Dat die roepstem niet ijdel was, blijkt niet alleen uit bet groote aan tal, dat zich bereids liet inschrijven, maar bovenal uit de ambitie, waar van de meesten hunner blijken geven. Op sommige dagen toch bedraagt het getal van hen, die ter beurze of op de binnenplaats van d3 ka zerne «Oranje Nassau» zich door onderofficieren, onder toezicht van een officier, laten oefenen, wel 300 h 400 tegelijk. B ij g e 1 e g e n h e i d d e r a. s. feestviering van het 40 jarig bestaan der te Oudewater gevestigde Holl. Maatschappij van Landbouw, afdee- ling Oudewater en Omstreken, zul len op Donderdag den 6n Sept. e. k. volksspelen worden uitgevoerd op het zoogenaamde marktveld, even buiten de gemeente Oudewater, des namiddags ten 2 ure. Het programma dezer volksspelen luidt als volgt: 1. Bolle n- happen voor jongens tussckeu 10 en 16 jaar. Prijs een voor werp ter waarde van 6 gulden. Premie een voorwerp ter waarde van 3 gulden, en aan de overige deelnemers ieder boven dien 1 gulden. 2o. Potslaan voor mannen boven de 16 jaar. Prijs 10 gulden. Ie premie 5 gulden, 2e premie 2 gulden 50 cnit. 3o. Hardloopen met hinder nissen. Prijs een voorwerp ter waarde van 7 gulden, le premie een voorwerp ter waarde van 3 gulden 50 cent, 2e premie een voorwerp ter waarde van 2 gulden, en aan de overige deelnemers ieder 1 gulden. 4o. T o n r ij d e n voor mannen en jon gens, prijzen ter gezamenlijke waarde van 20 gulden. 5o. Yarkensgrijpen voor vrou wen boven de 20 jaar. Het terrein zal toegankelijk zijn tegen f 0.25 de persoon, terwijl de leden der afdeeling vrijen toegang hebben op ver toon van hun diploma met eene dame. In eenige winkels aande Vlietkade te Rotterdam beeft men getracht, de geldladen der toonban ken te lichten. Bij één winkelier die even afwezig was, is het gelukt het zich in de lade bevindende geld daaruit te halen. Maandag avoud ging aan den Oudendijk te Kra lingen een rijtuig, waarvoor een paard was gespannen, te water. Een der passagiers sproDg nog bij tijds uit bet rijtuig, doch bekwam door den sprong eene belangrijke ver wonding aan het hoofd. In bewus- teloozen toestand werd hij naar zijne woning gebracht, waar onmiddel lijk geneeskundige hulp werd inge roepen. Een tweede persoon, die in het rijtuig zat viel te water, doch werd al spoedig op het droge ge bracht; ook het paard werd gered. Het rijtuig bekwam eenige schade. Toen Dinsdag ochtend een krui denier, in de Mauritsstraat te Rot terdam, zijn winkel opende, kwam hij tot de minder aangename ont dekking, dat hem door het inslaan van eene winkelruit, in den afge- loopen nacht een tamelijke hoeveel heid eieren ontstolen waren. Op verzoek van den rentmeester van het kroondomein is pe politiemacht on der de gemeenten Terborg, Gen- driDgen en 's Heerenberg met tal van rijksveldwachters versterkt, daar men van de landbouwers weder ver zet vreest bij het innen der tienden. Te Ameide is Maandag avond een jongentje van omstreeks 7 jaren in eene gracht binnen de kom der gemeente verdronken. De ge heimzinnigheid in het drama, dat Donderdagavond op het terrein ach ter het Rijksmuseum te Amsterdam, tusschen twee geliefden werd afge speeld, is thans opgelost. Maan dagavond is op dezelfde plek, waar het lijk van de jonge vrouw ge vonden werd, uit het water opge haald de persoon Van H., de ver miste diamantslijper van de Achter gracht, met wie Cato Zijlstra buiten echt leefde. De aanleiding tot dit drama schijnt een twist geweest te zijn, waarbij V. H., na zijn stok weggeworpen te hebben en nog een eindweegs te zijn voortgeloopen, in het water sprong, waarop zijne beminde om hulp riep, en toen deze niet kwam opdagen, z ch vermoedelijk te water heeft begeven, met het doel v. H. te redden, doch met het ongelukkige gevolg dat beiden verdronken. Naar de D. Cl. verneemt schijnen één of meer personeo zich