INGEZONDEN.
HAARLEMMER HALLETJES.
GEMENGD NIEUWS.
BEURSBERICHTEN.
Industriiele en
ciêele ondernemingen.
Spoorwegleeningeit
Provinciale en Stede
lijke leeningen.
Trsmweomaatschappijen
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie
zich niet aansprakelijk.}
„ZOMERLUST."
Wie, die dag aan dag, week aan week,
tram en omnibus, volgeladen (vooral des
Zondags wanneer bet mooi weer is) naar
Bloemen daal ziet vertrekken, zal zich niet
eens afvragen: Waar blijven op Bloemen-
daal toch al die menschen? Wie de om
streken doorgaat, vindt hierop een ant
woord in het bosch, in den weg naar
Meerenberg. Toch wordt een der liefe
lijkste en vooral met het oog op den
Zondag, de geriefelijkste plek, nog weinig
bezocht.
Voor den burgerman toch is er in
Bloemendaal weinig of geen gelegenheid
om, in de heerlijke natuur niet te wan
delen alleen, maar om ook onder het
genot van bier, limonade of melk, eens
uit te rusten. Die gelegenheid vindt hij
in //Zomerlust", dat ook des Zondags is
geopend.
Op de honderd Haarlemmers zullen er
mogelijk slechts enkelen zijn, die //Zomer
lust" zouden weten te vinden.
Wanneer men van O verveen afkomende
den weg naar Bloemendaal opwandelt, ziet
men over het buiten «de Beek// een bord
aan de linkerhand, waarop staat //Verbo
den toegang voor militairen te paard//.
Dat nu is de ingang van het schoonste
wat Bloemendaal aan publieke wandel
plaatsen bezit, ik bedoel de buitenplaats
//Buitenrijp//, indertijd geëxploiteerd door
eenige vermogende heeren en tot Bloe-
mendaalsch Park verheven, een Park
waarbij Haarlem's Kenaupark niet in ver
gelijking komt. Wat al niet schoone pa
norama's op en bezijden den weg, op duin
en bosschen. Wat al niet heerlijke lanen,
waar oud en jong zich heerlijk kan ver-
poozen en voor wie het ietwat eentonig
en stil in het bosch moge vinden, ook
daarin voorziet het Park door meer dan
een buiten, welks fraai aangelegde tuinen
alleen de reis waard zijn. En nu //Zomer-
lust.// Te midden van deze prachtvolle
natuur, te midden van kronkelende voet
en rijwegen, ligt vlak bij den doorgang
van het Bosch een kiosk, waarheen de
noodige handwijzers u reeds verwezen.
Men voorziet u daar van ijskoud bier,
limonade, melkvoor families met kin
deren ontbreken ook de beroemde kruid
noten niet, die in verzegelde pakjes ver
krijgbaar zijn, zoo min als sigaren voor
wie in verlegenheid moge wezen.
Een wandelaar in Kennemerland.
RECHTSZAKEN.
De rechtbank te 's-Hage veroordeelde "Vrijdag
den oppasser, die tafelzilver verduisterde, dat
hem uithoofde van zijne persoonlijke dienstbe
trekking was toevertrouwd, tot 4 maanden ge
vangenisstraf.
Het Openb. Min. vorderde 6 maanden gevan
genisstraf tegen G. v. d. B., behangersknecht
(wiens zaak verleden moest uitgesteld worden,
omdat de verdediger, door afwezigheid van be
klaagde uit de gevangenis, niet in de gelegenheid
geweest zijnde hem te spreken, weigerde de ver
dediging op zich te nemen).
Hij had op het Spui aldaar eene toonbanklade,
waarin f 4, gelicht. De toegevoegde verdediger,
mr. Kappeyne van de Coppello, herinnerde nog
maals aan de noodzakelijkheid om, alvorens den
Een Zaterdagavondpraatje.
XLII.
Woensdagavond en Donderdagmorgen
werd in onze stad de lucht vervuld van
rap hoefgeklepper, zweepgeklap en schorre
kreten. Het eerste kwam van de paarden,
het tweede en derde van hunne drijvers.
Verbeeld u dat een tweejarig kind, dat
//voorlijk" was, uit zijn tafelstoel was
kropen zonder zich te bezeeren, dat het
daarna van een oogenblik dat noch moeder
noch moederend twaalfjarig zusje het be
waakten, gebruik had gemaakt om de deur
uit te wandelen, en verbeeld u dat gij, al
die paarden ziende en die drijvers hoo-
rende, aan dat kind hadt gevraagd wat er
te doen was, dan zou dat kind met het
vingertje in den mond, nog gestameld
hebben: //Paardenmarkt".
