De Nederlands che V e r- eeniging van postzegelverzamelaars, te Amsterdam, zal ter gelegenheid van haar 4 jarig bestaan een ten toonstelling houden van postzegels, briefkaarten, couverten enz. op Zon dag 6 Mei, in een der lokalen van het café Suisse, aldaar. Naar men zegt zal het plan tot de telefonische verbinding van Amsterdam en Rotterdam, spoe dig verwezenlijkt worden. De Ne- derlandscheB li-Telefoonmaatschap pij zou de telefoonlijn aanleggen tusschen de beide steden en bij de Regeering zou het voornemen be staan de lijn over te Demen, zoodra de telefonie bij de wet is geregeld. Het Vijftigjarig Bestaan van Natura Artis Magistra 1838—1888. IV. Nadat de plechtige opening van liet rijke Etnografisch museum, in de boven zaal van bet nieuwe gebouw //Volharding" genoemd, bij monde van den heer J. R. Wüste had plaats gehad, en de genoo- digden den grooten schat, hier uit Oost en West, uit Zuid en Noord, bijeenge bracht, bezichtigd hadden, vereenigden zich te 6 uur ongeveer 130 genoodigden aau een feestdisch in een der bovenzalen van het hoofdgebouw. Onder de gasten waren de oud-minister Heemskerk en de ministers Mackay en Buys van Beerenbroek en de burgemees ter van Amsterdam. Aan toasten ontbrak het niet o. a. bracht de heer Van Tien hoven en de heer Sharp, vertegenwoordi ger van het /,British Museum" en gene raal Baud, hulde aan den tachtigjarigen jubilaris Westerman. Na het diner brachten de Amsterdam- sche studenten een serenade aan den jubi laris en aan het bestuur van //Artis." De rector, de heer Van Schevichaven, voerde er namens het corps het woord. Ter eere van het feest was het Pano rama in de Plantage schitterend verlicht en werd de decoratie aan den ingang van //Artis" fantastisch verlicht door 2 electrische booglampen van 1500 normaal kaarsen. In den tuin was concert door de Or kestvereniging. Woensdag 2 Mei is het al weer feest. Te 10 uur ving het bezoek van de ver schillende musea door de genoodigden aan en te 3 uur werden de eereblijkeu, die het Genootschap bij dit halve-eeuw- feest aan verdienstelijke mannen der we tenschap schenkt, bekend gemaakt en uit gereikt. Tot honoraire leden zijn benoemd A. Geoffroy St. Hilaire, directeur du Jardiu Zoölogique et d'acclimatation, Parijs; prof. A. Milne Edwards, Parijs; baron E. De Solys-Longchamps, Luik; dr. A. Dubois, dir.* du Musée d'histoire natwelle, Brus sel; prof. K. Möbius, dir. Zoöl. Mus., Berlijn; prof. A. B. Meijer, dir. Zoöl. Mus., Dresden; Marquis G. Doria, dir. Zoöl. Mus., Genua; prof. J. J. Steen- strup, dir. Zoöl. Mus., Kopenhagen; dr. E. A. Jentiuk, dir. Rijks Mus. voor Nat. Historie te Leidenprof. A. Dohr, dir. Zoöl. Station Napels; dr. A. W. M. Van Hasselt, pres. der Nederl. Entomologische Vereeniging te 'sHage; prof. Max Eür- bringer, Amsterdamprof. C. V. Hoff mann, Leideiiprof. 11. J. Van Ankum, Groningenprof. A. A. W. Hubrecht, Utrecht; prof. Max Weber, Amsterdam; prof. C. H. D. Buys Ballot, pres. Kon. Acad, van Wetenschappen te Utrechtprof. C. W. Opzoomer, Utrecht; prof. J. C. G. Boot, secr. der Kon. Acad, van Weten schappen, Arasterdam; prof. J. Bosscha, secr. der Holl. Mij. van Wetenschappen, Haarlem; dr. G. J. W. Bremer, secr. Ba- taafsch Genootschap van proefondervinde lijke wijsbegeerte Rotterdam; mr. A. Pal- man Kruseman, secr. van het Zeeuwsch Genootschap van Wetenschappen, Middel burg; mr. R. baron Melvil van Lijnden, secr. van het Prov. Gen. voor Kunsten en Wetenschappen, Utrecht; mr. D. Vis ser van Hazerswoude, Amsterdam; A. L. Van Hasselt, secr. van het Bat. Gen. voor Kunsten en Wetenschappen, Batavia; I. Eigee, secr. Kon. Natuurk. Ver. in Ned.