VISSCHERI).
Enkhuizen, 28 Juni, Gisteren wer
den alhier aangebracht 850,000 stuks
netjes-ansjovis, prijs f7.50 psr 1000; met
den kuil werd gemiddeld 3000 stuks per
span gevangen, prijs 17; 450 kilo kleine
schol, prijs aan den afslag f 5 per wichtje.
Heden werden door 120 vaartuigen aan
gebracht van 2000 tot 28,000 stuks netjes
ansjovis, prijs f7.50; met den kuil werd
van 3000 tot 13,000 stuks per spau ge
vangen, prijs f 7. Nog werden aangevoerd
320 schelvisschen, prijs 18 a 22 c., en 1
steur, wegende 40 pond.
Nieuwediep, 23 Juni. Honderd
twintig korders brachten heden 20 tot 175
groote, 1070 kleine tongen, 6 tarbot
ten, 12 mandjes kleine schol en 13
manden schar ter afslag, terwijl door de
beugers 680 roggen en van Wieriugen 4
tal geep werden aangevoerdgroote tong
gold 22 a 30 cent, kleine idem 10 a 15
cent, tarbot f 4 a f 6, rog 38 a 31 cent
per stuk, kleine schol f 1 a 11.20 per
mandje, schar f 3 a f 3.50 per mand, en
geep f 3 per tal.
Tessel, 22 Juni. Met de geep-
visscherij, die heden geëindigd is voor dit
jaar, werd door de visschers ruimf 1400
verdiend. Er werden 589 manden geep ge
leverd aau de zouterijen te Helder.
Lemmer, 21 Juni. De vangst van
bot op de Zuiderzee was in de laatste da
gen zeer voldoende; de visch was groot
van stuk, dik en vet. De aanvoer te dezer
plaatse bedroeg p. m. 3000 kilo, die door
opkoopers werden afgenomen voor 20 cent
per kilo en in kleinhandel tot 30 cent per
kilo.
Heden werden alhier aangebracht 3000
stuks ansjovis, die tot «marktprijs" wer
den opgeladen.
22 Juni. Heden werden aan de zoute
rijen alhier aangebracht 200,000 stuks
ansjovis, die voor marktprijs werden op
gelost.
LAND EN TUINBOUW.
Een landbouwer te Houtrijk en Polanen
liet op zijn bouwland aardappelen poten.
Verwonderlijk was het, dat de vier jongens
die met het werk waren belast, steeds
poters te kort kwamen en circa 15 mud
den meer noodig hadden dan de gewone
berekening was. Toen na eenige weken de
plant boven den grond kwam, wekte de
bizondere grootte en sterkte algemeene
verbazing; men onderzocht toen en vond
nu, in plaats van één aardappel, somwijlen
ruim 200 stuks in één kuil. De arbeiders
haddeu dit, wegens te laag dagloon, f 0.50,
uit wraak gedaan; want van de gewassen
met meer dan twee poters komt niets
terecht. Het kost den landbouwer f150.
K N N K N I N I).
De audiëntie van den minister van Wa
terstaat enz., alsmede die van den minister
van Oorlog, zullen aanstaanden Donderdag
28 dezer, niet plaats hebben.
Naar wij vernemen, is op
'sKonings bevel op 31 Mei 11. de
adsistent-resident E. van Assen ter
Oostkust van Atjeb, die ook belast
was met de politieke leiding en
aangelegenheden aldaar, door den
minister van Koloniën door tusschen-
komst van den goeverneur-geceraal
per teiegraaf naar 's-Hage ontboden,
ten einde met het opperbestuur al
daar den staat en gang van zaken
op Atjeh te bespreken. Het schijnt
den minister van Koloniën dus ern
stig gemeend te zijn den nauwkeu-
rigen stand van zaken uit den mond
van een bekwaam deskundige te
vernemen, hetgeen allicht met pa
cificatie-plannen in den geest van
het herstel van het sultanaat in ver
band staat. Bblad
Prins Albert van Prui
sen, regent van Brunswijk, wordt
15 Juli te Scheveningen verwacht,
om aldaar een gedeelte van het
hadseizoen door te brengen.
