Onbekenden prijs werden opgelost.'
jé vangst 13,000 stuks per span of
yéhuiten.
III N li N LA N S».
Vóór den aanvang van
het diner dat de oud-mini6ter, de
heer Bastert, Zaterdagmiddag in
«het Hotel den Ouden Doelen» gai
aan zijne vroegere ambtgenooten,
"wachtte Mr. J. Heemskerk Azn. een
eigenaardige verrassing. Hem werd
ten geschenke aangeboden de her
ziene Grondwet in prachtband, een
eenig exemplaar, dat daarvoor bi
zonder was gedrukt. Daarbij waren
gevoegd de portretten, in één lijst,
van zijne ambtgenooten uit het vorige
Kabinet, met hun handteekeningen.
De oud-minister was met dit sou
venir zeer ingenomen. Vad.)
Heden zou het voorstel
LohmanSchaepman tot wijziging
van het Reglement van Orde in de
afdeelingen der Tweede Kamer in
behandeling komen.
In eene vergadering van
«Linea Recta», verleden week te
Osch gehouden, werd besloten:
1. Stappen te doen tot het ver
krijgen van een verminderd tariel
op de staatsspoorwegen voor de ver
zending van duiven en
2. te pogen in Nederland een al-
gemeenen bond op te richten van
Postduiven-Societeiten.
De Amsterdamsche üni-
versiteit zal op het eeuwfeest der
hoogeschool van Bologna waar
schijnlijk vertegenwoordigd worden
door den hoogleeraar Asser.
Wedstrijden.
Inschrijvingen voor de nationale hard
draverijen en wedrennen te Amsterdam
op 21 Mei.
I. Harddraverij. Handicap f250. //Kam
pioen", Rocle te Buiksloot. //Mirza",
Matze te Boskoop. //Jumbo", Eller-
broek te Utrecht. //Roquefort", Van
Veeren van Veen te Amsterdam. //Jes
sie", Van Wickevoort Crommelin te Heem
stede, //Caprice", Korthals Jr. te Am
sterdam.
II. Match. Harddraverij (ingespannen)
tusschen eenige heeren liefhebbers.
III. Elatrace. f 500. //Jarl", luit.
Metelerkamp te Amersfoort. //Zady",
luit. Metelerkamp te Amersfoort. «De-
mi-Dieu", luit. jhr. Rutgers van Rozen
burg te Breda. //Valeda", idem.
/,Erontignan", B. J. A. Van Veeren van
Veen te Amsterdam. //Herne te Hun-
ter", kapt. jhr. Van den Bosch.te 's Hage.
z/Poplin", Leon Patte te Amsterdam.
-//Mad. Elise", luit. Van der Mersch te
's Hage.
IV. Hindernisrace. f 500. Jarl".
luit. Metelerkamp te Amersfoort. //Va
leda", luit. jhr. Rutgers van Rozenburg,
te Breda. //Froutignan", B. J. A. Van
Veereu van Veen te Amsterdam. //Mad.
Elise", Init. Van der Mersch te 's Hage.
//Nul", kapt. jhr. Van den Bosch te
's Hage. //Jasmine", luit. baron Van
Heeckeren te 's Hage. //Poplin", Leon
Patte te Amsterdam. //Kiugma", luit.
Van Hoogstraten te Amersfoort. //Ban-
derolle", luit. Erzey te Breda.
V. Snipperjacht. f 150. //Zady".
luit. Metelerkamp te Amersfoort. nBan-
derolle", luit. Erzy te Breda. ffNul",
kapt. jhr. Van den Bosch' te Js Hage,
z/Erontignan", B. J. A. Vau Veeren
van Veen te Amsterdam. //Demi-Dieu"
luit. jhr. Rutgers van Rozenburg te
Breda, //Valeda", idem. //No Name"
luit. Van der Mersch te 's Hage. //Mad.
Elise", idem. //Poplin", Leon Patte te
Amsterdam. //Elma", C. E. Ter Meu-
len te Amsterdam. //Alto", J. J. Korthals
Jr. te Amsterdam. - //Orizaba", N. N.
te Amsterdam. „Tambourine", idem,
Men schrijft ons uit Hi 1-
versum
Voor de betrekking van gemeente
architect alhier, op een jaarwedde
van f1300, hebben zich niet minder
dan 116 sollicitanten aangegeven.
