Het gevecht der Turksche soldaten te Constantinoiiel. Pradikbsurten der M lerv. Kerken V r dingen, die in de eerste plaats voor de leden der keizerlijke familie be stemd zijn, gereproduceerd worden en in den handel gebracht. De keizerinweduweVie- toria zal zich vermoedelijk in de Rijnprovinciën een zomerverblijf kie zen; de juiste p.aats isnoguiet aan gewezen. Tegen den leider van het sloopingswerkin het Schauspiel- haus te Berlijn, waarbij onlangs een stelling instortte, met het ongeluk kig gevolg dat twee personen ge dood en verscheidene gewond wer den, zal eene gerechtelijke vervol ging worden ingesteld. Het eeuwfeest van de emancipatie der boeren in Dene marken is te Kopenhagen luisterrijk gevierd. De stad was gevlagd, de huizen versierd en een optocht van 20.000 menschen van alle standen slaagde uitmuntend. U i i Warschau wotit ge meld, dat de stad Kolka voor een deel door brand is vernield. Tachtig woonhuizen, honderd werk plaatsen en magazijnen zijn benevens het post- en telegraafkantoor ver brand. Tal van personen zijn in de vlammen omgekomen, terwijl 2000 zonder dak zijn. Men vreest dat de brand aangestoken is en het volk beweert zelfs, dat duitsche agenten het gedaan hebben om den oorlog uit te lokken. Dit nu is wel wat kras' Te Epinal is de groote plaatfabriek van Pellerin verbrand, die zoo menig reiziger bezoekt. De fabriek bestaat reeds 200 jaar en de werklieden zijn verdeeld in ploegen, volgens het werk dat zij verrichten; zoo zijn er geheele fa- miliën, waar men van vader op zoon niets anders doet dan de pan talons van fransche soldaten rood kleuren; weer anderen werken alleen met blauw enz. In de provincie Guaii- guato, Mexicoheerschen hevige overstroomiugen. Te Silao zijn drie honderd huizen vernield en twintig personen omgekomen. De Toliman-rivier, in de nabijheid van Queretaro, is eveneens buiten hare oevers getredentengevolge waarvan de oogst geheel verwoest is en verscheidene lieden het leven verloren hebben. Het spoorwegverkeer is onder broken. Te Leon heerscht groote onge rustheid, aangezien ook daar het water der rivier steeds kooger stijgt en dus het gevaar met den dag dreigender wordt. De TransvaalscheVolks- raad heeft f36,000 toegestaan om de Transvaal waardig te doen ver tegenwoordigen op de Parijsche We reldtentoonstelling. De Spaansehe regeering geelt 250,000 francs. Om jonge plantjes tegen de aardvloo te beveiligen, wordt aanbevolen de bedden of tuinperken met lichte stroo of biezenmatten te bedekken. De aardvloo zoekt steeds het zon licht op; vocht en koude schuwt zij, en zoo verdwijnt zij dan ook ter stond uit de overdekte bedden. Ten einde de jonge plantjes echter ook van het zonlicht te doen profiteeren, moet men nu en dan de matten wegnemen. Als de plantjes een ze kere grootte hebben bereikt, kunnen zij den strijd tegen de aardvloo ge rust opnemen en is de overdekking dus niet meer noodig. Onder de vele andere middelen ter bestrijding van dit lastig onge dierte wordt ook aangeprezen eenige korrels uien- of boekweitzaad door het andere zaad te mengen en dit daarmede uit te zaaien als een doel treffend behoedmiddel tegen de aardvloo. Sempervirens Aau een schrijven in de Corres- pondance de VEst, betreffende deze geruchtmakende zaak, ontleenen wij het volgende, dat het gebeurde in een helder daglicht stelt: «De bladen hebben reeds melding gemaakt van dit bloedige drama, doch zooals gewoonlijk, werden daarvan wel wat overdreven voor stellingen gegeven; toch is de ver melding, hoe zich het feit heeft toegedragen, niet van belang ont bloot. Het volgende wordt door oog getuigen medegedeeld: