TreaiiÈ Zitting t Me Kamers
en in aangrenzende gewesten zoo
heerlijk heett ontwikkeld.
In 1864 kwam de eerste oogst
hier aan, bestaande uit 50 pakken
tabak ter waarde van f4000. De
oogst van 1886 vertegenwoordigde
reeds eene waarde van 32 millioen
gulden. Men berekent dat in het
geheel van Sumatra van 1864 tot
1887 bijna 96.000 pakken zijn aan
gevoerd, ten bedrage van bijna 200
millioen gulden.
Volgens het handboek voor cul
tuur-ondernemingen in Ned.-Indië,
dezer dagen bij J. H. de Bussy
verschenen, bedraagt het getal ta
baks plantages op de Oostkust van
Sumatra reeds 160.
De Nederlandsche Cric
ket Bond zal dit jaar zijn wedstrijd
houden te Rotterdam.
De heer J. W. Brederode,
stationschef van het Rijnspoor te
Amsterdam vierde Dinsdag onder
vele blijken van belangstelling zijn
zilveren ambtenaarsfeest. Vele blij ken
van belangstelling vielen hem ten
deel. Van de beambten ontving hij
o. a. een keurig salon-ameublement.
De artisten van het Nederlandsch
Tooneel schonken hem, uit erken
telijkheid voor de welwillendheid
die zij van den stationschef bij hunne
herhaalde reizen langs den Rijnspoor
weg ondervonden, bij deze gelegen
heid een smaakvol aandenken van
cuivre poli.
Het Vijftigjarig Bestaan van
Natura Artis Magistra
1838—1888.
II.
Eeu grootsclien, prachtigen aanblik le
vert de raonumentals decoratie voor den
hoofdingang van den Tuin, over welke
wij in on8 vorig nummer uitweidden. De
schoone laan achter het decoratief wordt
gedurende de feestavonden fantastisch met
Japansche ballons verlicht.
Reeds dadelijk bij het binnentreden van
den tuin wordt het oog getrokken door
een in gouden glans schitterenden tempel,
opgericht op het eiland in den grooten
vijver der ganzen en eenden. Een ander
niet minder fraaie en kostbare decoratie
is aangebracht in de vestibule van het
hoofdgebouw, waarvan de deuren geopend
worden bij feest- en hoogtijden, en waar
ook de feestgenooten door bestuur eu feest
commissie ontvangen werden.
Aan den ingang (Middellaan) prijkt een
tableau, een bronzen bas-relief met figu
ren, die verschillende natuurwetenschap
pen voorstellen en geplaatst zijn boven
een marquise van rood fiuweel met af
hangende gouden franje.
Rechts van de vestibule is de zooge
naamde Koningszaal, aldus genaamd uaar
een welgelijkend portret ten voeten uit
van Z. M. Koning Willem III, geschil
derd door Pieneman.
Even eenvoudig als de kleine restau
ratiezaal is de groote ledenzaal versierd,
waarin de feestcantate werd uitgevoerd.
Aan weerszijden van den opgang naar
het orkest prijken de levensgroote busten
vau Koning Willem en Koningin Emma.
In de fraaie bibliotheek is een zeer
eigenaardige tentoonstelling georganiseerd.
Er zijn namelijk etalages, aan de eene
waarvan op zwart fluweel achter glas 29
zilveren eu 14 goudeu medailles en pen
ningen gehecht zijn, waarmede het Ge
nootschap werd bekroond of van wege
vorstelijke personages werd begiftigdaan
de andere de bij deze medailles behoo-
rende diploma's en getuigschriften.
Vermelden wij nog dat al deze deco
raties ontworpen en onder toezicht en me
dewerking uitgevoerd werden door de
heeren prof. B. Wijnveld, W. Hekking,
C. E. van Kesteren en Prot Jr.
III.
De feestviering.
Van de torentransen en uit vele wonin
gen der hoofdstad wapperde Dinsdag
de vlag.
De plantage was geheel in feestgewaad
gestoken. Geen huis waaruit niet de Ne
derlandsche kleuren woeien. Boven alles
uit, vertoonde zich de lange rij masten langs
het terrein.
