NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
6e Jaargang.
Maandag 30 Juli 1888.
No. 1555.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENT1EN:
Dit Immer totaat uit twee Men.
STADSNIEUWS.
ii 1 X X li X L A X I).
WIE IS DE SCHULDIGE?
HAARLEMS DAGBLAD
Voor Haarlem, per 3 maanden/1.20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.03.
Bit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
BureauKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents
Groote letters naar plaatsru.mte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomeu door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers.
Directeuren-Uitgevers J C. PEEREBOOll en J B. AVIS.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale de Publieite Etrangère G. L. DAUBE dp Co., JOH. F. JONES, Suer., Parije, 31bte Faubourg Montmartre.
EERSTE BLAD.
Haarlem, 28 Juli.
Zondag 29 Juli zullen in het
Museum van Kunst-nijverheid op
het Paviljoen een aantal platen
tentoongesteld zijn, betrekking heb
bende op de nederlandsche Renais
sance; de voornaamste gebouwen
van ons land zullen in deze ver
zameling vertegenwoordigd zijn.
Bij het Vrijdag te Utrecht ge
houden examen ter verkrijging van
de akte voor fransch (1. o.) is o. a.
geslaagd de heer A. L. van den
Berg, alhier.
Bij het examen ter verkrijging
van de akte voor engelsch (1. o.)
slaagde o. a. de heer B. Wester-
veld, alhier.
Te 's-Hage werd Vrijdag voor
de gymnastiek (1. o.) met gunstig
gevolg geëxamineerd o. a. de hee-
ren J. Veeninga en A. Zuiderveld,
alhier.
Ter gelegenheid van haar 12l/a-jarig be
staan werd Vrijdagavond door de Scherm
en Gymnastiek-Vereeniging //Sparta" al
hier, in de groote zaal der sociëteit //de
Kroon" een onderling concours gehouden.
Een aantal kunstlievende leden met hunne
dames en genoodigden was daarbij tegen
woordig, zoo ook de heer E. Lieftinck,
eere-voorzitter van //Sparta".
De feestelijkheid werd geopend meteen
welkomstgroet van den president. Hij wees
vooral op de groote beteekenis van dit
feest voor de vereeniging zelve en richtte
vervolgens een woord van erkentelijkheid
tot den eere-voorzitter, die in gezelschap
van eenige familieleden de feestelijkheid met
zijne tegenwoordigheid vereerde. Inzonder
heid sprak de voorzitter met waardeering van
de verdiensten des heeren Martin, den
directeur van //Sparta" gedurende haar
bestaan, aan wien zij nevens de goede
onderlinge harmonie der leden haren bloei
dankt. Verder bracht hij hulde aan dege
nen, welke zich indertijd voor //Sparta"
verdienstelijk hadden gemaakt en besloot
met den wensch, dat men een genoeglijken
avond mocht doorbrengen en men den
volgenden avond op //Duinlust" te Sant
poort een gelijke opkomst als thans mocht
hebben.
Daarna begonnen de oefeningen. De
vrijoefeuingen en gymnastische spelen wer
den met veel bijval begroet, dank zij hunne
eigenaardige samenstelling, welke op dit
gebied nog geheel nieuw was. Rap en han
dig kweten de deelnemers zich daarin van
hun taak, waarbij ons vaak het //vrank,
vrij, vroom, vroed" in de gedachte kwam,
welke spreuk allen in hun wapen schenen te
voeren.
De #topic" van den avond was de wed
strijd, waarvan de samenstelling en uitslag
luiden als volgt:
i. Huppelen (in diepe kniebuiging
om een cirkel van 2 M. middellijn, 2 maal
achtereenvolgens). Ie prijs H. J. Pieters,
2e prijs van Dantzig.
b. Halen en brengen (bestaande
in het halen en brengen van een zestal
aardappelen over een 8 M. lange baan,
met hindernissen). Ie prijs D. Oostwoud
Wijdenes, 2 prijs Joh. G. Martin.
c. Sterktrekken. Ie prijs J. A.
Meijerink, 2e prijs H. Broekmeijer RCz.,
8e prijs H. C. Vernout.