Dinsdag jl. ongeveer twee uur namiddags, hoorde ik in een huisje in de straat Beschiktach, waar ik juist was, het geknal van geweer schoten, die uit het aan deu over kant van de rivier gelegen slotpark schenen te komen. Ik sprong op, beklom een nabijzijnden heuvel en langs de afscheidingsmuur van het keizerlijk park snellend, kwam ik op de Esplanade, welke juist het tooneel geworden was van een bloe dige botsing tusschen een bataillon Arabieren en een bataillon Arnau- teu of Albaneezen, welke beide tot de keizerlijke garde behooren. Toen ik ter plaatse aankwam, was de orde reeds weder hersteld, doch hier en daar waren bloedsporen aanwezig en ik zag eenige hoog waardigheids- bekleeders snel heen en weer loopen, zooals Ulema's, adjudanten, Muschira enz., zoodat men wel kon bemerken dat er op deze plaats iets buiten gewoons voorgevallen was. Geloof waardige ooggetuigen deden mij nu het volgende relaas van het ge beurde, dat niets anders dan een verbitterd, bloedig gevecht tusschen Arabieren en Albaneezen van de keizerlijke garde was geweest. Beide bataillons waren reeds sedert langen tijd door een diepgewortelden haat gescheiden, die reeds eenmaal, on geveer drie jaren geleden, tot uiting was gekomen. Reeds toen werden talrijke dolkstooten en schoten ge wisseld en het gelukte slechts door verplaatsing van de bataillons naar tamelijk verwijderde kazernen, een tijdlang verdere bloedige verwik kelingen te voorkomen. Toen de garde-bataillons den eer sten dag van het Bairam-feest bij de Moskee werden opgesteld, waarin de sultan Abdul Hamid zijne gods dienstplichten waarnam, liep een Al banees een Arabier tamelijk hardtegen het lijf; de laatste wendde zich met bliksemende oogen naar den Albanees en slechts de verschijning van den kei zerlijken stoet verhinderde op dit oogenblik, dat het op de parade plaats zelf tot feitelijkheden kwam. Den volgenden dag, Dinsdag, den tweeden dag van het Bairam-feest, die bijna geheel aan genoegens ge wijd is, kregen de soldaten van alle wapens volgens den wensch des sultans verlof, om op de naburige weide zich met spel en dans te ver maken. Het toeval wilde dat een Arabier, die een dans zijns lands uitvoerde, met een doek welken hij in de hand hield, daarmede de wang van een Albanees raakte. Deze gaf den Arabier eeu hevigen slag en toen een Eunuch uit het paleis den op den grond gevallen zoon der woestijn te hulpe snelde, stortte de Albanees zich op dezen ongelukkigen zwarte, greep hem bij den hals en sleurde hem ten laatste ontzield ter aarde. D.t was het sein tot een al gemeen gevecht tusschen de Ara bieren en de zonen der Albanee- sche bergen. De laatsten trachtten vóór alles zich te wapenen en snel den naar hunne kazerne om de ge weren te halen, terwijl zij door de Turken met omhoog geheven ya- tagans werden achtervolgd. De Albanees die den Moor had ge dood, had talrijke achtervolgers en waarschijnlijk was hij neerge veld, wanneer niet een zijner kame raden ham eeu geweer door een venster der kazerne had toegereikt, waarmede hij op zijn aanvallers vuurde. Nu snelden ook de Arabieren naar hunne kazerne om hunne schietwa penen te halen, waarop zij die der Albaneezen omsingelden en op de vensters vuurden. Korten tijd daar na deden de Albaneezen een woe denden uitval en geraakten zij hand gemeen. Naar verzekerd wordt zijn ongeveer vierhonderd schoten ge wisseld, behalve de dolkstooten. Na verloop van enkele minuten waren er reeds 6 dooden, waaronder de hoofdman der Arabieren en 26 ge wonden. De inmiddels aangerukte troepen, die in de overige kazernen ge consigneerd lagen,maakten een einde