Reeds vroeg, wal een uur vóór den
bepaalden tijd, waren trams met genoo-
digden gevuld en rolden de rijtuigen de
Middellaan door. Men maakte queue, want
velen wilden de eersten zijn, uit vrees dat
een grooter getal kaarten was afgegeven
dan er plaats was.
Te 11 uur was de commissie van ont
vangst op haar post aan den hoofdingang.
Zij geleidde de genoodigden naar de ge
hoorzaal, waar het bestuur van „Artis",
de heeren Van Hoorn, Beuker, Wester
man enz. recipieerden.
Tegen half twaalf werden de leden, die
kaarten bekwamen, binnengelaten en naar
de gehoorzaal geleid, waar tegen 12 uur
de genoodigden op de gereserveerde plaat-
seu verschenen, voor wie gezamenlijk als-
nu prof. B. J. Stokvis als feestredenaar
optrad.
Onbeschrijfelijk en onvergetelijk noemde
spr. de bekoring, die de levende natuur
op den mensch uitoefent, die ons tot be
wondering stemt, maar tot erkenning van
verwantschap noopt bij het aanschouwen
der bonte, rijke en grillige dierenwereld,
die als wij zoekend, denkend, voelend,
zorgend is, zich als wij zichtbaar verweert
als zij aangevallen wordt, en overigens
als wij, zingt van liefde en schoonheid der
schepping.
Ten allen tijde en overal spreekt zich
die verwantschap tusschen mensch en dier
uit. In het oudste Indische epos, in de
Ramayana; iu de Zenda vesta, in de boe
ken der Egyptische sterrekundigen (dieren
riem), overal openbaart zich de dichterlijke
gedachte, dat er door heel de schepping, van
het gevleugelde insect tot aan den heer
der schepping, een draad loopt, die allen
aaneenschakelt, welk denkbeeld in de my
thologische voorstellingen van Ibis en
Apis, van Sphiuxen, Centaurussen en Mi-
notaurusseu plastisch belichaamd wordt
en aesthetische uitdrukking verkrijgt. Ja
in de fabelen van Aesopus, Phoedrus,
Lafontaine, in het dierenepos van den Vos
Reiuaerde, wordt het bewustzijn gewekt,
dat de dierenwereld slechts eene afscha
duwing is der menschenwereld, die ons
nooit vreemd wordt. Het kennen, begrij
pen en weten nu van al wat op die
dierenwereld betrekking heeft heetzoö
logie.
Aan Engelaud en Nederland bleef de
ernstige studie dezer strenge wetenschap
voorbehouden. Met der daad bewezen zij,
dat de geheimzinnige bekoring die uit
elk levend dier tot ons spreekt, dienstbaar
kan worden gemaakt aan de behoeften
der wetenschap, zoodat in 1829 de //Zoo
logical Society", eene vereeniging van
eeuvoudige gelijkgezinde Londensche bur
gers, die de dierenwereld lief hadden ea
de wetenschap der dierkunde vereerden en
9 jaren laler de Amsterdamscke sociëteit:
z/Natura Artis Magistra" werden opge
richt.
Het halve eeuwfeest van dit Genoot
schap is een feesttij der wetenschap van
het levender Biologie, in Nederland en
daar buiten.
Hierna herinnerde spreker hoe het jaar
der oprichting samenviel met de belang
rijke ontdekking van Theodor Schwann,
die de theorie van de cel schiep, en daar
door de geheele leer van het leven her
schiep en voor altijd den hechten grond
slag legde voor de kennis van het levend
dierlijk organisme.
Merkwaardig is datzelfde jaar, omdat
nu juist 100 jaren geleden in Parijs een
man stierf, die op het gebied der Zoölo
gie een naam verwierf, zooals niemand
vóór hem, wiens genie de majesteit der
natuur evenaardde, die met zijn uitnemend
versneden pen de geheele levende dieren
wereld zoo wist te schilderen, dat hij den
lust tot keunis en onderzoek der levende
natuur opwekte en wist te doen onder
houden, nl. //Louis Comte de Bufïon".