Ik verzoek u beleefd, dit kind niet voor
een wonderkind aan te zien. Een feit i?
het, dat er geen schepsel in de stad is,
die niet wist wat er vandaag te doen was.
Men kent den datum van de paardenmarkt
beter dan dien van den slag bij Waterloo.
In het voorbijgaan zij opgemerkt, dat ik
eerst //paardenmart" wilde schrijven om
dat toch niemand die k uitspreekt, maar
bij nadere overweging heb ik dat maar
gelaten omdat men anders, o inconsequen
tie, denken zou, dat ik een fout maakte.
De reden waarom de datum der paar
denmarkt zoo onwrikbaar in onze hersens
blijft gegrift, is, tenzij wij kastelein, ban
ketbakker, stalhouder of sigarenhandelaar
zijn, niet zoozeer de markt zelf, als wel de
verloting op den volgenden dag. Die ver
loting, puik solide en die een betrekkelijk
goede kans op winst aanbiedt, is iets voor
al de ingezetenen der stad, een huiselijk
kansspel, een onder-onsje, waaraan we ge-
zamelijk deelnemen als aan een allegaartje,
men raakt er aan gewoon, ieder jaar zijn
//paardenlót" te koopen, dat Vssooo kans
geeft op dien vermaarden landauer met
twee paarden, daargelaten nog de overige
prijzen.
De Dreef moest Donderdag haar kalme
rust en stille majesteit laten verjagen. Op
beklaagde afstand te laten doen ran diens recht
van verzet tegen de verwijzing, hem in de ge
legenheid te stellen met zijnen verdediger daar
over te raadplegen, welke noodzaak subst.-off.,
rar. Ort, ontkende, wyl daardoor do preventieve
hechtenis onnoodig werd verlengd.
Ten slotte stond terecht een schippersknecht,
die uit een kastje in bet vooronder van het te
Delft liggend vaartuig van zijnen baas f 310 aan
bankbiljetten ontvreemd had en daarmede in de
Bagijuestraat 's-Hage aan de rol was gegaan.
Slechts een onbeduidend bedrag daarvan werd
bij zijne arrestatie teruggevonden.
Na de bekentenis van beklaagde vorderde het
O. M. schuldigverklaring aan diefstal met braak
en veroordeeling tot één jaar gevangenisstraf.
De uitspraak in deze zaken is bepaald op
Dinsdag a. s.
BUITENLAND.
Duitschland. Keizer Friedrichs
mémoires, over wier publicatie zijn we
duwe nog geen beslissing heeft genomen,
vormen 30 deelen, elk van 500 bl. folio.
De overleden keizer was in de laatste 30
jaren gewoon dagelijks aanteekening te hou
den van hetgeen hem wedervoer.
Volgens den correspondent van de
//Times" te Berlijn zal het binnenkort
te verwachten gevolg van de reis van kei
zer Wilhelm naar St. Petersburg, het be
gin zijn van onderhandelingen van een
internationaal karakter.
Zweden. Dit Stockholm word van
27 Juli gemeld: Heden voormiddag be
zochten keizer Wilhelm en de koning van
Zweden, vergezeld van den kroonprins,
prins Hendrik en graaf Bismarck, den
Katharinen-elevator, het nationale museum,
het centraal-telephoonstation en in den
middag de Riddauholmskerk. Daarna
reden zij naar het slot Drottningholm,
•.vaar het diner plaats had. Het duitsche
eskader werd door een aantal inwoners
van Stockholm bezocht; de vreemde be
zoekers werden zeer vriendschappelijk ont
vangen; de duitsche officieren en schepe
lingen maken druk gebruik van de genoe
gens die Stockholm aanbiedt.
Het heeft te Stockholm zeer de
aandacht getrokken dat Krüger, de direc
teur der oerlijnsche politie, die den keizer
op zijn reis vergezelt, zich niet in betrek
king heeft gesteld met de zweedsche poli
tie. Deze had verklaard, dat de keizer
niets te vreezen had en dat zij wel alleen
voor zijn veiligheid zouden zorgen.