aan het woeste gevecht. De bel hamels zijn in arrest genomen en, zooals bereids gemeld, heeft de krijgs raad reeds een aantal officieren ver oordeeld tot verbanning. Vele Al baneezen en Arabieren zijn veroor deeld tot den dood door den kogel. Onderwijzer. Wij hebben nu den volzin: „Gustave a un joli livre" te ontleden. Jij, Muller, wat is „Gustave?" Muller. Een eigennaam, meester. Onderwijzer. Goed. En „joli?" Van Piekeren. Van Piekeren. Een hondennaam, mijnheer. A. (riet zijn vriend B. met een valies in de hand. Waar zou hij heengaaD, denkt A. Gisteren heb ik hem nog tien gulden geleend en nu wil hij nog wel op reis gaan; daar moet ik het mijne van heb ben). Zeg eens, amice, ga je op reis? B. Ja, ik moet weg van hier, men heeft het op mijn leven ge munt. A. Hoe zoo dan? B. Alle eigenaars van restauraties in deze stad willen mij slechts h contant spijs en drank leveren. Ik heb je toch gezegd, dat ik voor niemand te spreken was, voegde een professor zijn dienstbode toe, al was het ook de Sultan van Turkije 1 Maar, professor, 't is iemand, die geld komt betalen. O zoo, had dat maar eer ge zegd. Laat mijnheer dadelijk bin nenkomen. Mevrouw A. Je schijnt ongelukkig te zijn in je huwelijk; kan je met je echtgenoot niet overweg? Mevrouw B. O, zeer zeker, maar niet met zijn salaris. «Ik heb altijd gevonden dat er veel waarheid ligt in het gezegde «dat de wereld een schouwtooneel is,» zeide A. ernstig.» «Ja en dat wij menschen allen een rol daarop vervullen,» antwoord de B. hoogst gewichtig. «Dat is mij nu juist niet recht duidelijk,» hernam A. philosophisch. «Als iedereen een rol heeft, waar is dan het publiek?» MfiRKTSEHiSsTi». Aüétekdam, 23 Juni. De prjjxsu der Aardappelen waren als volgt: 3e.-1. Blauwe f 0,a 0,dito Kralen f0. t 0,Zeenwsclie FiakVceschc f 0,a 0,do. iiauwe f 0,a 0,do Poters f 0,a 0,Prui- iUshe Hamburger f 3,a 3,25, id. Zaaier» f 0, 0,Andijker Muisjes f8,a 6,Fris sere Franckcr Jammen fl,40 a 1,60, do. Ea rache f 0,a 0,dito Dokkumer Jammen i 1,50 a 1,80, Zeeuwsche Spniacne Jammen f 1,40 4 2.50, Westl. Klei mauden f 3,50 a 6,dito Blauwe f 0,a 0,allen per Hl., nieuwe Malta 12 il 13 cl. por Kg. Aangevoerd 4 versche ladingen. Handel flauw. Suiker: Biet en Geraffineerd vast. Petroleum kalm. Loco f8,10 E., Sept./Dec. f8,10 E. consumtie f9,50, Nobel dito f7,75. Nobel eu Caspische dito zonder verandering in prijs. i'aiwe op levering lager, Nov. 194. id clearing van de Commissie voor dsn Graan- ■aatUl. Kogge op levering iets lager, Oct. f103, 102. Not sering van Menae Thole. KooIz'.'h op 300 Kg. Olie stil. Lijnzaad traag. Raapolie vast, vliegend per 100 Kg. f 25'/c, lo. Sept./Dec. f25, lo. Mei f 257/s. Lijnoiie flauw; vliegend per 100 Kg. f21, lo. Jnli/Aug. f20#/s, 2Ö3/,, 20%, lo. Sept./Dec. f20%, lo. Jan/Mei f21. Raapkoeken f 75 80 per 1040 stuks Lijnkoeken f 7,50 a 11,per 104 stnks. Hoorn, 21 Juni. Kaas: Ter waag gewogen 417 stapels, wegende 127,080 kilo. Hoogste prijs: kleine Gras f 32,Hooi id. f 0,Commissie id. 31,middelbare f 0, Leiden, 22 Juni. De aanvoer en prijzen ter Veemarkt van beden waven als volgt34 Stieren f40 a 275, 130 vette Ossen en Koeien flp4 a 262 of f0,54 a 0,66 per Kg., 70 Vare id. f 85 a 195, 0 Graskalveren fa 108 vette id, f22 a 68 of f0,50 a 0,75 per Kg., i"l nuchtere id. f 5,a 15,646 vette Schapen f 16 a 30, of f0,45 a 0,50 per Kg., 720 weide do. 11, a 23,2106 Lammeren f3,a 13,50, 28 magere Varkens f 14 a 28, 276 Biggen f3,75 a 10,0 Paarden f a 92 Kalf- en Melkkoeien f 98 a 258. Leiden, 22 Juni. Aangevoerd 55 partijen. Goudsjhe Kaas f 20,a 26,50, Darby 22 a Leidsche, de 150 küo fa Edammer Kaas 2e kwal. f26,a 0, Sokïkdam, 23 Juni. Moutwijn f 7,50, Jenever (13,Asist. Proef £14,25 Spoeling-Beun 1,tLto Commissie f 0,90. Zwolle, 22 Juni. Boter, Prima Gras f 24,— a 25,afwijkende f 22,a 23,50. 