-Indië, Batavia prof. W. H. Elower, dir. Britisch Museum, Londen E. Hoest, dir. du JardiD Zoölogiqne, AntwerpenE. Rodigaz, dir. du Jardin Zoölogique, Gent; Dr. H. Bolan, dir. du Jardin Zoölogique, Hamburg; A. Schaepff, id., Dresden; E. Pinkert, id., LeipzigJos. Krauss, Schöu- brunn; pr. R, Seuckerl, LeipzigS. Pier pont Langlez, secr. v/d Smith Jonian In stitution, Washington; Marshall Mc. Do nald U. S. commissoner of Eish andEis- heries, Washington; J. W. Poweel, dir. U. S. Geological Service, Washington; prof. J. fc. Agassiz, Salem; R. Bowster S'narpe, Londen; H. E. Dresser, Londen; C. Hoffman, J. Dalers, L. A. H. Lamie, A. De Bruijne; J. P. Van Wickevoort Crommelin, Haarlem; H. W. De Graaf, 's Hageprof. dr. Hartlaub, Bremendr. Einscii, Bremen; prof. B. Wijnveld, Am sterdam. Tot leden van verdienste: C. Ritsema Czu. te Leiden, J. Buttikofer te Leiden, P. C. F. Snellen te Rotterdam, dr. M. Snellen te Utrecht, dr. J. M. Ruys te Heerenveen, J. J. Scheltema en dr. C. Bakker, terwijl do medaille ^au verdienste werd toegekend aandr. J. M. De Bas te 's-Hage, J. A. Blaauw te Rijswijck, C. Hagenbeek te Hamburg, Ch. Jarnrach te Londen, C. Reiche te Urefeld (Hannover), E. A. Frank te Londen, J. B. Neervoort v. d. Poll, J. N. Swierstra, H. Koller, Pieter Mulder, G. Janse en E. E. Blaauw, uilen te Amsterdam. Van deze heeron hadden een aantal ge volg gegeven aau de uitnoodiging van het bestuur, om de ouderscheidingen die hen waren toegekend wegens verdiensten op wetenschappelijk gebied of ten aanzien van het Genootschap, persoonlijk in ontvangst te komen nemen. Het waren de heereu Geoffroy, St. Hilaire, lloëst, Radigaz, Bowler Sharpe, Jentiuk, Eürbriuger, Hoff man, Hubrecht, Boot, Bremer, Visser van Hazerswoude, Wynveld, Buttikofer, Snellen, De Bas, J. N. Blaauw, E. E. Blaauw, Jarnrach Reiche, Frank, Swierstra, Koller, Mulder eu Janse. Door de Eng. vischsloep L. T. 121, zijn te IJmuiden binnenge bracht twee matrozen van een Belgi sche vischsloep, die in een boot op de Noordzee rondzwalkten. Zij waren tengevolge van mist en den sterken stroom van hun eigen schip afge dreven. Ten einde den schuldige te ontdekken, die in den nacht van Zondag op Maandag in den Haag een burger met een sabel ernstig verwond heoft heeft bij de veldar tillerie eene confrontatie plaats ge had tusschen alle manschappen en getuigen die bij het feit tegenwoor dig waren. Reeds was gemeld dat de dader ontdekt was; zooals blijkt is dit nog niet het geval. Te Wiesel, onder A p e 1- doorn, speelde een Sjarige jongen met lucifers, waardoor brand ont stond en huis en inboedel in korten tijd in de asch werden gelegd. E e n v e r p 1 e e g d e uit het krankzinnigengesticht te Utrecht, die met een opzichter wandelde, sprong onverhoeds in het water. De ongelukkige werd met de dreg gered en per rijtuig naar het ge sticht gebracht. Uit Renkum vertrokken onlangs eenige personen naar de steenfabrieken te Keulen om aldaar werkzaam te zijo. De voorspiege ling van hooge loonen werd aldaar niet bewaarheid en thans zijn allen teruggekeerd