Den Hen Mei overleed alhier
in den ouderdom van 86 jaren de
weled. gestr. heer L. J. Engert,
gep. officier en ridder van het Me
talen Kruis. Als een bewijs, dat tot
het einde zijna levens nog het echte
soldatenbloed door zijn aderen stroom
de, kan dienen, dat de heer E. bij
de laatste Europeesche verwikke
lingen, toen het gevaar van een al-
gemeenen oorlog groot was, vol vuur
te kennen gaf, dat hij bij het ont
vlammen van den strijd terstond als
vrijwillige zou dienst nemen. De
overledene zal heden door de d.d.
schutterij met militaire eere ter aarde
worden besteld.
In de volgende week zal
bij gunstig weder het duiken op
de Lutine weder aanvangen. Eene
der booten ligt reeds geheel gereed
voor het werk.
Daar verschillende om
standigheden de opening van de na
tionale tentoonstelling van oude en
nieuwe kunstnijverheid te 's-Hage
op den eerst vastgestelden tijd on
mogelijk maken, is zij thans door
het uitvoerend comité onherroepelijk
vastgesteld op Zaterdag, 2 Juni, te
12 uren.
Alle leden van het comité en de
plaatselijke comités, de aandeelhou
ders elk met eene dame, en verder
donateurs en inzenders zullen daarbij
tegenwoordig kunnen zijn, terwijl
oovendien verscheidene genoodigden
worden verwacht.
Na de opening, die, gelijk reeds
bekend is, met gezang en muziek
zal worden opgeluisterd, zullen te
half twee ure het gebouw en de
terreinen voor het publiek worden
opengesteld, terwijl de kon. militaire
kapel het eerste concert zal geven.
Des middags zal er een gemeen
schappelijke maaltijd zijn in het
aHdtel den Ouden Doelen, waaraan
leden van het comité, leden der
plaatselijke comité's, commissarissen,
ceremoniemeesters en andere heeren
kunnen deelnemen.
Een werkman aan de ij ze r-
gieterij van de firma Enthoven Cie.
te 's-Hage, geraakte Maandag
ochtend met een been tusschen een
stoommachine bekneld, waardoor dit
lichaamsdeel verbrijzeld werd en
afgezet moest worden. Nadat de
ongelukkige aan de fabriek de eerste
heelkundige hulp had ontvangen
is hij naar het ziekenhuis overge
bracht, waar de amputatie terstond
geschiedde. Des middags ge
raakte een 8 jarige jongen, die bij
de Loosduinsche brug op de stoom
tram wilde springen, onder de wa
gens en bleef op de plaats dood.
Vergeefsch wordt tot dusverre
gezocht naar een meisje van ODge-
veer twintig jaar, dat sedert Zater
dagavond uit de ouderlijke woning
verdwenen is. Men vermoedt dat
haar een ongeluk is overkomen.
Zondag is even voorbij
Schiedam trein 22 gederailleerd ten
gevolge van de zandophoopingen
op de rails. (Men werkte er aan
den weg, waardoor daar groote hoe
veelheden zand lagen.) Persoonlijke
ongevallen hadden niet plaats, al
leen ondervond de treinenloop eeni
ge vertraging.
Een vierjarig meisje te
Utrecht maakte Zaterdagavond, toen
baar moeder een oogenblik uit was,
van die gelegenheid gebruik, om uit
een kan met koffie welke op tafel
stond, een teug te nemen. Het vocht
was gloeiend heet, zoodat de arme
kleine inwendig ernstige brandwon
den bekwam en zondagochtend on
der afgrijselijke pijnen overleed.
Het detachement huza
ren, dat onder aanvoering van den
ritmeester P. van Tienhoven in de
venen verblijf hield, is Maandag te
Deventer in garnizoen teruggekeerd.
Te Roon heeft een geval
van vergiftiging plaats gehad.
Ongeveer 10 weken geleden werd
dr. Donkersloot geroepen ten huize
van den heer P. Louter, die zich
ongesteld gevoelde. Niet denkende
aan vergiftiging, kon hij niet gissen
wat L. mankeerde, en ofschoon vele
geneesmiddelen werden aangewend,
mocht niets baten, de zieke werd
steeds erger. Dr. D. dacht toen aan
kanker in de ingewanden.
