NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
6e Jaargang.
Zaterdag 21 Juli 1888.
No. 1548.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIES:
s r a s mei; iv s.
It I N K X I. A I).
WIE IS DE SCHULDIGE?
HAARLEMS DAGBLAD
Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20.
Franco door het geheel e Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.03.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 1"5 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents
Groote letters naar plaatsru.mte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers.
Directeuren-Uitgevers J. PJBEREBOOW en J.p. AVIS.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Génerale de Publieite Etrangère G. L. DATJBE jr Co., JOH. F. JONES, Suer., Parijs, 31bts Faubourg Montmartre.
Haarlem, 20 Juli.
In oDs raadsverslag in het nommer
van gisteren is bij het opmaken bij
ongeluk een woord weggevallen.
Volgens het verslag heeft de heer
Krol, (4e kol., 8e regel v. b.) gezegd:
.Evenals thans groot verschil van
ieischen is tusschen Willemsoord en
Breda» enz., dit moet zijn «evenals
thans geen groot verschil» enz.
Bij het Donderdag voortgezette
9e jaarlijksche examen der neder-
landsche Toonkunstenaarsvereeni-
ging is er van de vijf candidaten
slechts één geslaagd en wel onze
stadgenoot mej. H. C. C. Ziegeler,
voor piano (lager onderwijs).
Na afgelegd examen aan de Ko
ninklijke militaire academie te Bre
da is o. a. van het eerste studiejaar
onvoorwaardelijk naar het tweede
overgegaan onze stadgenoot de heer
J. Post van der Steur, voor de
eüie in Oost-Indië.
In de Donderdagavond gehouden
vergadering van de vereeniging
«Haarlerasch Zanggenot» alhier, is
«besloten deel te nemen aan den
zangwedstrijd, uitgeschreven door de
verëeniging aZanglust» te Amster
dam, bij gelegenheid van haar 30
jarig bestaan op Zaterdag 27 Octo
ber a. s. De twee door iedere me
dedingende vereeniging te zingen
nummers zijn naar vrije keuze.
Arrondissements-lteclitfoanli
TE HAARLEM
Zitting van Vrijdag 19 Juli 1888.
Nog werden behandeld de navolgende
zaken
J. E. te Beverwijk, mish. en beleediging
req. 1 m. gev.J. van V., sjouwerman
IJmuiden, mish. req. f 10 boete subs. 5
d. hecht.; M. de N. mandenmaker IJmui
den, mish. req. f 10 boete subs. 5 d.
hecht.; A. v. d. M. arbeider te Haarlem
mermeer, mish. req. f 10 boete, subs. 5
d. hechtenis; H. P. werkman te Heem
stede, diefstal, req. 3 m. gev.
De rechtbank deed uitspraak in de na
volgende zaken, vermeld in «Haarlem's
Dagblad" van 6 en 7 dezer.
G. J. B., wagenmaker Haarlem, belee
diging, f 15 boete subs. 5 a. hechtenis;
J. P. V. Haarlem, 12 jaar, diefstal,
plaatsing in een Rijks-opvoedingsgesticht
tot 9 Maart 1892; M. O. huisvr. van P.
B. te Beemster, beleed., f 5 boete subs. 2
d. hecht.; J. A. arb. Purmerend, mish. 1
m. gev.; M. G., Zandvoort, diefstal, 8
d. gev.; H. G., turtventer Zaandam, be
leediging t 1 boete, subs. 1 d. hecht.; C.
W., S. D., en H. M. te Zaandam, ver
nieling, de eerste en tweede 2 d., de derde
3 d. gev.; J. M., arb. Haarlemmermeer,
mish. f 5 boete subs. 3 d. hecht.A. v. d.
M., wed. H. D., Zandvoort, beleed., vrij
gesproken P. G. diefstal Zaandam, 3
dagen gev.
Ingekomen aanvragen van werk
zoekenden bij de Arbeidsbeurs aan
het bureau van Haarlem's Dagblad: 1
gepensioneerd militair vraagt bezig
heden, hoog loon geen vereischte.
