NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
5e Jaargang.
Donderdag 31 Mei 1888.
No. 1504.
ADVERTENTIES:
WIE IS DE SCHULDIGE?
HAARLEM'S DAGBLAD
ABOÏTITEHEHTSPRIJS:
Voor Haarlem, per 3 maanden/1.20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.03.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
BuresnKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Adverteutiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers.
llrectenren-Cltgevers J C. PEEREBOOJI en J (B AVIS.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale de Publioite Etrangè.re G. L. DAVBE Sp Co., JOH. F. JONES, Suer., Farijt, 31bie Faubourg Montoiartre.
TADSNIEU WS.
Haarlem, 30 Mei.
In de Maandag gehouden verga
dering van aandeelhouders der Haarl.
Tramweg-Maatechappij is het tien
jarig bestaan herdacht (de dienst
werd den 27en Mei 1878 geopend).
Na ruime afschrijvingen, is hei di
vidend op 2 pCt. vastgesteld. In de
plaats van den overleden heer A.
Wijnanas is tot commissaris geko
zen de heer W. de Clercq, alhier.
Dinsdagavond te 8 l/o uur hield in de
bovenzaal der sociëteit,/Vereeniging" de ver-
eeniging Volksbelang'' eene openbare ver
gadering. Als spreker trad op de heer C.
V. Gerritsen, uit Amsterdam, met het
onderwerp: //Noodzakelijkheid vau Belas
tinghervorming".
De steeds toenemende staats- en ge
meente-bemoeiingen, zeide spreker, eischen
ieder jaar grooter uitgaven, die door ons
moeten worden opgebracht. Op de vraag
of bij de invordering daarvan wel vol
daan wordt aan de eischen van recht
vaardigheid eu billijkheid, meent spr. ont
kennend te moeten antwoorden.
Wanneer wij een blik slaan op de uit-
van het Kijk, dan zien wij dat die
i voor posterij, telegraphie, spoor
wegen, rechtspraak, bestrating, rioleeriug,
onderwijs enz. enz. Die alle geschieden in
het algemeen belang, doch komen meer
ten goede aan den een dan aan den nnder.
Het is billijk, dat van ieder een bijdrage
in de kosten wordt gevorderd, naarmate
hij van die uitgaven voordeel geniet. Voor
datgene wat niet direct kan worden be
taald, zooals rente van schuld, adminis
tratie, politie enz., mag van den een geen
grooter offer worden gevraagd dan van
den ander, dit deel der uitgaven (het
grootste) moet dus door de burgers wor
den opgebracht, naar de mate van hun
draagkracht.
Nu is het voor den wetgever onmoge
lijk, met juistheid de draagkracht te be
palen; hij kau eu moet daar evenwel naar
streven. Zij hangt af van de verhouding
tusschen vermogen, inkomen en vertering,
maar de keuteekeuen dier drie factoren
zijn hoogst moeielijk waar te nemen. Wan
neer b. v. eene belasting werd geheven
alleen naar het inkomen, dan zou er
ongetwijfeld groote onbillijkheid plaats
hebben. A. b. v. die van wisselvallige win
sten in zaken leeft en vier kinderen heeft,
zou evenveel moeten betalen als B., die
een lijfrente heeft eu geen kindereu, wan
neer beiden hetzelfde inkomen hebben.
Achtereenvolgens behandelt spreker thans
de verschillende wijze van invordering der
belastingen.
De Grondbelasting drukt op den
grond. Zij wordt door de eigenaars be
taald, maar niet gedragen, want deze re
kenen er op bij eventueelen verkoop. Bo
vendien is de belastbare waarde der onge
bouwde eigendommen in een halve eeuw
niet herzien.
De Personeele belasting heeft ten
doei, om de ingezetenen te doen bijdragen
naar de mate van hunne vertering. Deze
belasting is hiertoe uituemend geschikt,
mits zij beruste op zuivere grondslagen.
