Dat die roepstem niet ijdel was,
blijkt niet alleen uit bet groote aan
tal, dat zich bereids liet inschrijven,
maar bovenal uit de ambitie, waar
van de meesten hunner blijken geven.
Op sommige dagen toch bedraagt
het getal van hen, die ter beurze
of op de binnenplaats van d3 ka
zerne «Oranje Nassau» zich door
onderofficieren, onder toezicht van
een officier, laten oefenen, wel 300
h 400 tegelijk.
B ij g e 1 e g e n h e i d d e r a. s.
feestviering van het 40 jarig bestaan
der te Oudewater gevestigde Holl.
Maatschappij van Landbouw, afdee-
ling Oudewater en Omstreken, zul
len op Donderdag den 6n Sept. e. k.
volksspelen worden uitgevoerd op
het zoogenaamde marktveld, even
buiten de gemeente Oudewater, des
namiddags ten 2 ure. Het programma
dezer volksspelen luidt als volgt:
1. Bolle n- happen voor jongens
tussckeu 10 en 16 jaar. Prijs een voor
werp ter waarde van 6 gulden. Premie
een voorwerp ter waarde van 3 gulden,
en aan de overige deelnemers ieder boven
dien 1 gulden.
2o. Potslaan voor mannen boven
de 16 jaar. Prijs 10 gulden. Ie premie
5 gulden, 2e premie 2 gulden 50 cnit.
3o. Hardloopen met hinder
nissen. Prijs een voorwerp ter waarde
van 7 gulden, le premie een voorwerp
ter waarde van 3 gulden 50 cent, 2e premie
een voorwerp ter waarde van 2 gulden,
en aan de overige deelnemers ieder 1
gulden.
4o. T o n r ij d e n voor mannen en jon
gens, prijzen ter gezamenlijke waarde van
20 gulden.
5o. Yarkensgrijpen voor vrou
wen boven de 20 jaar.
Het terrein zal toegankelijk zijn tegen
f 0.25 de persoon, terwijl de leden der
afdeeling vrijen toegang hebben op ver
toon van hun diploma met eene dame.
In eenige winkels aande
Vlietkade te Rotterdam beeft men
getracht, de geldladen der toonban
ken te lichten. Bij één winkelier
die even afwezig was, is het gelukt
het zich in de lade bevindende geld
daaruit te halen. Maandag avoud
ging aan den Oudendijk te Kra
lingen een rijtuig, waarvoor een
paard was gespannen, te water. Een
der passagiers sproDg nog bij tijds
uit bet rijtuig, doch bekwam door
den sprong eene belangrijke ver
wonding aan het hoofd. In bewus-
teloozen toestand werd hij naar zijne
woning gebracht, waar onmiddel
lijk geneeskundige hulp werd inge
roepen. Een tweede persoon, die in
het rijtuig zat viel te water, doch
werd al spoedig op het droge ge
bracht; ook het paard werd gered.
Het rijtuig bekwam eenige schade.
Toen Dinsdag ochtend een krui
denier, in de Mauritsstraat te Rot
terdam, zijn winkel opende, kwam
hij tot de minder aangename ont
dekking, dat hem door het inslaan
van eene winkelruit, in den afge-
loopen nacht een tamelijke hoeveel
heid eieren ontstolen waren. Op
verzoek van den rentmeester van het
kroondomein is pe politiemacht on
der de gemeenten Terborg, Gen-
driDgen en 's Heerenberg met tal
van rijksveldwachters versterkt, daar
men van de landbouwers weder ver
zet vreest bij het innen der tienden.
Te Ameide is Maandag avond
een jongentje van omstreeks 7 jaren
in eene gracht binnen de kom der
gemeente verdronken. De ge
heimzinnigheid in het drama, dat
Donderdagavond op het terrein ach
ter het Rijksmuseum te Amsterdam,
tusschen twee geliefden werd afge
speeld, is thans opgelost. Maan
dagavond is op dezelfde plek, waar
het lijk van de jonge vrouw ge
vonden werd, uit het water opge
haald de persoon Van H., de ver
miste diamantslijper van de Achter
gracht, met wie Cato Zijlstra buiten
echt leefde.
