NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
6e Jaargang.
Vrijdag 13 Juli 1888.
No. 1541.
ABOHHEUIHTSFRIJS:
ADVERTENTIES:
I! I K S K S l N D.
WIE IS DE SCHULDIGE?
HAARLEM* DAGBLAD
Voor Haarlem, per 3 maanden/1.20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.03.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Buresu: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. ITelefoonnunimer 122.
Ürecteuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOlll en J.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents
Groote letters naar plaatsru.mte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers.
AVIS.
Hoo f dar/enten voor het Buitenland: Compagnie Génerale de Publicite Etrangère G. L. DJTJBE iïf Co., JOH. F. JONESSucr., Parijt3 Ibis Faubourg Montmartre.
STADSNIEUWS.
Haarlem, 12 Juli.
Uit het verslag van den toestand
der provincie Noord-Holland over
het jaar 1887 blijkt o. a. dat in het
Zuider-Spaarne dat jaar geene wer
ken werden uitgevoerdalleen zijn
er enkele peilingen genomen.
In het Noorder-Spaarne werden de
tot 4,2 M. A. P. gebaggerde
geul en de daarlangs liggende be-
tonniug onderhouden.
Omtrent de scheepvaartbeweging
in het Spaarne kan het volgende
worden medegedeeld:
Uit de richting van het Noorder-
Spaarne zijn te Haarlem doorgeva
ren 7188 binnenschepen, metende
328,014 ton, uit die van het Zuider-
Spaarne 8449 binnenschepen, me
tende 380,036 ton.
Woensdag is te Aalsmeer, in het
schoollokaal in wijk 2, eene ten
toonstelling van bloemen, heesters
en aardbeziën geopend vanwege de
Land- en Tuinbouwvereeniging al
daar, waaraan verbonden is een
vee-tentoonstelling op het land van
den heer A. Keessen A.Wz. aan
den Stommeerweg aldaar en een
keuring van chaispaarden.
De tentoonstelling van bloemen
en aardbeziën wordt door deskundi
gen ten zeerste geroemd en een be
zoek ten volle aanbevelenswaardig
geacht.
Zeer trekken de aandacht de col-
lectiën dubbel- en enkelbloemige
pelargonia, fuchsia's, heliotropen,
reseda's, knolbegonia's en struik
rozen.
De jury bestaat uit de heeren
J. H. Kottman, hortulanus van het
Koninklijk Zoölogisch Bot. Genoot
schap te 's Gravenhage; J. W. v.
d. Berg, Van Konkelenberg. Leonard
A. Springer, allen te Amsterdam,
A. Keessen Jr. en J. Maarse, beiden
uit Aalsmeer; J. A. Van Eijken
Nieukerk uit Naarden.
De opbrengst der sluisgelden in
1887 te Spaarndam was
in 1887 6027,25
1886
1885
1884
1883
„6646,70
„7463,02'
.,6196,05
„6684,30
LETTEREN EN KUNST.
Door de Academie van beeldende kunsten
te Weenen zijn eenige schilders, graveurs, beeld
houwers en architecten, uit Oostenrijk, Duitsch-
land, Frankrijk en Engeland, benoemd tot eere
leden van die Academie. Slechts aan een Ne
derlander viel deze onderscheiding te beurt, aan
den heer Ed. G. H. Cuypcrs.
LEBER EN VLOOT.
De maaltijd door den held ran Simonoseki,
den gep. vice-admiraal jhr. F. de Casembroot, aan
de dappere officieren, die 25 jaren geleden onder
zijn commando aan boord der Medusa dienden,
aangeboden, heeft Woensdag met allen luister
plaats gehad.
Hem werd door de koninkl. vereeniging "het
eereteeken voor belangrijke krijgsverrichtingen"
met de hoornmuziek der Jagers aan zijn huis een
serenade gebracht.
Een daverend gejuich volgde toen de nog altijd
indrukwekkende figuur van den gep. vice admi
raal in admiraalsuniform naar voren trad.