Daarna volgde een partij schermen, op
den degen en den langen stok. De wijze
waarop dit nummer werd uitgevoerd ge
tuigde van de bedrevenheid der schermers.
Hunne flinke houding en kranige stooten
dwongen de bewondering af van allen, die
dit edele vak op prijs stellen.
Kort voor de sluiting had de uitreiking
der prijzeu aan de overwiunaars van den
wedstrijd plaats. Daarbij wees de voorzitter
in zijn toepasselijk woord op de Inzonder
heid, dat er tijdens dit feest een w e d-
s t r ij d in gymnastische spelen was
gehouden, totdusver nog niet bekend, wat
door sommigen onmogelijk was geacht,
maar nochthans wel mogelijk was geble
ken. Hij bracht een woord van lof aau
de flinke kampioenen van dezen avond en
van hulde aan de aanwezigen voor hun
opkomst, die den stempel drukte op dit
zoo wel geslaagd, onvergetelijk feest. Men
scheidde tot weerziens.
Hedenavond worden de feestelijkheden
voortgezet; thans door eene Soiree in het
hotel //Duinlust" te Santpoort, waaraan
het zoo gunstig bekende kwartet „Loreley"
luister zal bijzetten.
Het programma voor hedenavond luidt
als volgt:
1. Opening. 2. Feestgroet van het kwartet,
W. H. C. Schtwlling. 3. De Turner, Solo voor
Tenor, opgedragen aan «Sparta«, J. Nierop. 4.
Vrij-oefeningen. 5. Ouverture «Die Felsenraühle«
voor piano, 4 handen, C. G. Reissiger. 6. Scha-
fers Sonntagslied (kwartet), C. Kreutzer.
Pauze.
7. Sparta-Mars, (kwartet), TF.H. C.SchmöUirtg.
8. Gymnastiek en Arbeid, Solo voor Tenor G.
C. Weeren9. Invitation a la Valse, voor piano,
von Weber. 10. Kwartet, a. Meiplanting, b. Volks
lied, gearrangeerd door W. R. C. Sc/imölling.
Pauze.
Dansen,afgewisseld met verschillende voordrachten.
De Ned. Bell-telephoon-Maat-
schappij is druk bezig met het
zetten van palen door den Haarlem
mermeerpolder, ter verbinding van
Amsterdam met Rotterdam.
Een vier-jarig kind van Boogaard
te Haarlemmermeer ie Vrijdagmid
dag aan den Sloterweg aldaar, al
spelende te water geraakt en ver
dronken.
LETTEREN EN KUNST.
Inbond «Sempervirens» No. 30Vitis
heterophylla. De Zomerkers. Nouvelle Royale,
met een afbeelding. Cineraria maritima als
middel tegen Cataract, met een afbeel
ding. Passiflora Constance Elliot, met een
afbeelding. De Orchideeën op de Intern. Ten
toonstelling te Gent, vervolg en slot van blz.
231. Volle zon. Slapend leven. Een
vreemde monstrositeit.Wereld-Tentoonstelling
te Parijs in 1889, afdeeling Tuinbouw. Week-
nieuws. Verschillende mededeelingen. Ad
vertentiën.
VI8SCHERIJ.
Nieuwediep, 27 Juli. Vijf-sn-veertigkor-
ders brachten heden 23 tot 80 groote en 15 tot
30 kleine tongen, 3 tarbotten, 1 tol 3 manden
schar, 1 tot 3 mandjes kl. schol, 25 roggen en
200 8chelv. ten afslag; gr. tong gold 85 a 45
cent, kl. id. 8 h 15 cent, tarbot f5 A 7, rog
41 cent per stuk, schar f 3 a 4 per mand, kl.
schol f4.50 i\ fl per mandje en schelv. f 20 het
honderd.
De Koning heeft ook aan
den Hortes Botanicus te Amsterdam
weder eene groote collectie fraaie
tropische planten, waaronder varens,
palmen en prachtige orchideeën,
geschonken.
