NIEUW S- EN ADVERTENTIEBLAD. 5e Jaargang. Woensdag 30 Mei 1888. No. 1503. ABOEIMEHTSFRHS: Een hoogstbelangrijke zaak. WIE IS DE SCHULDIGE? DAGBLAD Voor Haarlem, per 3 maanden 1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0.03. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Burosa: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. telefoonnummer 132. ADVERTENTIES: van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekbandelaren, postkantoren en courantiers. Directeuren-Uitgevers C. PEEREBUOH en J B. AVIS. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale de Fublicite Etrangère G. L. DATJBE cf Co., JOH. F. JONES, Stier., Parijs, 3Ibis Faubourg Montmartre. n. //Haarlem", pleegt men te zeggen, ie eene luxe-stad#. Dit is volkomen waar, door hare ruime, gezonde bouworde, door de nabijheid van Amsterdamdoor de aanwezigheid van spoorbanen in vier ver schillende richtingen, Amsterdam, Rotter dam, Uitgeest en Zandvoort, en niet het minst door hare prachtige omstreken, is Haarlem steeds uitnemend geschikt voor vermogende familiën, niet alleen des zo mers, maar ook, dank zij de talrijke ge legenheden tot ontspanning, ook in den winter. Als men zegt: //Haarlem is eene luxe stad", wil men echter daarmede ook dik wijls zeggen//een koopstad kan zij toch niet wezen!'' Wij gelooven evenwel dat men hierin dwaalt en zullen trachten, dit voor zoover dat mogelijk is, aan te toonen. Voor wij dit doen zullen wij evenwel al dadelijk de bekentenis afleggen, dat op dit oogenblik de conditiën waarin onze stad verkeert ten opzichte van handel en nijverheid allerongunstigst kunnen worden genoemd. Wat toch is het geval? Van een spoorweghaven, die eene verbinding zou vormen tusschen land- en waterweg, is geen sprake, zelfs is er niet eens een kraan van behoorlijke afmeting voorhanden, een flink goederenstation ontbreekt, de spoor brug over het Spaarne is zoo laag, dat zelfs kleine schepen er dikwijls zeer lang voor moeten wachten. Betreffende den tijd dat deze brug soms gesloten blijft, is het zeer belangwekkend het politie-rapport na te lezeD, dat eeuige jaren geleden hierover op last van B. en W. is opgemaakt. Zoo was en is de toestand en, niemand zal het ontkennen, ze is verre van roos kleurig te noemen. Daarbij kwamen nog de klachten over de veiligheid der over wegen, zoodat ieder inzag dat eene ingrij pende verbetering noodig en nuttig was. Eindelijk kwam er dan een plan te voorschijn, dat èn de belangen van han del en industrie (dus die van de geheele Haarlemsche burgerij) zou bevorderen èn de veiligheid der overgangen verzekeren. Wij achten het niet ondienstig, nog eens na te gaan welke verbeteringen dit plan behelsde. De spoorbaan bij het station zou wor den opgehoogd, terwijl daaronder bij den Jansweg en Kruisweg tunnels zouden wor den gemaakt, er zou een spoorweghaven komen, een flink goederenstation met wat daarbij behoorde, de brug over het Spaarne zoude 4 meter worden verhoogd, waardoor het verkeer te water zeer zou worden be voordeeld enlast not least, de mo gelijkheid bestond, üoor deze verbeteringen dat de sluis te Spaarndam zou worden vergroot. Hooren wij over dit plan de adviezen der verschillende collegiën De Kamer van Koophandel zegt: //De Kamer h3eft het plan, wat zijne algemeene strekking betreft, met bizondere ingenomenheid ontvangen" enz., de Comm. van Fabricage gaf, aan het slot van haar zeer uitvoerig advies als hare meeniug te kennen, //dat het plan in hoofdzaak met alle kracht diende onder steund te worden. Bij deze zeer rooskleurige adviezen, die zelfs den meest zwartgalligen mensch reden zouden hebben gegeven om op spoedige en afdoende verbetering van een ouhoud baren toestand te hopen, kwam het hin kende paard evenwel achteraan. De com missie van financiën begint haar advies eveneens met den geijkten term, dat zij het plan met groote ingenomenheid heeft begroet, doch laat daarop onmiddellijk volgen//welke ingenomenheid echter in geene geringe mate getemperd wordt door het hoogst aanzienlijk geldelijk offer, dat daarvoor van de gemeente wordt ge vraagd." Daarop