Evenals vorige jaren, neemt de
prins zijn intrek in het «Oranje-ho
tel.
Door de Regeering is
voorgesteld den termijn, waarbinnen
de regeling van het onderwijs aan
de Kon. Mil. Academie moest wor
den herzien, te verlengen tot 1 Sep
tember 1889, daar voor September
a. s. eene door haar voorgenomen
definitieve regeling niet tot stand
zal kunnen worden gebracht. Zij
acht dergelijke definitieve regeling
echter urgent, en zal een voorstel
daartoe zoo tijdig mogelijk in het
aanstaande zittingjaar indienen.
Omtrent de laatste 1 e-
vensdagen van Prinses Marie van
Saksen-Altenburg meldt men, dat
de lijderes reeds Maandag haar
einde voelde naderen. Zij nam toen
een hartroerend afscheid van hare
omgeving. Daarna werd haar 't Hei
lig Avondmaal toegediend en zij
sliep in. Des nachts nam de koorts
sterk toe en reeds Dinsdag was de
toestand hopeloos. Koningin Carola
van Saksen verwijlde denganschen
dag aan het ziekbed, totdat prins
Prederik Leopold was aangekomen.
De Erfgroothertog van Oldenburg
en zijne echtgenoote kwamen eerst
op Albrechtsberg, toen de lijderes
was overleden. De prins van Sak
sen-Altenburg moet ontroostbaar
zijn; zijn huwelijk met de ontsla
pene was zeer gelukkig. Vrijdag
ueeft een lijkdienst plaats gehad en
tevens de doop van het voor 14
dagen geboren dochtertje der Prin
ses. Het Nederlandsche hof heeft
wegens dit overlijden vier weken
rouw aangenomen.
T ij deus het bezoek van
sir Morell Mackenzie aau 's Gra-
venhage heeft een redacteur van het
Haagsche Dagllad een onderhoud
met den bekenden Engelschen dok
ter gehad.
Aan het verslag van dat onder
houd is het volgende ontleend:
De beroemde geneesheer heeft een nog
jeugdig en intelligent uiterlijk en eeue
aaugeuame stem; bij spreekt kalm, duide
lijk en voor een Engelschman vrij lang
zaam, zijne kleeding is eenvoudig, maar
onberispelijk.
Na de wederzijdsche begroeting bad on
geveer bet volgende gesprek plaats, dat
van de zijde van dr. Mackenzie somtijds
onderbroken werd door korte trekjes aan
een cigarette, welke een scherpen, onaan-
genameu geur verspreidde
Sommige Duitscbe bladen melden,
dat bij uw vertrek uit Berlijn verschei
dene geueesbeeren van den overleden keizer
aan bet station tegenwoordig waren om u
uitgeleide te doen; andere integendeel dat
ze door hunne afwezigheid schitterden.
Wat is in deze de waarheid?
„Bij mijn vertrek uit de Duitscbe
hoofdstad waren eenige mijner collega's
aanwezig om mij vaarwel te zeggen. Mijne
verhouding tot deze is, sinds professor
Bergmann niet meer deelnam aan onze
consultation, steeds van vriendschappelij-
ken aard geweest. Bergmann is als de aan
stoker te beschouwen vau de tusschen ons
gevoerde twisten.
„De partij van de „Kreuzzeitung" heeft
steeds met leede oogen eene eventueele
troonsbeklimming van keizer Prederik III
gadegeslagen. En toen deze toch plaats had,
zocht zij haar te neutraliseeren door een
regentschap. Indien door mij was toege
geven, dat de overleden vorst aan kanker
lijdende was, zou het instellen van een
regentschap wellicht niet tot de onmoge
lijkheden hebben gehoord."
(Dr. Mackenzie zinspeelt hier op een
artikel in de Pruisische Constitutie, waarbij
een regentschap verplichtend wordt ge
steld, wanneer de regeereiule vorst aan een
ongeneeslijke kwaal blijkt te lijden. Reeds
meermalen is in de bladen vermeld, dat
dr. Mackenzie, ter wille van Priedrich's
gemalin, zijne landgenoote, de verklaring
weigerde te geven, dat kanker aanwezig
was. Het blijkt hier, dat de geleerde die
positie blijft innemen.)