Omtrent Z. M. ra msc he
pen Buffel en Hyenadie in den
nacht van Din dag op Woensdag
jl. op de reede van Hellevoetsluis
tegen elkander aangedreven zijn,
meldt men nog, dat de reparatie
van de Buffel in weinige dagen
kan zijn afgeloopen. zoodat die bo
dem tegen het einde der volgende
week weder beschikbaar voor den
dienst zal zijn.
Onlangs werd gemeld, datde
duitsche minister van Oorlog verboden
had, postduiven uit andere landen op
duitsch grondgebied op te laten. Naar
aanleiding van deze mededeeling hebben
zich eenige duivenliefhebbers tot onzen
minister van Oorlog gewend, met verzoek,
in deze zijne tusschenkomst te verleenen,
opdat genoemd verbod zou worden inge
trokken.
De minister van Oorlog, het groote
belang der duivenvluchten erkennende,
heeft welwillend aan dit verzoek voldaan
en van zijn duitschen ambtgenoot de tijdiug
ontvangen, dat een verbod als bovenbe
doeld, niet door hem is uitgevaardigd.
Derhalve kan met de duivenvluchten
naar Duitschland geregeld worden voort
gegaan.
De pakjesdrager Grond-
huis te Deventer is gearresteerd. Hij
wordt verdacht, 5 gouden horloges
aan een en handelsreiziger, dien hij
Woensdag behulpzaam was, te heb
ben ontvreemd; daarvan heeft hij
er een aan eeDen tapper te koop
geboden voor f 2, een ander aan
een anderen tapper voor schuld af
gegeven, en 3 begraven bij den
spoorweg, waar zij door de politie
werden gevondeD. Hij heeft bekend.
De rijksveldwachter is vau De
venter naar Gendringen vertrok
ken, wegens verzet der boeren te
gen de betaling van pacht aan het
kroondomein.
WETGEVENDE MACHT.
In de Vrijdag gehouden zitting der Tweede
Kamer werd de beraadslaging voortgezet over de
overeenkomst tot het tegengaan der misbruiken
van den drankverkoop onder de visschers op de
Noordzee. De bestrijding van deze conventie greep
de heer Bahlmann aan om de z. i. verderfe
lijke nederlandsche Drankwet er bij te halen en
daarvan te zeggen, dat zij, door haar inbreuk op
het eigendomsrecht, socialistische denkbeelden
kweekt. Met de critiek, welke de heer Patijn
Donderdag op de voordracht had geleverd en thans
voortzette, ging de heer Verniers van der
Loeff grootendeels mee, zonder evenwel daarom
zijn steun er aan te onthouden. Nederland mocht
aan zulk een voornaam gezelschap als de toege
treden mogendheden niet ontbreken, wilde het
zich niet geheel effaceeren.
En nadat de minister van Buitenl. Za
ken de hooge moreele belangen bij het tegen
gaan van het kwa- d nogmaals gesteld had tegen
over de belangen der industrie, die hij daarom
niet uit het oog zou verliezen, werd het resultaat
van de internationale conferentie te 's-IIage ge
houden, met 64 tegen 8 stemmen bekrachtigd.
Het recht tot visiteeren der vaartuigen tot op»
sporing van overtredingen is niet daarbij gegeven.
Na een levendig debat over het nut eener
landhouw-enquête vanwege de Landbouw-com-
missie en het nut van de landbouwverslagen,
stond de Kamer f5000 toe als eersten termijn
van de f 20,000, die dat onderzoek, waarvan de
Reg. veel tot verbetering van den landbouwtoe-
stand verwacht, zonder dat maatregelen in het
belang van dien tak daarop behoeven te wachten,
zal kosten.
Na de pauze kwam de Atjeh-mterpellatic, welke
spoedig afliep, misschien wel tengevolge van
's Voorzitters waarschuwing, dat, mochten de
werkzaamheden 't noodig maken, een avondzitting
zou gehouden worden.
De interpellant, de heer Levy3sohn Nor
man, besprak 2 punten: de beri-beri en onze
stelling in Atjeh. In roerende tat'ereelen schil
derde de Rotterd. afgevaardigde in zijn eerste
redevoering sedert zijn Kamerlidmaatschap, de
ellende, die de ziekte over bevolking en leger
brengt.