Het toeval wilde nu, dat dr. Klin-
kert uit Rotterdam te Roon moest
zijn, en dadelijk werd deze door dr.
Donkersloot bij den zieke gehaald.
Dr. K. bestreed de zienswijze om
trent kanker, maar verzocht, wan
neer Louter aan eene natuurlijke
behoefte had voldaan, hem de uit
werpselen onmiddellijk toe te zenden.
Bij scheikundig onderzoek bleek nu
terstond, dat er vergiftiging had
plaats gehad met loodwit, waarvan
natuurlijk de justitie in kennis werd
gesteld. De vrouw van Louter is
herhaalde malen met het slachtoffer
geconfronteer J, maar blijft hardnek
kig alle schuld ontkennen. Inmid
dels is het lijk geopend en daarna
in eene verzegelde kist voorloopig
ter aarde besteld.
Dezer dagen ontmoette
te Tilburg zekere W. S. eeuen ka
meraad, W. v. d. L., die twist met
hem zocht en hem eenen slag in
het aangezicht gaf. Toen S. zich
wilde verzetten, beet v. d. L. hem
zoo hevig in den voorsten vinger
van de linkerhand, dat het bloed
er uit spatte. S. trok den vinger
met een paar tanden van v. d. L.
uit den mond, waardoor deze zoo
woedend werd, dat hij S. met een
mes eene diepe snede over de lin
kerwang en do^r het oor toegebracht.
Op het hulpgeroep van den gewonde
snelde de politie toe en arresteerde
beiden.
De 17-jarige zoon van J.
Damhuis, te Tiliigte, gem. Dene
kamp, werd, terwijl hij alleen thuis
was, door een toeval getroffen, met
het gevolg dat hij in het vuur ge
raakte en eenigen tijd later aan
de bekomen brandwonden overleed.
Het Tijdschrift voor Ge
neeshunde deelt mede, dat in de vo -
rige maand hier te lande een kind
is overleden tengevolge van dolle
hondsbeet. Het geval is voorgeko
men te Standdaarbuiten en het kind
is niet ter behandeling naar het in
stituut-Pasteur te Parijs gezonden.
WETGEVENDE MACHT.
In de zitting der Tweede Kamer van
Maandag legde de nieuwbenoemde griffier
de eeden af en aanvaardde hij zijne be
trekking, onder een toespraak van den
Voorzitter, waarin deze de hoop uitdrukte,
dat hij de voetstappen zijns voorgangers
zou drukken en zijne betrekking waarne
men met trouw, toewijding en volstrekte
onpartijdigheid.
De heeren Reekers en Land nemen
zitting.
Aan de orde is de interpellatie van den
heer Domela Nieuwenhuis over de werk
staking in de veenkoloniën.
Deze spreker begon met de hoop te
kennen te geven, dat de in de openings
rede uitgedrukte behoefte tot regeling der
maatschappelijke vraagstukken mocht wor
den bevredigd en kwam vervolgens op de
werkstakingen en hare oorzaken.