betoogt zij, dat de Maatschappij billijkheidshalve het geheele werk voor hare rekening nemen moest en de ge meente Haarlem niet noodig had, finan cieel daartoe bij te dragen, waarbij zij er vooral den nadruk op legde dat de Maat schappij zelt bij de voorgestelde verbete ringen groote voordeelen zou genieten. Zonder over de woorden te vallen moe ten wij toch bekennen, dat wij ons moeilijk een //groote ingenomenheid" kunnen voor stellen //die in niet geringe mate getem perd wordt." Men is met iets ingenomen of men is dat niet en daarom maakt deze loftuiting o. i. den indruk, van niet meer te zijn dan een beleefdheidsterm. Het was tamelijk duidelijk, dat de Maatschappij niet te vinden zou zijn voor een mar- chandage, een loven en biedenhet leed geen twijfel, dat het voorstel, wanneer zulk een belangrijke factor als de finan- cieele bijdrage der gemeente Haarlem, daaruit geschrapt werd, door de Maat schappij niet zou worden aangenomen. Wij zullen dadelijk erkennen, dat de gronden waarop de Comm. v. fin. haar ad vies baseerde, niet van belang waren ont bloot. //De verhooging van de brug over het Spaarne zou meer voordeel brengen aan de Maatschappij dan aan de Ge meente, omdat zij daardoor naar en van Amsterdam zooveel treinen kon laten loo- pen als zij zelf wilde, terwijl het nog niet zeker was, of de Gemeente wel rente zou hebben van het voor de ophooging door haar uitgegeven geld. De goedereninrich- ting zou de Maatschappij eveneens meer voordeel geven dan de gemeente, terwijl het der C. v. F. ook onbillijk toescheen, dat terwijl de Maatschappij elders de sta tionsinrichtingen had uitgebreid, en ver beterd, zonder daarvoor van de betrokken gemeente geld te vragen, van Haarlem een aanzienlijk geldelijk offer werd ge- eischt." Hoewel op deze argumenten nog wel een en ander ware af te dingen, zullen wij ons vergenoegen met er op te wijzen, hoe verbazend groot het verschil is tus schen den geest, die uit dit laatste advies spreekt en dien, welke die de meerderheid der Raadsleden bij de behandeling van het concept-contract met de Duinwater- Maatschappij heeft bezield. Bij het spoor wegplan geen zweem van toenadering: na den beleefdheidsterm waarin van ingeno menheid sprake is, is het geheele betoog eene reeks van aanmerkingen bij de Duin water-kwestie evenwel werd er telkens en telkens weer op gewezen, dat veranderingen van eenige beteekenis wel eens het afspringen van de overeenkomst ten gevolge zouden kunnen hebben. Het prae-advie8 van B. en W. sloot zich, wat de geldkwestie betrof, bij dat van de Commissie van financiën volkomen aan. Hoe het plan verder van de baan geraakte, hebben wij in het eerste ge deelte van dit artikel reeds vermeld. Het is zeker, dat aan deze beide Col legiën dank moet worden geweten voor de goede zorgen, die zij aan de geraeente- flnanciën besteden, maar het is voor ons eene vaste overtuiging, dat de financieel© zijde van het plan door beiden door een al te donkeren bril is beschouwd. Men vergete tuck niet, dat Haarlem uitstekend gelegen is voor handel en in dustrie. Door een alleszins ver trouwbaar persoon is ons ver zekerd, dat, zoo net groote plan tot stand ware gekomen, enige groote firma's hunne fabrieken naar Haarlem zou den hebben verplaatst. Dit ver wondert ons in het minst niet. Aan het Noorder-Buitenspaarne is nog een groote hoeveelheid bouwterrein tot lagen prijs verkrijgbaar, de arbeidsloonen zijn hier veel lager dan elders, terwijl eventueele uit breiding zeer gemakkelijk zoude kunnen geschieden. Wat de fabrikanten zeiven aan gaat, de ruime, frissche straten, de fraaie omstreken, de talrijke gelegenheden tot uitspanning, des zomers en des winters, en de nabijheid van Amsterdam zouden Haar lem zeker tot een gewilde woonplaats hebben gemaakt. Deze omstandigheden in aanmerking genomen, komt het ons voor, dat de som van f 11.600, (voor interest en aflossing van het kapitaal dat de gemeente Haar lem bijdragen moest), de //ingenomenheid" van de Comm. van Fin. niet in zoo hooge mate behoefde te //temperen". Wij roerden daar straks met een enkel woord de sluis te