De aanleiding tot dit drama schijnt
een twist geweest te zijn, waarbij
V. H., na zijn stok weggeworpen
te hebben en nog een eindweegs te
zijn voortgeloopen, in het water
sprong, waarop zijne beminde om
hulp riep, en toen deze niet kwam
opdagen, z ch vermoedelijk te water
heeft begeven, met het doel v. H.
te redden, doch met het ongelukkige
gevolg dat beiden verdronken.
Naar de D. Cl. verneemt schijnen
één of meer personeo zich uitslui
tend toe te leggen op het oütvreem
den van verschillende voorwerpen,
die zich bevinden in keten, staande
in de buitenpolders in hetBergscbe
veld, onder de gemeente Dubbeldam.
In de vorige week werden uit
eene niet gesloten keet ontvreemd
eene ongesloten kist, ongeveer 1
Meter lang, inhoudende 2 kilo spek,
2 brooden, meel en aardappelen,
alsmede eene bij de keet liggende
roeiaak, waarvan de kop in slechten
staat verkeert, 2 paar riemen, een
boompje en een spriet om te zeilen.
Thans is weder aangifte gedaan,
dat tusschen Zaterdagavond acht
uur en Maandagmorgen half negen
uit eene gesloten keet zijn gestolen
eene groen geverfde kist, goed ge
sloten, van binnen blauw geverfd,
lang 1 meter, inhoudende levens
middelen als boter, een halve kaas,
een blikken doos met suiker, eene
ronde bus met koffie, een pakje thee,
een mes, vorken, borden, enz.
Voorts eene deken, rood gebloemd,
een paar hooge waterlaarzen, drie
bombazijnen broeken, drie bomba
zijnen boezeroenen, twee paar kou
sen, twee onderbroeken, twee borst
rokken en eene pet, alles gemerkt,
het eene met I en het andere met
P. Nog zijn bij laatstgenoemde keet
ontvreemd 2 haken om griend te
wiede
Aangezien een wiedhaak, van
noord brabantsch model, in de on
middellijke nabijheid der keet ge
vonden, is, en men vermoedt dat
daarmede de keet geopend ie, denkt
men dat noord-brabantsche griend-
hakkers aan deze diefstallen niet
vreemd zijn.
WETGEVENDE MACHT.
Het ontwerp der Baukwet maakte in de
Dinsdag gehouden zitting der Tweede
Kamer nog steeds het onderwerp der be
raadslagingen uit. Men kan wenschen, zoo
als de heer Mees, dat de Nederlandsche
Bank het vruchtbaarst zou worden inge
richt voor Nederlaud's handel, nijverheid
en landbouw eu haar toch de bevoegdheid
toekennen, welke de heer C 1 e r c x. wilde
laten vervallen, handel in buiteulandsch
papier te drijven.
Het schrikbeeld door den afgevaardigde
uit Weert van de buitenlandsche porte
feuille ontworpen, werd alleen gedeeld door
den heer Haffmans, die meende dat
alleen het buitenland ten koste van arme
landgenooten daarbij zou profiteereu.
Want het bezwaar van den heer van
Dedem lag in het ontbreken van eiken
waarborg tegen het wegvloeien van het
goud naar het buitenland.
Een andere vraag was of de beperking
in de uitgifte van buitenlandsch papier
afdoende was. Van daar dat de heeren
Mees, Sanders en Gleichmau
op voorzorgsmaatregelen aandrongen, welke
de minister van Financiën toe
zegde, door mede te deelen, dat hij aan
de Bank zal opleggen de verplichting
waardoor het publiek te weten komt, welk
deel van hare verbintenissen bestaat in het
beleggen in buitenlandsche portefuille.