uitslui tend toe te leggen op het oütvreem den van verschillende voorwerpen, die zich bevinden in keten, staande in de buitenpolders in hetBergscbe veld, onder de gemeente Dubbeldam. In de vorige week werden uit eene niet gesloten keet ontvreemd eene ongesloten kist, ongeveer 1 Meter lang, inhoudende 2 kilo spek, 2 brooden, meel en aardappelen, alsmede eene bij de keet liggende roeiaak, waarvan de kop in slechten staat verkeert, 2 paar riemen, een boompje en een spriet om te zeilen. Thans is weder aangifte gedaan, dat tusschen Zaterdagavond acht uur en Maandagmorgen half negen uit eene gesloten keet zijn gestolen eene groen geverfde kist, goed ge sloten, van binnen blauw geverfd, lang 1 meter, inhoudende levens middelen als boter, een halve kaas, een blikken doos met suiker, eene ronde bus met koffie, een pakje thee, een mes, vorken, borden, enz. Voorts eene deken, rood gebloemd, een paar hooge waterlaarzen, drie bombazijnen broeken, drie bomba zijnen boezeroenen, twee paar kou sen, twee onderbroeken, twee borst rokken en eene pet, alles gemerkt, het eene met I en het andere met P. Nog zijn bij laatstgenoemde keet ontvreemd 2 haken om griend te wiede Aangezien een wiedhaak, van noord brabantsch model, in de on middellijke nabijheid der keet ge vonden, is, en men vermoedt dat daarmede de keet geopend ie, denkt men dat noord-brabantsche griend- hakkers aan deze diefstallen niet vreemd zijn. WETGEVENDE MACHT. Het ontwerp der Baukwet maakte in de Dinsdag gehouden zitting der Tweede Kamer nog steeds het onderwerp der be raadslagingen uit. Men kan wenschen, zoo als de heer Mees, dat de Nederlandsche Bank het vruchtbaarst zou worden inge richt voor Nederlaud's handel, nijverheid en landbouw eu haar toch de bevoegdheid toekennen, welke de heer C 1 e r c x. wilde laten vervallen, handel in buiteulandsch papier te drijven. Het schrikbeeld door den afgevaardigde uit Weert van de buitenlandsche porte feuille ontworpen, werd alleen gedeeld door den heer Haffmans, die meende dat alleen het buitenland ten koste van arme landgenooten daarbij zou profiteereu. Want het bezwaar van den heer van Dedem lag in het ontbreken van eiken waarborg tegen het wegvloeien van het goud naar het buitenland. Een andere vraag was of de beperking in de uitgifte van buitenlandsch papier afdoende was. Van daar dat de heeren Mees, Sanders en Gleichmau op voorzorgsmaatregelen aandrongen, welke de minister van Financiën toe zegde, door mede te deelen, dat hij aan de Bank zal opleggen de verplichting waardoor het publiek te weten komt, welk deel van hare verbintenissen bestaat in het beleggen in buitenlandsche portefuille. De bedoeling van den heer C I e rc x, dat eigenaren van onroerende goederen door de Bank konden geholpen worden door hun bi in rekening courant of tijdelijk gelden te verstrekken tegen het onroerend goed als onderpand, kwam niet tot haar recht, daar hij een amendement om het doel te bereiken, na de daartegen gerezen bezwaren, introk en zijn amendement om, ten gerieve van den landbouw, het geven van geld op hypotheek niet aan de Bank te verbieden, verworpen werd met 68 te gen 16 stemmeD. Gelijk lot trof zijn voorstel om den handel in buitenlandsch papier niet te er kennen als operatie van de Bank, welke uitslag mede beschoren was aan de amen dementen: van den heer Doraela Nieu we n h u i s om het publiek gelegenheid te openen gelden bij de Bank in deposito te geven (84 tegen 4 stemmenBahlmann, Okma, Domela en Haffmans)en van den heer O. van Dedem om de Bank te ver plichten al het haar te koop aangeboden muntmetaal tegen muntprijs te koopen. Een belangrijk voorstel deed de afge vaardigde der residentie, de heer Schim- melpenninck, om de bevoegdheid van de Bank tot het beleggen van de helft van haar maatschappelijk kapitaal in solide binnen- en buitenlandsche