Spaarndam aan. Men weet, dat deze sluis zeer onvoldoende is voor de tegenwoordige groote vaartuigen, terwijl bovendien de diepte te wenscheu overlaat. Afdoende verbetering zou even wel groote sommen kosten, terwijl van de Provincie en van het Rijk alleen dan financieel© steun mag worden verwacht, zoo men kan aantoonen, dat Provincie en Rijk er belang bij hebben en dat het niet slechts een belang is voor de stad Haar lem alleen. Bij den tegen woordigen toestand zou de knapste rechtsgeleerde hiertoe groote moeite hebben. Wanneer evenwel door de uitvoering van het spoor weg-plan eeno verbeterde communicatie tusschen land- en waterweg ware ontstaan, zoude dit zeker en gemakkelijk aan te toouon geweest en de geldelijke bijdrage niet achterwege gebleven zijn. Sedert net mislukken van het spoor wegplan heeft echter ook de vergrooting van de sluis te Spaarndam haar plaats weer ingenomen in het groote gelid der //stille wenschen". Het kan zijn nut hebben, thans de vraag te stellen//Wat nu?" en het komt ons voor, dat die vraag uiet zoo moeilijk te beant woorden is. Men weet, dat de bewoners der stadswijk benoorden de rails thans hun heil hebben gezocht bij de Tweede Kamer en, ook al verklaart deze zich incompetent, is het zeker, dat de requestranten niet zullen rusten vóór er in de veiligheid van de overwegen zal zijn voorzien. Er zal dan een brug worden gemaakt voor voet gangers, of hoogstens een tunnel voor voetgangers en voertuigen, waarvoor de Gemeente tien a twintigduizend gulden zal hebben uit te geveu. Wat het station van de Holl. Spoor betreft, het lijdt geen twijfel of vroeg of laat zal de Maatschappij gedwongen zijn, dit te verbeteren. Op dit oogenblik althans durven wij het even onveilig noemen als de aangrenzende overwegen. Maar.... men vergete niet, dat de Maatschappij d a n niet zoozeer met de wenschen van de ge meente Haarlem, als wel met haar eigen belangen te rade zal gaan. Inplaats van het groote, uitstekend uitgewerkte plan, dat èn in de kwestie van de overwegen èn in de bezwaren waarmede de industrie hier te worstelen heeft, op afdoende wijze zou voorzien, zullen wij thans (en wie kan zeggen wanneer) eene verbetering krijgen aan stukken en brokken, die daar door niet afdoende kan wezen. Zoo ergens, dan ware hier samenwerking dringend noodig. Wij betreuren het, dat de Raad geen gelegenheid heeft gehad, het voor en tegen van deze zaak in openbare zitting te over wegen alleen daardoor zou men een jnist inzicht hebben kunnen verkrijgen. De ad viezen van de Kamer van Koophandel en de Comm. van Fabricage wegen op tegen die van de Comm. van Fin. en van B. en W. en omgekeerd; het ware hoogst wenschelijk, dat de Raad in deze hadde beslist. Wij vragen ten slotte: Is thans werke lijk alle mogelijkheid afgesneden, om over dit plan, iilsnog met de Maatschappij tot een vergelijk te komen? Moet inderdaad dit plan, dat zooveel moeite heeft gekost en met zooveel zorg is opgemaakt, geacht worden voorgoed van de baan te zijn ge schoven? Bestaat er geen mogelijkheid, deze voor den toekomstigen bloei van onze stad zoo hoogstbelangrijke zaak, nogmaals Ier hand te nemen? Op de beide eerste vragen meenen wij ontkennend, op de laatste bevestigend te mogen antwoorden. De Holl. IJzeren spoor weg-Maatschappij zal zeer zeker alsnog voor eene schikking te vinden zijn, mits men tegenover haar dezelfde consideratie in acht neme, die thans in zoo ruime mate voor de Duinwater-Maatschappij aan den dag wordt gelegd. De burgerij heeft het advies van den Raad niet mogen hooren. Wij dringen er, bescheiden maar met vollen nadruk, op aan dat zij dit alsnog verueme. Wij er kennen gaarue, dat het moeilijk zal zijn, thans de onderhandelingen wederom op te vatten, maar wij gelooven niet, dat het onmogelijk is. Een zoo gewichtige zaak als deze mag er aanspraak op maken, den tempel zelf binneu te treden en niet in den voorhof te worden afgedaan. W. S T A 1) S NI E L S. Haarlem, 29 Mei. Maandag is alhier overleden de heer P. C. A. Hauschildt, consul der Argentynsche Republiek te Am- terdam, welke betrekking hij sedert 1863 heeft bekleed. De overledene bereikte den leeftijd van 62 jaren en had zich uit den nederigen werk mansstand tot zijne tegenwoordige maatschappelijke positie weten te verheffen. De 2e luit. kwartiermeester Royen van het 3e reg. vest.