Hierna werd opgesomd wat door het
Genootschap alzoo ten bate der natuur
lijke geschiedenis eu der dierkuude in
eigen kring en naar buiten is gedaan en
nog steeds wordt gedaanhoe het de
zalmteelt bevorderthoe het medewerkte
en bijdroeg tot de oprichting van zoölo
gische stations en de tochten van de
//Willem Barents"; hoe het de door de
Parijsche commune verrallen //Jardin d'ac-
climatation" te hulp schoot, maar bovenal
wat het Genootschap was voor het voor
malig //Athenaeum Illustre", waaruit de
Universiteit voortkwam, wier dank thans
wordt gebracht in den geurigen en schit
terenden ruiker, door spreker, een oud
Amsterdamseh student, aangeboden, in
welken ruiker die dank de plaats inneemt
van het hemelsblauw //Vergeet mij niet".
Die Universiteit zal nooit vergeten, dat
het Genootschap menige belangrijke ver
zameling, als van Vrolik, voor de hoofd
stad wiet te bewaren en hoe dit Genoot
schap steeds zijn schatten aan het hooger
onderwijs leent.
//In dien ruiker van erkentelijkheid,
zeide spr. dien de wetenschap der
natuur, het vaderland, de hoofdstad u
heden bieden, vlecht ook de nationale
beeldende kunst met innige dankbaarheid
en opgewektheid hare betooverende gaven."
Spreker eindigde met een heilgroet aan
het Bestuur, inzonderheid aan den eenig
overgebleven stichter dr. Westermau, den
zorgenden vader voor de beoefenaren der
wetenschap, den onbezweken kampvechter
voor bet ware, schoone en goede, een rid
der zonder vrees of smet, het voorwerp
van trouwe vereering eu ongeveinsde be
wondering, zooals hij dat steeds in zijn
geheele leven is geweest.
Deze rede en vooral het slot lokte een
storm van toejuichingen uit.
Te 2Vs ureu werd in de groote zaal
de feestcantate uitgevoerd en was er con
cert voor het aquarium. Te 4 ure werd
het Ethuographisch Museum geopend,
waarover later meer, waarop de genoodig
den zich te 6 uur aan tafel begaven en
te 8 uur het instrumentaal concert in den
tuin bijwoonden.
De uitvoering der cantate van Daniël
De Lange, woorden van Alberdingk Thijm,
welke Maandag ten half 3 plaats had,
maakte een uitmuntenden indruk. Onder
de aanwezigen merkte men op Boudler
Charpe, secretaris van het Britsch museum
te Londen, Bartlet, directeur vau den
Zoöl. tuin te Londen, voorts de directeu
ren van de tuinen te Parijs, Gent, Ant
werpen, Rotterdam, 's-Hage enz.de hee
ren ministers Mackay, Keuchenius en Ruys
van Beerenbroekde minister van Staat
Heemskerkde Burgemeester en het Da-
gelijksch Bestuur van Amsterdam.
Met 1 Juni a. e. wordt de
rijksveldwachter der 3e klasse J.
Vau Doesburg van Rijp naar Hoorn
verplaatst.
Bij de brug over het Ka
naal aan de Javastraat te 's-Hage
viel Maandagavond een tandem,
waarop een jonge dame en een beer
waren gezeten, te water. Gelukkig
lag er een schuit in de nabijheid,
waarop verschillende personen zich
begaven om hulp te verleenen. De
velocipedisten kwamen er dus met
den schrik en een nat pak af. Zij
haastten in zich een rijtuig naar huis.
Ook hun rijwiel werd gered.
Te Rotterdam zal een
nieuwe anti-liberale kiesvereeniging
worden opgericht. De aanleiding
hiertoe is de oneenigheid welke
heerscht zoowel in de R. K. kies
vereeniging «Recht en Orde», als
in de antirevolutionaire kiesver
eeniging «Nederland en Oranje».
Zakkenrollen op een kerk
hof. Terwijl Maandagmorgen de
te-aardebestelling plaats had van
den ougelukkig vermoorden knecht,
uit de branderij der heeren Blan-
kenheim en Nolet te Rotterdam,
trachtte een zakkenrolster onder de
zeer talrijke schare belangstellenden
haar handwerk uit te oefenen. Zij
werd evenwel door de politie op
heeterdaad betrapt.
Te Nijmegen geraakte
een elfjarig knaapje onder een kar
en kreeg daardoor zulke kneuzingen
dat het spoedig overleed.