Het ii thans ook nwe meaning, dat
's keizers ziekte kanker was en niet, zoo
als ik wel heb hooren duisteren, eene
even gevaarlijke doch andere kwaal?
„Ik heb nooit beweerd, dat het iets
anders dan kanker was. Wei heb ik mij
te San Remo er niet tegen verzet, toen
des keizers lijfarts hem eenigen tijd be
handeld heeft, als leed hij aan de doorn
bedoelde ziekte; doch sedert Eebruari 3tond
het bij mij vrij wel vast dat wij met kan
ker té doen hadden. Men heeft na dien
tijd veel gesproken over de wenschelijk-
heid om den keizer eene operatie te doen
ondergaan; ik heb daar steeds tegen ge
ijverd, daar ze hoogst gevaarlijk is en
meestal met doodelijken afloop gepaard
gaat."
Op dit oogenblik bracht een bediende
de lamp binnen, dr. Mackenzie gaf dezen
toen in zeer zuiver Duitsch eenige be
velen.
Welke taal spraakt gij gewoonlijk
met uwe collega's?
Meestal DuitschDe aanwezigheid des
kankers is dan ook gebleken bij de lijk
opening, of liever, lijkopening kan men
't eigenlijk niet noemen, daar het post
mortem onderzoek zich bepaald heeft bij
de opening der keel. Ook aangaande die
lijkopening hebben onjuiste berichten ge-
loopen. De overleden keizer, zoo wel als
de tegenwoordige, Wilhelm II, en de kei
zerin haddeu zich tegen een post mortem
onderzoek verklaardeveuzoo koningin
Victoria. Men heeft echter gezwicht voor
overwegingen van juridieken en histori-
schen aard. De usance schijnt een dergelijk
onderzoek te vorderen.
Hebt gij wel eens van de zijde
van 't publiek onaangeuaamhedeu onder
vonden
Zeer zelden; integendeel, toen men
den keizer uit San Remo zag terugkomen,
aanschouwde men in plaats van een doo-
delijke, zooals meu naar aanleiding van
tal van onrustbarende telegrammen had
verwacht, eon krachtig en gezond persoon.
Vandaar weerklonk steeds een „Hoek Mac
kenzie!" waar ook ik mij soms in't open
baar vertoonde. Het is ook een onwaar
heid, dat, toen uit een drietal geneeskun
digen eene keuze gedaan moest worden
om de behandeling des keizers te leiden,
keizerin Victoria alle mogelijke moeite zon
hebben aangewend voor mijn benoeming.
Deze is door den kranke geheel uit eigeu
vrije beweging geschied. Wel heeft nader
hand de keizerin mij van harte teleur
stelling doen blijken, dat ze mij niet veel
eerder geroepen had.
De part. eorr. van de „N. R. Cl.»
te Berlijn seint het volgende sensatie-ma
kende bericht
BERLIJN, 23 Juni. Het reeds meerma
len aangeduide, en thans in het door het
Haagsche „Dagblad" openbaar gemaakte
onderhoud met dr. Mackenzie door dezen
openlijk toegestemde motief, dat Macken
zie het bestaan van kanker bij den over
leden keizer geloochend heeft, om de even
tueele iustelling van een regentschap bui
ten den overleden vorst om onmogelijk te
maken, wekt hier groot opzien.
De „National Zeitung" zegtMackon-
zie erkent thans op cynische wijze, hoe
hfi zich als buitenlander in Duitscbe po
litieke 'aangelegenheden gemengd heeft en
het Duitsche volk maandenlang heeft be
logen.
De „Kreutzzeitung" betwijfelt nog de
juistheid van het interview, omdat anders
bewezen zou zijn, dat dat de overleden
keizer volgens politieke inzichten,en niet
naar het beste geneeskundig geweten be
handeld werd.