In gevoelvolle bewoordingen dankte hij voor
de eer hem bewezen. Daarop noodigde hij de
leden van het bestuur uit binnen te komen en
een glas met hem te ledigen ter herinnering
aan het wapenfeit.
Na eene korte toespraak overhandigde de voor
zitter der vereeniging, de heer Reedijk, namens
de vereeniging, den vice-admiraal haren eere
voorzitter een souvenir, bestaande uit een
inktstel met zilver gemonteerd, in het midden
een onklaar-anker, en het voetstuk gedekt door
eene zilveren plaat, waarop gegraveerd de Militaire
Willemsorde en het wapen van de familie Casem
broot, waartusschen de volgende inscriptie:
«Souvenir, aangeboden door de kou vereeni
ging »het eereteeken voor belangrijke krijsver-
richtingen« te 's-Hage aan haar eere-voorzitter
den vice-admiraal jhr. F. de Casembroot, als aan
denken aan het roemrijke heldenfeit als comman
dant van Zr. Ms. corvet Medusa bij het
forceeren der wateren van Simonoseki (Japan)
1863—11,7—1888."
Verschillende dronken werden nog uitgebracht,
waarna de admiraal nogmaals naar buiten trad,
om de leden der vereeniging zijn hartelijken dank
te betuigen voor het geschenk, waarbij h(j tevens
warme hulde bracht aan de mannen die in onze
overzcesehe bezittingen nog dagelijks bewijzen
van moed geven en zich trouw toonen aan
Oranje en Vaderland, en zoo zichtbaar was
de anders nog zoo krasse man aangedaan, dat
dikwijls gebaren zijne woorden onderbraken.
Na gedefileerd te hebben, begaven de leden
zich onder het spelen der muziek naar hun ver
gaderlokaal in dc Papenstraat terug, waar zij
verder den avond feestelijk doorbrachten.
De le luitenant C. van Dura, van eene
detacheering bij het Oost-Indische leger terug
gekeerd, is ingedeeld hij het 4e reg. infanterie.
ONQERWIJS.
Mejuffrouw A. P. W. J. van Stipriaan Lüisijius
heeft den 4den Juli te Amsterdam met gunstig
gevolg het examen van candidaat in de medi
cijnen afgelegd.
VISSCHERIJ.
Nieuwediep, 10 Juli. Acht kor-
ders brachten heden 13 tot 88 tongen, 1
tarbot, 4 mandjes kl. schol en 4 manden
schar ten afslag, terwijl door de beugers
260 roggen werden aangevoerd; tong gold
50 cent, rog 57 a 51 cent per stuk, de
tarbot f7, kl. schol f4.50 a 5 per mandje
en schar f3 a 3.25 per mand. Wegens
het ruwe weder is bijna de geheele vloot
zonder vangst ter zee teruggekeerd.
T e s 8 e 1, 10 Juli. Uit de binnen
wateren van dit eiland wordt thans weer
veel visch naar elders verscheept. Naar
Parijs wordt o. a. snoek afgeleverd, die
hier 20 a 25 ct. geldt per V» K. G.
Lemmer, 10 Juli. Aan den afslag
te dezer plaatse werd in de laatste dagen,
behalve eenige partijen bot en handscbol,
geen zeevisch aangebracht. Handschol
bracht voldoenden prijs op, doch bot,
grootendeels doode en klein van stuk, moest
tot lagen prijs worden afgeslagen. Alles
ging vlug van de hand.
Gisteren was de aanvoer van ansjovis
belangrijkaan de zouterijen alhier werden
aangebracht pl. m. 250,000 stuks, die tot
marktprijs werden opgelost.
Heden werden voor de zouterijen alhier
aangebracht 10,000 stuks ansjovis, die tot
marktprijs werden opgelost.