De middelen tot bestrijding, door professor
Pekelharing noodig geoordeeld en hoofdzakelijk
gegrond op een uitgebreide ontsmetting, kwamen
spreker onvoldoende voor, die, van zijn stand
punt dat water, voeding en moreele depreciatie,
een samenstel van oorzaken der ziekte oplevert,
op krachtiger maatregelen aandrong.
Hij vroeg, hoe het in Atjeh met de heri-herï
stond. Zijn tweede vraag was welke de plannen
der Regeering zijn met opzicht tot de geconcen
treerde stelling in Atjeh. Hierby keurde hij de
oproeping van den indischen ambtenaar te Atjeh,
den heer Van AsseD, naar Nederland af als in
stryd met de regelen der hierachie en krenkend
voor het gezag in Indië.
Op heide vragen gaf de min. van Koloniën
een duidelijk antwoord. Ook de minister Keu-
chenius meende, met alle waardeerïng van
prof. Pekelharing's kennis, dat de maatregelen
tot het tegengaan der bcri-beri, die dit jaar reeds
f70.000 hebben gekost, t«t dusver weinig hebben
gekost, tot dusver weinig hebben gebaat, al was
de stand der ziekte laatstelijk iets gunstiger.
Daarom streeft de Reg. naar andere middelen
tot bestrijding der kwaal. De middelen, die noodig
worden geacht, zullen door een commissie van
deskundigen en oflicieren worden onderzocht, zoo
noodig op de plaats zelf.
Naar een vredelievende oplossing van het
Atjeh-vraagstuk blijft de Reg. streven Zij wenscht
aan het stelsel van concentratie, daar ingevoerd,
het karakter te ontnemen van te zijn een daad
van onmacht en moedeloosheid. Met behoud van
de geconcentreerde stelling, wenscht de Regeering
dit te doen kennen en waardoereu door de Atjeh-
sche hoofden en de bevolking als een wijze daad
in het belang van de streek cn het moederland,
met het doel om dc komen tot beëindiging der
vijandelijkheden, het vertrouwen in ons gezag op
te wekken en heter dan voorheen bestaande rech
ten te eerbiedigen en gekrenkte rechten te her
stellen, rust en orde te doen wederkeeren, ge
slagen wonden te heelen, opdat Neerlands invloed
zal blijken ten zegen tc zijn aan Atjeh ten einde
ten slotte te komen tot herstel van het wettig
gezag onder den sultan en inlandsche hoofden.
Ue minister gaf de redenen op voor de ontbie
ding van den hoer Van Assen, waarin niets kren-
kends lag voor anderen.
Hoogst voldaan toonde de heer Levyssohn
zich over dit antwoord, hetwelk do min. nog
verduidelijkte naar aanleiding van eenige opmer
kingen cn wenken van den heer v. Dedem,
die protesteerde tegen te kwalificatie van de
concentratie onzer militairen als een daad van
onmacht en moedeloosheid. Aan den heer Van
Nunen, gaf de min. nog te kennen, dat hij het
Indisch bestuur zal raadplegen over zijn denk
beeld om de kring om den kraton te beperken
teneinde te komen tot vermindering der troe
pensterkte.
Wat in 's Min. antwoord trof was de open
hartigheid waarmede hij toestanden en voorne
mens blootlegde. En juist deze mededeelzaamheid
deed hem opmerken, dat 't toeval wilde dat deze
Atjehinterpellatie tot hem kwam van de zijde
van een lid uit Rotterdam, welks afgevaardigden
ia vroegeien tijd elke bespreking van de Atjeh-
zaak als onvaderlandslievend brandmerkten.
Na een zitting met gesloten deuren, waarvan
niets in de heropende openbare vergadering is
medegedeeld, is de Kamer tot nadere bijeenroe
ping gescheiden.
Bij het afdeelingaonuerzoek van het ontwerp
van wet, tot verzekering van de toepassing van
bij het XVetboek van Strafvordering toegelaten
vrijheidsbeneming, erkende men algemeen, dat
door het arrest van den Hoogen Raad van 8
October jl. de noodzakelijkheid was geboren tot
de in het wetsontwerp beoogde voorziening.
