dikwijls moet veranderen van woonplaats
kunnen hunne jongens niet zenden naar
dan 3-jarigen cursus, want als zij elders
komen is er geen school waar zij worden
opgenomen in aansluiting met deze.
Dit is een van de grootste bezwaren. Ik
wil er tegen opkomen dat het met de
school zoo slecht geschapen zou staanvol
gens een tabel van den inspecteur van Eyk
heeft deze school wel eens nog minder
leerliugen gehad dan thans en ook wel
eens meer. Dat is ebbe en vloed. Er is
geen gegronde reden om te zeggen dat de
school verloopt. Het komt mij voor dat,
voor wij overgaan tot verlaging van het
schoolgeld, waardoor m. i. niet bereikt
zal worden het doel om te ontlasten den
5-jarigen cursus, wij eerst het middel tot
redres moeten zoeken in volledige wijziging
van het programma. Een eerste punt is
meer kennis van meetkunde, van stel
kunde en ciiferkuude dan thans kan ver
kregen worden omdat het aantal lesuren
te klein is. Men zou de school ook kun
nen gebruiken om een specialen tak van
nijverheid te steunen, bijv. den tuinbouw.
Dat de school niet slecht is blijkt uit het
volgende voorbeeld. Ik weet van een jong-
mensch die den 3-jarigen cursus heeft af-
geloopen en op een kantoor geplaatst werd
om tijdelijk te helpen. Na 4 wekeu werd
hem een traktement van f 800 aangebo
den omdat hij zoo uitstekend het boek
houden verstond.
H u e t. Het bevreemdt mij, dat ik hier
heb hooren uiten den wensch om de 3chool
met 3-jarigen cursus op te heffen. Men moot
daarvoor doorslaande bewijzen hebben, dat
zij verkeerd is, verkeerd werkt en overtollig
is. De heer Macaré heeft al gezegd, dat
de school niet zulk een geringe bevol
king heeft. Wij zouden haar wel meer
toewenscheu. maar zij is nog niet in zulk
een toestand dat men uit het aantal leer
lingen hare overtolligheid afleiden kan
Men wenscht dat aantal te doen toenemen
om twee redenen. O ui meer toevloed te
krijgen en om de andere school te ont
lasten van te grooten toevloed.
Het komt mij voor, dat het voorstel
van B. en W. wel tengevolge kan hebben
dat op den 3-jarigen cursus eenige leer
lingen meer komen, maar ik betwijfel sterk
of bet andere doel ook zal worden ge
troffen. Een groot aantal gaat naar den
5-jarigeu cursus om opgeleid te worden
voor Willemsoord en Breda. Die kan men
niet afleiden naar den 3-jarigen cursus,
volgens het plan van B. en W.
B. en W. hebben twee eischen gesteld,
die met elkander in strijd zijn. Als men
het karakter der school ongeschonden wil
hand ba ven, kan men niet komen tot een
beteekeneiide onthef&ug van den 5-jarigen
cursus, wil men doeu zooals de heer Krol
voorstelt, dau is het wel mogelijk, dat dit
de 5-jarige cnrsus e nige ontheffing geve.
Over het schoolgeld ben ik van oordeel
dat het voor verschillende personen te
kras is, f60 schoolgeld te heffen.
De school zou meer bezoek bebben als
men het schoolgeld eenigszins verminderde,
zij zou meer bezocht worden door hen die
zich later op winkelnering en op den klei
nen handel zullen toeleggen.
Niet lang geleden is hier een lagere
school geopend voor minder schoolgeld.
Jongelui die van daar verder vveuschen te
gaan kunnen gereedelijk een plaats vinden
op den Bjarigen cursus. Het is mij bekend,
dat verscheidene personen hun kind op den
3jarigen cursus zouden plaatsen, maar het
schoolgeld is hun te hoog. Bij de lagere
scholen is bovendien niet meer te betalen
dan het schoolgeld; bij het M. O. moet men
zich behalve schoolgeld, ook boeken enz.
aanschaffen en op den 3jarigen cursus komt
dit nog op f20 per jaar. Mijn opvatting
was dezeik gevoel veel voor wat de heer
Krol heeft gezegd, maar geloof dat het
goed zal zijn het voorstel van B. en W.
aan te nemen; dat geeft wel niet veel, maar
toch iets.