De Vereeniging1 van voor
standers eener Nederl. octrooiwet
heeft zich tot Z. M. den Koning ge-
wead met een adres, waarin zij op
verschillende gronden de dringende
behoefte tracht te betoogen aan de
invoering eener goede octooiwet
voor Nederland en zijne koloniën.
Van dit adres zijn afschriften ge
zonden aau den minister van wa
terstaat, handel en nijverheid, en aan
de beide Kamers der Staten-Generaal.
Men schrijft van het Loo:
Van goed ingelichte zijde kan
worden verzekerd, dat de paarden,
die voor het rijtuig van H. M. wa
ren gespannen, en waarvan dezer
dagen één viel, niet hollende waren.
Met hetzelfde span keerden H. M.
en de Kroonprinses, na even te zijn
uitgestapt, naar het paleis terug.
Dat de Koningin overigens niet
beangst is voor deze paarden, blijkt
hieruit, dat H.M. dezer dagen de
zelfde dieren op eenen rijtoer voor
haar rijtuig had eu zelf bestuurde.
De Prinses van Bentheim wordt
met hare kinderen, die met H. K.
H. prinses Wilhelmina de vacantie
zullen doorbrengen, den 19en op
Het Loo verwacht, uit Duitschland
afgehaald met eenen extra trein.
De heer S. van Santen,
vroeger aan de tuinbouw-inrichting
«Amsterdam», te Watergraafsmeer,
is benoemd tot directeur eener tuin-
bouw-maatschappij op uitgebreide
schaal in Frankrijk.
De „Socióté de sténogra-
phie: Aio é-Paris", te Parijs, heeft
tot haar eerelid benoemd den heer
C. A. Steger, directeur van de Ste-
nographische inrichting der Staten-
Generaal.
Tot directeur der in aan
bouw zijnde kaasfabriek te St. Maar
ten (N. H.) is benoemd de heer G.
Krabman aldaar.
Dinsdag overleed te Gin-
neken op 89-jarigen leeftijd de heer
W. J. Camp, genaamd del Campo,
gepens. majoor der artillerie, een der
veteranen van het leger, versierd
met het eereteeken voor 1813—1815
en met het Metalen Kruis.
Onlusten in Bantam.
Bij het departement van Koloniën is
van 9 dezer uit Iudië het volgende be
richt ontvangen:
Uit Bantam wordt bericht, dat er eene
vrij ernstige rustverstoring hedennacht is
uitgebroken in Anjer. Bij afwezen van den
adsisteut-resident en den adspirant-contro-
leur, die op tournée waren, is de gevan
genis te Tjilegoen geforceerd.
De telegraaf werd afgesneden. Een klerk
is met zijn gezin vermoord. De muitelin
gen zijn op weg naar Serang.
De minister van Koloniën heeft hierop
inlichtingen omtrent de aanleiding en de
verrichtingen der Regeering gevraagd. Het
antwoord luidde: Na het voorloopig be
richt van gisteren omtrent de onlusten
zijn geen positieve tijdingen ontvangen.
De aanleiding is nog volkomen onbekend.
Het garnizoen te Serang zond patrouil
les, vergezeld van den regent en den con
troleur; nopen 8 hun wedervaren is geen
tijding ontvangen. Een oscadron en het
negende bataillon zijn gisteren daarheen
vertrokken. De nacht was te Serang rus
tig. De Resident is heden aldaar terug
gekeerd.
Een tweede telegram van den Goever-
neur-Generaal meldt, dat de patrouille,
bedoeld in zijn vorig telegram, op onge
veer 8 paal van Serang eene ontmoeting
had met een 100tal muitelingen.
Door het departement van Koloniën is
nog een nader telegram ontvangen van
den volgenden inhoud
De uitslag der ontmoeting van de pa
trouille met de muiters is geweest, dat
na drie sommatiën een salvovuur plaats
had, waardoor negen muiters werden ge
dood.
Te Tjilegoen werd geen verzet geboden.
