voorwerpen gratis aau het tentoonstellingscomité te Barcelona af te s'aan. Verschillende inzendingen zijn op dien voet reeds toegezegd. Binnen enkele dagen zullen na dere bijzonderhedeu worden bekend gemaakt door de Nederiandsche com missie, dis samengesteld is uit de heeren dr. L. Mulder, A. Storten beker en B. de Vries allen te 's Hage, respectievelijk als voorzitter, onder voorzitter tevens penningmeester en secretaris, en ds heeren dr. A. T. van Aken, L. André, C. A. Eckstein, allen te 's-HageJ. van der Keilen, te Rotterdam G. Visser Bzn., te Schiedam, enP.É.L. Wal deck te Loosduinen. (Avondp.) De inspecteur van den Waterstaat in de eerste inspectie J. F. W. Conrad is tijdelijk belast met de waarnemiug van die betrek king iu de tweede inspectie, laatste lijk vervuld door wijlen den inspec teur Rose. De Nederl. Slachters-Coi rant schrijft «Nieuwe concurrentie hebben de te wachten door den ONDERWIJS. Akte-exameus te Amsterdam, 26 April Toegelaten zijn de dames M. A. L. Jolles, J. E. J. Bok en W. H. L. M. Onrust, allen van Amsterdam. Akte-examens te 's Hage, 26 April. Geëxamineerd 8 candidaten voor de akte als onderwijzer. Toegelaten de heeren H. slachter te Oost-1 Brinkman, J. Ch. Vintges en A. J. Oost huizen, mishandeling, f 25 subs. 10 dagen dan, uit 's Hage. invoer van ontzaggelijken voorraad spek uit Denemarken. Volgens ve ler bewering zal de prijs nog lager zijn dau van het Amerikaansche en munt de kwaliteit uit boven laatst genoemde. Voorzeker geen aangena me tijding voor diegenen van onze collega's, welke met een kelder vol spek op den goeden tijd zitten te wachten. «Ons bevreemdt de houding dei Regeering, die, hoewel de varkens pest in Denemarken gewoed heeft, volstrekt geene maatregelen heeft genomen om den invoer van var- kensvleeschproducten, afkomstig ui dat Rijk, te verbieden». haar mond zich verscherpte, zal bet voor mij tijds ge noeg zijn om te verklareD, hoe het in mijn bezit ie gekomen. Op dit antwoord scheen de rechter niet voorbereid; hij was geheel verbluft. Weet gij wel, wat gij u door dit antwoord op den hals kunt halen? Zij boog het hoofd en antwoordde: Tot mijn spijt moet ik u zeggenja mijnheer. De hand van den heer Gryce speelde zaehtkens met een der kwasten van het venstergordijn. Blijtt gij bij uwe weigering? Zij bleef op dezen vraag geruimeu tijd het stilzwijgen bewaren en de rechter scheen het niet gewenscht te achten, verder aan te dringen. Het was nu duidelijk, dat Eleonore Leavenworth niet al leen zich vast had voorgenomen bij haar verdedigingstelsel te volharden, maar zich ook volkomen bewust was van den hachelijken toestand, waarin zij zich bevond en dat zij bereid was de gevolgen daarvan af te wachten. Zelfs haar nicht, die tot dusver bijna volkomen kalm was gebleven, begon nu hoe langer hoe meer hare bedaardheid te verliezen, ja, toonde zich zeer ongerust. Zij vond het blijkbaar geheel iets anders, zelve eene beschuldiging te uiten, dan deze te lezen uit de gelaatstrekken van hen, die in hare nabijheid zaten. Het is immers zoo, miss Leavenworth, hernam de rechter van batterij veranderende, dat gij altijd vrijen toe gang hadt tot de vertrekken van uw oom? Ja, mijnheer. Gij hadt dus desnoods zijn kamer des avonds laat kunnen binnentreden en hem naderen, zonder dat hem dit het hoofd zou hebben doen omwenden? Ja, zeide zij, de hand pijnlijk samendrukkende. De sleutel van de bibliotheek wordt vermist, miss Leavenworth. Geen antwoord. Een getuige heeft verklaard dat gij, voor dat de moord bepaald ontdekt werd. beproefd hebt naar binnen te gaan. Stak de sleutel toen nog in het sleutelgat Neen. Zijt gij daar zeker van? Ja. Was er aan die sleutel iets bizonders, wat den vorm of wat de grootte betreft? Bij deze vraag trachtte zij te vergeefs een plotselinge ontroering te onderdrukkenzij zag angstig om naar de groep knechts en meiden achter haar en zeide toen op be klemden toon Hij verschilde iets van de anderen. In welk opzicht Het handvat er van was gebroken. Ah zoo, mijne heeren, het handvat was gebroken, zei de rechter met een veelbeteekenenden blik naar de jury De heer Gryce scheen aan deze mededeeling bizonderi aandacht te wijden, want hij knikte herhaaldelijk op zijl eigenaardige geheimzinuige manier. Gij zoudt dien sleutel dus herkennen, wanneer hij getoond werd, miss Leavenworth? Ik denk ja, mijnheer. Zeer goed, zeide hij, met de hand een beweginf makende, ten teeken dat haar verhoor was afgeloopen. Gij hebt de getuigenissen gehoord van al de bewoners vai dit huis, mijne heeren, ging hij voort tot de jury-leden en.... Hier naderde hem de heer Gryce voorzichtig en langzaam en legde met nadruk de hand op zijnschou der. Een oogenblik, zeide hij, en zich voorover hui gende, fluisterde hij den rechter een paar woorden in oor. Daarop weer zijn vorige houding aannemende, stak hi de rechterhand in den borstzak en bleef toen onbeweeglijl staren naar den kandelaar. Wordt vervolgd.1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 2