De tegenwoordige grondslagen ziju zes
in getal: de huurwaarde der woningen,
deuren en vensters, meubilair, schoorstee-
nen, dienstboden en paarden.
Do huurwaarde als grondslag is slecht
geregeld. De fractie die aan woniughuur
wordt betaald, is bij een klein inkomen
veel hooger dan bij een groot. De wet
gever had den belastingvoet moeten doen
stijgen naarmate de woninghuur grooter
was. Dit is verzuimd en dat verzuim
wordt nog verergerd door de hierop
geheven opcenten. Ook met locale om
standigheden is geen rekening gehouden,
evenmin let de wet hierbij op de grootte
van het gezin, terwijl het onbillijk is dat
winkeliers, die voor hun bedrijf een groot
huis moeten hebben, daarvoor ook moe
ten betalen. De bezitters van groote tui
nen evenwel zijn bizonaer begunstigd, daar
hiervan slechts een deel in aanmerking
wordt genomen.
De grondslag //deuren en vensters" is
nadeelig voor de volksgezondheid, daar
men bij het bouwen van woningen vooral
in groote steden, zeer zuinig is met ramen
eu ingangen. Ook worden de vensters, die
den winkelier tot uitstalling dienen, be
last. De progressie hierin is onbeteekeneud.
Evenzeer is dit het geval met haard
steden, terwijl deze grondslag zeer veel
aanleiding geeft tot ontduiking, omdat
het onderzoek in Mei plaats heeft, wan
neer alle kachels zijn weggenomen. Het
meubilair zou een goede grondslag zijn,
zoo rekening werd gehouden met de
grootte van het gezin, de plaatselijke om
standigheden en de draagkracht. Men kan
zijn meubilair laten schatten of dit over
laten aan het Rijk, dat het alsdan taxeert
naar de huurwaarde. Een fout in dezen
grondslag is, dat de schatters een zekere
percentage ontvangen en dus niet spoedig
het officieele tarief te boven gaan. Dia
manten enz. worden niet mede getaxeerd,
evenmin schilderijen en piano's, hoewel
dit juist van groote draagkracht blijk geeft.
De grondslag: //dienst- eu werkboden"
is uitstekend. Maar men had ééue dienst
bode moeten vrijstellen. Voor inwonende
bedienden moet worden betaald, voor uit
wonende niet. Zonderling steekt hierbij
af de vrijstelling voor jagers en huisbe
waarders.
Ook bij den basis //paarden" had men
met plaatselijke toestanden rekening moe
ten houden en niet een rijpaard in Haar
lem evenhoog aanslaan ali een dat gehou
den wordt in een afgelegen dorp. Ook
hier zijn de bedrijven belast; spreker
noemt de paarden, die stalhouders en
paardenkoopers tot uitoefening van hun
vak behoeven.
De Patentbelasting is volgens
spr. het grootste prul dat er bestaat en
eene belasting op het bedrijf. Zij veroor
zaakt, dat men eerder zijn geld in bui-
teulandsche effecten, dan in biuneuland-
sche ondernemiugen belegt. Van controle
is daarbij ook geen sprake. Ook deze belasting
drukt het meest op een klein inkomen,
terwijl enkele personen, als predikanten,
advokaten, van patent zijn vrijgesteld.
De invoerrechten en accijn-
s e n zijn uitstekend, zoo ze worden gehe
ven van weelde-artikelen, maar af te keu
reu voor eerste levensbehoeften. Dezeheett
ieder noodig eu ongeveer in gelijke mate,
zoodat ook hier niet belast wordt naar de
draagkracht. De ingevoerde manufacturen
zijn hoofdzakelijk goedkoope stoffeu, die
dus door de lagere klassen worden ge
kocht ook petroleum wordt meest door
diezelfde klassen gebruikt, ook de accijns
op suiker is verwerpelijk, sedert aange
toond is dat suiker voedende stoffen bevat.
