kleinte van stuk, minder voldoende^
in genoemde dagen werden alhier aan
gebracht 4000 kilogram, die werden afge
nomen door de opkoopers tot 14 cents
per kilo. In den kleinhandel blijft de prijs
tot f 0.30 per kilo.
De vangst van ansjovis op de Zuiderzee
is tot nog toe niet ruim de totale aan
voer aan de zouterijen alhier bedroeg p. m.
80.000 stuks, die tot onbekenden prijs
werden opgelost.
ARMENZORG.
Wijlen mej. de wed. J. Evens Ez., te
De Rijp, heeft aan het r. k. weeshuis te
Alkmaar vermaakt f 1000 en aan het bur
gerweeshuis f500.
BNIV Si N I. N1).
De Groothertog van Sak-
Ben-Weimar maakte Zaterdagoch
tend van 10 tot 11 uren eene wan
deling door Amsterdam vergezeld van
zijnen adjudant, en bezichtigde daar
na het museum Six, gedurende wel
ken tijd de Groothertogin op de
binnenplaats van het stadhuis de
manoeuvres der brandweer aan
schouwde. De hooge bezoekers ge
bruikten een lunch bij den heer H.
M. Insinger, en vertrokken te 3
uren 25 m. per Rijnspoor naar Dns
seldorf.
Naar wij vernemen,is se
dert eenigen tijd bij bet departe
ment van Justitie de regel aange
nomen om requestea van sollicitan
ten naar opengevallen notarisplaat
sen, die later dan drie weken na
het ontstaan der vacature bij het
departement inkomen, niet meer om
consideratién en advies aan de rech
terlijke autoriteiten op te zenden.
Wij vernemen daarbij, dat dit
geschiedt, ten einde de vacatures
zoo dra mogelijk te kunnen vervul
len, in het belang van de aan het
kantoor verbonden praktijk.
(A.)
Donderdag 17 Mei a. s, ver
trekt uit Southampton een brigade van
11 ingenieurs en opzichters, zoomede een
geneeskundige, iu dienst van de Ned. Zuid-
Afrikaatische Spoorwegmaatschappij, per
stoomschip //Moor", van de //Union line"
naar Zuid-Afrika.
Het zijn de heeren: M. E. de Wildt,
ingenieur, C. v. d. Made, adj.-ingenieur,
A. A. Th. Wamsteeker, hoofdopzichter en
P. H. Bouten, opzichter, die zich te Dur
ban zullen ontschepen; J. de Bruijn, W.
C. Moojen, adj.-ingenieurs, J. Wind Gz.,
hoofdopzichter, Th. G. F. Anken, J. W.
Breguière, N. J. Leijer Jr., opzichters,
J. D. Matthieu Jr., oud-officier van ge
zondheid bij het leger in Ned. Indië, ge
neesheer, allen met bestemming naar de
Delagoabaoi.
Te Kaapstad, met bestemming naar Pre
toria, zal zich verder ontschepen de heer
E. K. Jacobs, opzichter.
14 dagen later zal nog vertrekken de
heer M. E. H. Breuning, ingenieur, die
eerst onlangs uit Ned. Iudië hier te lande
is aangekomen.
In de laatste helft van April zijn reeds
vertrokken met bestemming naar Pretoria,
de heeren A. G. Paris, chef de bureau
L. J. Looisen en L. Dronkert, opzichters.
Yan de ledeu der iu 1887 vertrokken
spoorwegbrigade zijn, daar de adj .-inge
nieur A. van Lennep wegens ziekte naar
Nederland is teruggekeerd, nog in Z.-Afri
ka aanwezig, de ingenieur G. Grol en de
adj.-ingenieur Th. L. W. Steinmetz, ter
wijl, zooals wij vroeger reeds vermeldden,
de adj .-ingenieur A. G. A. van Eelde in
het begin van April naar Pretoria is ver
trokken, en den directeur der Maatschap
pij, den heer J. L. Cluysenaer, op diens
dienstreis vergezelt.
In het geheel zal dus weldra eene ko
lonie van 19 Nederlanders in Zuid-Afrika
werkzaam zijn bij den aanleg der spoor-
wegwerken aldaar. Ingenieur.