2e soort f 19,a 21,—. TE HAARLEM. Op Zondag 24 Juni 1888. Groote Kerls. Vroegpr. 7 ure, Brutel de la Rivière. Voorm. 10 ure, Sncthlage. Nam. 2 ure, Snethlage. 39e Zondag. 's Avonds 6 ure, Moeton. Nieuwe Kerk. Voorm. 10 ure, G. van Herwaarden. pred. te Bennebroek. (Voor Hoog.) Jans-Kerk. Voorm. 10 ure, J. Brummelkamp, pred. te Am sterdam. (Voor Smeding.) JBakenesser Kerk. (Voor de Kinderen.) Voorm. 10 ure, H. Bremer. Godsdienst-onderwijzer. Waalsche Kerk. Voorm. 10 ure, Debry. Installation des anciens. Christelijke Gereformeerde Gemeente Gedempte Oude Gracht. Voorm. 10 ure, 's Avonds 5 ure, Mulder. Klein Heiligland. Voorm. 10 ure, 's Avonds 5 ure, Schotel. Luthersche Kerk. Voorin. 10 ure, Mees. Kerk der Yereenigde Doopsgezinden. Voorm. 10 ure, de Lanoy. Remonstrant e Kerk. Voorm. 10 ure, A. K. E. Ho^st, pred. te Lochem. Broedergemeente. Voormiddag 10 ure, Van der Dussen, pred. te Amsterdam. Lokaal in de Ridderstraat. Donderdagavond 8 ure, Ds. Koelman, Hoogduitsch. Gemeente van Gedoopte Christenen. Lokaal Groot Heiligland 26. Voorm. 10 ure prediking. Ds. Moeton is Woensdag 27 Juni en 4 Juli verhinderd te catechiseeren. Nederd. Geref. Gem. (doleerende). Lokaal «Felix Favore«, Smede3traat 23. Voorm. 10 ure, 's Avonds 6 ure, W. Müller Jr. van Amsterdam. Nederd. Herv. Kerk. Bennebroek. Voorm. 10 ure, J. H. Gunning J.Hz. pred. tc Gouda. Beverwijk. Voorm. 10 ure, J. C. Boon, Doopsbediening. Evang. Luthersche Kerk. Voorm. 10 ure, K. A. Gonlag. Doopsgezinde Kerk. Voorm. 10 ure, J. Se-pp. Bloemen daal Voorm. 10 ure, Prof. J. H. Gunning Jr., Hoogleeraar te Amsterdam. Nam. 2 V2 ure, Heemstede. Voorm. 10 ure, F. E. Daubanton. llillegom. Voorm. 9'-/a ure, M. Buchli Fest. Santpoort. Voorm. 10 ure, J. van Loeuen Martinet. Spaarndam. Voormiddag 10 ure, H. J. Bergsma. Velsen. Voorm. 91/» ure, G. H. Hoog, pred. te Haarlem. Namiddags Zandvoort. Voorm. 10 ure, O. Schriecke. 's Nam. 2 ure, O. Schriecke. selijk gezicht, allerlei verminkte lichameD, waaraan het hoofd of een arm of been ontbrak. Ik had alleen een grooten hoofdwond! Hij maakte eeu zonderlingen grijuc, terwijl de heide spoorweg-ambtenaren zich uitputten in gelukweiischen met zijn gelukkige ontsnapping. De donder weerklonk nog in de holten van het gebergte. Er heerschte een tijdlang stilzwijgen, waarin de kluizenaar met samengetrokken wenkbrauwen somber voor zich uit keek. Een onaangename gewaarwording bekroop de beide man nen en de heer Linder had den moed om te zeggen: «Wij hebben de vrijheid genomen, u te bezoeken naar aanleiding van uw brief aan de directie».... «Ha, ha, ha,» viel de kluizenaar hem in de rede, «gij zijt wel goed, u zooveel moeite te geven voor een brief van mij. Weet, dat ik sedert zestien jaar reeds meer dan drieduizend brieven heb verzonden, die alle onbeantwoord zijn ge bleven 1» Daarop vertelde hij zijn levensloop na het spoorwegonge luk, dat hij bijgewoond had. Nauwelijks was hij van zijn wond hersteld, of zijn eerste daad was om de vervloekte streek te verlaten. Hij kon geen rails meer zien, geen locomotief meer hooren zonder aan de gruwelen te denken die hij aanschouwd had. Maar hij was in de keuze van zijn schuilhoeken niet gelukkig ge weest. Zijn oude vijand, de spoorweg, had hem achtereen volgens uit Indië, Griekenland en het verre Westen van Noord-Amerika, verjaagd. Overal was de spoorweg hem gevolgd, totdat hij eindelijk het besluit had genomen, op