Rusland. Het feest ter herdenking
der invoering van het Christendom in Rus
land werd Donderdag in het gansche land
gevierd, in het bijzonder te Kieuw en in
den ouden Chersonesus, waar op de plaats,
op welke Wladirair de Groote den doop
ontvangen heeft, eene prachtige kerk is
opgericht, die plechtig werd ingewijd. De
Petersburgsche bladen leggen den nadruk
op de groote beteekeuis van het feest, dat
tot ver buiten het gebied der Russische
orthodoxe kerk levendige deelneming ver
wekken moet bij alle vrienden van gods
dienstige beschaving en vooruitgang langs
historische lijn.
Servië. Volgens een bericht uit Sofia,
moet Koning Milan, nu zijn wensch is
vervuld den kroonprins onder zijn hoede
te hebben, besloten zijn, althans voorloo-
pig van de echtscheiding af te zien.
Behalve hun portretten
kregen de heer en mevrouw Glad
stone, bij gelegenheid van hun gou
den bruiloft, nog 8 massief zilve
ren bekers. Granville bood hun die
aan met een adres, geteekend door
116 bijdragenden, vroegere collega's
of vrienden van den ex-premier.
In zijn dankbetuiging zeide Glad
stone o. a., dat zijn staatkundig le
ven dikwijls het voorwerp van cri
tiek, soms misschien van ourecht-
vaardige critiek was geweest, maar
die critiek had hem veeleer goed
dan kwaad gedaan en hij kon zeg
gen, dat hij zich van zijn openbaar
leven ternauwernood eenig pijnlijk
incident kon herinneren.
Te Liverpool is een jon-
ge Duitscher gearresteerd, die had
gedreigd Gladstone te zullen ver
moorden.
Tijdens het beleg van
Parijs had de lust tot schertsen en
lachen de inwoners niet verlaten.
Wij vinden eenige caricaturen uit
dien tijd, waarop o. a. personen zijn
voorgesteld, die geheel in matten
zijn gewikkeld en waaronder tot
opheldering staat: «Mode voor het
bombardement seizoen
Zelfs over de tijdens het beleg
heerschende schaarschte van levens
middelen een onderwerp, dat toch
waarlijk niet tot gekscheren geschikt
is worden grappen verkocht.
Een knecht vraagt aan zijn heer
«Moet ik vandaag de paarden voor
de barouchette of voor de brougham
zetten?»
De heer, zuchtende: «Zet ze maar
in den ovenl»
Van dezelfde soort is deze. «De
paarden staan gereed, mevrouw,»
zegt eene dienstbode tot hare mees
teres.
«Wat?»
«Ja, mevrouw, op tafel.».
Een derde spotprent stelt een
troepje Franschen in den dierentuin
voor, die met verwoede blikken
staren naar den adelaar (men weet
dat dit het veldteeken der Franschen
is) die achter de traliën zit.
«Het is gelukkig dat je achter
de tralies zit!» roept een hunner,
«was dat alles wat je voor ons
kondt doen?»
Het hoofd van een der
oudste familiën uit de provincie
Dauphiné, werd zooals de Paris
meldt, als afstammeling van een lid
van de Volksvergadering, uitgenoo-
digd om het honderdjarig gedenk
feest der traneche republiek bij te
wonen. Deze uitnoodiging vereischte
storting van 15 francs als bijdrage
in de kotten.
bet Houtplein begon de reeks, een lange
rij paarden, met den halster vastgebonden
aan een langs palen gespannen touw, dat
met een opening voor den ingang van
het Frederikspark, voortliep langs den
Dreef.
Daar stonden in eene verwarde massa
van pooten, koppen en lichamen, ontelbare
soorten van rijdieren. Ferme, zware werk
paarden met glanzige huiden, extra voor
de gelegenheid opgepoetst, eu voor de
oogen hangende haren, waaronder de zwarte
oogen fonkelden als kolen, armzalige, knok
kelige, schonkerige bruintjes, die weemoe
dig den kop omlaag houden en zich ge
duldig door hunne woelige buren op zijde
laten duwen, kleine poney's met rappe
pooten en koppen, die een voorstelling
geven van het //perpetuum mobile", hooge
en lage paarden, ingezonken en gevulde
ruggen, dikke en dunne pooten en kop
pen. Hier en daar staat, door sierlijke dek
ken beschermd, een span luxe-paarden met
slanke lichamen en op hooge, dunne
beenen.