Toch werden in bijna alle afdeelingen tegen de
voorgestelde regeling bezwaren aangevoerd.
fhuilleto
Naar het Engelsch, van Anna Katharina Green.
961
XXXIV.
GBYCE NEEMT OPNIEUW DE TEUGELS IN HANDEN.
Van wie was dan het schrift op den brief, dien gij
aan Hanna hebt gegeven?
Dat is moeilijk te zeggen. Het scheen een veranderde
hand, en het kon zoowel het schrift zijn van de eene, als
van den ander; maar ik zou denken....
Welnu?
Dat 't nog het meest had van het schrift van miss
Leavenworth, hoewel het met dat van geen van heiden
precies overeenkwam.
Herinnert ge u nog hoe groot de brief aan Hanna
was? hernam Gryce, terwijl hij met een glimlach de
bekentenis in de daarbij behoorende enveloppe stak.
Jawel, het was er een van zeer groot formaat.
En dik?
O ja, dik genoeg voor twee.
Ook groot en dik genoeg om dit te kunnen bevat
ten? vroeg hij, de ingesloten bekentenis voor haar leg
gende.
Ja, mijnheer, zeide zij, hem met verbazing aan
ziende, groot genoeg om dit te bevatten.
Gelijk twee flonkerende sterren dwaalden de oogen van den
beambte der geheime politie naar verschillende hoeken van
het vertrek, totdat ze bleven rusten op een vlieg, die zich
op een der panden van mijn jas bevond.
Behoef ik u nog te zeggen, fluisterde hij mij toe,
van waar en van wien die zoogenaamde bekentenis ge
komen is?
En na nog een oogenblik in stilte zijn triumf genoten te
hebben, pakte hij de op tafel liggende papieren samen, stak
ze daarna in den zak en stond op.
Wat zijt ge van plan te doen? vroeg ik.
Hij nam mij bij den arm en leidde mij door de gang naar
de zitkamer.
Ik ga terug naar New-York, zeide hij. Ik wil
thans deze zaak ten einde brengen, door uit te vorschen
door wien het vergif aan het meisje gezonden is, en wie
met lage en bedriegelijke hand deze bekentenis geschre
ven heeft.
Maar, zeide ik, door dat alles een weinig van mijn
stuk gebracht, N. zal waarschijnlijk dadelijk hier zijn
met den rechter. Wilt ge niet op hen wachten?
Neen, zeide hij, ijzer als dit, moet gesmeed wor
den als het heet is; ik kan hen onmogelijk afwachten.
Ik geloof dat ze daar al zijn, hernam ik, geluid
van voetstappen in de gang vernemende.
Ge hebt gelijk, zeide hij, ze binnenlatende.
Te rekenen naar vroegere ondervinding in deze zaken,
hadden wij alle reden om te vreezen, dat met de komst
des rechter aan al onze maatregelen voorloopig een einde
zou gemaakt worden. Gelukkig echter voor ons en de be
langen die wij behartigden, was mr. Fink, van R.... een
zeer toegeeflijk en meegaand man. Het zou in zijn macht
gestaan hebben om te doen wat wij vreesden, maar toen hij
de toedracht der zaak had vernomen, gaf bij ons volkomen
vrijheid om geheel naar eigen goedvinden te handelen. Ja,
hij verklaarde zich zelfs, gedreven door een zekere sym
pathie voor Gryce, welke te merkwaardiger was, omdat hij
hem nooit gezien had, bereid om alles naar onze plannen
in te richten. Niet alleen veroorloofde hij ons, van alle pa
pieren gebruik te maken die ons van dienst zouden kunnen
zijn, maar tevens nam hij op zich het samenroepen der jury
en andere formaliteiten zoodanig in te richten, dat wij tijd
en gelegenheid zouden hebben tot het doen van verdere
nasporingen.
Het oponthoud was daarom van bijna geen beteekenis.
Gryce kon reeds met den trein van 6.30 naar New-York
terugkeeren, terwijl ik hem een paar treinen later volgde.
Intusschen hadden wij tijd gevonden tot de samenstelling
der jury, het schouwen van het lijk en de verdaging van
het verhoor tot den volgenden Woensdag.
Wordt vervolge