dikwijls moet veranderen van woonplaats kunnen hunne jongens niet zenden naar dan 3-jarigen cursus, want als zij elders komen is er geen school waar zij worden opgenomen in aansluiting met deze. Dit is een van de grootste bezwaren. Ik wil er tegen opkomen dat het met de school zoo slecht geschapen zou staanvol gens een tabel van den inspecteur van Eyk heeft deze school wel eens nog minder leerliugen gehad dan thans en ook wel eens meer. Dat is ebbe en vloed. Er is geen gegronde reden om te zeggen dat de school verloopt. Het komt mij voor dat, voor wij overgaan tot verlaging van het schoolgeld, waardoor m. i. niet bereikt zal worden het doel om te ontlasten den 5-jarigen cursus, wij eerst het middel tot redres moeten zoeken in volledige wijziging van het programma. Een eerste punt is meer kennis van meetkunde, van stel kunde en ciiferkuude dan thans kan ver kregen worden omdat het aantal lesuren te klein is. Men zou de school ook kun nen gebruiken om een specialen tak van nijverheid te steunen, bijv. den tuinbouw. Dat de school niet slecht is blijkt uit het volgende voorbeeld. Ik weet van een jong- mensch die den 3-jarigen cursus heeft af- geloopen en op een kantoor geplaatst werd om tijdelijk te helpen. Na 4 wekeu werd hem een traktement van f 800 aangebo den omdat hij zoo uitstekend het boek houden verstond. H u e t. Het bevreemdt mij, dat ik hier heb hooren uiten den wensch om de 3chool met 3-jarigen cursus op te heffen. Men moot daarvoor doorslaande bewijzen hebben, dat zij verkeerd is, verkeerd werkt en overtollig is. De heer Macaré heeft al gezegd, dat de school niet zulk een geringe bevol king heeft. Wij zouden haar wel meer toewenscheu. maar zij is nog niet in zulk een toestand dat men uit het aantal leer lingen hare overtolligheid afleiden kan Men wenscht dat aantal te doen toenemen om twee redenen. O ui meer toevloed te krijgen en om de andere school te ont lasten van te grooten toevloed. Het komt mij voor, dat het voorstel van B. en W. wel tengevolge kan hebben dat op den 3-jarigen cursus eenige leer lingen meer komen, maar ik betwijfel sterk of bet andere doel ook zal worden ge troffen. Een groot aantal gaat naar den 5-jarigeu cursus om opgeleid te worden voor Willemsoord en Breda. Die kan men niet afleiden naar den 3-jarigen cursus, volgens het plan van B. en W. B. en W. hebben twee eischen gesteld, die met elkander in strijd zijn. Als men het karakter der school ongeschonden wil hand ba ven, kan men niet komen tot een beteekeneiide onthef&ug van den 5-jarigen cursus, wil men doeu zooals de heer Krol voorstelt, dau is het wel mogelijk, dat dit de 5-jarige cnrsus e nige ontheffing geve. Over het schoolgeld ben ik van oordeel dat het voor verschillende personen te kras is, f60 schoolgeld te heffen. De school zou meer bezoek bebben als men het schoolgeld eenigszins verminderde, zij zou meer bezocht worden door hen die zich later op winkelnering en op den klei nen handel zullen toeleggen. Niet lang geleden is hier een lagere school geopend voor minder schoolgeld. Jongelui die van daar verder vveuschen te gaan kunnen gereedelijk een plaats vinden op den Bjarigen cursus. Het is mij bekend, dat verscheidene personen hun kind op den 3jarigen cursus zouden plaatsen, maar het schoolgeld is hun te hoog. Bij de lagere scholen is bovendien niet meer te betalen dan het schoolgeld; bij het M. O. moet men zich behalve schoolgeld, ook boeken enz. aanschaffen en op den 3jarigen cursus komt dit nog op f20 per jaar. Mijn opvatting was dezeik gevoel veel voor wat de heer Krol heeft gezegd, maar geloof dat het goed zal zijn het voorstel van B. en W. aan te nemen; dat geeft wel niet veel, maar toch iets. De K a n t e r. Ik zal niet treden in paedagogische beschouwingen. Yoor de tweede maal, sedert ik lid van den Raad ben, komt deze organisatie ter sprake. De eerste maal luidde hetde school is niet