De K a n t e r. Ik zal niet treden in
paedagogische beschouwingen. Yoor de
tweede maal, sedert ik lid van den Raad
ben, komt deze organisatie ter sprake. De
eerste maal luidde hetde school is niet
goed ingericht. Het schoolgeld, dat laag
was, moest verhoogd wordenmen zeide
de menschen willen geen goedkoope school
hebben. Men heeft dat ook gedaan en het
schoolgeld is verhoogd. Het gevolg daar
van is, dat dit ook niet goed is en daarom
moet men het weer lager brengen. Ik kan
mij in die redeneering niet best vinden
en kom tot de conclusie dat, als een
school met hoog schoolgeld en laag school
geld niet beantwoordt aan het doel, de
fout zit in de organisatie. Ik heb be
zwaar met het voorstel van B. en W.
mee te gaan, maar voel veel voor het
voorstel van den heer Krol. Het staat er
mee iu rechtstreeks verband. Zou het een
bezwaar zijn, het voorstel van den heer
Krol te gieten in den vorm van een motie
van orde? Dan behoefde men geene be
slissing te nemen over he' voorstel van
B. en W., maar kon het leerplan van den
directeur afwachten. Dan ka» men beter
een besluit nemeu dan nu.
Voorzitter. Uwe beschouwing is
niet juist. Vroeger was het de bedoeling,
de school in te richten voor jongens die
geen examen deden en in zaken moesten.
Daaraan was toen volstrekt niet verbon
don een verhoogiug van schoolgeld, dat
is er ingekomen op een amendement van
den heer Krelage. De schoolgeld-verhoo
ging was de aanloop niet.
De Kanter. U heeft juist, dat tot
gelijkstelling besloten is door een amen
dement van den heer Krelage. Maar het
voorstel tot verhooging ging uit van de
commissie, hoewel deze slechts tot f50
verhoogen wilde.
Krol De grond waarop de heer Huet
verlaging voorstelt, ik meen dat hij zich
daarin bedriegt. Als voorbeeld heeft hij ge-
uoemd de scliool van den heer Graaff. Is dat
wel de bedoeling? Met de oprichting daarvan
heeft men het oog gehad op leerliugen van
de kostelooze en tusscheDscholeu, die nog
niet genoeg kenden en behoefte hadden aan
wat fransch. Het is niet de bedoeling, dat
die leerlingen verder onderwijs zouden ge
meten. Misschien is er een enkele exceptie,
ik geloof dat het een exceptie zou zijn
als leerlingen van die school op den 3ja-
rigen cursus kwam.
Voorzitter. Er is nog al verschil
van opinie. De tijd is te nauw aau om
radicale denkbeelden te volvoeren als het
plan van den hoer Bijvoet of van den heer
Krol. Als het waar is wat de heer Huet
heeft betoogd, dat het voorstel van B. en
W. een stap zou zijn in de goede richting,
zou het dan niet goed zijn die te doen?
Dan zal spoedig blijken of bij goed is of
niet, en in het laatste geval kunnen de
leden een ander voorstel doen.
Macaré. Ik wensch even iets op te
merken. U zegt dat dit een stap is in de
goede richtiug, ik betwijfel het zeer. Maar
als wij een stap doen met het denkbeeld
om later grooter veranderingen te maken,
is het dau wel zaak dien stap te doen Ik
zou bang zijn dat ik een verkeerde rich
ting uitstapte.
Voorzitter. Blijkt ons dat de stap
niet goed effect sorteert, dan is er gele
genheid een voorstel te doen. Wij kunnen
den stap zonder gevaar doen. Als wij nu
deze vvijzigiug aanbrengen, zal het blijkeu of
het mis is of doel treft. De heer Huet
heeft zeer goed gezsgd dat men op de
twee scholen de aandacht moest vestigen.