Sommigen hebben hoe genaamd niets verdiend, terwijl an deren met moeite eenig loon konden machtig worden. De meesten keer den zonder middelen, arm en berooid te voet terug. Bij vrouw Ferrari te Nij- megen is de tweede kogel die nog in den schedel zat, na wegneming van een deel van het voorhoofds been, verwijderd. Zij lijdt veel en nog is het gevaar voor haar leven niet geweken. Men koestert echter hoop het te bewaren. Voor den aanleg van eene tramverbinding van het station Prent met Maeseijck zal concessie worden gevraagd door den heer A. J. Krie- ger te Medemblik. Het volgend berichtkomt in de dagbladen voor. a Woensdagochtend, tegen 5 uur, heeft zich te Maastricht een man in de Maas geworpen. Hij was ge kleed met lange zwarte jas en droeg een klein hoedje. Het lijk is nog niet opgevischt.» In verband hiermede meldt men ons nader het volgende: D'nsdag- n iddag vervoegde zich een dusda nig gekleed persoon van omstreeks 50 jarigen leeftijd ten huize van den wethouder M. te Gulpen. Hij ver zocht den heer M. de welwillend heid te hebben, hem een bewijs te geven, dat de houder daarvan niet meer de bekwaamheid bezat tot wer ken. Met dit getuigschrift zou hij zich dan naar Maastricht begeven, en zichin'tgesticht Cal variën berg» doen opnemen. Ziju verbaal luidde verder, dat hij tot de deftigste volksklasse van Urmond behoorde, zijn gansch ver mogen op eene oneerlijke wijze ver loren had, thans diep ongelukkig was en niet wist hoe zijn leven lan ger te rekken. Deze woorden sprak hij onder een vloed van tranen. Door den heer M. werd hem geantwoord, dat 't ver langde bewijs door hem niet mocht gegeven worden, doch hij gaf hem den raad zich ter verkrijging daar van te wenden tot het gemeente bestuur van Urmond. Bij dit antwoord barstte de man op nieuw in een luid schreien los. Geheel terneergeslagen verliet hij den heer M. en sloeg den Steen weg in, welke Gulpen met Maas tricht verbindt. Zou men in dezen man niet den drenkeling aantreffen, waarvan in 't aangehaalde bericht sprake is en wiens naam en herkomst tot dus verre onbekend bleven? (Maasbode.) Dinsdag herdacht W. Koopman, te Kampen, den dag, waarop hij voor 70 jaren (als knaap van 8 jaren) in de blok- en mas- tenmakerij van de firma Ten Dam in dienst trad. Door het hoofdbe stuur der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen werd acht jaren gele den den nu nog krassen man de zilveren medaille toegekend voor 62:jarigen diensttijd en getrouwe plichtsvervulling. De te Hoogezand verschij nende courant deelt mede, dat op de kermis aldaar, de mallemolen den eersten avond f1000 en den tweeden f 900 ontving. Het blad verwondert zich daarover na een zoo nijpenden winter en met het oog op de algemeene klacht over de schrale tijden. Daar ernog geen schik king met de werkstakers inde veen derijen te Beetslerzwaag getroffen is, zijn uit Leeuwarden 40 man on der geleide van een officier derwaarts vertrokken. Ook te Boornbergum en Korte- hemmen staat het werk stil. Een net gekleed heer vereerde dezer dagen het dorp Has- kerdijken, bij Heerenveen met een bezoek, voorgevende in een bekend hotel in laatstgenoemde plaats te logeeren. Door mooie praatjes wist hij het vertrouwen te winnen van de eenvoudige boeren met wie hij in aanraking kwam en kocht van hen koeien en stieren tegen goede prijzen, met bepaling dat