goed ingericht. Het schoolgeld, dat laag was, moest verhoogd wordenmen zeide de menschen willen geen goedkoope school hebben. Men heeft dat ook gedaan en het schoolgeld is verhoogd. Het gevolg daar van is, dat dit ook niet goed is en daarom moet men het weer lager brengen. Ik kan mij in die redeneering niet best vinden en kom tot de conclusie dat, als een school met hoog schoolgeld en laag school geld niet beantwoordt aan het doel, de fout zit in de organisatie. Ik heb be zwaar met het voorstel van B. en W. mee te gaan, maar voel veel voor het voorstel van den heer Krol. Het staat er mee iu rechtstreeks verband. Zou het een bezwaar zijn, het voorstel van den heer Krol te gieten in den vorm van een motie van orde? Dan behoefde men geene be slissing te nemen over he' voorstel van B. en W., maar kon het leerplan van den directeur afwachten. Dan ka» men beter een besluit nemeu dan nu. Voorzitter. Uwe beschouwing is niet juist. Vroeger was het de bedoeling, de school in te richten voor jongens die geen examen deden en in zaken moesten. Daaraan was toen volstrekt niet verbon don een verhoogiug van schoolgeld, dat is er ingekomen op een amendement van den heer Krelage. De schoolgeld-verhoo ging was de aanloop niet. De Kanter. U heeft juist, dat tot gelijkstelling besloten is door een amen dement van den heer Krelage. Maar het voorstel tot verhooging ging uit van de commissie, hoewel deze slechts tot f50 verhoogen wilde. Krol De grond waarop de heer Huet verlaging voorstelt, ik meen dat hij zich daarin bedriegt. Als voorbeeld heeft hij ge- uoemd de scliool van den heer Graaff. Is dat wel de bedoeling? Met de oprichting daarvan heeft men het oog gehad op leerliugen van de kostelooze en tusscheDscholeu, die nog niet genoeg kenden en behoefte hadden aan wat fransch. Het is niet de bedoeling, dat die leerlingen verder onderwijs zouden ge meten. Misschien is er een enkele exceptie, ik geloof dat het een exceptie zou zijn als leerlingen van die school op den 3ja- rigen cursus kwam. Voorzitter. Er is nog al verschil van opinie. De tijd is te nauw aau om radicale denkbeelden te volvoeren als het plan van den hoer Bijvoet of van den heer Krol. Als het waar is wat de heer Huet heeft betoogd, dat het voorstel van B. en W. een stap zou zijn in de goede richting, zou het dan niet goed zijn die te doen? Dan zal spoedig blijken of bij goed is of niet, en in het laatste geval kunnen de leden een ander voorstel doen. Macaré. Ik wensch even iets op te merken. U zegt dat dit een stap is in de goede richtiug, ik betwijfel het zeer. Maar als wij een stap doen met het denkbeeld om later grooter veranderingen te maken, is het dau wel zaak dien stap te doen Ik zou bang zijn dat ik een verkeerde rich ting uitstapte. Voorzitter. Blijkt ons dat de stap niet goed effect sorteert, dan is er gele genheid een voorstel te doen. Wij kunnen den stap zonder gevaar doen. Als wij nu deze vvijzigiug aanbrengen, zal het blijkeu of het mis is of doel treft. De heer Huet heeft zeer goed gezsgd dat men op de twee scholen de aandacht moest vestigen. B ij v o e t. Ik geloof eigenlijk, dat bet veel beter is niets te doen, dan een stap die ons later kon berouwen. De vorige maal heeft de heer Huet ronduit verklaard dat men zich nog op den 5-jarigen cursus kon reddeu. Als dit het geval is, is het veel voorzichtiger nu de school te laten zooals zij is, om later met een groote or ganisatie voor den dag te komen. Krol. Een ernstige bedenking tegen mijn voorstel is dezedat het onmogelijk is voor Sept. klaar te komen. Ik zie dat bezwaar niet in, men heeft eukel een leer plan te ontwerpen en nog 4 maanden tijd. Voorzitter, Ik acht het voorstel zoo ingrijpend en, als ik het zeggen mag, zoo verwerpelijk, het vereischt zoo'n groot onderzoek, dat het onmogelijk is, dit in 4 maanden tot stand te brengen. Heshuijseu. Voor het voorstel van B. en W. is het