Aldaar zijn vermoord de adsistent-resident
de heer Gubbels, met echtgenoote en twee
kinderen, de klerk Dumas, de onder-col
lecteur, de Wedana, de T)j aksa en
de cipier. De patrouille is gelegerd in de
gevangenis, waar zij niet verontrust wordt.
De troepen zijn gisterenmiddag (den 8n)
te Serang aangekomen. Eene compagnie
is met den resident des avonds naar Tjile-
gon getrokken. De aanleiding der onlusten,
is nog onbekend.
(Bantam is eene residentie in den West
hoek van Java en grenst ten noorden aan
de Java-zee, ten oosten aan de residentiën
Batavia, Buitenzorg en Preanger-regent
schappen, ten zuiden en westen aan de
Indische zee en straat Soenda. Zij heeft
eene oppervlakte van 150 vierk. Mijlen.
Aan de noordkust is de bodem moerassig,
de zuidkust is woest en rotsachtig. Aan
de kust zijn eenige belangrijke baaien,
zooals de Meeuwenbaai, de baai van Ban
tam enz. De bevolking staat bekeud als
oproerig. Zij belijdt den Mohammedaan-
schen godsdienst. Eerst in 1808, in den
tijd van Daendels, onderwierp zij zich aan
de Nederlanders. De laatste Sultan van
Bantam ontving een jaargeld van de Ne-
derlandsche regeering en overleed te Soe-
rabaia in 1843.
De residentie is nu in vier afdeelingen
of regentschappen verdeeld van welke 3
adsistent-residentiën zijn. De bevolking
bestaat uit 32 Europeanen, 746,974 in
boorlingen, 1609 Chineezen en eenige
andere Aziatische vreemdelinger.. De zetel
van den resident is Serang. Aan straat
Soenda ligt Anjer. Van de vrosgere forten
Speelwijk en Diamant bij Bantam, zooals
ook een dorp in deze residentie heet, dat op
de plaats ligt waar vroeger de hoofdstad
van een voorheen machtig Rijk zich ver
hief, zijn nog slechts puinhoopen over-
Anjer is eene adsistent-residentie. Zij
telt ruim 26000 inwoners. Tevens wordt
die naam toegekend aan de hoofdplaats
der adsistent-residentie, die 3090 zielen
telt. Deze hoofdplaats strekt tot verblijf
plaats van den adsistent-resident, den mi
litairen commandant, den ontvanger der
inkomende rechten en eenige andere amb
tenaren. De haven van Anjer is in 1858
een vrijhaven geworden. Er is een sterkte,
door Daendels aangelegd en een vuurtoren.
De huizen van Anjer zijn van bamboes.
Door de laatste uitbarsting van Krakatau
zijn deze adsistent-residentie en hare hoofd
stad vreeselijk geteisterd.
Red.)
De Bron. N. - Br ab. Ct. be
vat het volgende ingezonden stuk.
Mijnheer de Redacteur l
Mogen wij UEd. beleefd verzoeken on
derstaande regelen in uw veelgelezen blad
op te nemen.
Yelen onzer stonden Zaterdagavond bij
het ontvangen van ons weekgeld vreemd
op te zien, toen een onzer geachte patroons
met eenige couranten voor den dag kwam
ons daaruit enkele berichten voorlas,
F EÏUIIjXJEITO KT.
Naar het Engelsch, van Anna Katharina Green.
821 XXXII.
het verhaal van juffrouw belden.
Hoe! gaat ge al heen? zeide ik. En dat alleen?
Wil ik u niet een eind weegs vergezellen?
Neen neen, hernam ze, beslist het fiere hoofdje
schuddende, dat zou al het romantische van mijn nach
telijke wandeling bederven. Ik ben gekomen als een schuwe
nimf en ik wil gaan zooals ik gekomen ben. En als de
lichtstraal der maan bij welke zij zich vergeleken had,
gleed zij vluchtig de deur uit en was in een oogwenk
langs de donkere straat verdwenen.