Niet beter is het met jenever, bier, zout,
zeep, geslacht.
De accijn8on leiden tot belasting van
bedrijf, tot vervalsching van levensmidde
len, tot onreinheid, smokkelarij enz.
Komen thans de indirecte belastingen.
Onrechtmatig drukken, zegt spreker, re
gistratie- en hypotheekrechten op kleine
bezittingen, aangezien die vaker verpand
of verkocht worden dan groote eigendom
men. Dit is dus eene belasting op het
ongeluk.
Wij hebben nu gezien, zegt spreker, hoe
de grootste last drukt op de kleiue inko
mens. Bijna nergens is rekening gehouden
met de draagkracht, overal missen wij een
beginsel, een leidende gedachte.
De gemeenten hebben allerlei moeilijk
heden ondervonden bij het heffen eener
inkomstenbelasting. Hun ontbreken goede
gegevens, terwijl soms de vree3 voor het
verjagen van gefortuneerde personen hen
weerhoudt deze behoorlijk aan te slaan.
Men ging er daarom vrij algemeen toe
over om, naast de opcenten, te heffen
eene hoofdelijken omslag, met de huur
waarde tot grondslag. Daardoor wordt de
vertering nog hooger belast en de ongelijke
druk verergerd.
Het gemeentebestuur van Haarlem zegt
spr., heeft zich niet veel moeite gegeven
om evenwicht te brengen in de totale
lasten der ingezetenen. De vertering b. v.
wordt berekend voor niet minder dan 70
pet., terwijl het vanzelf spreekt dat een
klein inkomen wel, een groot inkomen
niet geheel verteerd wordt.
Of meu verder f 1000 of f 10.000 inkomen
heeft, het evenredig draagvermogen wordt
gelijkgesteld. Bovendien is de verordening
op de invordering der belasting alhier in
strijd met de gemeentewet, die zegt, dat
de belasting moet worden geheven naar
grondslagen die voor een redelijken maat
staf van het inkomen te houden ziju. De
heffing geschiedt echter percentsgewijze
van de vertering, waardoor groote inko
mens vrijloopen.
Bij de hier vigeerende verterings-belas-
ting acht spreker de gelegenheid tot ont
duiking grooter dan bij een belasting naar
het inkomen.
Spreker trekt ten slotte de navolgende
conclusie
De belasting moet worden geregeld naar
de plaatselijke omstandigheden en toestan-
don en geheven door de gemeente.
De belasting op het inkomen moet
worden geheven door het Rijk.
Afgeschaft moeten worden de patent
belasting en de accijnsen op eerste levens
behoeften.
Registratie- en hypotheekrechten moeten
worden vervangen door een vast recht.
Bij de regeling vau alle heffingen moet
rekening worden gehouden met de draag
kracht van den belastingschuldige.
Spreker eindigt met een citaat van dr.
Treub. „Om de onbillijke eischen der so
cialisten af te wenden beginne men met aan
hunne billijke weuschen, o. a. billijke ver
deeling van lasten, te gemoet te komen.
Een luid applaus was de tolk van de
stemming der vergadering.
Van de gelegenheid tot debat werd geen
gebruik gemaakt. Met een woord van dank
aan den spreker sloot de Voorzitter, de
heer D. de Clercq, de vergadering.
Dinsdag namiddag is een 16 jarige
knaap aan de Nieuwe Gracht van
een steiger gevallen en heeft daar
bij kneuzingen en verwondingen be
komen.
Na 15 Juni a.s. zal schouw wor
den gedreven in den Haarlemmer-
meerpolder op het kroozen en zui
veren der vaarten en slooten.
De zomerdienst der stoombooten
langs Haarlemmermeer gaat in
Maandag 4 Juni a.s.
LETTEREN EN KUNST.