Volgens JDe W er el dl ur-
ger zal de commandant-generaal der
Zuidafrik«ansche republiek, de beer
Piet Joubert, eene Europeesche reis
ondernemen en dan ook Nederland
bezoeken.
De Holland Society te
New-York zou het plan gevormd
hebben, een bezoek aan Nederland
te brengen. Zij is daartoe in overleg
getreden met de Ned. Amerik.
Stoomvaartmaatschappij, om de ge-
heele le klas van de stoomboot
er damdie 28 Juni van New-
York zal vertrekken, af te huren.
W ij lezen in de Tijd:
Als bijdrage ter karakterschetsing
van den grooten man van den dag,
Boulanger, deelt men ons van de
best ingelichte zijde het volgende
waar gebeurde feit mede. Eenige
jongelieden hier ter stede hadden
een vroolijk feestje bijgewoond, dat
tot vroeg in den morgen geduurd
had. Natuurlijk verkeerden zij in
eenigszins luidruchtige stemming en
gevoelden grooten lust tot het uit
halen van de eene of andere grap.
Een van hen stelde toen voor, een
telegram te verzenden aan Boulan
ger. Dit vond bijval. Gezamenlijk
werd het telegram opgesteld, dat
van dwaasheden en superlatieven
aaneenhing. Men vertelde aan Bou-
ger, dat hij de grootste man was
van de wereld, de dapperste held
uit de oude, middeleeuwsche en
nieuwere geschiedenis, enz. enz., en
onderteekende met naam en adres.
De grap had een ongehoopt succes:
de groote man had blijkbaar alles
voor goede munt aangenomen. Twee
dagen later ontving ieder der tien
of twaalf onderteekenaars van het
telegram uit Parijs een visitekaartje,
waarop in fraai rondschrift Le gè-
nèral Boulanger p. r.
Door de commissie tot
ondersteuning der werkhervatters te
Almeloo is onderstaande circulaire
onder de werklieden der firma's
Scholten verspreid.
Almeloo 11 Mei 1888.
Aau de gewezen werkstakers aan de
fabrieken der firma's Gebr. Scholten Co.
en H. B. Scholten te Almeloo,
Onmiddellijk nadat de werkstaking
eindigd was, heeft de burgemeester van
Stad Almeloo stappen gedaan tot het vor
men eeuer commissie, die zich ten doel
zou stellen, de gevolgen van de lange
werkeloosheid zoo veel mogelijk te ver
zachten. Onder de personen, die zijn uit-
genoodigd deel uit te maken van die com
missie, bevonden zich behalve de onderge-
teekenden, ook twee uwer medewerklieden
Luhuis en Schelf horst. Nadat deze bei
den aanvankelijk de uitnoodigiug hadden
aanvaard, hebben zij zich na weinige oogen-
blikken weder teruggetrokken met deme-
deaeeliug, dat al de leden uwer zooge
naamde //Olde Commissie" in onze com
missie wenschten zitting te hebben. Of
schoon aan dit verlangen niet kon vol
daan worden, heeft het ons oprecht leed
gedaan, dat de beide genoemde werklieden
op dezen grond gemeend hebben, niet met
ons in uw aller belang te kunnen mede
werken.
Nadat onze commissie was sameuge-
steld, heeft zij te uwen behoeve een be
roep gedaan op den steun onzer meer ge
goede landgenooten, terwijl de heeren mr.
Kerdijk, Van Marken en Snellen de vroe
ger bij hen ingekomen gelden, voor zoo
ver die nog niet waren besteed, voor ons
doel te onzer beschikking hebben gesteld.
Wij stelden ons voor de gelden onder u
allen te verdoelen naar denzelfden maat
staf, volgens welken reeds eene eerste uit-
deeling namens ons heeft plaats gehad.
Intusschen heeft zich een feit voorge
daan dat opheldering vereischt. In eene
volksvergadering, den 20steu April ge
houden onder leiding van den heer Do-
mela Nieuwenhuis van 's Hage, is naar
ons werd medegedeeld besloten, eeue
nog beschikbare som van f 1600, die te
uwen behoeve was ingezameld, tot andere
doeleinden aan te wenden dan tot tege
moetkoming in de behoeften, die thans
nog in uwe gezinnen als gevolgen van de
werkstaking van 7 Januari worden ge
voeld.