het door hem aangekocht vee op zekeren dag moest geleverd worden bij den her bergier van Diggelen, onder Ter band. Spoedig bleek het evenwel hoe leelijk de goedgeloovigen er in geloopen waren. Al zijn bewerin gen waren leugens geweest. Niet alleen baarde bet teleurstelling dat de boeren die het vee dat ze ver kocht rekenden, moesten houden, maar sommigen leden ook geldelijke schade. Zoo had de kooper zich bij een boer van wien hij een stier van f240 had gekocht, van een wissel ad f600 geld laten teruggeven en ontving hij f 360 in klinkende munt, doch straks bleek het dat het papier waardeloos en de boer zijn geld kwijt was. Op deze wijze waren nog eenige personen opgelicht. In de Gasselternijveen- schemond, kregen een huisbaas, en zijn huurder twist omdat laatstge noemde niet op den bepaalden tijd zijne woning wilde verlaten. De huisbaas, zekere Schreuder, een kleermaker, greep in drift een ge laden pistool en schoot zijn tegen stander in den schouder. De toestand van den gewonde is zorgelijk, de dader is in verzekerde bewaring ge nomen. Ook in den Westhoek van Weststellingwerf heerecht onder de veenarbeiders werkstaking, Zij ver zetten zich tegen de gedwongen winkelnering en vragen eene kleine verhooging van loon. Opstand is er er niet, en totnogtoe gaat alles rus tig in zijn werk. Echter zijn er Dinsdagavond 40 militairen en ee nige rijksveldwachters heengegaan en heeft ook de burgemeester zich naar het terrein begeven. In hetWeerdinger- enCam- par-Cumerveen zijn de veenarbeiders thans weder aan het werk, evenzoo te Yaltermond en Exloërveen, waar het Maandag nog al rumoerig was. Slechts een klein gedeelte weigert den arbeid te hervatten. De burge meesters sporen de veenbazen aan gedeeltelijk toe te geven, ten einde de gemoederen niet meer te ver bitteren hetgeen tot schade van beide partijen zou uitloopen. De huzaren waren te Yaltermond ver plicht eene charge te maken, waar door een man den neus werd ge kloofd. Overigens werd gelukkig niemand gewond. De werkstaking en de lange winter zijn oorzaak dat de werkzaamheden vier weaen ten achter zijn. WETGEVENDE MACHT. In de Woensdag gehouden zitting van de Tweede Kamer werd verslag uitgebracht over de geloofsbrieven der in de verschil lende districten gekozen leden en daarna tot hunne toelating besloten. De gekoze nen legden vervolgens den eed af. Tot de verdere werkzaamheden behoorde het op maken van een drietal voor de waardig heid van Voorzitter der Kamer, waaruit Z. M. de Koning eene keuze zal doen. Het drietal bestond na stemming uit de heereu Beelaerts, Reuther en Cremer. De Kamer is daarop uiteengegaan. In de Woensdag gehouden zitting van de Eerste Kamer werd verslag uitgebracht over de geloofsbrieven der leden en na aflegging van den eed of gelofte in han den van den Voorzitter mr. W. A. A. J. baron Schimmelpenninck van der Oye, tot hunne toelating besloten. De Voorzitter houdt, na de beëedi- ging, de volgende rede. Mijne Heeren! Door '8 Konings welbehagen geroepen tot Voorzitter van deze vergadering gedu rende deze zitting, is het met schroom dat ik de plaats inneem van mijnen ambts voorganger, die in zoo hooge mate de achting, vriendschap en medewerking ge durende een achttal jaren mocht genieten. Doch tevens vat ik mijne taak op met vertrouwen een vertrouwen, niet ge grond op het bewustzijn van