Hij schilderde in donkere kleuren den
toestand in de veenkoloniën. De turfma-
kers en hunne vrouwen verrichten daar
een zwaren arbeid, evenals de kinderen,
die beneden de 12 jaar voor een gering
loon in dienst zijn. Dezen arbeiders wordt
haast geen rust gegund en zij wonen in
hutten en krotten, waarin zij zich nauwe
lijks kunnen bewegen en rust genieten in
de onzindelijke bedden. Voor hunnen on-
menschelijken arbeid krijgen zij, blijkens
een leerrijk artikel in het „Nieuws van
den Dag", met hun zeven of achten f 2,50
a f 3,50, en met behulp van kinderen die
mannenwerk verrichten. Zoo had een
onderbaas f 6 per week. Hoe zal het nu
wel met de mindere arbeiders zijn, men-
schen zóó arm, dat zij geen geneesheer
kunnen betalen en dus de armenpraktijk
genieten Ziedaar hun lot in enkele trek
ken medegedeeld. Nu hunne wenschen niet
zijn ingewilligd, hebben zij het werk ge
staakt. Gelijk gewoonlijk: de werkgever
kon niet meer geven; maar de arbeiders
zijn gaan narekenen over de inkomsten
der veenbazen. Hij stelt hunne inkomsten
tegenover die der arbeiders. De verveners
ontvangen f2,70 voor het produceeren
van 1000 turven en de veenbaas ontvangt
daarvoor f3,50, dus verdient hij op elke
1600 turven 80 cent. Er worden 4 roe
den per dag verwerkt, dus verdient de
veenbaas 4 maal 80 eents voor elk vier
tal. Stel er zijn 60 man, dan krijgt de
veenbaas f98,40 daags. Vragen de werk
stakers 10 cent meer, dan is het niet on
mogelijk die toe te staan met het oog op
de verdiensten van den veenbaas. Die be
scheiden loonsverhooging zou de veenbazen
dus niet beuadeelen. Het leven dat die
veenarbeiders leiden, doet zich vooral ge
voelen op het onderwijsmen bedenke dit
wel. Het schoolverzuim in die streek is
enorm. Hij ontleent verschillende cijfers
omtrent het schoolverzuim aan het
„Nieuws". Die cijfers spreken. Het is dus
verklaarbaar, dat men iu die streek tot
werkstaking de toevlucht neemt. De orde
verstoorders zijn niet de veenbazen, zegt
men neen, de veenarbeiders. De eersten
worden beschermd ten koste van het zweet
en bloed hunner arbeiders. Men zendt zelfs
militairen uit, zelfs zonder aanvraag van
de plaatselijke overheid. In Heerenveeu,
waar niets te doen was, zag men met
verbazing de patrouilles. De bevolking
heeft de kosten intusschen te betalen en
het komt de gemeente du3 duur uit. Be
zorgdheid voor het district Schoterland
was dat zeker niet. Dikwijls geven mili
tairen, vooral in streken waar zij nooit
komen, zelf aanleiding tot rustverstoring.
De soldaten eu veldwachters zijn ook dik
wijls niet drankvrij. Toch moest hun drank
gebruik worden verboden. Dikwijls komen
er botsingen als de ordebewaarders, door
drankgebruik verhit, eenige heldendaden
willen vertoonen. Maar het volk is ge
woonlijk gedwee. Zien wij die toestanden
dan zou het woord van koning Lodewijk
wel eens van toepassing kunnen worden:
als ik onderdaan was, dan zou ik zelf iu
opstand komen. Die gedweeheid onder het
volk is het gevolg van uitputting, die
alle energie doodt.
En welk is nu het geneesmiddel? Spr.
meent, dat dit ligt in verandering van het
bestaande eigendomsrecht, dat niet langer
is te handhaven. St. Simon is ook vau
die leer. Spr. weidt daarna uit over het
geen de groote pers al verzwijgt.
Na eene aanmaning van den President,
om zich uitsluitend tot het onderwerp
zijner interpellatie te bepalen, ging de heer
Domela Nieuwenhuis voort met beschou
wingen over het drijven van winkelnerin
gen door de veenbazen, zeer lucratief voor
dezen, maar nadeelig voor de arbeiders,
die er sterk over klagen. Die misbruiken
moeten wordeu uitgeroeid. De regeering
voorzie dus daarin, althans poge het te
doeu. De prijzen zijn veel drukkender in
die gedwongen neringen dan in de gewone
winkels; de prijzen vooral voor brood en
spek verschillen zeer veel, soms 25 pCt.
Als de arbeider voor f 2.02 in de win
kelnering koopt, krijgt hij dezelfde waarde
voor f 1.50 bij een gewonen winkelier. Op
manufacturen wordt wel 100 pCfc. gewon
nen. Daarin moet verandering komen. Men
zal zeggen: er is geen vorm voor te vin
den dit neemt niet weg dat men probee-
ren kan, eene wet te maken tegen de ge
schetste misbruiken. De uitkomsten der
enquête behoeven niet te worden afge-
wacht, evenmin als veranderingen in het I;
B. W. Bij „periculum in mora" is eene!
noodwet op hare plaats. Is, vraagt hij,
de minister van Justitie bereid, ter dade
lijke voorziening in de schromelijke mis-
bruiken, binnen korten tijd in te dienen I
een wetsontwerp, bepalende dat de loonea
moeten worden betaald in algemeen gang
bare munt en dat het den arbeidgevers
verboden is, de arbeiders te verplichten
waren te koopen in winkels, hetzij direct I
hetzij indirect door arbeidgevers ged
ven?