Op de uitnoodigng der
verveners in Schoterland, om hun
duidelijk te maken, hoe een verve-
ner in dezen tijd, met 60 man wer
kende, per dag f 98.40 kan verdienen,
heeft Domela Nieuwenhuis geant
woord
Moeilijk kon ik gelooven, dat de zoo
genaamde „uitnoodiging", die de ronde
deed in de couranten, werkelijk af komstig
was van de personen wier namen er onder
stonden, en ik hield haar voor eene grap
der pers om mij er in te laten loopen.
Nu ik echter eene schriftelijke en door
20 verveners ouderteekende herhaling van
die uitnoodigiug ontving, moet ik aanne
men, dat het u en de anderen ernst is
net die uitnoodiging. Immers, hoe kon
ik, die natuurlijk onderstel dat gij in staat
zijt om te lezen, vermoeden dat gij zulk
eene vraag kondt doen? Gij toch vraagt
aan mij om u als vakmannen duidelijk te
maken, hoe een vervener in dezen tijd met
60 man werkende per dag f98.40 kan
verdienen. Ik verwijs u ter beantwoording
dier vraag naar mijne gespecificeerde op
gaven in de „Handelingen" of liever naar
de gerectificeerde in No. 62 van het blad
„Recht voor Allen», dat ik hier insluit.
Ieder die lezen kan, vindt die opgave al
daar. Het zou dus overbodig zijn monde
ling te komen herhalen, wat reeds schrif
telijk door mij is medegedeeld.
Gij zijt echter volkomen in uw recht
om die opgaat onjuist te vinden, maar dan
staat het aan u om zulks te bewijzen. Doet
gij dit, ik zal niet achterwege blijven om
te verdedigen, of zoo ge mij overtuigt dit
openlijk te erkennen. Nooit is er door mij
beweerd, dat ik op de hoogte van uw
vak zou zijn, maar mijne gegevens zijn
afkomstig van personen, die zeiven steeds
in het vak waren, en gij zult toch zeker
begrijpen, dat ik niet lichtvaardig ben
afgegaan op het zeggen van dezen of
genenneen uit opgaven van verschillende
personen is door mij het gemiddelde ge
nomen.
Ik verklaar mij dan ook bereid mijne
gegevens aan een onderzoek te onderwerpen
en dit kan dunkt mij het beste op deze
wijzegij, onderteekenaren, legt uwe boe
keu over de laatste jaren over aan eeue
commissie van 5 personen, waarvan er
twee door ulieden en twee door mij wor
den aangewezen, terwijl deze vier geza
menlijk een vijfden zullen kiezen. Aan het
oordeel dier commissie, die verslag van
hare bevinding zal doen, verklaar ik mij
te zullen onderwerpen.
Mij dunkt dat dit de eenige en beste
waarborg is om achter de werkelijke waar
heid te komen.
In afwachting van uw antwoord op dit
voorstel noem ik mij, enz.
Naar de N. R. C. verneemt
is door commissarissen van het Pa
leis voor Volksvlijt te Amsterdam
besloten als zoodanig ontslag te ne
men en schijnt ook de raad van
toezicht dit voorbeeld te willen vol
gen, naar aanleiding van de onlangs
door de aandeelhouders genomen
besluiten ten opzichte der wijziging
van de statuten.
Als uitvloeisel van de
concessie waarbij de gemeenteraad
van Amsterdam aan den heer M.
Wolff het uitsluitend recht toestond,
om kiosken voor den verkoop van
tijdschriften en dagbladen aan den
openbaren weg te plaatsen, zullen
weder eenige en wel 16 nieuwe
huisjes verrijzen en wel op het
Damrak bij de Oudebrugsteeg, Prins
Hendrikkade bij het Centraalstation
en bij de Martelaarsgracht een an
der op deze gedempte gracht, voorts
op het Marnixplein bij de Wester
straat, Marnixstraat bij de Rozen
gracht, Prinsengracht bij de Leidsche
gracht, Weteringstraat tegenover
het Rijks Museum, op het Ferdi
nand Bolplein, Spui bij de Kalver-
straat, Gerard Doustraat, op het
Amstelveld, Singel bij de Paleis
straat, Weesperzijde bij het Amstel-
hotel, Eenhoornsluis en Nassaukade.