-art. te Gorin- chem is overgeplaatst bij het de reg. inf. alhier. Ingekomen aanvragen van werk zoekenden bij de Arbeidsbeurs aan het bureau van Haarlem's Dagblad,: 1 knecht voor loop- of pakhuiswerk. Ingekomen aanvragen van werk gevers: 1 magazijnknecht. In den nacht van Zaterdag op Zondag is eene poging tot inbraak aangewend aan het welbekende, met klimop begroeide kerkje der Ned.- FïüiriLIjBTO IV. Naar het Engelsch, van Anna Katharina Green. 4D XVII. DE AANVANG VAN GROOTE VERRASSINGEN. Ik snelde naar het portaal, waar ik Thomas reeds op weg vond naar de voordeur. Wacht met opendoen, zeide ik, ik zal u roepen als het noodig is. Thomas maakte een eerbiedige buiging en verdween. Gij verwacht mijn antwoord, zeide Mary met ge jaagde stem, toen ik weer binnentrad, gij wilt dat ik nu dadelijk zal spreken? Dat kan ik niet. Maar.... Onmogelijk, hernam zij, den blik angstig op de deur slaande. Miss Leavenworth! Zij stond zichtbaar te beven. Ik vrees dat de tijd van spreken nimmer zal komen, wanneer gij nu uw hart niet uitstort. Onmogelijk, stamelde zij, Er werd opnieuw krachtig aan de bel getrokken. Ik trad wederom buiten de kamer en riep Thomas. Gij kunt nu opendoen, zeide ik, en maakte een beweging om Mary opnieuw aan te spreken. Maar zij wees mij gebiedend naar de trap. Laat mij alleen, zeide ze, tegelijk naar Thomas ziende, als om hem te verstaan te geven dat hij moest wachten. Ik moet u toch nog spreken, voor ik vertrek, zeide ik, en liep toen haastig naar boven. De voordeur werd nu geopend, en ik hoorde een heldere klankrijke stem vragen: Heeft miss Leavenworth belet? Neen meneer, komt u binnen, antwoordde de huis knecht op zijn eerbiedigsten toon. Ik zag snel over de leuning naar benedsn en ontwaarde tot mijn groote verbazing de gestalte van Clavering, die na binnen te zijn getreden, zich regelrecht naar de receptie zaal begaf. XVIII. OP DE TRAP. Geheel verbaasd over deze onvoorziene omstandigheden, poosde ik een oogenblik, om mijne gedachten te verzame len, toen mij van de zijde der bibliotheek het geluid trof eener zachte eentonige stem. Ik ging er heen, en zie, daar zat de secretaris luid te lezen uit het manuscript van zijn overleden meester. Het zou mij moeilijk vallen een juiste beschrijving te geven van hetgeen bij deze ontdekking in mij omging. In dat vertrek, dat nog kort te voren het verblijt des doods was, hield deze man, als een kluizenaar in zijn cel, zich bezig met het lezen en herlezen van de woorden van den doode, terwijl boven en heneden hem menschenharten zich voelden pijnigen van schaamte en vrees. Terwijl ik nog luisterde, hoorde ik hem deze woorden lezen: Zoo doende zullen hun inlandsche hoofden niet alleen terugkomen van hun afkeer van onze instellingen, maar daarin zelfs een levendig belang beginnen te stellen. Ik opende de deur en trad binnen. O, is u 't? Gij zijt laat dezen keer, zeide hij, terwijl hij opstond en mij een stoel aanbood. Ja, zeide ik, geheel vervuld met de gedachte aan de twee personen in de receptiekamer. Gij zijt toch niet ongesteld? vroeg hij, mij zoo somber ziende. Neen, ik ben volmaakt wel, antwoordde ik, de pa pieren ter hand nemende en ze overziende. Maar de letters dansten mij voor de oogen en ik was genoodzaakt voor dien avond elke poging tot werken op te geven. Ik vrees, dat ik niet in staat zal zijn u van avond in werk behulpzaam te wezen, zeide ik. Het is mij onmogelijk, bedaard met dezen arbeid voort te gaan, ter wijl de man, die hierin mijne hulp noodzakelijk maakte, ongestraft blijft. Harwell legde op zijn beurt het gedeelte van 't manuscript, waarmede hij bezig was, ter zijde, alsof het ook hem plot seling met afkeer vervulde, maar gaf geen antwoord. Toen gij mij de tijding van deze verschrikkelijke mis daad bracht, hebt gij gezegd, dat het een geheimzinnige

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 1