B ij v o e t. Ik geloof eigenlijk, dat bet
veel beter is niets te doen, dan een stap
die ons later kon berouwen. De vorige
maal heeft de heer Huet ronduit verklaard
dat men zich nog op den 5-jarigen cursus
kon reddeu. Als dit het geval is, is het
veel voorzichtiger nu de school te laten
zooals zij is, om later met een groote or
ganisatie voor den dag te komen.
Krol. Een ernstige bedenking tegen
mijn voorstel is dezedat het onmogelijk
is voor Sept. klaar te komen. Ik zie dat
bezwaar niet in, men heeft eukel een leer
plan te ontwerpen en nog 4 maanden tijd.
Voorzitter, Ik acht het voorstel
zoo ingrijpend en, als ik het zeggen mag,
zoo verwerpelijk, het vereischt zoo'n groot
onderzoek, dat het onmogelijk is, dit in
4 maanden tot stand te brengen.
Heshuijseu. Voor het voorstel van
B. en W. is het punt van uitgang ge
weest de brief van den heer Pruim. Als
ik hoor wat de heer Krol zegt, dan ver
beeld ik mij dat het dat niet uit ziju hoofd
heeft gehaald, maar uit dezen brief.
Huet. Ik heb inderdaad meegedeeld,
dat het personeel van deu 5-jarigen cursus
het eerste jaar geen versterking zou
noodig hebben. Dit kan ik nog zeggen
ik meen dat het mogelijk is, het voorloo-
pig uit te hotulen zonder vermeerdering
van personeel. Nu zal men echter voor
de afzonderlijke uren in de 8e klasse niet
meer kunnen zorgen.
Er is groot verschil van gevoelen. Het
voorstel van B. en W. komt neer op tweeër
lei vermeerdering van schoolgeld en
wijziging van het programma; vindt men
de vermindering van het schoolgeld ver
werpelijk, dan zou men het andere punt
kunnen aannemen. Ik ben het eens met
den Voorzitter dat de tijd te kort is voor
ingrijpende veranderingen. De meeste ouders
hebben hun besluit al genomen. Gaat
men de school veranderen dan stelt men
hen weer voor moeilijkheden, het zou nu
niet meer doeltreffend zijn het leerplan
om te werken.
Achtereenvolgens worden than3 in stem
ming gebracht de eerste 4 punten van het
voorstel van B. en W.
Ie punt verworpen met 4 stemmen,
voor (Sneltjes, Von Reeken, Heshuijsen
en Huet).
2é punt verworpen met 7 stemmen
voor (Heshuijsen, Stoel, Sneltjes, v. d.
Steur, Berkhout, Von Reeken, Huet).
3e punt verworpen met 9 stemmen
voor (van de Poll, Heshuijsen, Stoel, Snelt
jes, van Ek, Waller, Von Reeken, Macaré,
Huet).
Voorstel van B. en W. tot herziening
vau de verkoopprijzen van gemeentegron
den, bestemd voor bouwterrein, met adv.
van de comm. van fin.
Voorzitter. De comm. v. fin. heeft
eenige afwijkingen voorgesteld.
Na eenige discussie wordt deze prijs
berekening goedgekeurd, terwijl van de
veranderingen, door de comm. van fiu.
voorgesteld, twee worden aangenomen en
een verworpen.
Goedgekeurd wordt zonder hoofdelijke
stemming
de herziening van de verordening op de
heffing van schoolgeld aan de twee tus-
scholeu
voorstel van B. en W. tot teruggave
van schoolgeld aan H. Scherpeuhuijsen,
wegens ziekte van zijn dochtertje.