Ware werkelijk zulk een besluit door
u allen genomen, dan zoudt gij daardoor
hebben te kennen gegeven, dat gij geone
zorgen of behoeften meer hebt; en dan
zouden dus ook wij ons werk, om gelden
in te zamelen en te verdeelen, voor ge
ëindigd moeten houden. Maar er wordt
ook beweerd, dat de vergadering, waarin
dat besluit zou zijn genomen, door velen
uwer niet is bijgewoond, en dat daaren
tegen velen die niet tot de gewezen werk
stakers behooren, tot de aanneming van
dat besluit hebben medegewerkt.
Wij dienen nu te weten waar wij aan
toe zijn.
De door ons opgenomen taak legt ons
verplichting op, zoowel tegenover u allen
als tegenover hen, die ons te uwen be
hoeve gelden hebben toevertrouwd of nog
zouden willen toevertrouwen. Wij hebben
giften ontvangen voor behoeftige
arbeiders, niet voor arbeiders, die zeggen
«Wij hebben geen behoeften meer: ge
bruik ons geld maar gerust voor andere
dingen". En daarom komen wij nu aau
ieder uwer vragenwilt gij van ons on
dersteuning aannemen, onder afkeuring
van het besluit, om de genoemde f1600
tot andere doeleinden te bezigen?
Wij vragen niet, ot gij niet misschien
zelf tot dat besluit hebt medewerkt, zonder
dat het u op dat oogenblik recht duide
lijk was, wat gij daarmee goedkeurdet.
Maar wie na er over nagedacht te
hebben b 1 ij f t goedkeuren, dat gelden
verzameld om hem te helpen, nu voor
iets anders worden uitgegeven, die erkent,
dat hij geen hulp meer noodig heeft, en
die kan derhalve van onze commissie geen
hulp ontvangen.
Zoowel de zoo ondoordachte hernieuwde
werkstaking van 16 April bij de firma
H. B. Scholten, als het besluit van de
bovenbedoelde volksvergadering hebben het
medegevoel voor de gewezen werkstakers
bij velen in den lande zeer verminderd
en hebben gemaakt, dat er veel minder
is ingekomen, dan anders hoogstwaar
schijnlijk het geval zou geweest zijn. Toch
hebben wij ook na onze vorige uitdeeling
nog een bedrag van ruim f 2500 te onzer
beschikking, welk bedrag wij hopen te
verdeelen onder allen, die door inlevering
van het nevensgaande biljet, hunne af
keuring van het meergenoemde besluit en
hunne behoefte aan ondersteuning willen
kenbaar maken.
De commissie voornoemd
J. J. Boelen, voorzitter, P. Cardinaal,
mr. G. Kortenbout van der Sluijs. F. ten
Bruggencate, N. J. A. C. Swellengrebel,
mr. C. H. Stork, J. C. van Marken, te
Delft, A. Snellen, secretaris-penningmeester.
Dit biljet luidt:
De persoonwever of weefster op de
Looms Nostaande in de fabriek van
Gebrs. Scholten Co. of H. B. Schol
ten te Almeloo, verklaart af te keuren het
genomen besluit, om gelden, voor de ge
wezen werkstakers te Almeloo verzameld,
to1, andere doeleinden te gebruikenen wil
gaarne in aanmerking komen voor gelde
lijke ondersteuning door de commissie, die
zich daartoe te Almeloo, onder voorzitter
schap van burgemeester Boeleu heeft ge
vormd.
Dit biljet te werpen in een gesloten bus,
geplaatst aan de fabriek waar gij werkzaam
zijt. Wie zijn biljet niet voor Maandag
14 Mei des avonds te 7 uren in de bus
heeft geworpen, wordt geacht van alle
verlangen naar ondersteuning afstand te
hebben gedaan.