Wat de passage betreft, die is nagenoeg
versperd voor ieder ander dan een man
van het vak. Hier komt een zware boeren
kar aanrollen, gevuld met landlieden, die
een werkpaard noodig hebben, of uit liefde
voor het vak komen kijken, rakelings daar
langs vliegt het lichte, met één paard
bespannen karretje, waarop de sportsman
zijn bezoek aan de markt brengt, achter
dit komt een tentwagentje met een ferm
paard er voor, bestuurd door den eigenaar,
die een zoo treurig gezicht zet dat het
mij niet verwonderen zal als hij zoo aan
stonds zijn geheele equipage te koop aan
biedt, dwang-maatregel van den slechten
tijd. Daartusschen ziet men aan de hand
van knechts, paarden draven //Op proef",
terwijl de eigenaar op een kleinen afstand
met zijn zweep loopt te klappen om het
beest wat meer levendigheid aan den dag
te doen leggen, dan waarover het in de
wandeling beschikt. Dit alles rijdt, draaft,
galoppeert langs, door en tusschen elkaar,
en een toeschouwer, die dit voor het eerst
ziet, rilt twintigmaal als hij een botsing
voorziet en slaakt evenveel keer een zucht
van verlichting als het goed afloopt.
Het is nu nog te vroeg voor een leven-
De uitgenoodigde antwoordde in
een beleefd schrijven, dat hij ver
hinderd was de feesten hij te wonen,
maar dat hij zich haastte hierbij
zijn 15 francs te storten in assig
naten, als zijnde dit de munt, welke
de gedenkwaardige tijd der eerste
republiek aan de nakomelingschap
heeft nagelaten.
Te Livorno zijn een drie
tal belangrijke faillissementen kort
na elkander gevolgd, zoodat aldaar
eene ernstige handelscrisis uit ge
broken is. Elf grootere en kleinere
ü«rt. N. W. Schuw. *1/:
iito dito dito 8
iito dito dito 81/:
lito Obligation 81/.
Oblig. Amort. SynéL 81/j
ffrttakrtlk.
Orig. Inichryving 8
Hoagartfe.
Qbl. Leening 1867 5
iito in Papierrent» 6
9oudleeoing 6
dito 1881 4
S
[nschry ving 1861/81 6
io. Ct. Adm. Lamait 5
io. do. Noitenim 5
?0. Paasei. Leaning S
Oblig. in Pap. 1878 4'/;
iito dito 5
iito dito Zilver 5
Iito dito dito - 5
iito Goud 4
Folett,
Jbi. Sehatk. 1844 4
rartwgftl.
>bl Bi. 1858/84 8
dito 1881 5
dito 1886 5
Mas land.
Jb Hope 1798/11 5
tfto In». 8e S. 1855 5
'Jbl. 1888 5
iito 1864 5
iito 1866 5
iito 1877 5
(ito 1877 la. Ooit. 5
iito dito 8e Serie 5
iito dito 3 e dito 5
iito 1878 Geconi. 5
iito 1873 dito. 5
iito 1884 dito 5
iito 1860 2e Leen. 4'/2
Iito 1875 Geconi. 47-
Iito 1880 dito 4
Qbl. Leening 1867/68 4
iito Goudl. 1888 6
Obl. Perp. Schuld 4
Iito bnitl. 1876 2
iito binnenl. Amor. 4
Iito dito Perpet. 4
9arfetf«<,
Sepriv. Obl. 5
iito Alg. Sch. 65 ger.
Iito 1863/65 ger.
(ito 1869 6
Iito gereg
AMERIKA.
HieKleia.
Jbl. 1851 8
tito 1361 8
MraisltM.
ObL Londen 1865
iito Lsen. 1875
iito dito 1886
iito d'to 1368
iito diio 188S
Iito goud 1879
HaarlemI1/, 65 70
dito oude Le.n, 81/, 871/,981/.
dito 1887 896'/,97 V* Hnr.l-Chark dito
Genot,
boeri.
Sl'/a
101'/,
101'/.
100'/,
78'/,
90»/,
7»Va
92'/,
83'/..
88'/.
91
61'/,
617»
66
65'/.
81'/,
dito
Nederlud.
Amst. Hy.bank Pbr. i'/s
dito dito dito 4
Arnh. Hyp.-B.Pbr 47s
dito dito 4
Gemeente-Crei. ObL 4%
dito dito 4
'i-Grav. Hyp. Pdbr. ilJt
dito dito 4
Hoil.Hyp.-B.Pdb. 41/»
dito dito 4
Nat. Hyp.-B. Pdbr. 5
dito dito i'/s
Nederl. Bank. Aand.