De bedoeling van den heer C I e rc x, dat
eigenaren van onroerende goederen door
de Bank konden geholpen worden door
hun bi in rekening courant of tijdelijk
gelden te verstrekken tegen het onroerend
goed als onderpand, kwam niet tot haar
recht, daar hij een amendement om het
doel te bereiken, na de daartegen gerezen
bezwaren, introk en zijn amendement om,
ten gerieve van den landbouw, het geven
van geld op hypotheek niet aan de Bank
te verbieden, verworpen werd met 68 te
gen 16 stemmeD.
Gelijk lot trof zijn voorstel om den
handel in buitenlandsch papier niet te er
kennen als operatie van de Bank, welke
uitslag mede beschoren was aan de amen
dementen: van den heer Doraela Nieu
we n h u i s om het publiek gelegenheid
te openen gelden bij de Bank in deposito
te geven (84 tegen 4 stemmenBahlmann,
Okma, Domela en Haffmans)en van den
heer O. van Dedem om de Bank te ver
plichten al het haar te koop aangeboden
muntmetaal tegen muntprijs te koopen.
Een belangrijk voorstel deed de afge
vaardigde der residentie, de heer Schim-
melpenninck, om de bevoegdheid
van de Bank tot het beleggen van de helft
van haar maatschappelijk kapitaal in solide
binnen- en buitenlandsche fondsen, uit de
voordracht te lichten.
Hij meende dat een voorzichtig finan
cieel beleid zich daartegen verzette en
wees vooral op (te gevolgen in tijden
van crisis.
Hoewei de minister de bezwaren niet
klemmend genoeg achtte om zijn voorstel
terug te nemen, ondersteunde de heer
Gleichmau in beginselen het denk
beeld van den heer Schimmelpen-
ninck, zonder evenwel zoover te gaan.
Vandaar dat hij in bedenking gaf de Bank
slechts te vergunnen '/s van haar kapitaal in
fondsen te beleggen.
Dit voorstel, dat de belegging beperkt
tot 4 millioen, juist het bedrag waarmede
Maandag het maatschappelijk kapitaal is
uitgebreid, kreeg de meerderheid iu de
Kamer met nagenoeg dezelfde stemmen
verhouding, 61 tegen 30, als waarmede des
heeren Schimmelpeuuinck's amendement
in de minderheid bleef.
Volgens den minister van Fi
nanciën is dit besluit niet ten voor-
deele van den Staat, die nu de winst moet
derven, die het Rijk voor een deel uit de
belegging van 10 millioen zou toege
kend zijn.
In den namiddag naderde de Kamer
tot de amendementen-reeks van de heeren
Domela Nieuwen huis en Bahl
mann alleu betrekking hebbende op het
beheer van de Bank. Alle werden met
indrukwekkende stemmeerderheden verwor
pen en de heer Nieuwenhuis had op het
laatst groote moeite zelfs de ondersteuning
te krijgen van 5 leden om zijn amende
menten in beraadslaging gebracht te zijn.
Waar het betrof zijn voorstel om de
geheele Bankdirectie te doen benoemen
door den Koning (de minister handhaafde
de benoeming alleen van den president eu
secretaris door Z. M.) had hij een con
current in den heer Bahlmann, die
denzelfden wensch in een amendement had
nodergelegd, hetgeen den heer Bahl
mann, die herinnerde dat koning Willem
I, de stichter der Nederl. Bank, de benoe
ming der directie door den Koning wildo,
aanleiding gaf tot de opmerking, dat de
heer Domela Nieuwenhuis op
dat punt een reactionnair was geworden.
Hij schreef dit toe aan de omgeving waarin
hij thans gezeten was.J
Deze afgevaardigde zag ook zijne amende
menten om het aantal directeuren te ver
minderen de directeuren en agenten minder
materieel belang in de bankzaken toe te
kennen en te zorgen dat de aandeelhouders
publiek bekend zouden worden, stuk voor
stuk afwijzen. Op het laatst bleef hij met
zijn stem ervoor geheel alleen staan.