punt van uitgang ge weest de brief van den heer Pruim. Als ik hoor wat de heer Krol zegt, dan ver beeld ik mij dat het dat niet uit ziju hoofd heeft gehaald, maar uit dezen brief. Huet. Ik heb inderdaad meegedeeld, dat het personeel van deu 5-jarigen cursus het eerste jaar geen versterking zou noodig hebben. Dit kan ik nog zeggen ik meen dat het mogelijk is, het voorloo- pig uit te hotulen zonder vermeerdering van personeel. Nu zal men echter voor de afzonderlijke uren in de 8e klasse niet meer kunnen zorgen. Er is groot verschil van gevoelen. Het voorstel van B. en W. komt neer op tweeër lei vermeerdering van schoolgeld en wijziging van het programma; vindt men de vermindering van het schoolgeld ver werpelijk, dan zou men het andere punt kunnen aannemen. Ik ben het eens met den Voorzitter dat de tijd te kort is voor ingrijpende veranderingen. De meeste ouders hebben hun besluit al genomen. Gaat men de school veranderen dan stelt men hen weer voor moeilijkheden, het zou nu niet meer doeltreffend zijn het leerplan om te werken. Achtereenvolgens worden than3 in stem ming gebracht de eerste 4 punten van het voorstel van B. en W. Ie punt verworpen met 4 stemmen, voor (Sneltjes, Von Reeken, Heshuijsen en Huet). 2é punt verworpen met 7 stemmen voor (Heshuijsen, Stoel, Sneltjes, v. d. Steur, Berkhout, Von Reeken, Huet). 3e punt verworpen met 9 stemmen voor (van de Poll, Heshuijsen, Stoel, Snelt jes, van Ek, Waller, Von Reeken, Macaré, Huet). Voorstel van B. en W. tot herziening vau de verkoopprijzen van gemeentegron den, bestemd voor bouwterrein, met adv. van de comm. van fin. Voorzitter. De comm. v. fin. heeft eenige afwijkingen voorgesteld. Na eenige discussie wordt deze prijs berekening goedgekeurd, terwijl van de veranderingen, door de comm. van fiu. voorgesteld, twee worden aangenomen en een verworpen. Goedgekeurd wordt zonder hoofdelijke stemming de herziening van de verordening op de heffing van schoolgeld aan de twee tus- scholeu voorstel van B. en W. tot teruggave van schoolgeld aan H. Scherpeuhuijsen, wegens ziekte van zijn dochtertje. Aan de orde is thans punt 10 van de agenda. a. Ieder die den eigendom van straten of we gen, bedoeld bij art. 170 der Albemeene Politie vel ordening, aan de gemeente wenscht over te dragen, zal, wanneer de daarnevens liggende bouw gronden ziju bestemd voor woonhuizen, die alléén gelijkstraats worden bewoond, aan de gemeente betalen de som vau f 1 per M2 straatopper vlakte, als vergoeding voor de later van harent wege te maken bejtrating, rioleeriug enz. b. Ieder die op een erf sub a bedoeld, woon huizen bouwt ot doet bouwen met ééue verdie ping, of vroon- of slaapvertrekken onder de be kapping, zal aan de gemeente betalen de som van f 0.75 per M2 straatoppervlakte, als ver goeding voor de later van harentwege te maken bestrating, rioleering enz. c. Ieder die op een erf sub a bedoeld, woon huizen bouwt of doet bouwen met twee jof meer verdiepingen, zal aan de gemeente betalen de som van f 1 per M2 straatoppervlakte, als vergoe ding voor de later van harentwege te maken bestrating, rioleering enz. d. De betalingen sub i eu c worden verstaan verschuldigd te zijn boven en behalve die sub a vermeld. De Kanter. Ik wenschte te vragen of het denkbeeld van de comm. van fabr. is om de breedte der straten aan te nemeu als basis bij de organieke regeling, dus voor een groot tijdsverloop. Ik neem aan dat de prijzen juist zijn op een bepaald oogenblik. Als ik de prijzen vergelijk met die van vroegere terreinen loopen die veel uiteen. Maar als men zoo'n organieke regeling maakt, moet men nemen den ge middelden prijs. Ik vind het moeilijk een deel in te vorderen van den eigenaar en van deu bouwer. II u e t. Ik zou willen voorstellen hierop de comm. van fin. te hooren en de zaak nog niet te beslissen. Dit wordt eenparig goedgekeurd. Ten slotte wordt het rapport van den