eigen ver diensten, maar op de hooggewaardeerde welwillendheid en zoo vriendschappelijke bejegening gedurende mijn lidmaatschap der Kamer onafgebroken van alle mede leden ontvangen. Ik hoop, dat mijne oude ambtgeuooten daarin zullen volharden, en mijne nieuwe ambtgenooten zich daarbij zullen aanslui ten. Slechts dan zal ik deu steun vinden, die onmisbaar is om mijnen plicht ten einde toe te vervullen. Mogen de werkzaamheden, die ons wach ten, onder hoogeren zegen strekken tot bevordering van het welbegrepen en allen evenzeer ter harte gaande belang van ons vaderland (Toejuichingen.) Onder de ingekomen stukkeu kwamen voorde koninklijke besluiten van benoe ming der tegenwoordige ministers; eene missive van den miuister van Buitenland- sche Zaken, ten geleide van een schrijven van den Duitschen gezant bij ons Hof, namens zijne regeering dank betuigende voor de belangstelling door de Eerste Kamer betoond bij gelegenheid van het overlijden van keizer Wilhelm van Duitsch- land. De Voorzitter benoemt tot leden der commissie voor de verzoekschriften, de heeren Blijdensteyn, v. Lijnden, v. d. Goes, Smits en Bultmantot leden van de gemengde commissie voor de steno graphic de heeren Blussé, Vening Meinesz en Pijnappel. De vergadering benoemt tot leden der huishoudelijke commissie de heeren Yiruly en Huydecoper. Daarna wordt de rooster van aftreding opgemaakt. De uitslag is, dat zullen af treden in 1890 de heeren: De Br uijn, Hengst, Schimmelpenninck v. d. Oye, v. Pallandt, v. Neerijuen, Ylielander Hein, Van Gen nep, Vening Meinesz, Muller, v. Akerlaken, Prins, Van Tienhoveu, v. Lijnden, Ren- gers, Blijdenstein, Welt, De Vos v. Steen- wijk, Magnee; in 1893 de heeren: Smitz, Smits van Oyen, Thooft, Van Nagell v. Ampseu, v. d. Breggen, Viruly, Fransen v. d. Putte, Donker, Wertheim, Kappeijne v. d. Cop- pello, Six, v. Nispeu, v. Swiudereu, Stork, v. Roy en, Van Lier, Regout; in 1896 de heeren: Verheijen, Smits, Van Zuijleu van Nijevelt, Coeneu, Huyde coper vau Maarseveen, v. d. Goes v. Dirxland, Blussé, Pijnappel, Bultman, In- singer, Moolenburgh, Van Eysiuga, Breu- ning, v. Naamen, Alberda v. Ekonstein, Pijls. Besloten is, aan eene commissie van 5 leden op te dragen de samenstelling van een ontwerp-reglement van orde. Tot leden dezer commissie benoemde de voorzitter de heeren van Eysinga, Fransen v. d. Putte, Smitz, v. Naamen en Van Royen. Het trekken der afd. is uitgesteld tot eene volgende vergadering. De vergadering is tot nadere bijeenroe ping gescheiden. RECHTSZAKEN. Zooals meu zich herinneren zal, is in den nacht van 25 op 26 Maart te Olst ten huize van den heer Ten Hove inge broken en eenig geld ontvreemd. Den volgenden morgen werden de daders, August Wilhelm Gorlitz en Ferdinand Wil helm Heinrich Rosemund, te Zwolle ge arresteerd. De eerstgenoemde is kort na het voorval krankzinnig geworden eu naar het rijksgesticht te Medemblik overge bracht. De andere stond Woensdag voor de rechtbank te Zutfen terecht. Door het openbaar ministerie werd het feit als be wezen aangenomen en tegen Rosemuud eene gevangenisstraf van drie jaar geëischt. De uitspraak is bepaald op 9 Mei. gegeven en daardoor het onweer, dat boven haar hoofd dreigde los te barsten zelve verwekt had. Ik trachtte haar tot bedaren te brengen, maar 't mocht mij niet gelukken; zij was geheel in smartelijke