fondsen, uit de voordracht te lichten. Hij meende dat een voorzichtig finan cieel beleid zich daartegen verzette en wees vooral op (te gevolgen in tijden van crisis. Hoewei de minister de bezwaren niet klemmend genoeg achtte om zijn voorstel terug te nemen, ondersteunde de heer Gleichmau in beginselen het denk beeld van den heer Schimmelpen- ninck, zonder evenwel zoover te gaan. Vandaar dat hij in bedenking gaf de Bank slechts te vergunnen '/s van haar kapitaal in fondsen te beleggen. Dit voorstel, dat de belegging beperkt tot 4 millioen, juist het bedrag waarmede Maandag het maatschappelijk kapitaal is uitgebreid, kreeg de meerderheid iu de Kamer met nagenoeg dezelfde stemmen verhouding, 61 tegen 30, als waarmede des heeren Schimmelpeuuinck's amendement in de minderheid bleef. Volgens den minister van Fi nanciën is dit besluit niet ten voor- deele van den Staat, die nu de winst moet derven, die het Rijk voor een deel uit de belegging van 10 millioen zou toege kend zijn. In den namiddag naderde de Kamer tot de amendementen-reeks van de heeren Domela Nieuwen huis en Bahl mann alleu betrekking hebbende op het beheer van de Bank. Alle werden met indrukwekkende stemmeerderheden verwor pen en de heer Nieuwenhuis had op het laatst groote moeite zelfs de ondersteuning te krijgen van 5 leden om zijn amende menten in beraadslaging gebracht te zijn. Waar het betrof zijn voorstel om de geheele Bankdirectie te doen benoemen door den Koning (de minister handhaafde de benoeming alleen van den president eu secretaris door Z. M.) had hij een con current in den heer Bahlmann, die denzelfden wensch in een amendement had nodergelegd, hetgeen den heer Bahl mann, die herinnerde dat koning Willem I, de stichter der Nederl. Bank, de benoe ming der directie door den Koning wildo, aanleiding gaf tot de opmerking, dat de heer Domela Nieuwenhuis op dat punt een reactionnair was geworden. Hij schreef dit toe aan de omgeving waarin hij thans gezeten was.J Deze afgevaardigde zag ook zijne amende menten om het aantal directeuren te ver minderen de directeuren en agenten minder materieel belang in de bankzaken toe te kennen en te zorgen dat de aandeelhouders publiek bekend zouden worden, stuk voor stuk afwijzen. Op het laatst bleef hij met zijn stem ervoor geheel alleen staan. Na het slot van de werkzaamheden welke de Kamer na afdoening der Bank- wet nog zal verrichten, komt (1e Atjeh- interpellatie van den heer Levyssohn N o r m a n. In een memorie van antwoord over een begrootingsverhooging, deelt de minis ter van Waterstaat mede,dat thans niet met zekerheid is te zeggen, of, behalve de f 13.500, op de begrooting van 1888, en f 15.000, welke voor dat doel op de begrooting van 1889 zullen worden ge vraagd, nog meer geld voor de samen stelling der nijverheids-statistiek zal ver- eischt worden. Vermoedelijk zal het begon nen onderzoek van fabrieken en werkplaat sen, dat door de daarmede belaste perso nen met kracht wordt voortgezet in 1889 afloopen. Ten aanzien van de reeds verrichte werkzaamheden wordt medegedeeld, dat op dit oogenblik zijn onderzocht de fa brieken en werkplaatsen in de provincie Groningen, en gedeeltelijk van Friesland, alsmede in de gemeenten Leiden, 's Gra- venhage en voor een deel in Gouda. Ook de minister wenscht de vacante plaats van lid van den Raad van toezicht op de spoorwegdiensten ingenomen te zien door iemand, vertrouwd met de eischen van eene goede exploitatie en van het verkeer. Er bestaat, naar de meening van den minister van Waterstaat geen reden om aan het welslagen van het in te stellen onderzoek in gemeenten naar den toestand van den landbouw te twijfelen. Het ligt allerminst iu de bedoeling des ministers om aan de landbouwcommissie een permanent karakter toe te kennen. Hij zou integendeel wenschen, dat zij hare vrijwillig aanvaarde