Na het slot van de werkzaamheden
welke de Kamer na afdoening der Bank-
wet nog zal verrichten, komt (1e Atjeh-
interpellatie van den heer Levyssohn
N o r m a n.
In een memorie van antwoord over een
begrootingsverhooging, deelt de minis
ter van Waterstaat mede,dat thans
niet met zekerheid is te zeggen, of, behalve
de f 13.500, op de begrooting van 1888,
en f 15.000, welke voor dat doel op de
begrooting van 1889 zullen worden ge
vraagd, nog meer geld voor de samen
stelling der nijverheids-statistiek zal ver-
eischt worden. Vermoedelijk zal het begon
nen onderzoek van fabrieken en werkplaat
sen, dat door de daarmede belaste perso
nen met kracht wordt voortgezet in 1889
afloopen.
Ten aanzien van de reeds verrichte
werkzaamheden wordt medegedeeld, dat
op dit oogenblik zijn onderzocht de fa
brieken en werkplaatsen in de provincie
Groningen, en gedeeltelijk van Friesland,
alsmede in de gemeenten Leiden, 's Gra-
venhage en voor een deel in Gouda.
Ook de minister wenscht de vacante
plaats van lid van den Raad van toezicht
op de spoorwegdiensten ingenomen te zien
door iemand, vertrouwd met de eischen
van eene goede exploitatie en van het
verkeer.
Er bestaat, naar de meening van den
minister van Waterstaat geen
reden om aan het welslagen van het in te
stellen onderzoek in gemeenten naar den
toestand van den landbouw te twijfelen.
Het ligt allerminst iu de bedoeling des
ministers om aan de landbouwcommissie
een permanent karakter toe te kennen.
Hij zou integendeel wenschen, dat zij
hare vrijwillig aanvaarde taak zoo spoe
dig ten einde bracht als met een goede
en volledige vervulling daarvan bestaan
baar is.
Het in te stellen onderzoek zal ook
dienstbaar worden gemaakt aan het leggen
der grondslagen voor betere en meer ver
trouwbare landbouwverslagen.
Door de heeren K e r d ij k, Bahl
mann, Sanders, R o ij aards en
Rutgers is voorgesteld de winstver-
deeling zoodanig te regelen, dat reeds als
het aandeel der Bank 6 pCt van het maat
schappelijk kapitaal bereikt, de Staat meer
dan de helft gaat genieten, en wel 3/4 in
plaats van 2/3, gelijk het ontwerp voorstelt.
De bij de Kamer ingekomen ontwerpen
ter bekrachtiging van twee overeenkomsten
met de Holl. IJz. Spoorw. Mpij strekken
ter vervanging van artt. 1 eu 2 van het
wetsontwerp in December 1887 ingediend,
welke artikelen nu in twee overeenkomsten
gesplitst zijn. De eerste betreft den stoom-
bootveerdieust EnkhuizenStavoren. De
Spoorweg Mpij verbindt zich f 50,000 jaar
lijks te zullen betalen, ook in geval de
overeenkomst voor bet stoombootveer aan
gegaan met C. Bosman te Alkmaar, buiten
openbare aanbesteding, met 5 jaar, alzoo
tot 15 Juli 1896, worde verlengd.
De Regeering acht die verlenging zeer
gewenscht, terwijl in de verkrijging van
eene derde passagiersboot, gelijksoortig aan
de twee bestaande, het equivalent ligt van
hetgeen waartoe de Staat zich verbindt.
De tweede overeenkomst betreffende de
werkplaatsen voor het dagelijksch onder
houd van materiaal, dienstdoende op de
staatsspoorwegen, is geheel gelijkluidend
aan de vorige, en de Regeering verdedigt
deze regeling zoowel als de billijkheid van
de uitkeering aan de Holl. Spoorw. Mpij.