Men schrijft ons uit
Naarden
Nog kort geleden kon een vreem
deling, die van het station Naarden
Bussum komende, de stad onzer in
woning wilde bezoeken, zeer gemak
kelijk den weg vinden, doordien
bij een driesprong een wegwijzer
geplaatst was, waarop met duidelijke
letters geschilderd stond: «Naar
Naarden».
Die wegwijzer is thans verdwe
nen. Men zegt, dat het gemeente
bestuur hem heeft doen weghalen,
omdat spotboeven bij het lezen den
klemtoon legden op het eerste woord,
in plaats van op den eersten letter
greep van het laatste. Hoe dit ook
zij, zeker is het, dat de stad niet
zoo «naar» is, als men door die ver
keerde uitspraak wilde aanduiden.
Dit blijkt voldoende uit het feit,
dat, toen in den loop van den ge-
paeseerden winter het bestuur eener
vereeniging zich tot den Burgemees
ter wendde om vergunning tot het
geven eener tooneelvoorstelling ten
behoeve der algemeene armen, deze
daarvoor kon bedanken onder de
opmerking, dat er fondeen genoeg
waren om in de dringende behoef
ten te voorzien. Het gevolg van
dien gnnstigen toestand is, dat hier
zeer zeldzaam van diefstal wordt
gehoord, zoodat enkele inwoners
zelfs niet meer noodig vinden hunne
woningen gedurende den nacht af
sluiten. Een hunner is echter van
deze verkeerde gewoonte de dupe
geworden.
Een jonggehuwd metselaars
knecht alhier, had met de groot
ste inspanning ongeveer f 80 bij
elkaar gegaard. Het geld was
zorgvuldig opgeborgen. Op een mor
gen in de vorige week echter ont
dekte zijn vrouw tot baar schrik,
dat de schat verdwenen was. Men
vermoedt, dat de dief, die bepaald
een bekende moet zijn, de woning
door het niet gesloten venster is
binnengeklommen en zich langs den-
zelfdeD weg weder verwijderd heeft.
De politie is den dader nog niet op
het spoor.
Met zekerheid kunnen wij
thans meldendat door het Le
ger des Heils ook te Naarden eene
afdeeling zal worden gevestigd.
Door het bestuur is eene woning
gehuurd, die door verbouwing tot
vergaderinglokaal zal worden ge
schikt gemaakt, zoodat men er op
rekent over ongeveer zes weken den
veldtocht te kunnen beginnen.
Tot secretaris-penning
meester van het polderdistrict Oude
Niedorp is benoemd de heer A.
Wonder Pz.
Telde de Rijp in 1654
tachtig en in 1783 achttien haring
schepen, in het begin dezer eeuw
was dat cijfer tot 8 gedaald en in
de laatste jaren werd de haring-
visscherij slechts door één schip
uitgeoefend; de slechte geldelijke
uitkomsten der laatste jaren hebben
de beheerders genoodzaakt, thans
ook dit schip van de hand te doen
en te verkoopen aan den heer E.
Smit, reeder te Noordwijk aan Zee.
Donderdag a. s. zal te
's-Hage uit den tuin van het Ge
bouw voor K. en W. met zijn groo
ten luchtballon «Le Dynamiteur des
Airs» opstijgen de Fransche lucht
reiziger Frédéric Lhostebroeder
van den verongelukten luchtreiziger
Frangois Lboste.
Waarschijnlijk wordt de heer
Lhoste door den heer Henri Wolff,
met wien hij reeds verscheidene op
stijgingen deed, en die onlangs met
hem de Middellandsche Zee over
stak, vergezeld.
De heer Lhoste steeg een paar
dagen geleden te Parijs op en nam
toen proeven, om van den ballon
uit geweerschoten te lossen.
Bij een logementhouder
aan de Boerenvischmarkt te Rot
terdam vervoegde zich een 25jarige
vrouw, zich noemende Elise Stok
wel, bij zich hebbende een kindje
van eenige dagen.
Na den nacht van 9 op 10 dezer
daar gelogeerd te hebben, is zij den
volgenden ochtend vertrokken, het j
kindje achterlatende. Later op den
dag werd een in het Fransch ge
schreven briefje bezorgd, waarin de
logementhouder werd verzocht voor
het kind te zorgen. De politie doet
onderzoek.