taak zoo spoe dig ten einde bracht als met een goede en volledige vervulling daarvan bestaan baar is. Het in te stellen onderzoek zal ook dienstbaar worden gemaakt aan het leggen der grondslagen voor betere en meer ver trouwbare landbouwverslagen. Door de heeren K e r d ij k, Bahl mann, Sanders, R o ij aards en Rutgers is voorgesteld de winstver- deeling zoodanig te regelen, dat reeds als het aandeel der Bank 6 pCt van het maat schappelijk kapitaal bereikt, de Staat meer dan de helft gaat genieten, en wel 3/4 in plaats van 2/3, gelijk het ontwerp voorstelt. De bij de Kamer ingekomen ontwerpen ter bekrachtiging van twee overeenkomsten met de Holl. IJz. Spoorw. Mpij strekken ter vervanging van artt. 1 eu 2 van het wetsontwerp in December 1887 ingediend, welke artikelen nu in twee overeenkomsten gesplitst zijn. De eerste betreft den stoom- bootveerdieust EnkhuizenStavoren. De Spoorweg Mpij verbindt zich f 50,000 jaar lijks te zullen betalen, ook in geval de overeenkomst voor bet stoombootveer aan gegaan met C. Bosman te Alkmaar, buiten openbare aanbesteding, met 5 jaar, alzoo tot 15 Juli 1896, worde verlengd. De Regeering acht die verlenging zeer gewenscht, terwijl in de verkrijging van eene derde passagiersboot, gelijksoortig aan de twee bestaande, het equivalent ligt van hetgeen waartoe de Staat zich verbindt. De tweede overeenkomst betreffende de werkplaatsen voor het dagelijksch onder houd van materiaal, dienstdoende op de staatsspoorwegen, is geheel gelijkluidend aan de vorige, en de Regeering verdedigt deze regeling zoowel als de billijkheid van de uitkeering aan de Holl. Spoorw. Mpij. RECHTSZAKEN Men herinnert zich ongetwij'feld dat in Mei 11. in het Boterstraatje te 's-Hagc door den bier- hui3bouder Van der Linden, aldaar woonachtig, een te vondeling gelogd meisje, 10 i\ 14 dagen ond, opgenomen en door hem en zijne vrouw liefderijk verpleegd werd. Het werd gedoopt Cor nelia Boterstraatje. Dezer dagen overleed het, tot droefheid van de menschlievende pleegouders. De moeder van de vondelinge stond Dinsdag voor de rechtbank aldaar terecht. Zij bekende volledig het kind op genoemde plaats te hebben nedergelegd. Zij kende Van der Linden en zijne vrouw niet. Toen zij het te vondeling had gelegd, bleef zij een poosje wachten om te zien wat er met bet kind zou gebeuren, en verwijderde zich, toen men het had opgenomen, waarna zij naar hare ouders vertrok. De president bracht bekl. onder bet oog, hoe slecht zij gehandeld had door het kind op de straatsteenen te leggen, zonder te weten bij wie het terecht zou komen. Op substituut-officier van justitie, mr. Ort, maakte bekl. den indruk dat zij zich nog niet voldoende rekenschap heeft gegeven van het mis dadige barer handeling. Later zou zij wel inzien, hoezeer zij het moederlijk gevoel vergeten heeft. Het kind heeft het echter gelukkig getroffen. Eu hier achtie substituut-officier het de plaats om een woord van waardcering te uiten voor de menschlievendheid van het echtpaar Van der Linden die het kind tot haren dood, met de meeste toewijding verpleegd hebben en die der moeder eene les hebben gegeven in liefde voor een hul peloos wicht. Subst.-offieier vorderde, op grond van art. 258 wetb. van strafrecht, 3 maanden gevangenisstraf. Bekl. verzocht verzachting van straf. Uitspraak over 8 dagen. De rechtbank te 's-Hage veroordeelde Dins dag een beklaagde die twee handwagens verduis terd had, tot 6 maanden gevangenis, cn een koop man die aan het strand te Scheveningon, in een woordentwist over de standplaats, eenige flesschen met pepermunt eens concurrents verbrijzelde, tot 3 dagen gevangenissraf. SuW.