De minister van Justitie be
antwoordt mterpellant op uitvoerige wijze.
Wat de heer Nieuwenhuis heeft mede
gedeeld zijn deels bekende toestanden.
Hij zal ze niet schetsen, evenals dein-
terpellant, die ze te donker kleurde. Al
zijn de toestanden hier en daar niet gun
stig, zóó zwart zijn de toestanden niet.
De dagbladen hebben het voor en tegen
omtrent de toestanden doen hooren, daarbij
er op wijzende dat ook veel aan de schuld
der arbeiders te wijten is.
Op grond der bij de regeeriDg ingel
men rapporten geeft de miuister een over
zicht van de oorzaken der werkstakingen
en haren meerderen omvang in dit jaar.
De lagere looueu zijn daaraan niet vreemd
en het gevolg der algemeene malaise, die,
zich overal doot gevoelen. De turf is daar
door goedkooperde vroegere voorraad is
nog groot, eu de concurrentie, door petro
leum en steenkolen aangedaan, is niet ge
ring. Yandaar dat de bazen geen loons
verhooging kunnen geven; vroeger waren
die werkstakingen, meer bekend onder den
naam van //bollenjagen", niet ongewoon.
Dit jaar echter hebben de turfmakers zich
bij de vroegere bollejagers gevoegd. Be
halve de lagere loonen deden zich nog
andere invloeden gelden, waarvan hij thans
nog niet zal gewagen. De werkstaking was
dit jaar uitgebreider, omdat de aanleggers
systematisch en ernstig de goedgezinde be«
volkiiig bedreigden, indien zij niet mee
deed. Dank zij het krachtig optreden der
autoriteiten eu hare maatregelen, heeft de
werkstaking geen groote afmeting geno
men, hebben er slechts niet noemenswaar
dige ongeregeldheden plaats gehad en kan
de werkstaking zoo goed als geëindigd
worden beschouwd. De regeering keurt al
de handelingen der autoriteiten goed eu
neemt die geheel voor hare verantwoor
ding eu brengt hulde, zoowel aau burgers
als militairen, voor hun beleidvol optreden
en hunne voorzorgsmaatregelen. Vooral
roemt de minister de tactvolle wijze
van handelen van rijks- en gemeente-po-
litie. De goedgezinde bevolking moet
kunnen rekenen op den steun der autori-
teifceu, en de regeering zal het steeds daar
toe leiden, eu zulks ter handhaving van
recht en orde, tot bescherming van de
arbeiders. (Applaus op alle banken.) De
regeering erkent, dat de gedwongen win
kelnering reden geeft tot grieven, omdat
er misbruiken aan kleven.
Daaromtrent resumeert de minister, wat
hem uit eeu rapport bekend is. Daarop
wordt er op gewezen, dat het zeer moeilijk
zal zijn aan die misbruiken een einde te
maken. Alleen als de arbeiders al het
noodige met contant geld betalen, zou aan
die misbruiken een einde te maken zijn. Een
crediet- of voorschotbank zou veel nut
stichten, maar geen bestaan hebben in eene
streek met vlottende bevolking als die dei
veenarbeiders. Wegens de moeilijkheid van
het vraagstuk beveelt het rapport eene
enquête in de streek als noodzakelijk ver-
eischte aan. De miii. vraagtis tusschen-
komst van den wetgever gewettigd? En
dan zegt hij, dat in het algemeen partijen
vrij moeten zijn over de betaling van
schukleischer door schuldenaar. Eerst als
partijen niet vrij zijn, moet de wetgever
tusschenbeide komen. Hij wijst op art.
1637 B. W., dat iemand slechts tijdelijk
zijne diensten kan verhureu. Reeds in de
vorige eeuw werd het truc-3ysteem ge
wraakt. Iu andere landen is deze materie
geregeld. Zoo is in Duitschland bij de
z/Gewerbeordnung" van 1869, later gewij
zigd, bepaald dat de fabrikanten den ar
beiders het loon in rijksmunt moeten
uitbetalen, wat de interpellant wil blijkens
zijne eerste vraag. Verder is verboden dat
fabrikanten de arbeiders op krediet leveren,
maar is tevens bepaald dat tot hun ge.
smet te zuiveren. De beschuldiging van een gewoon secre
taris zou daarentegen veel minder opzien verwekken. Een
en ander deed mij eindelijk besluiten, den volgenden dag,
zoo vroeg mogelijk, een bezoek af te leggen bij den heer
Gryce.