opzichter over het gas over April voor kennisgeving aangenomen. Niets meer aan de orde zijnde, sluit de Voorzitter de vergadering. Aan den korpswedstrijd bij den nationaien kegelwedstrijd te Nijme gen op 2 en 3 Juni zal o. a. wor den deelgenomen door de kolfver- eeniging Volharding» alhier. De heer A. Verlaan, schrijver aan het hoofdbureau vau politie alhier, is benoemd tot buitengewoon ge meenteveldwachter. De postduivenvereniging «de Snel- vlieger» alhier is voornemens Zon dag den 3en Juni een prijs wedvlucht te houden van Hannover, met oude duiven. Voor de opengevallen betrekking van kastelein in de sociëteit «de Kroon» alhier, hadden zich niet min der dan 78 sollicitanten aangemeld. Daarnit is Dinsdagavond door de leden gekozen de heer J. W. B. de Jager, koffiekuiahouder in de Anegang alhier. Met hem stonden op hit drietal de heeren G. Bouma, te Alkmaar en Wolzak te Nijmegen. De Woensdag in het verkooplo kaal „de Gouden Leeuw" gehouden verkooping van 20 perceelen wei en hooiland, nagelaten door wijlen mejuffrouw F. A. C. van der Burch, gelegen onder Haarlemmerliede en Spaarnwoude, heeft opgebracht f35.820. Arromlissements-Sicchlbank TE HAARLEM, Zitting van Donderdag 31 Mei 1888. Voor de rechtbank verscheeu heden zekereH. van der Horst, beschuldigd van tweemaal ijzer te hebben gestolen van bet terrein der fabriek de Phoenix, waarop hij zich den toegang had ver schaft door middel van braak. De eigenaar van die afbraak, P. Hoogeveen; verklaarde i'at hij met bekl. liad afgesproken, dat deze het ijzer zou koopen voor f 1.90 het gegoten en f 2 het geslagen per 100 kilo, ter wijl hij niets mocht weghalen voor het gewogen en betaald was. Later evenwel was bekl. bij hem geweest om te zeggen dat hij dat er niet voor geven kon, waarop Hoogeveen zeide dat hij de onderhandeling als afgesprongen beschouwde. De ambtshalve toegevoegde verdediger van bekl., mr. H. J. D. D. Enschedé, vraagt den getuige of bekl. niet heeft gezegd, dat hij den koop niet als afgesprongen beschouwde. Getuige weet hiervan echter niets. Wat den beklaagde betreft, hij ontkent ten stelligste dat hier van diefstal sprake kan zijn: hij kocht het ijzer van Hoogeveen, om het weder te verkoopen. Maar waarom had hij het gold dan niet verantwoord, dat hij er voor had gekregen]? vraagt de president. Nu ja, Hoogeveen had er niet om gevraagd. Hij heeft het ijzer juist des avonds weggehaald omdat hij over dag werk had en was volstrekt niet in- of overgeklommen, daar het ijzer voor de hand lag. Beklaagde is zeer doof, zoodat de dienstheb- bende deurwaarder hem alles in het oor moet schreeuwen. Getuige Kamerbeek was met bekl. naar het terrein gegaan om het ijzer weg te halen, hij wist niet beter dan dat bekl. het ijzer werkelijk had gekocht. Braak had niet plaats gehad; toen hij de omrastering; zag waren er twee latten uit, die gemakkelijk toegang verschaften tot het terrein. Een anderen helper, C. Bronkhorst had bekl. gevraagd met een kar te komen. Hij nam hem evenwel niet mee naar hot terrein, doch liet hem op een afstand wachten, evenals de tweede maal, toen B.'s zoon met een wagen kwam. Ook deze getuige was in de volle overtuiging, dat bekl. het ijzer wettig had gekocht. Met hem heeft hij dan ook gen en ander verkocht aan Jacohson, die er resp. f'3.10 en f2.85 voor be taald had. Op de opmerking van den president, dat hij dus het ijzer met verlies verkocht heeft, zegt bekl. dat hij dat moest weten. Nog worden gehoord vier getuigen a décharge, die echter niet veel meer ter zijner ontheffing kunnen aanvoeren, dan dat zij van get. Hooge veen hebben geboord, dat bet ijzer ve-kocht was. De inspecteur van politie Nolthenius verklaart, dat beid. hem bij het verhoor op het bureau van politie heeft verklaard, niets verkocht te hebben. Toen evenwel later Bronkhorst op het bureun kwam, trok hij dat weer in eu zeide, dat hij het van Hoogeveen gekocht