Rott. Hyp.-B.Pndb. 4'/-
dito dito 4
Stmv. »Ned.« Aand.
dito dito Obl. 5
dito dito 4%
dito dito 4
Utr. Hyp.-Bk. Pdbr. 47,
dito dito 4
dito Asow dito 5
Moik.-Jaroslow Obl, 5
Moskow-Kurek Obi. 6
Moik.-Smolensk. do. 5
Orel-Vitebsk. Aand. 5
Loiow.-Sewaat do. 5
ko«.. Pott-TMi" Oblig. 5
Tr&nicsuc&e do. i
Z. W.Spw.-M. Aand. 5
«erf fes
Centr. Pacific. Aand.
Chic. North. Weit.
iito. Ie Hyp. 7
dite Jowa Midi. do. 8
dito MasL Extensao.7
dito Menoinenee do. 7
dito N. W. Un, do. 7
dito Win. St. Pet. do. 7
iito South.-W. Obl. 7
Illinois Leai Cert 4
102%
lOD/a
1017e
10078
108
1027,
101
101
102%
1017a
io»V«
io
280
1C25/i« Centr. C. v. A.
1017a
80'/,
103
101'/,
101'/,
100'/,
6s"/i,
991/. Z.-HolL H,p. IMbr. 101
imitord. Obl. 1861 87,1 99
Rticep. 1386 8% 997/
Sótterd. Ob 1886 8%| 9813/le Jelez-Orel do.
102 l&edefrlMdL
85 U Haarl.-Zandv. Aand.
973/s Holl. IJz. Spw. dito
100% dito Oblig. 1834 4
100% M. t. Ex. v. St.Sp.A4.
99% dito Obl. 1879/81 4
557« dito dito 1888 4
547/8 dit0 dit0 1870 j
54_ dito dito 1878 S
957/3 Centr. Sp. Aani.
9 67/ 9 dito dito Oblig.
95s/i dito gestemp. dito.
94 dito do. Uit. Schuld
91 Ned. Ind. Sp.-Aani.
797a dito Oblig. 1879
347/9 dito dito 1869
104% N.R.Sp-volgef.Aani.
do. aiet-voigcF.Aani.
dito dito dito
dito Leening 1888 i1/.
dito dito 1875/78 5
Ned.-Weatf. Aani,
dito Obligation
Bïosig&t ye
Theis8-Sp. Aand,
dito Obligation
Italië*
l49/ie Vict. Em. Obligation 5
West-Sicil.Spw. do. 5
Zaid.-Ital.Sprw. do. 3
-
Fr.-Oost. Sp. Aaad.
iPole»*
WaraGh.-Brb. Aand 4
Wars.-Weenen. do.
dito dito Oblig. 5
Gr. Sp.-M. Aand. 5
Hypotheek Oblig. 4:
dito dito 4
dito dito 3
Balti8. Spw. Aand. 8
Charkow Azow dito 5
Iwang-Dombr. Obi. 47s
Jelez-Griasi. dito. 5
68%
49
657,
787a
14
12%
ioi72
103
102
101
97
97%
47:
4%
*5
i
Kansas Pacific Obi. 1
Louie v, Naih v.C.v.A.
dito Adjust, bonds.
San Frano. Obl. 8
dito Algam. Hyp. do. 8
Min, Kam, Tex Aani.
do. U. Fac. S. Br. Obl. 5
Miai. Pac. South, do, 6
St.P.M. JcMan. leHdo-7
dito gec. Se Hyp. do. 6
South. Pacif. Spw. do 6
Union Pacific, dito. 6
145%
102%
117%
108
S4
777»
16%
1S6
94
91
103%
1C0
83%
607/8
1027e
60
88
46%
84%
101%
115
95
85
88%
56
95%
84%
9 D/i
987;
Genot,
keer»
98
SS'/.
10»'/,
101'/,
18
89'/,
86
98
6» V.
69'/»
37
188'/,
182
129'/»
138'/,
183
188
183
130'/,
97'/,
119'/.
118'/,
63'/,
101'/,
118
114
1'7«
104
98
111
117
115
112'/,
HaarL Tram. Aand.