Niet zonder een zwaar hoofd over den afloop van dit be
zoek, begaf ik mij den volgenden morgen reeds vroeg op
weg, bezield met het vaste voornemen, dat ik mij door te
leurstellingen niet ontmoedigen, noch door tegenwerpingen
zou laten afschrikken. Mijn taak was, Eleonore Leaven
worth te redden, en om hierin te slagen, was bet niet al
leen noodig, dat ik onder alles goedsmoeds bleef, maar ook
vooral volkomen meester van mijzelven. Het ergste dat ik
vreesde was, dat de zaken reeds tot een crisis zouden zijn
gekomen, voordat ik recht kou verkrijgen, of in de gele
genheid was gesteld om voor haar tusschenbeide te tre
den. De omstandigheid, dat de begrafenis van den heer
Leavenworth juist op dien dag was vastgesteld, gaf mij
echter in dit opzicht eenigen moed voor de toekomst; ik
meende toch Gryce genoegzaam te kennen, om te mogen
veronderstellen, dat hij tot den afloop van die plechtig
heid zou wachten, alvorens tot de uiterste maatregelen
over te gaan.
Ik geloof niet, dat ik mij toen nog een bepaalde voor
stelling had gevormd omtrent de woning van een beambte
der geheime politie, maar toen ik voor het nette, uit drie
verdiepingen bestaande huis stond, dat mij als de woon
plaats van den heer Gryce was aangewezen, kon ik mij
niet ontveinzen, dat er in het uiterlijk van de slechts half
geopende blinden en de zich daarachter bevindende helder
witte gordijntjes, een waas van overeenstemming lag met
hem, die daarachter zijn tenten had opgeslagen.
Een bleek jongmensch, met sluik rood haar, dat hem
als geplakte franje over de ooren hing, opende op mijn
haastig bellen langzaam de deur, en beantwoordde daarna
mijn vraag of de heer Gryce thuis was, met een soort van
gebrom, dat evengoed ja als neen kon beduiden.
Mijn naam is Raymond; ik zou mijnheer gaarne da
delijk willen spreken, zeide ik.
Na mijn persoon met een enkelen blik van het hoofd tot
de voeten te hebben gemeten, liet hij mij binnen en wees
mij een deur, die zich aan het einde der gang, boven aan
een kleine trap bevond. Zonder verdere aanwijziogen af te
wachten, liep ik door en bevond mij weldra in een schaars
gemeubeld vertrek, waar ik Gryce aan een grooten lessenaar
vond zitten van buitengewoon ouderwetsch model.
Wel, wel! dat doet me genoegen, riep hij uit,
terwijl hij keek naar de reusachtige kachel, die midden in
't vertrek stond. 't Is tamelijk koud buiten, niet waar?
Ja, 't is guur weer en mistig, antwoordde ik, hem
oplettend gade slaande, om uit te vorschen, of hij in een
gemoedelijke en mededeelzame bui was. Maar om u de
waarheid te zeggen, heb ik mij geen tijd gegund om den
stand van het weer nauwkeurig op te nemen; het treurige
geval van den moord hield mijne gedachten zoozeer be
zig, dat....
Natuurlijk, viel hij mij kortaf in de rede, die
zaak zit mij dwars in de maag. Maar misschien ziet gij er
eenig licht in. Als ik 't wel heb, zijt gij hier gekomen om
mij eene mededeeling te doen.
Dat ben ik, was mijn antwoord, maar ik be
twijfel of die mededeeling van zoodanigen aard zal zijn, als
gij misschien verwacht. De zaak is, vervolgde ik, een
paar stappen nader tredende, dat sinds wij elkaar het
laatst zagen, mijne gissingen op een zeker punt zijn ver
anderd in eene vaste overtuiging. Zij, die door u verdacht
wordt, is volkomen onschuldig.
Wordt vervolgd.)