Aan de orde is thans punt 10 van de
agenda.
a. Ieder die den eigendom van straten of we
gen, bedoeld bij art. 170 der Albemeene Politie
vel ordening, aan de gemeente wenscht over te
dragen, zal, wanneer de daarnevens liggende bouw
gronden ziju bestemd voor woonhuizen, die alléén
gelijkstraats worden bewoond, aan de gemeente
betalen de som vau f 1 per M2 straatopper
vlakte, als vergoeding voor de later van harent
wege te maken bejtrating, rioleeriug enz.
b. Ieder die op een erf sub a bedoeld, woon
huizen bouwt ot doet bouwen met ééue verdie
ping, of vroon- of slaapvertrekken onder de be
kapping, zal aan de gemeente betalen de som
van f 0.75 per M2 straatoppervlakte, als ver
goeding voor de later van harentwege te maken
bestrating, rioleering enz.
c. Ieder die op een erf sub a bedoeld, woon
huizen bouwt of doet bouwen met twee jof meer
verdiepingen, zal aan de gemeente betalen de som
van f 1 per M2 straatoppervlakte, als vergoe
ding voor de later van harentwege te maken
bestrating, rioleering enz.
d. De betalingen sub i eu c worden verstaan
verschuldigd te zijn boven en behalve die sub
a vermeld.
De Kanter. Ik wenschte te vragen
of het denkbeeld van de comm. van fabr.
is om de breedte der straten aan te nemeu
als basis bij de organieke regeling, dus
voor een groot tijdsverloop. Ik neem aan
dat de prijzen juist zijn op een bepaald
oogenblik. Als ik de prijzen vergelijk met
die van vroegere terreinen loopen die
veel uiteen. Maar als men zoo'n organieke
regeling maakt, moet men nemen den ge
middelden prijs. Ik vind het moeilijk een
deel in te vorderen van den eigenaar en
van deu bouwer.
II u e t. Ik zou willen voorstellen hierop
de comm. van fin. te hooren en de zaak
nog niet te beslissen.
Dit wordt eenparig goedgekeurd.
Ten slotte wordt het rapport van den
opzichter over het gas over April voor
kennisgeving aangenomen.
Niets meer aan de orde zijnde, sluit de
Voorzitter de vergadering.
Aan den korpswedstrijd bij den
nationaien kegelwedstrijd te Nijme
gen op 2 en 3 Juni zal o. a. wor
den deelgenomen door de kolfver-
eeniging Volharding» alhier.
De heer A. Verlaan, schrijver aan
het hoofdbureau vau politie alhier,
is benoemd tot buitengewoon ge
meenteveldwachter.
De postduivenvereniging «de Snel-
vlieger» alhier is voornemens Zon
dag den 3en Juni een prijs wedvlucht
te houden van Hannover, met oude
duiven.
Voor de opengevallen betrekking
van kastelein in de sociëteit «de
Kroon» alhier, hadden zich niet min
der dan 78 sollicitanten aangemeld.
Daarnit is Dinsdagavond door de
leden gekozen de heer J. W. B.
de Jager, koffiekuiahouder in de
Anegang alhier. Met hem stonden
op hit drietal de heeren G. Bouma,
te Alkmaar en Wolzak te Nijmegen.
De Woensdag in het verkooplo
kaal „de Gouden Leeuw" gehouden
verkooping van 20 perceelen wei
en hooiland, nagelaten door wijlen
mejuffrouw F. A. C. van der Burch,
gelegen onder Haarlemmerliede en
Spaarnwoude, heeft opgebracht
f35.820.
Arromlissements-Sicchlbank
TE HAARLEM,
Zitting van Donderdag 31 Mei 1888.
Voor de rechtbank verscheeu heden zekereH. van
der Horst, beschuldigd van tweemaal ijzer te
hebben gestolen van bet terrein der fabriek de
Phoenix, waarop hij zich den toegang had ver
schaft door middel van braak.
De eigenaar van die afbraak, P. Hoogeveen;
verklaarde i'at hij met bekl. liad afgesproken,
dat deze het ijzer zou koopen voor f 1.90 het
gegoten en f 2 het geslagen per 100 kilo, ter
wijl hij niets mocht weghalen voor het gewogen
en betaald was. Later evenwel was bekl. bij
hem geweest om te zeggen dat hij dat er niet
voor geven kon, waarop Hoogeveen zeide dat
hij de onderhandeling als afgesprongen beschouwde.