had. Op de opmerking van den inspecteur dat dit niet op ging, aangezien get. Hoogeveen geen klacht zou indienen wegens diefstal als hij het ijzer ver kocht had, zeide hij, dat de koop weer afgespron gen was. Bekl. blijft echter hardnekkig ontkennen. Hij heeft het hem op het bureau voorgelegde qiro- ccs-verbaal maar onderteelceud om weg te komen. De subs. off. van just, requireert veroordeeling van beklaagde tot 6 maanden gev. De verdediger maakt er op opmerkzaam, dat de verklaring als zou er geen koop meer hebben bestaan, van één getuige komt eu aebt dat niet voldoende. Is het bovendien aan te nemen, dat bekl. wist en begreep, dat er geen contract meer bestond? In elk geval bleef het contract voort bestaan, zoolang ook bekl. dat niet had opgezegd. De verdediger acht het verder zeer begrijpelijk, dat bekl. na een nacht in de provoost te hebben doorgebracht en onbekend als hij was met de rechtspraak, maar teekende wat men hem voor legde om maar weg te komen. Dat hij het oog merk had, zich het ijzer wederrechtelijk toe te eigenen, acht de verdediger door den ambtenaar van het O. M. niet bewezen. Pleiter concludeert mitsdien tot vrijspraak. Na re- en dupliek wordt de uitspraak bepaald op beden over 14 dagen. CIn ons nummer van morgen zullen oiij het vervolg der zitting opnemen.) Te Spaarndam viel een tweejarig meisje in het water. Het werd door eenige vrouwen er uitgehaald, doch was toen reeds geheel verstijfd. Door den heer De Vries, veeboer aldaar, werden onmiddellijk de voor schriften en raadgevingen der «Maat schappij tot redding van drenkelin gen» zorgvuldig en met volharding toegepast, met het gelukkig gevolg dat het kind allengs weder tot be wustzijn kwam en spoedig herstelde. Door een binnenkomend schip zijn te IJmuiden vijf matrozen aan wal gezet van een EDgelschen schoener, die op zee door de vlam men is vernield. Wegens het genomen ontslag door den heer H. D. Terwee, als voor zitter en secretaris van den Maren- dijk-polder, onder Oegstgeest, is in eene vergadering van stemgerech tigde ingelanden met algemeene stemmen tot voorzitter gekozen de heer J. J. Van Hoeken, die door deze benoeming, als zijnde onver- eenigbaar met de betrekking van penningmeester, laatstgenoemde be trekking nederlegde; terwijl tot se cretaris-penningmeester van genoem den polder werd benoemd de heer G. Lubbe, gemeente-ontvanger te Oegstgeest. Op eene in de vorige week ge houden vergadering van stemge rechtigde ingelanden van den Broek en Snnontjes polder is eveneens de heer J. J. Van Hoeken als voor zitter gekozen, en wel in de plaats van den heer P. H. Hoos. LETTERED EN KUMST. Volgens de Amsterdamsche bladen is aan den heer De Groot, directeur der Hollandsche Opera, een nieuwe oorspronkelijke opera aangeboden, welke door hem ter opvoering in het eerstvol gend seizoen is aangenomen. Zij is getiteld »Ada, gravin van Holland", de tekst is van II. Th. Boelen, de muziek van Chs. Beycrlee. Naar wij vernemen zal binnenkort bij den uitgever L. J. Veen, te Amsterdam, verschijnen een nieuw hoek van Carmen Sylva, getiteld: "Door alle Eeuwen", vertaald door Corn. Huij- gens en een bundel novellen eu schetsen van N. van Harpen, getiteld: «Een eerste schrede» met een voorwoord van Eiore della Neve cn ge ïllustreerd door Joh. Braakensick. Inhoud "Hollandsche Lelie" No. 48: Vormen. De legende van den Ganzerik. Letterkundige sprokkelingen. Politiek over zicht. Lente's Intocht. A- Recepten. Ver volg roman. Correspondentie. Weekkalender. OffiEiWiji] Bij koninklijk besluit van 27 dezer is de aan stelling van dr. J. S. Speijer tot buitengewoon lioogleeraar aan de geineentelijko universiteit te Amsterdam, bekrachtigd. VISSCHERIJ. IJ m u i d c ii, 29 Mei. Van de kordvisscherij kwamen heden binnen 20 schokkers, met be somming van f 10 tot f35, en 10 Eng. kotters, met besomming van f 80 tot f 300. Prijzen tarbot f 9 a f 14 en gesorteerde tongen 35 a 50 c. por stuk; schol f5 a f 18 per 50 kilo. Bnkhuizen, 28 Mei. Heden werd alhier aangebracht 140,000 stuks netjes ansjovis, prijs f6.50 per 1000. 