De bouwkundige vereeniging te Da-
venter heeft ter gelegenheid van haar 40-
jarig bestaan prijsvragen uitgeschreven,
waarvan zij thans in haar gebouw een
tentoonstelling houdt. Bekroond werd voor
het vervaardigen vau een gedeelte vesti-
bulewand op de ware grootte, met den
prijs de heer H. J. Borkink en met de
premie de heer M. Kredde; voor het
maken van een lezenaar van blank eiken
hout kreeg de premie de heer J. Brink
man en voor het vervaardigen van een
cartouche vau marmer of hardsteen kreeg
de prijs de heer A. Jansen Ez. en de
premie de heer D. B. Kruissinga.
De jury van den Parijschen //Salon"
heeft voor schilderkunst de medaille eerste
klasse toegekend aan de heeren Delance
en Forsberg. De eere-medaille voor deze
afdeeling der tentoonstelling zal later wor
den toegewezen. De eere-medaille voor
bouwkunde is ten deel gevallen aan den
heer Deglane; de medaille eerste klasse
aan den heer Girault. Voor graveerkunst
is geen eerste medaille gegeven.
LEGER EK VLOOT.
De commissieonder voorzitterschap
van den secretaris-generaal van het De
partement van oorlog, belast geweest met
het onderzoek naar de militaire correspon
denten van de verschillende dagbladen,
heeft hare taak neergelegd. Het eenige
resultaat van het onderzoek is geweest,
dat men versterkt is in de overtuiging,
dat de correspondenten in den regel zeer
goed ingelicht en zeer diligent zijn.
Zr. Ma. instructievaartuig „Urania,"
onder bevel van den luit.ter zee der le klasse
M. C. van Doorn, op een oefeuingstocht
in de Zuiderzee met de adelborsten van
het oudste studiejaar, wordt in het laatst
dezer week ter reede van Tessel verwacht,
om aldaar eenige dagen te vertoeven tot
het verwisselen dier adelborsten met die
der 2e afdeeling.
De le luit. ing. van het O. I. L.
G. B. H. F. Alpherts wordt met 15 Juli
eervol ontheven van zijne betrekking als
leeraar aan de K. M. Academie.
De le luit. D. G. v. d. Voort Maar
schalk, van het 2e reg. vesting-art., wordt
met lo. Sept. a. s. werkzaam gesteld aan
de K. M. A.
De le luit. F. R. van Royen, van
het wapen der genie, thans gedetacheerd
aan de K. M. A., wordt definitief bij die
inrichting overgeplaatst met 15 Juli a. s.
Het bericht in het „Haagsche Dag
blad" nopens de benoeming van den kolo
nel Joost, comm. van het 5e reg. inf., tot
goeverneur der Kon. Mil. Academie te
Breda, is onjuist.
De batterijen van het 2e reg. veld-art.
zullen van 16 Juli tot 1 Augustus, en die
van het le reg. veld-art. van 118 Au
gustus a. s. de legerplaats op de Olde-
broeksche heide betrekken.
Op 27
OftQERWIJS.
dezer werd te Wormerveer de
vergadering der gymnastiek-
onderwijzerBvereeuiging //Noord-Hol land"
gehouden. De voorzitter, de heer P. C.
Adrian, heette de aanwezigen welkom.
Nadat de secretaris verslag had uitge -
3F* X~J "O" I L S T O DNT.
Naar Tiet Engelschvan Anna Katharina Green.
451
XVIII.
OP DB HAP.
Claveririg, Clavering, mompelde Harwell met be
vende lippen, terwijl hij zich met den rug tegen den muur
liet zinken. Maar daarna plotseling vooruitstuivende greep
hij met de eene hand krampachtig de leuning, terwijl hij
met de andere naar beneden wees en mij met heesche stem
in 't oor fluisterde:
Wilt gij weten, wie de moordenaar is van den heer
Leavenworth? Zie dan ginds, daar gaat hij; Clavering.
Hierop trad hij met een vaart terug, en waggelde als een
dronken man door 't portaal en de trap op.