De ambtshalve toegevoegde verdediger van
bekl., mr. H. J. D. D. Enschedé, vraagt den
getuige of bekl. niet heeft gezegd, dat hij den
koop niet als afgesprongen beschouwde. Getuige
weet hiervan echter niets.
Wat den beklaagde betreft, hij ontkent ten
stelligste dat hier van diefstal sprake kan zijn:
hij kocht het ijzer van Hoogeveen, om het
weder te verkoopen. Maar waarom had hij het
gold dan niet verantwoord, dat hij er voor had
gekregen]? vraagt de president. Nu ja, Hoogeveen
had er niet om gevraagd.
Hij heeft het ijzer juist des avonds weggehaald
omdat hij over dag werk had en was volstrekt
niet in- of overgeklommen, daar het ijzer voor
de hand lag.
Beklaagde is zeer doof, zoodat de dienstheb-
bende deurwaarder hem alles in het oor moet
schreeuwen.
Getuige Kamerbeek was met bekl. naar het
terrein gegaan om het ijzer weg te halen, hij
wist niet beter dan dat bekl. het ijzer werkelijk
had gekocht. Braak had niet plaats gehad; toen
hij de omrastering; zag waren er twee latten uit,
die gemakkelijk toegang verschaften tot het terrein.
Een anderen helper, C. Bronkhorst had bekl.
gevraagd met een kar te komen. Hij nam hem
evenwel niet mee naar hot terrein, doch liet
hem op een afstand wachten, evenals de tweede
maal, toen B.'s zoon met een wagen kwam.
Ook deze getuige was in de volle overtuiging,
dat bekl. het ijzer wettig had gekocht. Met hem
heeft hij dan ook gen en ander verkocht aan
Jacohson, die er resp. f'3.10 en f2.85 voor be
taald had.
Op de opmerking van den president, dat hij
dus het ijzer met verlies verkocht heeft, zegt
bekl. dat hij dat moest weten.
Nog worden gehoord vier getuigen a décharge,
die echter niet veel meer ter zijner ontheffing
kunnen aanvoeren, dan dat zij van get. Hooge
veen hebben geboord, dat bet ijzer ve-kocht was.
De inspecteur van politie Nolthenius verklaart,
dat beid. hem bij het verhoor op het bureau
van politie heeft verklaard, niets verkocht te
hebben. Toen evenwel later Bronkhorst op het
bureun kwam, trok hij dat weer in eu zeide,
dat hij het van Hoogeveen gekocht had. Op de
opmerking van den inspecteur dat dit niet op
ging, aangezien get. Hoogeveen geen klacht zou
indienen wegens diefstal als hij het ijzer ver
kocht had, zeide hij, dat de koop weer afgespron
gen was.
Bekl. blijft echter hardnekkig ontkennen. Hij
heeft het hem op het bureau voorgelegde qiro-
ccs-verbaal maar onderteelceud om weg te komen.
De subs. off. van just, requireert veroordeeling
van beklaagde tot 6 maanden gev.
De verdediger maakt er op opmerkzaam, dat
de verklaring als zou er geen koop meer hebben
bestaan, van één getuige komt eu aebt dat niet
voldoende. Is het bovendien aan te nemen, dat
bekl. wist en begreep, dat er geen contract meer
bestond? In elk geval bleef het contract voort
bestaan, zoolang ook bekl. dat niet had opgezegd.
De verdediger acht het verder zeer begrijpelijk,
dat bekl. na een nacht in de provoost te hebben
doorgebracht en onbekend als hij was met de
rechtspraak, maar teekende wat men hem voor
legde om maar weg te komen. Dat hij het oog
merk had, zich het ijzer wederrechtelijk toe te
eigenen, acht de verdediger door den ambtenaar
van het O. M. niet bewezen. Pleiter concludeert
mitsdien tot vrijspraak.
Na re- en dupliek wordt de uitspraak bepaald
op beden over 14 dagen.
CIn ons nummer van morgen zullen oiij het
vervolg der zitting opnemen.)