RECHTSZAKEN
Men herinnert zich ongetwij'feld dat in Mei
11. in het Boterstraatje te 's-Hagc door den bier-
hui3bouder Van der Linden, aldaar woonachtig,
een te vondeling gelogd meisje, 10 i\ 14 dagen
ond, opgenomen en door hem en zijne vrouw
liefderijk verpleegd werd. Het werd gedoopt Cor
nelia Boterstraatje. Dezer dagen overleed het, tot
droefheid van de menschlievende pleegouders.
De moeder van de vondelinge stond Dinsdag
voor de rechtbank aldaar terecht. Zij bekende
volledig het kind op genoemde plaats te hebben
nedergelegd. Zij kende Van der Linden en zijne
vrouw niet. Toen zij het te vondeling had gelegd,
bleef zij een poosje wachten om te zien wat er
met bet kind zou gebeuren, en verwijderde zich,
toen men het had opgenomen, waarna zij naar
hare ouders vertrok.
De president bracht bekl. onder bet oog, hoe
slecht zij gehandeld had door het kind op de
straatsteenen te leggen, zonder te weten bij wie
het terecht zou komen.
Op substituut-officier van justitie, mr. Ort,
maakte bekl. den indruk dat zij zich nog niet
voldoende rekenschap heeft gegeven van het mis
dadige barer handeling. Later zou zij wel inzien,
hoezeer zij het moederlijk gevoel vergeten heeft.
Het kind heeft het echter gelukkig getroffen. Eu
hier achtie substituut-officier het de plaats om
een woord van waardcering te uiten voor de
menschlievendheid van het echtpaar Van der
Linden die het kind tot haren dood, met de meeste
toewijding verpleegd hebben en die der moeder
eene les hebben gegeven in liefde voor een hul
peloos wicht.
Subst.-offieier vorderde, op grond van art. 258
wetb. van strafrecht, 3 maanden gevangenisstraf.
Bekl. verzocht verzachting van straf.
Uitspraak over 8 dagen.
De rechtbank te 's-Hage veroordeelde Dins
dag een beklaagde die twee handwagens verduis
terd had, tot 6 maanden gevangenis, cn een koop
man die aan het strand te Scheveningon, in een
woordentwist over de standplaats, eenige flesschen
met pepermunt eens concurrents verbrijzelde, tot
3 dagen gevangenissraf.
SuW.-officier van justitie, mr. Ort, vorderde
in deze terechtzitting 3 maanden gevangenisstraf
tegen een 16-jarig loopmeisje in een modisten-
winkel, dat in verschillende winkels goederen op
naam, doch buiten medeweten van hare meeste
res, had gehaald, en buitendien eenige goederen
ten nadeele vtm hare meesteres had ontvreemd.
Het meisje bekende volledig. Omtrent haar bleek
dat zij suoepzick was, doch zich overigens niet
slecht had gedragen.
Negen maanden gevangenisstraf luidde de eisch
tegeu een knaap nit Delft, ricidivist, die zich
vervoegde bij de vrouwen van twee werklieden,
tijdens deze aan het werk waren, en haar, na
mens hare mannen, verzocht f 1.25 mede te geven,
daar hare mannen gereedschap moesten koopen
en zij niet genoeg geld bij zich hadden. De werk
lieden echter wisten van niets.
Uitspraak in beide zaken over 8 dagen.
Door den heer Brader, lid van den Raad
der gemeente Winschoten, is tegen zijn medelid
Phaff bij de justitie eeue klacht ingediend we
gens smaad in een openhaar en verspreid ge
schrift.
De arrondissements-rechthank te Almeloo
veroordeelde Dinsdag Schumacher, te Haaksber
gen, tot 2 maanden, zijnde de doodslag niet als
bewezen aangenomen.
Bij vonnis van de arroudisscmonts-recht-
bank te Maastricht van Dinsdag is .T. K,, rijks
ambtenaar aldaar, die in de vorige week terecht
stond ter zake van diefstal van geld, veroordeeld
tot eene gevangenisstraf vau 9 maandee.