De 14jarige Anthonius
Theunissen te Maastricht, die op
17 April 11. een meisje van 9 jaar
met levensgevaar uit de Zuid-Wil
lemsvaart redde, heeft van den ge
meenteraad een gratificatie van f 25
gekregen, met bepaling dat die som
bij de stedelijke spaarbank zal wor
den bleged en met den verschenen
interest aan Theunissen zal worden
uitbetaald, wanneer hij den leeftijd
van 23 jaren zal hebben bereikt.
Uit Borger wordt van 30
April gemeld:
Heden ochtend ten 4 ure was in
de veenderijen te Nieuw-Buinen en
Buinerveen alles in rep en roer. On
der vreeselijk alarm, gemaakt door
het huilen in klompen, hetwelk
vroeger eiken Zaterdagochtend plaats
had, als een teeken dat üe laatste
werkdag der week begroet werd,
kwamen nu de arbeiders bijeen, om
de werkstaking te beginnen. Reeds
Donderdag en Vrijdag was aldaar de
toestand niet «zuiver» meer. Bij den
tocht, heden ochtend door het veen
gedaan, werd van die arbeiders,
welke niet tot oproerige beweging
gezind waren, het gereedschap aan
stukken geslagen en werden zij ge
dwongen, aan den tocht deel te ne
men. Daarop gingen zij den Buiner-
mond langs trekken. Onder het
zwelgen van jenever nam de opge
wondenheid toe. Allen, die tot werk
staking ongezind zijn, werden be=
dreigd met vernieling hunner goe
deren, aan welke bedreiging, vol
gens de jongste berichten, tot nog
toe geen gevolg is gegeven. Heden
namiddag is eene vergadering van
arbeiders belegd, welke bij de kerk
der Hervormden zal plaats hebben.
De menigte der werkstakers groeit
steeds aan. Men zegt dat er arbei
ders uit andere streken naar hier
gekomen. De politie van hier is
derwaarts vertrokken.
Uit Beets en Ter Wispel
wordt gemeld dat de arbeiders in
de Venen ook daar het werk ge
staakt hebben en loonsverhooging
eischen. Ten getale van 200 trok
ken zij Maandag naar Gorredijk
met geïmproviseerde roode vlaggen
en onder het zingen van allerlei
liederen. Rijksveldwachters en poli
tie uit Gorredijk bewaarden de orde.
Een verzoek om meer loon tot de
bazen, werd afwijzend beantwoord
waarop de werkstakers aftrokken
onder bedreiging den volgenden dag
in dubbelen getale terug te zullen
komen.
Het detachement infan
terie, dat onder aanvoering van den
len luitenant J. W. Draaijer aan
de Dedems vaart verblijf hield om
er de orde te helpen bewaren, is
Maaudagmiddag te Deventer in gar
nizoen teruggekeerd.
De Vereeniging voor
volksvermaken te Groningen heeft
besloten in Juni een groot kinder
feest te organiseerenop 2 Augus
tus, den verjaardag der Koningin,
volksspelen te doen houden; en 28
Augustus met meer dan gewonen
luister te vieren, niet enkel met
eene harddraverij en vuurwerk
maar ook met een grooten reclame
optocht. In September een vlieger-
of roeiwedstrijd.
WETGEVENDE MACHT.
De stoet welke Dinsdag op statelijke wijze naar
het gebouw van de Tweede Kamer trok, was al
dus samengesteld
Een piket cavalerie; 1 galarijtuig waarin de
commissie vau ministers, belast met de opening
der Kamers in naam des Konings.
In het eerste dier drie rijtuigen waren geze
ten de ministers van Financiën, Koloniën, Wa
terstaat en Marine; in het tweede de ministers
Tan Oorlog en Justitie; in het derde de minis
ters van Binnen- en Buitenlandsche Zaken.
De stoet werd wederom door een piket huza
ren gesloten.
Langs elk portier der rijtuigen gingen twee
lakeien.
Do trein ging den gebruikelijkcn wog, nl. van
het paleis, door Noordeinde, Hoogstraat, Gra
venstraat, Buitenhof naar het Binnenhof, terwijl
de terugtocht langs Binnenhof, Vijverberg,Voor
hout, Plaats en Noordeinde werd ondernomen.