Te Spaarndam viel een tweejarig
meisje in het water. Het werd door
eenige vrouwen er uitgehaald, doch
was toen reeds geheel verstijfd.
Door den heer De Vries, veeboer
aldaar, werden onmiddellijk de voor
schriften en raadgevingen der «Maat
schappij tot redding van drenkelin
gen» zorgvuldig en met volharding
toegepast, met het gelukkig gevolg
dat het kind allengs weder tot be
wustzijn kwam en spoedig herstelde.
Door een binnenkomend schip
zijn te IJmuiden vijf matrozen aan
wal gezet van een EDgelschen
schoener, die op zee door de vlam
men is vernield.
Wegens het genomen ontslag door
den heer H. D. Terwee, als voor
zitter en secretaris van den Maren-
dijk-polder, onder Oegstgeest, is in
eene vergadering van stemgerech
tigde ingelanden met algemeene
stemmen tot voorzitter gekozen de
heer J. J. Van Hoeken, die door
deze benoeming, als zijnde onver-
eenigbaar met de betrekking van
penningmeester, laatstgenoemde be
trekking nederlegde; terwijl tot se
cretaris-penningmeester van genoem
den polder werd benoemd de heer
G. Lubbe, gemeente-ontvanger te
Oegstgeest.
Op eene in de vorige week ge
houden vergadering van stemge
rechtigde ingelanden van den Broek
en Snnontjes polder is eveneens de
heer J. J. Van Hoeken als voor
zitter gekozen, en wel in de plaats
van den heer P. H. Hoos.
LETTERED EN KUMST.
Volgens de Amsterdamsche bladen is aan den
heer De Groot, directeur der Hollandsche Opera,
een nieuwe oorspronkelijke opera aangeboden,
welke door hem ter opvoering in het eerstvol
gend seizoen is aangenomen. Zij is getiteld »Ada,
gravin van Holland", de tekst is van II. Th.
Boelen, de muziek van Chs. Beycrlee.
Naar wij vernemen zal binnenkort bij den
uitgever L. J. Veen, te Amsterdam, verschijnen
een nieuw hoek van Carmen Sylva, getiteld:
"Door alle Eeuwen", vertaald door Corn. Huij-
gens en een bundel novellen eu schetsen van
N. van Harpen, getiteld: «Een eerste schrede»
met een voorwoord van Eiore della Neve cn ge
ïllustreerd door Joh. Braakensick.
Inhoud "Hollandsche Lelie" No.
48: Vormen. De legende van den Ganzerik.
Letterkundige sprokkelingen. Politiek over
zicht. Lente's Intocht. A- Recepten. Ver
volg roman. Correspondentie. Weekkalender.
OffiEiWiji]
Bij koninklijk besluit van 27 dezer is de aan
stelling van dr. J. S. Speijer tot buitengewoon
lioogleeraar aan de geineentelijko universiteit te
Amsterdam, bekrachtigd.
VISSCHERIJ.
IJ m u i d c ii, 29 Mei. Van de kordvisscherij
kwamen heden binnen 20 schokkers, met be
somming van f 10 tot f35, en 10 Eng. kotters,
met besomming van f 80 tot f 300. Prijzen
tarbot f 9 a f 14 en gesorteerde tongen 35 a
50 c. por stuk; schol f5 a f 18 per 50 kilo.
Bnkhuizen, 28 Mei. Heden werd alhier
aangebracht 140,000 stuks netjes ansjovis, prijs
f6.50 per 1000.
29 Mei. lieden was de vangst bizonder groot;
met de netjes werd van 1500 tot 30,000 stuks
per boot gevangen. In het geheel werd aange
voerd 300,000 stuks, prijs f 6.50 per 1000. Met
den kuil werd weinig ge rangen.