KESïCHsEUWS.
Doopsgezinde Kerk,
Beroepen: Te Leeuwarden, P. K. Bijl, te
Wormerv er.
Aangenomen: Naar De Rijp, door W. J.
Leendertz, te Vcenwouden.
KOLONIËN.
BATAVIA, 23 Juni.
Omtrent den moord gepleegd op den heer
Wigmau te Kwitang meld het «Bat. lland.w
Nadere bewijzen of aanwijzingen omtrent den
vermoedelijkeu moordenaar zijn nog niet verkre
gen. Hedenochtend was deze geboeid ten politi»-
kantore. Hij is een inlander van eeu vrij krach-
tigen lichaamsbouw en ongeveer 40 jaar oud.
In zijn uiterlijk heeft hij niets, dat denken doet
aan een woestaard, zooals de dader van de wan
daad zijn moet, die van elke zich voordoende ge
legenheid gebruikt maakt om aan zijnen harts
tocht te voldoen en te moorden naar hartelust.
Hij hoort thuis in de afdeeling Soekapoera-Kol-
lot dor residentie Preanger-regentschappen en is
dus eeu volbloed Soendanees, wat ook zijne ge
laatstrekken bewijzen. Tot de karaktertrekken
van dezen behoort niet die drift, bet wel be
kende </mata glap«, waarmede de inlander zijn
moordzucht zoekt te verschoonen, wanneer hij in
woede ontstoken is of in een toestand verkeert,
welke geen redding of uitkomst toelaat. Dat hij
iu zoodanigen toestand verkeerd heeft, is daar
door onaannemelijk, omdat hij liet kindje van
den heer W., dat tijdens de worsteling wakker
geworden is en door hulpgeschrei zijuen vader
heeft willen redden, ongedeerd heeft gelaten.
Evenmin kan, zooals wij reeds getracht hebben
te doen uitkomen, de nooddwang der zelfverde
diging den moord verklaren.
Heden, 22 dezer, werd hij door dr. Gatteling
in tegenwoordigheid van den adsistent-resident
voor de politie aan den lijve onderzocht, om te
zien of hij ook litteekenen had, maar ook dit
onderzoek leidde tot geen resultaat hoegenaamd.
De geneesheer zag slechts een zeer onbeduidende,
reeds dichtgegegroeide schram aan den wijsvinger
der linkerhand, wat hij bij zijn werk (hij is
houthakker van beroet)) kan hebben bekomen.
Overigens is op het geheele lichaam geen teeken
te bespeuren van eene worsteling.
De baboe houdt vol, dat de gevonden hoofd
doek van hem is en dat zij, ofschoon getrouwd
met den tuiujongen van de familie W., het met
hem hield. Dit laatste wordt ook door den gear
resteerde Wang9a erkend, die tevens verklaard
heeft, zoo veel van zijne Dulcinea te houden, dat
hij niet dulden kon dat zij hare gunsten ook aan
een ander schonk, waarom hij herhaaldelijk hij
hij haar aangedrongen heeft, dat zij zich van
haren wettigen man zou laten scheiden om met
hem op Kraraat te komen wonen. Hij blijft stok
stijf ontkennen den nacht van den moord bij
haar te zijn geweest en verzoekt zijn alibi te
mogen bewijzen. Onder toezicht van den com
mandant vau Passer Senin zal hij nu daartoe in
de gelegenheid gesteld worden.
Intusschen blijft mevrouw Wigman, die nog
bij de familie H. in gang Chaulau verblijf houdt,
volhouden, dat Wangsa en niemand anders de
moordenaar is en dat met eene beslistheid, dat
twijfel aan do juistheid dezer bewering niet aan-
necmlijk is.