Zijne Excellentie de minister van Koloniën
was gekleed iu het kostuum van lid van den
Raad van Indië, de ministers van Oorlog en Ma
rine droegen respectievelijk de uniformen der
artillerie en marine; de overige ministers waren
in ambtsgewaad.
De vergaderzaal vertoonde eon half uur voor
de opening een tooneel van levendigheid en be
drijvigheid door het allengs aankomen van de
leden, die ten slotte in de middenruimte een
dichte bewegelijke groep vormden, waarvan een
groot gedruisch uitging tengevolge van de ge
sprekken, die de oude kennissen met hunne
vrienden, de nieuwelingen met de hun voorge
stelde afgevaardigden aanknoopten.
Onder liet publiek dat voorai op de publieke
tribune geen plaats onbezet liet, hccrschtc groote
nieuwsgierigheid om de leden der Kamers te
kennen.
De leden van heide Kamers waren zeer talrijk
opgekomen. De afgevaardigde Domcla Nieuwen-
huis was er niet.
De griffier der oude Tweede Kamer, de heer
Veegens, was niet meer in functie en nam onder
zijne medeleden plaats.
Bij het binnentreden van de commissie van
ministers, voorafgegaan door 's Konings kamer
heer-ceremoniemeester, baron De Constant Re-
becque, volgde eene eerbiedige stilte.
De ministers werden in- en uitgeleid door de
leden der Eerste Kamer de heeren Van Swinde-
ren, Magnë, Insinger en Donker, benevens die
der Tweede Kamer de heeren T. Mackay, Roo
seboom, Goekoop en Vau Bijlandt.
Zoowel op den heen- als terugweg stond het
Binnenhof vol nieuwsgierigen.
op Dinsdag den 1 sten Mei 1888,
tot opening van de zitting der nieuwe
Kamers van de Staten-Generaal.
De heer mr. W. A. A. J. baron Schimmel
pen niuck van der Oye, die den voorzittersstoel
bekleedt, opent, nadat de leden der beide Kamers
zich in de zaal, bestemd voor de zittingen der
Tweede Kamer, vcrcenigd hadden, tegen halfeen
uur de vergadering, eu laat een koninklijk be
sluit van den 25ston April 1S88, no. 3, hou
dende zijne benoeming tot Voorzitter der Eerste
Kamer gedurende de aanstaande zitting, door den
griffier der Kamer voorlezen.
De Voorzitter, aan wien dientengevolge, over
eenkomstig het voorschrift van art. 108 der
Grondwet, het bestuur der vergadering is opge
dragen, benoemt eene commissie, om de com
missie door Zijne Majesteit den Koning benoemd
tot opening dezer Vergadering, bij hare aan
komst in het gebouw der Staten-Generaal te
ontvangen en in- en uitgeleide te doen.
De heeren ministers, die do commissie tot
opening uitmaken, cu zich op statelijke wijze
naar het gebouw van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal hebben begeven, worden, na een
kort tijdsverloop aldaar aangekomen, in de ver
gaderzaal binnengeleid.
De heeren ministers plaatsen zich voor den
troon.
De lieer Mackay, minister van Binncnlandsche
Zaken, houdt de volgende rede:
Mijne Heeren!
iiDe Koning heeft ons opgedragen deze
zitting van de Staten-Generaal te openen.
„Na het tot stand komen van de Grond-
wetsherziening heeft het vorig Kabinet
gemeend zijne taak als geëindigd te moe
ten beschouwen en heeft het den Koning
behaagd een nieuw Ministerie te benoe
men, dat thans voor de eerste maal bet
voorrecht heeft de vertegenwoordigers des
volks te ontmoeten.
//De groote belangstelling, bij de ten
gevolge der invoering van do gewijzigde
Grondwet gebonden verkiezingen aan den
dag gelegd, bewijst dat de op uitgebreide
schaal verleende kiesbevoegdheid, ook door
de thans voor bet eerst opgeroepen kie
zers, zeer op prijs wordt gesteld.
z/De uitslag der verkiezingen beeft op
nieuw getoond de in den lande levendige
begeerte, dat bij de regeling van bet volks
onderwijs rekening worde gehouden met
bet christelijk bewustzijn van bet Neder
landsche volk.
u's Konings Regeering, het openbaar
onderwijs als een voorwerp harer aanhou
dende zorg beschouwende, zal trachten,
binnen de perken der Grondwet, belem
meringen, die tot nog toe der ontwikke-
keling van bel vrije ouderwijs in den
weg staan, zooveel mogelijk uit den weg
te ruimen.