Nieuwediep, 30 Mei. Tvvee-on-tachtig
korders brachten heden 15 tot 108 groote-, 10
tot 40 ld. tongen, 5 tarbotten, 1 tot 4 mandjes
kl. schol en 1 tot 2 manden schar en 1 steur
ten afslag, terwijl door 8 beugers 15 tot 80 rog
gen eu van Wieringen 60 tal geep werden aan
gevoerd; gr. tong gold 30 a 35 cent, kleine idem
gevoelens bezield, dan ik koesterde bij mijn binnentreden. Ik
begon zoo veel belang te stellen in zijn «vriend», dat ik voor
een oogenblik geheel vergat, ooit van een Henry Clavering
gehoord te hebben. Nadat hij mij gezegd had, dat het huwe
lijk voltrokken was in den Btaat New York, gaf ik hem voor
zoover ik mij herinner, het volgende antwoord
In dezen staat, en als ik 't wel beb in geheel Amerika,
wordt het huwelijk bij de wet beschouwd als een burger
lijke overeenkomst, waartoe noch vergunning, noch een pries
ter, zoomin als een plechtigheid of certificaat en in som
mige gevallen ook geen getuigen vereischt worden om het
van kracht te doen ziju. Van oudsher verkreeg men eene
vrouw op dezelfde wijze als men bezitter werd van eenig
ander eigendom, en in den grond is hierin nog geene ver
andering gekomen. Het is voldoende dat de man en vrouw
tot elkander zeggen «Van dit oogenblik zijn wij getrouwd»,
of «gij zijt mijn vrouw» of «mijn man», al naar men dat
verkiest. De wederkeerige toestemming is al wat vereischt
wordt. Men kan op dezelfde wijze overeenkomen tot het
aangaan van een huwelijk als men overeenkomt om een ze
kere som gelde te leenen, of het een of ander te verhande
len, van hoe geringe waarde dan ook.
Dus is het uwe meeniug....
- Dat, op grond van hetgeen gij mij vethaald hebt, uw
vriend de wettige echtgenoot is van de jonge dame in kwestie,
aangenomen althans, dat aan geen van beide zijden een of
andere wettelijke verhindering de verbintenis in den weg staat.
Wat overigens den ouderdom der jonge dame betreft, kan ik
u eenvoudig meedeelen, dat elk meisje, dat haar veertiende
jaar bereikt heeft, tot het sluiten van een huwelijk toegelaten
kan worden.
Clavering boog tot dank, terwijl ik op zijn gelaat duide
lijk kon lezen, dat hij ten hoogste voldaan was.
Ik ben zeer verheugd dit te vernemen, zeide. hij, het
geluk vau mijn vriend hangt geheel af van de echtheid der
verbintenis.
Daar hij zoo bizonder gerustgesteld scheen, werd mijne
nieuwsgierigheid nog sterker, waarom ik hem zeide." Ik heb
u mijne meening gezegd omtrent de wettigheid van dat huwe
lijk, maar het zou geheel iets anders zijn die wettigheid te
bewijzeD, wanneer zij op de eene of andere wijze be
twist werd.
Dat is waar, zeide hij, blijkbaar teleurgesteld.
Vergun mij u een paar vragen te doen, hernam ik.
Is de jonge dame gehuwd onder haar eigen naam?
Ja.
En de bruidegom?
Eveneens.
Ontving de jonge vrouw een bewijsstuk van haar
huwelijk.
Ja, mijnheer.
Was dat bewijsstuk behoorlijk geteekend door den
geestelijke en de getuigen?
Ook hierop ontving ik een toestemmend antwoord.
Heeft zij dat stuk bewaard?
Dat weet ik niet zeker, maar ik veronderstel van wel.
Wie waren de getuigen?
Een door den geestelijke gehuurd persoon....
Die thans nog te vinden zou zijn
Neen, nergens meer te vinden.
Dood of verdwenen?
De geestelijke is dood, de getuige is spoorloos ver
dwenen.
Zoo; de geestelijke dood?
Sinds drie maanden.
En wanneer werd het huwelijk voltrokken?
In Juli jongstleden.
Waar bevindt zich de vriendin van de jonge dame?
Die is te ontbieden, maar men kan zich in deze weinig
op haar verlaten.
Wordt vervolgd.)