Ingekomen aanvragen van werk
gevers 1 loopjongen.
De oorzaak van de doorbraak aan
de damsluis bij de Vijfhuizen te
Haarlemmermeer, is naar men ons
van welingelichte zijde mededeelt,
niet gelegen in den weinigen weer
stand dien de veenachtige grond
biedt, maar hoofdzakelijk in den
sterkeu drang van het water. De
schade bepaalt zich alleen tot het
verbreken der dammen.
Het was Donderdagmorgen te 5 uur. In het
huisje van W. L., arbeider te Bennebroek,
was alles nog in rust, de vier kinderen slie
pen zacht en kalm en droomden van geen
gevaar.
Hun vader was e hter opgestaan, met het
voornemen zich spoedig naar zijn werk te bege
ven. Plotseling grijpt hij, zonder eenige aanlei
ding, een houten hamer die in de kamer lag,
gaat naar de bedstede waar zijn veertienjarige
zoon slaapt en geeft hem kort achter elkaar een
paar slagen tegen het hoofd, zoodat de knaap
onmiddellijk ontwaakte, opsprong en weder in
zijn kussen terugzonk, kermend van pijn en
schrik. Uit zijn wond vloeide rijkelijk bloed, dat
peluw en lakens bevlekte.
Een oogenblik zag de woestaard zijn werk aan,
toen beval hij den jongen op te staan en zich
te gaan wasschen. Bevend van angst gehoor
zaamde de arme knaap en waschte het bloed af,
dat over zijn gelaat vloeide. En daarop nog niet
voldaan met wat bij reeds had verricht, gaf de
ontaarde vader hem een derden slag met den
hamer, even boven de slaap.
Het schijnt, dat hij toen eerst inzag, wat hij
had gedaan en, zoo hij al geen berouw had over
zijn schandelijk gedrag, was_ hij toch bevreesd
om met de justitie in aanraking te komen. On
der bedreiging van hem anders des avonds te zullen
doodslaan, verbood hij hem aan iemand de ware
oorzaak van de verwonding mede te deelen: hij
moest zeggen dat hij gevallen was.
Van spijt over het misdrijf was echter blijk
baar geen sprake, want hij vertrok zonder zorg
te dragen dat de knaap behoorlijk verbonden werd.
Natuurlijk was dit alles niet geschied zonder
dat de drie andere kinderen het hadden be
merkt, maar deze waren niet bij machte de gru
welijke mishandeling te beletten. Maar toen de
vader was heengegaan, besloten zij, in weerwil
van zijne bedreigingen, de politie te gaan halen.
Het oudste meisje ging derhalve reeds te
half zeven naar den gemeente-veldwachter Oor
ver, die haar onmiddellijk naar het huis verge
zelde. Daar vond hij den knaap zooals wij be
schreven hebben, en nu werd spoedig de burge
meester van een en ander in kennis gesteld,
terwijl dr. Prins het hoofd van den armen jon
gen verbond.
Natuurlijk werd L. zonder dralen in hech
tenis genomen. Met stalen voorhoofd be
weerde hij, dat de knaap uit het bed was ge
vallen en zich daardoor had bezeerd. Denzelfden
middag reeds werd hij naar Haarlem getranspor
teerd en eenigen tijd later stelden de subs. off. v.
jast. en de rcchter-commissaris, vergezeld van
den subs, griffier, een onderzoek in loco in.
Wat de reden der mishandeling geweest is,
heeft men tot heden niet kunnen ontdekken.
Er was niets voorgevallen dat deze uitbarsting
van moordlust zou kunnen motiveeren, terwijl
hier van dronkenschap geen sprake kan zijn daar
L. zich niet sohuldig maakt aan misbruik van
sterken drank. Bovendien is het de eerste maai
dat de man (hij is 52 jaar oud) met de justitie
in aanraking komt.