Totdat ik ten laatste dit vond, zeide hij, en de palm
van zijn breede hand openende, toonde hij mij een sleutel
met gebroken handvat.
X.
DE HEES GRYCE ZEI DE SCHROEVEN VASTER AAN.
Bij 't vernemen van deze ontdekking overmeesterde mij
een gevoel vaD groote smart. Het was dan waar, Eleo-
nore, de schoone, de beminnelijke Eleonore was.... ik ge
voelde mij niet in staat den volzin zelfs in mijn gedachten
te voltooien.
Gij zijt verbaasd, zeide Gryce, op eigenaardige wijze
naar den sleutel kijkende, ik in geenen deele. Eene
vrouw, en vooral een vrouw als miss Leavenworth, geeft
geen blijken van buitengewone aandoening en valt niet in
zwijm, of zij moet daar wel degelijk reden toe hebben.
Mij komt het daarentegen voor, antwoordde ik,
dat een vrouw, die tot zulk een feit in staat is, niet zal
bezwijmen en van haar stuk geraken. Wees zoo goed mij
dien sleutel eens te laten zien.
Het is zonder twijfel dezelfde, dien wij zochten,
zeide Gryce, dadelijk aan mijn verzoek voldoende.
Indien zij echter zegt, dat zij onschuldig is, zal ik
haar toch gelooven, antwoordde ik, hem den sleutel
teruggevende.
Gij stelt al zeer veel vertrouwen in de vrouwen,
zeide hij. Ik wil hopen dat uwe verwachting in haar
niet beschaamd wordt.
Daar ik niet dadelijk wist, wat hierop te antwoorden,
volgde een korte poos van stilte, die werd afgebroken door
Gryce met de opmerking, dat hiermede deze zaak niet ge
ëindigd was.
Ga naar boven Fobbs, ging hij voort, en ver
zoek miss Leavenworth, beneden te komen. Maak haar niet
beangst, maar zorg alleen dat zij u volgt. De receptie
kamer, voegde hij er bij, toen Fobbs heenging om zijn
bevel ten uitvoer te brengen.
Zoodra wij alleen waren keek ik rond naar Mary, ten
einde opnieuw met haar te praten, maar de krachtige hand
van Gr;, ce verhinderde mij dat voornemen uit te voeren.
Blijf liever hier, en luister aandachtig, zeide hij
fluisterend. Zij zal wel zoo dadelijk beneden zijn; ik
geloof dat gij 't best deedt met toe luisteren.
Ik zag aarzelend ter zijde; maar het vooruitzicht, dat ik
Eleonore opnieuw zou aanschouwen was mij te sterk. Ik
verzocht hem een oogenbük te wachten, terwijl ik mij bij
Mary ging verontschuldigen.
Wat is er, is er iets voorgevallen? vroeg zij in
angstige spanning.
Niets waarover gij u bizonder ongerust behoeft te
maken. Gij behoeft volstrekt niet beangst te zijn, zeide
ik, maar de uitdrukking op mijn gelaat, weersprak mijne
woorden.
Er is toch zeker iets dat niet goed is, zeide zij.
Uw nicht zal straks beneden komen.
Beneden? Hier? vroeg zij, zichtbaar verbleekende.
Neen, in de receptie-kamer.
Ik begrijp er niets van. Het is alles zoo akelig be
nauwd, iedereen schijnt iets voor mij verborgen te houden.
Ik hoop van ganscher harte dat er niets te verbergen
is, zeide ik geruststellend. Naar uw geloof in de
onschuld van uw nicht te oordeieen, kunnen wij yolkomen
gerust zijn. Houd u dus kalm, en wees verzekerd, dat ik
u getrouw op de hoogte zal houdeD, zoodra er iets bizon-
ders mocht plaats grijpen.
{Wordt vervolgd.1