Bij haar volgend bezoek nam ik in hare bewegingen en
haar toon van spreken een soort van koortsige opgewonden
heid waar, die mij nog beter dan haar losse vroolijkheid
van den vorigen keer, overtuigde, dat Amor haar hart niet
te vergeefs tot doelwit had gekozen. Zij zelve zinspeelde
hierop, toen zij, nadat ik mijn vertelling voor dien dag,
zooals gewoonlijk met lielde en geluk had doen eindigen,
treurig en somber zeide: Ik zal nooit trouwen!
En toen na dezen onverwachten uitroep een zucht haar
ontsnapte, vond ik de vrijmoedigheid, misschien wel daar ik
wist dat zij geen moeder had, om te zeggen:
En waarom niet? Waarom zouden zulke frissche ro
zenlippen zeggen, dat haar bezitster nooit zal trouwen?
Zij wierp mij een vluchtigen blik toe en bleef toen strak
voor zich zien. Ik vreesde dat ik haar beleedigd had en
wilde mij verontschuldigen; maar plotseling hief zij het hoofd
weer op en zeide op kalmen zachten toon
Ik zeide dat ik nimmer zal trouwen, omdat de eenige
dien ik bemin, door een gril van 't lot nooit mijn echtge
noot kan worden.
- Een gril van 't lot? vroeg ik, terwijl mijn roman
tische natuur op eens in volle kracht herleefde.
Ja.
Wat bedoelt ge daarmee? Vertel het mij eens.
Er is niets te vertellen, zeide zij, ik heb alleen
de zwakheid gehad, om zij wilde niet zeggen verliefd
te worden, daartoe was zij te hoogmoedig, om een man
te bewonderen, met wien mijn oom mij nooit zal toestaan
te trouwen.
Dit zeggende, stond zij op om heen te gaan, maar ik wist
haar tot blijven te bewegen.
Met wien uw oom u nooit zal toestaan te trouwen?
herhaalde ik. Waarom? Omdat bij arm is?
Neen; mijn oom is wel erg op het geld, maar niet
in zoo groote mate. Maar bovendien, Clavering is ook niet
arm. Hij heeft een fraai landgoed in zijn vaderland, eD..
Iu zijn vaderland, viel ik haar in de rede. Is
hij dan geen Amerikaan?
Neen, hernam zij, hij is een Engelschman.
Ik begreep niet waarom zij die laatste woorden op zulk
een bizonderen en naar 't mij voorkwam, zonderlingen toon
uitsprak; maar vermoedende, dat misschien een of andere
bittere herinnering bij haar was opgekomen, ging ik voort
met vragen: Welke moeilijkheid kan er dan bestaanIs
hij misschien niet.... Ik wilde zeggen solide, maar bedacht
mij nog bij tijds.
Hij ie een Engelschman, hernam zij op denzelfden
bitteren toon als eerst, en daarmede is alles gezegd.
MijD oom zal nooit gedoogen, dat ik trouw met een En
gelschman.
Ik zag haar met verbazing aan. Zulk een kinderachtige
reden had ik nooit kunnen gissen.
Hij heeft op dat punt een bepaalde manie, zeide
zij. Ik zou hem even goed verlof kunnen vragen, om
mij te gaan verdrinken, als om met een Engelschman een
huwelijk te sluiten.
Een vrouw van kalmer inzicht zou toen wellicht gezegd
hebbenWanneer het zoo is, waarom tracht gij dan
deze liefde niet uit uw hoofd te zetten? Waarom danst gij
dan nog met hem, zijt gij steeds met hem in gesprek en
staat hem toe u op allerlei wijze zijne bewondering te
toonen? Maar mijn gemoed was toen in ieder opzicht
steeds vervuld van dichterlijke voorstellingen, eu zulk een
dwaas vooroordeel niet willende begrijpen noch billijken,
zeide ik vrij heftig:
Maar dat is louter tirannie. Welke reden kan uw oom