-officier van justitie, mr. Ort, vorderde in deze terechtzitting 3 maanden gevangenisstraf tegen een 16-jarig loopmeisje in een modisten- winkel, dat in verschillende winkels goederen op naam, doch buiten medeweten van hare meeste res, had gehaald, en buitendien eenige goederen ten nadeele vtm hare meesteres had ontvreemd. Het meisje bekende volledig. Omtrent haar bleek dat zij suoepzick was, doch zich overigens niet slecht had gedragen. Negen maanden gevangenisstraf luidde de eisch tegeu een knaap nit Delft, ricidivist, die zich vervoegde bij de vrouwen van twee werklieden, tijdens deze aan het werk waren, en haar, na mens hare mannen, verzocht f 1.25 mede te geven, daar hare mannen gereedschap moesten koopen en zij niet genoeg geld bij zich hadden. De werk lieden echter wisten van niets. Uitspraak in beide zaken over 8 dagen. Door den heer Brader, lid van den Raad der gemeente Winschoten, is tegen zijn medelid Phaff bij de justitie eeue klacht ingediend we gens smaad in een openhaar en verspreid ge schrift. De arrondissements-rechthank te Almeloo veroordeelde Dinsdag Schumacher, te Haaksber gen, tot 2 maanden, zijnde de doodslag niet als bewezen aangenomen. Bij vonnis van de arroudisscmonts-recht- bank te Maastricht van Dinsdag is .T. K,, rijks ambtenaar aldaar, die in de vorige week terecht stond ter zake van diefstal van geld, veroordeeld tot eene gevangenisstraf vau 9 maandee. KESïCHsEUWS. Doopsgezinde Kerk, Beroepen: Te Leeuwarden, P. K. Bijl, te Wormerv er. Aangenomen: Naar De Rijp, door W. J. Leendertz, te Vcenwouden. KOLONIËN. BATAVIA, 23 Juni. Omtrent den moord gepleegd op den heer Wigmau te Kwitang meld het «Bat. lland.w Nadere bewijzen of aanwijzingen omtrent den vermoedelijkeu moordenaar zijn nog niet verkre gen. Hedenochtend was deze geboeid ten politi»- kantore. Hij is een inlander van eeu vrij krach- tigen lichaamsbouw en ongeveer 40 jaar oud. In zijn uiterlijk heeft hij niets, dat denken doet aan een woestaard, zooals de dader van de wan daad zijn moet, die van elke zich voordoende ge legenheid gebruikt maakt om aan zijnen harts tocht te voldoen en te moorden naar hartelust. Hij hoort thuis in de afdeeling Soekapoera-Kol- lot dor residentie Preanger-regentschappen en is dus eeu volbloed Soendanees, wat ook zijne ge laatstrekken bewijzen. Tot de karaktertrekken van dezen behoort niet die drift, bet wel be kende </mata glap«, waarmede de inlander zijn moordzucht zoekt te verschoonen, wanneer hij in woede ontstoken is of in een toestand verkeert, welke geen redding of uitkomst toelaat. Dat hij iu zoodanigen toestand verkeerd heeft, is daar door onaannemelijk, omdat hij liet kindje van den heer W., dat tijdens de worsteling wakker geworden is en door hulpgeschrei zijuen vader heeft willen redden, ongedeerd heeft gelaten. Evenmin kan, zooals wij reeds getracht hebben te doen uitkomen, de nooddwang der zelfverde diging den moord verklaren. Heden, 22 dezer, werd hij door dr. Gatteling in tegenwoordigheid van den adsistent-resident voor de politie aan den lijve onderzocht, om te zien of hij ook litteekenen had, maar ook dit onderzoek leidde tot geen resultaat hoegenaamd. De geneesheer zag slechts een zeer onbeduidende, reeds dichtgegegroeide schram aan den wijsvinger der linkerhand, wat hij bij zijn werk (hij is houthakker van beroet)) kan hebben bekomen. Overigens is op het geheele lichaam geen teeken te bespeuren van eene worsteling. De baboe houdt vol, dat de gevonden hoofd doek van hem is en dat zij, ofschoon getrouwd met den tuiujongen van de familie W., het met hem hield. Dit laatste wordt ook door den gear resteerde Wang9a erkend, die tevens verklaard heeft, zoo veel van zijne Dulcinea te houden, dat hij niet dulden kon dat zij hare gunsten ook aan een ander schonk, waarom hij herhaaldelijk hij hij haar aangedrongen heeft, dat zij zich van haren wettigen man zou laten scheiden om met hem op Kraraat te komen wonen. Hij blijft stok stijf ontkennen den nacht van den moord bij haar te zijn geweest en verzoekt zijn