Ik besloot dadelijk hem te volgen. Haastig heklom ik
de trap naar zijn kamer en klopte aan de deur; maar ik
kreeg geen aut woord. Toen riep ik hem luid hij den naam,
maar met even weinig gevolghij scheen zich blijkbaar niet
te willen vertoonen. Nochtans vast besloten om hieromtrent
meer te weten te komen, keerde ik terug naar de biblio
theek en schreef hem een kort briefje, waarin ik hem ver
zocht mij zijn vreemd gedrag te willen ophelderen; ik zou
hem daartoe den volgenden avond te zes uur op mijn bureau
wachten. Hierna begaf ik mij naar beneden, ten einde mijn
onderhoud met Mary voort te zetten.
Ik scheen dien avond echter weinig geluk te hebben.
Mary had zich, terwijl ik mij in de bibliotheek bevond,
naar haar kamer begeven en daarom was ik wel genood
zaakt, mijn plan tot een ander onderhoud op te geven.
- Zij i6 te grijpen als een schaduw, zeide ik bij mij
zeiven, de gan^ met ongeduld op en neer loopende.
Terwijl zij zich hult in geheimzinnige nevelen, verlangt
zij van mij, dat ik haar karakter zal eerbiedigen als open
en rond.
Juist toen ik het huis wilde verlaten, zag ik Thomas
met een briel in de hand naar beneden komen.
De complimenten van miss Leavenworth, meneer,
zeide hij, mij den brief overreikende, en of ik u wou
zeggen, dat zij te vermoeid is om van avond beneden te
blijven.
Ik trad ter zijde, om het memorandum te lezen, en ont
raadselde uit de haastig neergekrabbelde regels de volgende
woorden
Gij vraagt mij meer dan ik u kan verschaffen. De
moet worden aangepakt zonder te rekenen op een
nadere verklaring van mijne zijde. God zij ons allen ge
nadig en behoede ons voor wanhoop. M.»
En daaronder:
Daar eene ontmoeting tusschen ons nu minder aan
genaam zou zijn, is 't beter dat wij ieder onzen last dra
gen, afzonderlijk en alleen. Harwell zal u komen bezoe
ken. Vaarwel.
Toen ik een oogenblik later mij huiswaarts spoedde, hoorde
ik in de Twee-en-dertigste straat een snellen tred achter
mij, en werd, toen ik omzag, Thomas gewaar, die mij
toeriep:
Neem u 't niet kwalijk, meneer, maar ik heb uiets
afzonderlijk te zeggen. Toen u mij den vorigen keer hebt
gevraagd, wat voor een heer het was geweest, die op den
avond van den moord kwam om miss Eleonore te spreken,
heb ik u niet behoorlijk geantwoord. Maar dat komt, ziet
u, omdat de rechercheurs mij juist hetzelfde hadden ge
vraagd en daarom was ik wat bang. Nu ik echter weet
dat u een vriend is van de familie, kom ik u achterna, om
u te vertellen, dat diezelfde heer Robbins, of hoe hij
heeten mag er van avond weer geweest is en mij nu
gevraagd heeft, om aan miss Mary te zeggen, dat meneer
Clavering er was. Ja, meneer, ging hij voort, ziende dat
ik verwonderd was, en, zooals ik al tegen Molly zei,
doet hij erg wonderlijk voor een vreemdeling. Toen hij den
vorigen keer kwam, bleef hij een heele poos dralen, voor
dat hij naar miss Eleonore vroeg, en toen ik zijn naam
wilde weten, nam hij een kaartje en schreef daarop den
naam, dien ik u gezegd heb, ziet u, en hij zette daarbij
een heel bizonder gezicht, en daarbij komt nog....
Wat?
Daar is iets, mijnheer, ging de huisknecht op
eenigszins angstigen toon voort, dat ik nog aan niemand
heb gezegd, behalve aan Molly, en ik geloof wel, dat het
u van dienst kan zijn, als u hem, die den moord beging,