Dat hij evenwel zijne kinderen slecht behan
delde, was reeds vroeger gebleken. In den afge-
loopen winter trachtte hij midden in den nacht
zijn 16-jarige dochter te mishandelen. Deze wist
los te komen en vluchtte de deur uit, gevolgd
door de drie andere kinderen. Zoo dwaalden zij
rond in nachtgewaad en blootsvoets, terwijl het
hevig vroor en de sneeuw eeu voet dik op den
weg lag.
Het spreekt vanzelf, dat de inlichtingen, over
de wijze waarop de mishandeling is geschied, van
de kinderen afkomstig zijn. De vader blijft tot
dusverre bij zijne ontkenning volharden.
De toestand van den knaap is, hoewel de
wonden ernstig zijn, niet gevaarlijk.
LETTEREN EN KUNST.
Met genoegen verneemt het «Leidsch Dbl.«
dat zyu vroegere stadgenoot de heer A. M.
Oudshoorn, solo-violoncellist van den Koning der
Nederlanden en ridder van de Eikekroon, thans
te Nizza verblijf houdende, door den President
der fransche Republiek benoemd is tot «officier
de 1'Académie".
Op het Conservatoire te Rijsel is de eerste
prijs voor de opera toegekend aan den heer v.
Wijnbergen van 's-Hage, wiens zang en spel in
de «Guillaume Tell« vooral zeer werden toege
juicht.
LEGER EN VLOOT.
De 2e luit. J. P. A. van Weeren is van het
6e bij het 4e reg. inf. overgeplaatst.
VISSCHERIJ.
Nieuwediep, 18 Juli. Houderd acht en
veertig korders brachten heden 10 tot 240 groote
en 15 tot 300 kleine tongen, 15 tarbotten, 3 tot
15 mandjes kl. schol en 2 tot 4 manden schar
ten afslag, terwijl door de beugers 280 roggen
werden aangevoerd; gr. tong gold 35 a 45 cent,
kl. id. 15 cent, tarbot f7 a 10 per stuk, kl. schol
f 1.10 a 1.35 per mandje, schar tegen f 3.50 per
mand en rog 48 a 45 cent per stuk.
De heer jhr. mr. J. van
Doorn, procureur-generaal bij het
hof te Paramaribo, heeft per laatste
mail zijn ontslag aangevraagd, met
verzoek, ingeval van inwilliging,
hem het bericht te telegrafeeren.
Avondp
Aan het «Hotel d' Orange»
te 's Hage, waar Prins Albert van
Pruisen verblijf houdt, hebben zich
ingeschreven de meeste leden van
het corps diplomatique, hofbeambten,
vele autoriteiten en andere aanzien
lijke personen.
De tentoonstelling in den Koekamp
genoot Donderdag de eer het eerste
vorstelijke bezoek te mogen ontvan
gen. Tegen halt twee verschenen
met eenige leden van hun gevolg
Prins en Prinses Albert van Pruisen
op het terrein.
Morgen (Zaterdag) zul
len de leerlingen der Ambachts
school te 's-Hage in de gelegenheid
worden gesteld de tentoonstelling
in den Koekamp te bezichtigen.
Door den heer C. A. Besier,
ingenieur te Apeldoorn, is concessie
aangevraagd voor den aanleg en de
exploitatie van een locaalspoorweg
van Hattem naar Kampen eu van
Hattem naar Zwolle.
De optocht welke te Am-
sterdam ter gelegenheid van den
Prinsesse-dag zal worden gehouden,
belooft zeer aantrekkelijk te zullen
worden. Thans verneemt men weder,
dat er o. a. een drietal karossen in
zullen voorkomen, één, zooals in het
midden der 14e eeuw werd gebruikt
en waarin de beide gravinnen van
ViandeD, de tweede uit den tijd
van prins Frederik Hendrik, waarin
A.'Lalia van Solms en de derde uit
het tijdvak Willem V, uit het laaist
der vorige eeuw en waarin Sophia
Wilhelmina zal zijn gezeten.