alibi te mogen bewijzen. Onder toezicht van den com mandant vau Passer Senin zal hij nu daartoe in de gelegenheid gesteld worden. Intusschen blijft mevrouw Wigman, die nog bij de familie H. in gang Chaulau verblijf houdt, volhouden, dat Wangsa en niemand anders de moordenaar is en dat met eene beslistheid, dat twijfel aan do juistheid dezer bewering niet aan- necmlijk is. Voorts heeft een huisbediende van de familie Wigman voor den commandant van Passar Senin Toen ik bij juffrouw Beiden de kamer binnen kwam, vond ik haar in staat van zenuwachtige opwinding en met tal van vragen op de lippen. Zou, naar mijne gedachte, de rechter nog lang wegblijven? Zou die geheime politie-be ambte misschien wel veel voor haar kunnen doen? Was het niet verschrikkelijk, zoo geheel alleen en in onzekerheid den afloop der zaken te moeten afwachten Ik bracht haar zoo goed mogelijk tot kalmte, terwijl ik haar zeide, dat de detective nog weinig met mij gesproken had, maar dat hij haar eerst eenige vragen wenschte te doen. Zij zou daar zeker niets tegen hebben. Zij stond dadelijk op, om mij te volgen. Alles was beter te dragen, dan dat eenzaam afwachten, zeide zij. De heer Gryce, die gedurende mijne korte afwezigheid een zoo vriendelijk en welwillend mogelijke houding had aan genomen, ontving juffrouw Belden met voldoende beleefdheid en hoffelijkheid, om indruk te maken op een vrouw als zij, die zich veel aan de meening van een ander omtrent haar liet gelegen liggen. Zoo, dit is dus de dame, in wier woning dat pleizierig akkevietje heeft plaats gehad, zeide hij, half opstaande om haar te groeten. Mag ik u verzoeken plaats te nemen, vervolgde hij, wanneer het althans een vreemdeling is veroorloofd, een dame in haar eigen huis zulk een ver zoek te doen Het heeft van daag al heel weinig van mijn eigen woning, antwoordde zij, hoewel niet op 'boozen, maar veeleer op bedroefden toonzoozeer had zijn hoffelijke beje gening haar reeds voor hem ingenomen. Ik ben zoo goed als een gevangeneik kom of ik ga, ik spreek of ik zwijg, al naar mij geboden wordten dit alles omdat een onge lukkig kind, dat ik met de meest onbaatzuchtige bedoelin gen opnam, in mijn huis is overleden. Gij hebt gelijk, zeide Gryce, dat is zeer onaan genaam. Maar daarom juist willen wij nu trachten de zaken zoo spoedig mogelijk te regelen en ik heb alle reden om te gelooven, dat wij hierin uitstekend zullen slagen. De oorzaak van dit plotseling sterfgeval zal wel niet zoo heel ver zijn te zoeken. Gij zegt, dat gij geen vergif in huis hadt Neen, mijnheer. En dat het meisje in 't geheel niet de deur is uit geweest? NeeD, in 't geheel niet, mijnheer. En dat zij ook van niemand hoegenaamd bezoek heeft gehad Van niemand. Zoodat zij, indien zij het gewild had, met geen mo gelijkheid zich iets dergelijks zou kunnen verschaft hebben? Neen, mijnheer. Tenzij, liet hij er zacht op volgen, tenzij ze het reeds bij zich had, toen ze hier kwam. Neen, dat kon onmogelijk, mijnheer. Zij had volstrekt geen bagage bij zich en ik weet precies wat in haar zakken is geweest, want ik heb ze nagezieD. Wat hebt ge dan daarin gevonden? Eenig papieren geld, meer dan men in haar bezit zou verwacht hebben, wat koperen munt en een zakdoek. Welnu, dan is het uitgemaakt, dat het meisje niet is gestorven door vergif; dood eenvoudig omdat er geen vergif in huis was. Hij zeide dat zoo natuurlijk eu ongekunsteld, dat zij ver schalkt werd. Dat is juist hetzelfde, wat ik ook al tegen mijnheer Raymond heb gezegd, zeide zij, een triumfeerenden blik op mij slaande. Het moet bepaald een hartkwaal zijn geweest, her nam Gryce. Gij zegt, dat haar gisteren niets mankeerde Voor zoover ik zien kon niet, mijnheer. Maar ze was toch niet zeer opgewekt? Integendeelze was zeer opgeruimd en vroolijk. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 2