Hiermede is het getal kiosken op
50 gebracht, terwijl evenveel we
duwen er hun brood vinden.
Men schrijft ons uitHil-
versum
De collecte voor den gewapenden
dienst heeft in deze gemeente op
gebracht f 134,085.
Eindelijk is hij dan toch ge
arriveerd, de sproeiwagen, waarnaar
vooral in de laatste zonnige dagen
zoo reikhalzend werd uitgezien.
Mogen zijn diensten zóó op prijs
worden gesteld, dat men na niet
al te langen tijd nog minstens twee
of drie stuks van dat soort er bij
bestelle, opdat alle straten, pleinen
en wandelwegen voldoende kunnen
worden besproeid. De dank der in
gezetenen zal tot belooniog ver
strekken.
Door den laatsten trein van
de Gooische stoomtram is Zondag
avond in de nabijheid der villa
Westerveld een tot nog toe onbe
kend persoon overreden. De onge
lukkige, die bijna onmiddeliijk een
lijk was, werd door de Hilversum-
sche politie naar het ziekenhuis
vervoerd.
Zeer waarschijnlijk is de over
ledene een arbeider aan de nieuwe
waterleiding.
Zaterdagavond is door
de politie te Rotterdam een persoon
aangehouden, tegen wien door de
arrondissements-rechtbank te Am
sterdam ter zake van verduistering
bevel van gevangenneming verleend
is, en die aldaar onder een valschen
naam v.rblijf hield.
Zaterdag ochtend half
zes kwam langs de Schiekade oost
zijde te Rotterdam een open lan
dauer met vijf personen er in, blijk
baar allen dronken. Eensklaps ter
wijl er eene vrouw voorbijkwam,
bleef het rijtuig staan, stapten de
bedoelde personen er uit, vielen op
de vrouw aan en poogden haar on
der ergerlijke mishandeling in het
rijtuig te brengen, waartoe zij haar
met geweld langs de straat sleep
ten. Een paar voorbijgangers, dit
ziende, schoten er op toe en hadden
het geluk, de vrouw te ontzetten,
Da een kort gevecht, waarna ten
slotte de vijf aanvallers onderling
ruzie kregen, met het gevolg dat
een hunner door zijn gezelschap op
een pak slaag werd getracteerd.
Met het rijtuig zijn zij vervolgens
in de richting van de Delftsche
poort verdwenen, terwijl de vrouw
den kant aan den Bergweg opging.
Een schoon voorbeeld
van het in het leven terugroepen
van een drenkeling door toepassing
van de meergemelde methode wordt
door de N. R. C. medegedeeld:
Zaterdagmiddag had een jongen
bij het zwemmen in de Maas te
Kralingen het ongeluk, doordien hij
op den rug zwom en de kracht
niet meer had om zich weder om
te keeren, in de diepte weg te
zinken.
Twee schippers, liggende op
stroom, begaven zich te water en
doken naar de diepte. Ongeveer 10
minuten onder water zijnde, kwam
de schipper Jacobus Oosterveen, ge
holpen door den schipper J. Meijer,
met den drenkeling boven. Op het
droge gebracht, bleek de drenkeling
reeds bewusteloos te zijn.
Bij toepassing der bekende me
thode werd na verloop van een uur
het leven weder bij hem opgewekt.
Geneeskundige hulp werd door
een geneesheer te Kralingen ver
leend.
De luchtreiziger l'H o s t e,
die Zaterdagmiddag met zijnen bal
lon «Zuiderzee» te half zes uit «Ti-
voli» te Utrecht is opgestegen, in
gezelschap van den heer L. Schuur-
becque Boeye, is, na eene hoogte
van ongeveer 1000 meter te hebben
bereikt, te Harmeien nedergedaald,
van waar men per trein naar Utrecht
terugkeerde.