Zekere J. D. K. t e N ij m e-
gen, die Woensdag jl. op eene brui
loftspartij als bediende werkzaam
was, en déAr mede het noodige
schijnt genoten te hebben, werd den
volgenden ochtend meer dood dan
levend gevonden in het veld onder
Hatert, werwaarts de man, in plaats
van naar zijne woning terug te kee-
ren, was afgedwaald. Gisterenoch
tend is hij overleden.
KOLONIËN.
BATAVIA, 11 April.
De goeverneur-geueraal heeft bepaald,
(lat de invoer van sterke dranken, onder
welke benaming ook, in het Nederland-
sche gedeelte van Nieuw-Guiuea en
daartoe behooren de eilanden, is verboden.
De resident van Tern ate en onderhoorig-
heden, of die van Amboina kan schrifte
lijk vergunning verleeuen, om voor
neeskundig gebruik sterke dranken in te
voeren, mits telkens de hoeveelheid van
vijf liter niet te boven gaande.
Blijkens van den civieleu en militai
ren goeverneur van Atjeh en onderhoorig-
heden ontvangen telegrafisch bericht is de
ordonnantie van 31 Januari 1888, hou
dende verbod van allen in- en uitvoer ter
Westkust vau Atjeb, met ingang van den
lOen dezer mede toepasselijk verklaard op
het kustgebied beuoorden Kloewang tot
en met Kroengrab-i.
Onder dagteekening van 31 Maart
telegrapheert de resident van Timor en
onderhoorigheden het volgende: Het op-
koopen van paarden te Waiugapoe (Soemba)
door de daartoe bestemde commissie viel
tegen, en er werd besloten naar Melolo
(Soemba) te vertrekken en zich aldaai
tijdelijk te vestigen. Die commissie, be
staande uit ritmeester Ten Bosch en pi
denarts Vermast, vertrok 13 dezer pel
prauw derwaarts, medenemende twee cava
leristen, eene soldatenvrouw en een be
diende, benevens den tolk Siento. De rei!
moest over zee geschieden, omdat het on
doenlijk was, wegens totaal gebrek aan
transportmiddelen, zulks over land te doen,
Ter hoogte vau Djoembo (N. O. kust vat
Soemba) sloeg hun vaartuig om, tengevolge
van plotseling opkomende wervelwinden,
waardoor, behalve eeue groote hoeveelheid
ruilmiddelen en bagage, een ijzeren geld
kist, inhoudende f 17,500, verloren ging
en de opvarenden in groot levensgevaai
verkeerden. Door het flink gedrag van dei
tolk Sieuto en zijne hulp wisten de op
varenden zich echter te redden. Ik hel
mij, op 15 dezer per goevernementsstoo
raer //Zwaluw" te Waiugapoe aangekomen
per zelfden stoomer op 17 dezer naar d<
plaats des onheils begeven om te trachtei
die ijzeren geldkist te doen opvisschen. D(
zware stroom ter hoogte van Djoembi
verijdelde echter alle pogingen, terwijl dl
zware sloepen de met dreggen bezwaardf
vischtuigen niet tegen den stroom kondei
opsleepen. Vermoedelijk is die geldkist
voorzien van een boei met 20 vadem touff
iu 25 vaam water gezonken. Van dez
gelegenheid werd tevens gebruik gemaakt
de leden der commissie, Rost van Tonnin
gen en Vermast, met de noodige fondsen ei
personeel naar Melolo over te voeren. Zoo
wel te Waingapoe als te Melolo werdei
maatregelen getroffen, om bet opkoopei
van paarden te doen slagen, en betwijft
ik het niet, of men zal te Melolo het gt
wenschte aantal kunnen bekomen. Op 2!
dezer te Koepang teruggekeerd, heb i!
eene adviesboot naar Melolo en Waingfi
poe gedirigeerd en dat vaartuig ter be
schikking der commissie gesteld.