Deze rijtuigen worden vervaar
digd door de firma A. Haak en
Zonen, te Amsterdam; de heeren
Aug. Pro en Zn. hebben zich be
last met het decoreeren en schilde-
reD, volgens opgave van den heer
F. D. van der Keilen. Een en ander
geschiedt door genoemde firma's op
de meest belanglooze en welwillen
de wijze.
De o u d - s t u d e n t e n der
Utrechtsche hoogeschool, die in
1830 een vrijwillig jagerkorps vorm
den, om de rechten van het vader
land te helpen verdedigen, zullen
den 13en Aug. e. k. eene reünie
houden in het Hótel «la station» te
Utrecht, om dien dag in een kame
raadschappelijk samenzijn door te
brengen.
Van Rennes, de geestige cor
respondent van de «N. Rotterd. Courant"
begint zijn verslag over de zittiDg van den
Utrechtschen Gemeenteraad van Donderdag,
als volgt:
't Wai Tcermis in liet dorp en de blonde
[boerinnen
Ferzelden de juichende boeren ten dans!
Met het vers, waaraan deze regelen zijn
ontleend, was ik voornemens mijn verslag
van de gemeenteraadszitting te beginnen
omdat het hier kermis is. Maar de over
weging dat Utrecht bij lange na (een aar
dig Hollandsch woordje, hef maar hier
niet op zijn plaats) geen dorp is, en dat
do traaitioneele blonde boerinnen hoe lan
ger hoe meer van onze kermissen weg
blijven en, als ze komen, ons voor het
blond van Jan van Beers niets dan melk
boerenhondenhaar weten aan te bieden,
deed mij besluiten, geen verdere aanha
lingen uit het vermaarde gedicht van den
vlaamschen poëet te doen. Te meer be
stond daartoe aanleiding, omdat we nog
altijd gebukt gaan onder het verlies van den
man, die, behalve Van Beers zeiven en
eenige uitgevers van zijne werken, al het
meest heeft bijgedragen om den naam van
den Antwerpschen jongelingsdroomer in
Noord-Nederland te doen herdenken. Nu
Doressen dood is, kon ik het niet over
mijn hart Krijgen, om een gedicht van den
man, wiens naam hij aan zijne beroemde
rederijkerskamer verbond, in verband te
brengen met een praatcollege, welks debat
ten zoowel levende als overledene rederij
kers zou doenblozen.
Die overweging kon echter het feit niet
wegcijferen, dat het hier kermis is. De
mallemolens draaiden, de draaiorgels ook;
de clowns schreeuwden voor de tenten; de
lange lepels tastten in de pap, die weldra
als poffers, plaatkoeken of wafels worden
voorgediend en wij zaten op het stad
huis. Ja, wij! Eén en twintig raadsleden
en vier verslaggevers, dus twaalf raads
leden en een verslaggever te weinig En
we zaten «fijn"! Alles was in nieuw groen
gestoken, zelfs de gele tafeljes van ons
waren in éene met groen bekleede tafel
gemetamorpho8eerd. Terwijl de burgemees
ter den zegen des Hemels over de gewone
bezigheden afsmeekte, dankten wij ZEA„
«voor zooveel goeds aan ons gedaan".
Het is dus kermis! Een niets beteeke-
neude kermis, een kermis die niet alleen
de tering heeft nog erger dan de zieke
jongeling, maar die gebukt gaat onder de
FEItTIIiljHTOlSr.
Naar het Engelsch, van Anna Katharina Green.
891
XXXII.
HET VERHAAL VAN JUFFROUW BELDEN.
Maar, zeide ik, uw oom ie een man van mid
delbaren leeftijd en schijnt een goede gezondheid te ge
nieten; dat wachten kan dus een kwestie worden van
jaren.
Ik weet het niet, mompelde zij, maar ik denk
het niet. Oom is niet zoo sterk als hij er uitziet, en....
Hier bleef zij steken; waarschijnlijk minder aangenaam
aangedaan door de wending van het gesprek. Er was toen
echter iets in de uitdrukking van haar gelaat, dat mij stemde
tot ernstig nadenken en dat mij sedert niet meer uit de ge-
iachte is gegaan.