den Bachalp te gaan wonen, waar zijn vijand hem zeker met rust laten zou. «Hier, zeide de kluizenaar,» heb ik eenige jaren rustig, kalm en tevreden geleefd. Maar eindelijk zag ik den kop van het monster weer te voorschijn komen, het had mij gevonden. Het naderde al meer en meer, meer en meer, tot het eindelijk mijn woning voorbijtrok naar omhoog. Deze tocht had anderhalf jaar geduurd.... Maar dat was nog niet het ergste. Op een avond toen het hevig regende, hoor ik een geluid, pff pan, pan, pan, dat steeds sterker werd.» Hij liep de kamer op en neder, stampte met de voeten, floot en bootste met groote juist heid het geluid van een sneltrein na. «Weldra begint mijn huis te schudden en rolt ook weg, ik roep om hulp, ik wil naar buiten, maar de muren loopen reeds veel te snel, een botsing is onvermijdelijk... ik val neer in een hoek en O, mijn hoofd, mijn hoofd!».... De kluizenaar kromp in elkander en viel in een hoek van het vertrek, bevend als een espenblad. De beide amb tenaren zagen elkander aan met eene gedachte, die geen van beide ook zelfs maar fluisterend dorst uiten. Plotseling richtte hij zich weer op. «Hebt gij ooit in de duisternis den galop der wagens gadegeslagen? O, welk een akelig rood licht, welk een schrille stoet! Men ziet de gestalten van personen, die een oogenblik daarna weer zijn verdwenen. Waar gaan zij in hun wilde vaart heen? Hun wereld is de onze niet. Wat kan het hun schelen of brand of pest heerschen in de stre ken, die zij doorvliegen.» De heer Muller keek op zijn horloge en zeide, met eene ongeduldige beweging: «Mijnheer, wees zoo goed tot de zaak te komen. Wat is u van de feiten bekend? Deel ons dit mede, want wij moesten reeds weder op onzen post zijn. De laatste trein heeft het station op den Woldspitz reeds verlaten 1» Maar de kluizenaar antwoordde niet. Plotseling keerde hij zich om en ging naar bu'ten, terwijl hij de deur half open liet. De beide mannen zagen elkander aan en weer deed zich dezelfde gedachte aan beiden op, totdat eindelijk de stationschef haar uitte. «Die man is krankzinnig, geloot ik!» «Ik deel uw meening volkomen,» antwoordde de opzichter. Zij zwegen een oogenblik. Telkens werd het rommelen van den stijgenden trein grooter, terwijl in het huis alles stil was. Door nieuws gierigheid gedreven, stonden de beide ambtenaren op om hun gastheer op te zoeken. De deur was half geopend en de heer Linder zag den kluizenaar staan, recht als een kaars en met den blik ge richt op den naderenden trein, waarvan de lichten reeds duidelijk zichtbaar waren. Met zijn metgezel deed Linder twee stappen vooruit tot hij even achter den kluizenaar stond. Plotseling zag hij tot zijne ontsteltenis het flikkeren van den loop eener ka rabijn, die deze in de hand hield. Onmiddellijk greep de stationchef hem bij den arm. «Hoe onvoorzichtig», zeide hij, «weet gij wel eens of het geweer al of niet geladen is? Waartoe hier een geweer?» De trein kwam aansnellen, dreunend en fluitend. De kluizenaar antwoordde den heer Linder niet, maar toen de trein voorbijschoot weerklonk een schot Als door een veer gedreven wierpen de beide ambtena ren zich op den Rus, die zich heftig verweerde en het rookende geweer boven het hoofd zwaaide. «Moordenaar! moordenaar!» schreeuwden zij. «Wat beduidt dat!» riep de kluizenaar. «Wilt gij mij wel eens loslaten? Laat dat toch, zijt gij dan gek?» Toen de beide ambtenaren het station weder bereikten vonden zij daar een derde lijk, maar zij hadden den dader gevonden. Ostrepieff werd naar een krankzinnigengesticht gebracht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 6