Voorts heeft een huisbediende van de familie
Wigman voor den commandant van Passar Senin
Toen ik bij juffrouw Beiden de kamer binnen kwam, vond
ik haar in staat van zenuwachtige opwinding en met tal
van vragen op de lippen. Zou, naar mijne gedachte, de
rechter nog lang wegblijven? Zou die geheime politie-be
ambte misschien wel veel voor haar kunnen doen? Was het
niet verschrikkelijk, zoo geheel alleen en in onzekerheid den
afloop der zaken te moeten afwachten
Ik bracht haar zoo goed mogelijk tot kalmte, terwijl ik
haar zeide, dat de detective nog weinig met mij gesproken
had, maar dat hij haar eerst eenige vragen wenschte te doen.
Zij zou daar zeker niets tegen hebben.
Zij stond dadelijk op, om mij te volgen. Alles was beter
te dragen, dan dat eenzaam afwachten, zeide zij.
De heer Gryce, die gedurende mijne korte afwezigheid een
zoo vriendelijk en welwillend mogelijke houding had aan
genomen, ontving juffrouw Belden met voldoende beleefdheid
en hoffelijkheid, om indruk te maken op een vrouw als zij,
die zich veel aan de meening van een ander omtrent haar
liet gelegen liggen.
Zoo, dit is dus de dame, in wier woning dat pleizierig
akkevietje heeft plaats gehad, zeide hij, half opstaande om
haar te groeten. Mag ik u verzoeken plaats te nemen,
vervolgde hij, wanneer het althans een vreemdeling
is veroorloofd, een dame in haar eigen huis zulk een ver
zoek te doen
Het heeft van daag al heel weinig van mijn eigen
woning, antwoordde zij, hoewel niet op 'boozen, maar
veeleer op bedroefden toonzoozeer had zijn hoffelijke beje
gening haar reeds voor hem ingenomen. Ik ben zoo goed
als een gevangeneik kom of ik ga, ik spreek of ik zwijg,
al naar mij geboden wordten dit alles omdat een onge
lukkig kind, dat ik met de meest onbaatzuchtige bedoelin
gen opnam, in mijn huis is overleden.
Gij hebt gelijk, zeide Gryce, dat is zeer onaan
genaam. Maar daarom juist willen wij nu trachten de zaken
zoo spoedig mogelijk te regelen en ik heb alle reden om
te gelooven, dat wij hierin uitstekend zullen slagen. De
oorzaak van dit plotseling sterfgeval zal wel niet zoo heel ver
zijn te zoeken. Gij zegt, dat gij geen vergif in huis hadt
Neen, mijnheer.
En dat het meisje in 't geheel niet de deur is uit
geweest?
NeeD, in 't geheel niet, mijnheer.
En dat zij ook van niemand hoegenaamd bezoek heeft
gehad
Van niemand.
Zoodat zij, indien zij het gewild had, met geen mo
gelijkheid zich iets dergelijks zou kunnen verschaft hebben?
Neen, mijnheer.
Tenzij, liet hij er zacht op volgen, tenzij ze het
reeds bij zich had, toen ze hier kwam.
Neen, dat kon onmogelijk, mijnheer. Zij had volstrekt
geen bagage bij zich en ik weet precies wat in haar zakken
is geweest, want ik heb ze nagezieD.
Wat hebt ge dan daarin gevonden?
Eenig papieren geld, meer dan men in haar bezit zou
verwacht hebben, wat koperen munt en een zakdoek.
Welnu, dan is het uitgemaakt, dat het meisje niet is
gestorven door vergif; dood eenvoudig omdat er geen vergif
in huis was.
Hij zeide dat zoo natuurlijk eu ongekunsteld, dat zij ver
schalkt werd.
Dat is juist hetzelfde, wat ik ook al tegen mijnheer
Raymond heb gezegd, zeide zij, een triumfeerenden blik
op mij slaande.
Het moet bepaald een hartkwaal zijn geweest, her
nam Gryce. Gij zegt, dat haar gisteren niets mankeerde
Voor zoover ik zien kon niet, mijnheer.
Maar ze was toch niet zeer opgewekt?
Integendeelze was zeer opgeruimd en vroolijk.
Wordt vervolgd.)