29 Mei. lieden was de vangst bizonder groot; met de netjes werd van 1500 tot 30,000 stuks per boot gevangen. In het geheel werd aange voerd 300,000 stuks, prijs f 6.50 per 1000. Met den kuil werd weinig ge rangen. Nieuwediep, 30 Mei. Tvvee-on-tachtig korders brachten heden 15 tot 108 groote-, 10 tot 40 ld. tongen, 5 tarbotten, 1 tot 4 mandjes kl. schol en 1 tot 2 manden schar en 1 steur ten afslag, terwijl door 8 beugers 15 tot 80 rog gen eu van Wieringen 60 tal geep werden aan gevoerd; gr. tong gold 30 a 35 cent, kleine idem gevoelens bezield, dan ik koesterde bij mijn binnentreden. Ik begon zoo veel belang te stellen in zijn «vriend», dat ik voor een oogenblik geheel vergat, ooit van een Henry Clavering gehoord te hebben. Nadat hij mij gezegd had, dat het huwe lijk voltrokken was in den Btaat New York, gaf ik hem voor zoover ik mij herinner, het volgende antwoord In dezen staat, en als ik 't wel beb in geheel Amerika, wordt het huwelijk bij de wet beschouwd als een burger lijke overeenkomst, waartoe noch vergunning, noch een pries ter, zoomin als een plechtigheid of certificaat en in som mige gevallen ook geen getuigen vereischt worden om het van kracht te doen ziju. Van oudsher verkreeg men eene vrouw op dezelfde wijze als men bezitter werd van eenig ander eigendom, en in den grond is hierin nog geene ver andering gekomen. Het is voldoende dat de man en vrouw tot elkander zeggen «Van dit oogenblik zijn wij getrouwd», of «gij zijt mijn vrouw» of «mijn man», al naar men dat verkiest. De wederkeerige toestemming is al wat vereischt wordt. Men kan op dezelfde wijze overeenkomen tot het aangaan van een huwelijk als men overeenkomt om een ze kere som gelde te leenen, of het een of ander te verhande len, van hoe geringe waarde dan ook. Dus is het uwe meeniug.... - Dat, op grond van hetgeen gij mij vethaald hebt, uw vriend de wettige echtgenoot is van de jonge dame in kwestie, aangenomen althans, dat aan geen van beide zijden een of andere wettelijke verhindering de verbintenis in den weg staat. Wat overigens den ouderdom der jonge dame betreft, kan ik u eenvoudig meedeelen, dat elk meisje, dat haar veertiende jaar bereikt heeft, tot het sluiten van een huwelijk toegelaten kan worden. Clavering boog tot dank, terwijl ik op zijn gelaat duide lijk kon lezen, dat hij ten hoogste voldaan was. Ik ben zeer verheugd dit te vernemen, zeide. hij, het geluk vau mijn vriend hangt geheel af van de echtheid der verbintenis. Daar hij zoo bizonder gerustgesteld scheen, werd mijne nieuwsgierigheid nog sterker, waarom ik hem zeide." Ik heb u mijne meening gezegd omtrent de wettigheid van dat huwe lijk, maar het zou geheel iets anders zijn die wettigheid te bewijzeD, wanneer zij op de eene of andere wijze be twist werd. Dat is waar, zeide hij, blijkbaar teleurgesteld. Vergun mij u een paar vragen te doen, hernam ik. Is de jonge dame gehuwd onder haar eigen naam? Ja. En de bruidegom? Eveneens. Ontving de jonge vrouw een bewijsstuk van haar huwelijk. Ja, mijnheer. Was dat bewijsstuk behoorlijk geteekend door den geestelijke en de getuigen? Ook hierop ontving ik een toestemmend antwoord. Heeft zij dat stuk bewaard? Dat weet ik niet zeker, maar ik veronderstel van wel. Wie waren de getuigen? Een door den geestelijke gehuurd persoon.... Die thans nog te vinden zou zijn Neen, nergens meer te vinden. Dood of verdwenen? De geestelijke is dood, de getuige is spoorloos ver dwenen. Zoo; de geestelijke dood? Sinds drie maanden. En wanneer werd het huwelijk voltrokken? In Juli jongstleden. Waar bevindt zich de vriendin van de jonge dame? Die is te ontbieden, maar men kan zich in deze weinig op haar verlaten. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 2