Uit Padang wordt gemeldt: 1
houding der in het landschap vertoevend
Rajahs blijft vriendschappelijk. De verot
derstelling dat zij kwaad in den zin hel
Is er iets of iemand, die dat wèl kaii? vroeg ik, door
haar manier van doen geheel terneer geslagen.
Zij antwoordde niet, maar zag zwijgend voor zich.
Bedenk miss Leavenworth, zeide ik met hernieuwden
drang, dat gij geen broeder hebt om u te steunen met
zijn raad, geen moeder, die met wijsheid uwe daden kan
bestieren. Laat mij u dan bidden, mij, bij gebrek aan dier
baarder vrienden, genoegzaam te vertrouwen, om mij één
ding te zeggen.
En wat is dat? vroeg zij.
Of het waar is, dat gij een papier van de schrijftafel
hebt opgenomen?
Zij gaf mij niet aanstonds antwoord, maar zat een poos
strak voor zich te kijken met gefronste wenkbrauwen, blijk
baar mijn vraag met bet te geven antwoord scherp overwe
gende. Eindelijk boog zij zich naar mij been en zeide:
Indien ik op uw vraag antwoord, mijnheer Raymond,
zoo geschiedt dit geheel in vertrouwenik heb een papier
van de schrijftafel opgenomen.
Met geweld onderdrukte ik den kreet van ontsteltenis, die
opwelde in mijn borst en ging voort:
Ik wil niet vragen wat het voor een papier was, doch
dit éene hoop ik dat gij mij zult willen zeggenbestaat het
nu nog?
Neen, zeide zij, mij ferm in de oogen ziende.
Het kostte mij moeite mijne teleurstelling voor haar ver
borgen te houden, terwijl ik hernamHet moge wreed
schijnen, miss Leavenworth, in een oogenblik als dit, nog
verder bij u aan te dringen, maar geloof mij, dat slechts
het verlangen om het gevaarlijke van uw toestand te ver
minderen mij er toe brengt, de kans te durven loopen van
uw ongenoegen, door u vragen voor te leggen, die onder
aüdere omstandigheden ongepast en vrijpostig zouden zijn.
Gij hebt mij reeds iets medegedeeld, wat ik vurig verlangde
te weten, wilt gij mij nu ook niet zeggen, wat het was
dat gij, volgens uw getuigenis bij het onderzoek, gehoord
hebt in het tijdsverloop tusschen de komst van mijnheer
Harwell op zijn kamer en het sluiten van de deur der
bibliotheek
Ik bemerkte al dadelijk, dat ik nu met mijn vragen te
ver was gegaan.
Bezield door het verlangen om u zooveel mogelijk
mijn dank te toonen, antwoordde zij, heb ik mij laten
overhalen om een uwer dringende vragen te beantwoorden,
maar nu kan ik onmogelijk meer doen. Wees dus zoo goed
en vraag mij niets meer.
Het griefde mij tot in de ziel, toen zij mij bij deze woor
den verwijtend aanzag, en ik haastte mij, haar te verze
keren dat ik haar wensch zonder voorbehoud zou eer
biedigen.
Niet dat ik niet alles, wat in miju vermogen is za
aanwenden om den waren bedrijver der misdaad op te spo
ren, zeide ik, ik beschouw dit als mijn duurste
plicht, dien ik geloof naar mijn beste krachten te moete
vervullen; maar ik zal u geen enkele vraag meer doene
't u ook in niets meer lastig maken. Alles wat verder ge
daan zal worden, zal geheel buiten u omgaan, en indie
ik mocht slagen in datgene, waarnaar ik streef, zoo za
ik van u slechts deze belooning vragen: dat gij dan zul
erkennen, wat gij thans nog moet gelooven, dat mijn
bedoelingen in alle opzichten zuiver zijn en vrij van eigen
belang.
Ik ben volkomen bereid, dat nu reeds dadelijk te e
kennen, begon zij, maar mij plotseling angstig aanziend)
ging zij voort:
Zou het niet mogelijk zijn, mijnheer Raymond, da
gij de geheele zaak op haar beloop liet? Zou dat inderdaa
niet mogelijk zijn? Ik vraag niet om steun en ik behof
dien ook niet; ik zou liever....
Wordt vervolgd.)