Niet dat een bepaalde vrees voor iets als nu heeft plaats
gehad, mij de lange maanden die nu volgden, nog trager
leed voorbijgaan; ik was nog te zeer onder den indruk
barer bekoorlijkheden, dan dat haar beeld mij meer dan
voor een vluchtig oogenblik in donkeren nevel gehuld voor
den geest zou zijn gekomen. Maar toen ik inmiddels een
eigenhaudg schrijven van Clavering ontving, waarin hij
mij bezwoer hem te zeggeD, wat ik wist van de vrouw,
die, ondanks haar heilige beloften, hem doemde tot zulk
een wreede verwijdering, en toen des avonds van denzelf-
deu dag een mijner vriendinnen, die juist was teruggekeerd
van New-York, mij vertelde, dat zij op eene feestelijke
bijeenkomst Mary Leavenworth had gezien, omringd van
een aantal aanbidders, begon ik mij over den stand van
zaken ernstig bezorgd te maken en schreef haar een brief
waarin ik haar met de klachten van Clavering bekend
maakte en er haar op wees, hoe gevaarlijk het was, een
zoo vurig aanbidder zoolang van zijn rechten verstoken te
houden. Het antwoord, dat ik hierop ontving, stelde mij
weinig gerust.
Ik wensch voorloopig de gedachte aan den heer Rob-
bins geheel terzijde te zetten, schreef zij, en ik raad
u hetzelfde te doeD, hoe zeer u dat ook moge teleurstellen.
Ik heb hem zelf reeds geschreven, dat zoodra ik in de ge
legenheid was hem te ontvangen, ik hem hiervan onmid
dellijk zou kennis geven. Die dag is nog niet gekomen.
Hij, behoeft echter niet ontmoedigd te zijn, voegde
zij er in een postcriptum bij. Wanneer het huwelijks
geluk zijn deel wordt, zal het hem in alle opzichten vol
komen bevredigen.
Wanneer, dacht ik; juist dat wanneer kan wellicht de
ondergang worden der geheele familie! Maar slechts bezield
met 't verlangen om haar in alles te believen, schreef ik
dadelijk eeu brief aan Glavermg, maakte hem bekend met
hetgeen zij gezegd had en verzocht hem voorloopig geduld
te blijven oefenen. Zoodra ik mocht vernemen, dat eenige
verandering had plaats gevonden in Mary's toestand of met
haar zelve, zou ik hem daarvan dadelijk bericht zenden.
Nadat ik dit schrijven naar Londen had afgezonden, bleef
ik den loop der zaken geduld.g afwachten.
Reeds spoedig deden zich verontrustende verschijnselen
voor. Binnen twee weken vernam ik het plotseling over
lijden van den heer Stobbins, den geestelijke, die hun hu
welijk had ingezegend: nog nauwelijks bekomen van den
schok, dien deze tijding bij mij had veroorzaakt, vond ik
opnieuw groote reden tot bezorgdheid, toen ik kort daarop
in een der New Yorkeche bladen den naam van Clavering
vond onder hen, die aan het Hotel Hoffman waren afge
stapt. Dit toch was een bewijs, dat mijn brief op hem niet
de gewenschte uitwerking had gehad en dat aan zijn ge
duld, waarop Mary zoo roekeloos gerekend had, een einde
begon te komen. Het verwonderde mij dan ook niet, toen
ik twee of drie weken later een brief van hem ontving,
dien ik, wegens gemis van het teeken op het couvert
dat waarschijnlijk in haast vergeten was opende. Daaruit
kou ik wel merken, dat hij, door de herhaald mislukte
pogingen, om openlijk of in 't geheim toegang tot haar te
verkrijgen, tot wanhoop gedreven, besloten was alles op 't
spel te zetten, tot zelfs het verlies harer genegenheid. Door
zich onmiddellijk tot haar oom te wenden, wilde hij een
einde maken aan het martelend wachten en verlangen,
welken last hij niet langer kon dragen.
Ik wil thans, Amy, dat gij inderdaad de mijne wordt,