Vrijdgavond halftwaalf
was te Utrecht iets lager dan het
zenith een prachtige meteoor of
vuurbol zichtbaar, die in noordoos-
die ik koester, te zamen met de gronden die ik voor die
vermoedens heb, zullen leiden tot een gewichtige ontknoo
ping; en het zou mij niet verwonderen of deze zal een niet
minder gewichtige bekentenis in zich sluiten.
Ik sprong eensklaps op en bleef hem angstig staan aan
staren.
In elk geval is het te beproeven, hernam hij koel.
Ik zou denken, dat Eleonore op het wagen dier poging
van onze zijde volkomen recht heeft.
Het zal niet baten, zeide ik. Indien Mary schul
dig is, zal zij toch nooit tot bekentenis zijn te brengen. En
indien niet....
Zoo zal zij ons zeggen, wie dan wel de schuldige is.
Neen, hernam ik, wanneer Clavering haar echt
genoot is zeker niet.
Ja, was 't antwoord, ook zelfs, indien Clave
ring haar echtgenoot is. De toewijding van Eleonore mist
zij geheel.
Ik moest dit toestemmen. Zij zou geen sleutel, of welk
bewijsstuk dan ook, verbergen ter wille van een ander; o
neen, wanneer Mary werd beschuldigd, zou zij spreken. Bo
vendien, de toekomst zag er zeer donker uit, dit was niet
te ontkennen. En toch, toen ik eenige oogenblikken later
mij op straat bevond en mijn weg tusschen de drukke me
nigte volgde, verkreeg' de gedachte, dat Eleonore vrij zon
zijn, de overhand boven alle andere, ja, nam ai mijn den
ken en hopen zoo in beslag, dat mil die wandeling naar
huis in de mist sinds nimmer weer uit het geheugen ging.
Eerst tegen het aanbreken van den nacht begon het mij
duidelijker voor den geest te 6taan, hoe hachelijk de toe
stand was, waarin Mary zich nu bevond, indien de gevolg
trekking vau Gryce juist bleek.
En toen eenmaal deze gedachte zich van mij had mees
ter gemaakt, was het mij onmogelijk haar te verdrijven.
Ik mocht doen wat ik wilde, als een spookbeeld bleef zij
mij wijzen op de donkerste toekomst. Den geheelen nacht
lag ik onrustig en slapeloos op mijo bed, altijd maar weer
herhalendeEr moet, er zal iets gebeuren, waardoor Gryce
verhinderd wordt, dit vreeselijk voornemen ten uitvoer te
brengen.
Maar telkens richtte ik mij weer op in mijn ledekant en
vroeg mij zeiven af, wat het dan zou moeten zijn, dat ge
beuren kon, en dacht over alle gevallen, die zich mogelijk
zouden kunnen voerdoen. Clavering zou tot bekentenis kun
nen komen; Iianna zou kunnen terugkeeren; Mary zelf
zou wellicht in arren moede het woord uitspreken, dat ik
zoo vaak had zien beven op hare lippen. Maar verder na-
deukende, zag ik ten duidelijkste in, hoe onwaarschijnlijk
het was, dat een dezer mogelijkheden tot werkelijkheid zou
•worden, totdat ik eindelijk met moe en atgemat brein, toen
de dag reeds begon aan te breken, in slaap viel en in een
droom zag hoe Mary, met een revolver in de hand, stond
gebogen over den kranken dienaar van 't gerecht.
Het was nog vroeg in den morgen, toen ik door een
fermen tik op de deur uit dezen onaangenamen droom werd
gewekt. Ik stond haastig op en vroeg wie daar was. Tot
antwoord werd een enveloppe ouder de deur geschoven. Ik
rappte die op en bevond dat het een schrijven was van Gryce
en wel van den volgenden inhoud:
Kom onmiddellijk; Hanna Chester is gevonden.
Hanna gevonden?
Wij hebben alle reden om dit te deDken.
Waar? Wanneer? Door wien?
Ga zitten, dan zal ik het u zeggen.
Geslingerd tusschen hoop en vrees trok ik haastig een
stoel naast de canapé, en zat in groote spanning rond te
kijken.
Wordt vervolgd.)