gepeinzen verdiept en scheen op mijne woorden nauwelijks acht te slaan. Eindelijk, in ziende dat mijn tegenwoordigheid haar toch niet meer van nut kon zijn, maakte ik mij gereed om te vertrekken, maar juist deze beweging scheen haar uit haar droeve overpein zing te doen ontwaken. Het doet mij leed, zeide ik, dat ik moet heen gaan, zonder dat 't mij gelukt is u eenigen troost te ver schaffen. Wees overtuigd, dat 't mijn ernstig streven ie, u zooveel mogelijk van dienst te zijn. Is er wellicht iemand, die ik kan verzoeken hier te komen om u ter zijde te staan, een vriendin bijvoorbeeld, of een uwer bloedverwanten?Gij weet niet hoe 't mij smart, u hier geheel alleen te zien, en dat onder znlke omstandigheden. Meent ge dan, zeide zij, dat ik voornemens bén hier te blijven? Neen, waarlijk niet; ik geloof, dat ik 't zou besterven. En terwijl ze aldus sprak, beefde zij over het geheele lichaam. Dat is ook volstrekt niet noodzakelijk, miss Leaven worth, sprak een scherpe stem achter haar. Ik wendde mij verschrikt om. Het was de heer Gryce, die klaarblijkelijk reeds geruimen tijd in onze nabijheid was geweest. Gezeten in een bij de deur geplaatsten armstoel, met de eene hand in den zak, terwijl de andere achteloos neerhing over de leuning van den fauteuil, begroette hij onze blikken met een veelzeggenden glimlach, waarmede hij vergeving scheen te vragen voor zijn onverwachte ver schijning. Er zal op alles hier in huis stipt het oog worden ge houden, ging hij voort, u kunt veilig vertrekken, me juffrouw. Ik verwachtte dat zij deze ongevraagde tusschenkomst onaangenaam zou vinden, maar zij scheen haar integendeel zeer welkom te zijn. Gij houdt mijnheer Gryce voor zeer knap in zijn vak, geloof ik? fluisterde zij mij toe, terwijl zij mij ter zijde nam. Ik zou zeggen, antwoordde ik voorwaardelijk, dat hij zijn betrekking met eere vervult; de overheid stelt een algemeen vertrouwen in hem. Na dit antwoord ontvangen te hebben, keerde zij zich haastig om en ging naar Gryce, die zich nog aan het andere einde der kamer bevond. Ik heb gehoord mijnheer, zeide zij, hem met een smeekenden blik aanziende, dat u zeer groote bekwaam heden bezit; dat gij uit geheel een schaar van verdachten onmiddellijk den warén schuldige weet aan te wijzen en dat niets of niemand bestand is tegen de scherpte van uw blik. Indien dit zoo is, och, heb dan medelijden met twee ongelukkige weezen, die op 't onverwachts zijn beroofd van hun leidsman en weldoener, en wend uwe algemeen er kende scherpzinnigheid aan, om uit te vinden, wie deze misdaad begaan heeft. Het zou dwaas van mij zijn, tegen over u te willen ontkennen, dat het door mijne nicht af gelegde getuigenis haar zeer sterk onder verdenking heeft gebracht; maar wel wil ik openlijk verklaren, dat zij vol gens mijne overtuiging even onschuldig is als ik-zelve, en ik geloof zeker, dat ik de aandacht der justitie afleid van de onschuldige op den schuldige, wanneer ik u driDgend verzoek elders te onderzoeken naar den ellendige, die deze afschuwelijke daad bedreven heeft. Het kan niet anders zijn geweest als een gewone moordenaar of spitsboef, ein digde zij, de handen smeekend naar hem uitstrekkende; ach, mijnheer, zoudt gij geen kans zien om hem over te leveren aan het gerecht? {Wordt vervolgd.1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 2