N. k Z,-H, Stintr. A.
dito Oblig,
Stad Amit. f 1000.8
dito 100.8
A m»t. Kanaalxn.C.A
Rotterdam 8
Gemaente-Crediet S
Pal. v. VolkivJ, 1867
dito 1369 f2.50
Stad Antw. 1874. 8
dito Brussel 1887 reo.87s
mesgei'sfe,
Staatsleening 1870
Thoiaa Rag. Pr, Obl. 4
©ase<fcaif1§fe.
Staatslceninff 1854 4
dito. I860
dito 1864
Creaiet Anst. 1858
Stad Weenen 1$74
Th- 100 1855 87.
M>gSSlaH<3<J
Staatsleeninv 1864 5
diio 1866 5
§£wltserl»nd.
Genivo 3
wmm
Ct.Yer.Am.Sp.leSer.
dito dito 1887/4
dit dito 2 e do.
dito dito 8e do.
Vg.AJ-yp.Spw. Obl.
Pro\ Quebec, do. 5
Prol vnt'e 27> 8 pCt
108
112
104
104%
102%
1*8%
1 95
89%
S0
105%
100
106
111%
185
147
114
158
148
140
967-,
1397s
78
102%
108%
en handel, men denkt dat de prijzen
na den middag wel zullen dalen. Niette
min ziet men reeds overal groepjes, die
een levendig gesprek voeren. Liefhebbers
breken paardenbekken open, trekken aan
paardenstaarten en liebten paardenpooten
op om de hoeven te bekijken, alles, (tot
naricht voor den oningewijde) om den
leeftijd en de eigenschappen van het dier
te bepalen.
Deftige oude heeren wandelen met hunne
zilverbandpettige koetsiers de rijen langs
en geven den laatste instructies, terwijl
zij, uit vrees voor zekere meer aangename
soort van verrassingen, op een behoorlijken
afstand blijven. Hier en d?ar staat een
tweetal, een koopman en een kooper, el
kaar volgens gebruik bij boeren, op
weinig zachtzinnige wijze in de handen te
slaan, maar het komt nog niet tot een
koop en de kooplustige gaat heen met de
woorden: «strakkies zei je welafkomme"
waarop de eigenaar hem naroept: „op
komme, ja!" maar toch een nijdigen ruk
aan den teugel geeft, alsof het arme dier
het helpen kon.
Ginds staat een armoedig, klein hitje,
met grauwe manen en doffe oogen, vast
gehouden door een opgeschoten jongen,
die iedereen aanklampt om zijn beestje
aan te prijzen, tevergeefs, want het ken
nersoog van de boeren ziet onmiddellijk
wat het voor heeft, glimlacht zoo pacifiek
als een boer dat kan en gaat voorbij.
Daar komt er een, die wel zin in het dier
schijnt te hebben en de eigenaar, een
kansje ziende, biedt aan, om het dier te
laten draven en gaat al klappende met zijn
zweepje in een draf met zijn paard den
weg op.
Ach, het treurige dier! het beest loopt
niet, het hompelt op zijn pooten, half
voortgetrokken door zijn meester, met een
onbeweeglijk lijf, dat stijf is als een plank,
telkens de neiging van den leelijken kop
te laten zinken, voelende bestrijden door
de hand, die hem voortsleept. Als beide
terugkomen, schudt de aspirant-kooper het
hoofd en gaat verder zonder op de hijgend
geuite aanbevelingen acht te slaan.
//Breng hem naar den wrijfdokter
roept een concurrent, die naast hem staat,
z/die zal hem wel los maken!" maar de
eigenaar let er niet op: waarschijnlijk
heeft hij dergelijke aanvallen op zijn stramme
koopwaar heden al meer gehoord.
Tegen dea middag wordt het drukker.
Eigenaars, bij wie de gedachte opkomt dat
zij wel eens met hun //pèrden" zouden kun
nen blijven zitten worden gedwee en loopeu
niet meer zoo gauw weg als een liefhebber
honderd gulden minder biedt dan zij
vragen.
Ginds staat een oude boer te bieden
op een poney.
//Tachtig", zegt de jonge boer, die het
dier vasthoudt. Ferme slag op de hand
van den oude.
//Zestig", antwoordt deze, terugslaande.
z/Yijf en zeventig". Klets.
«Zestig". Klets.
//Nee vader, daar krijg je 'm niet voor.
Zie je nou niet, dat 't 'n goed beessie is,
daar ben je oud genoeg voor. Nou, wat
wil je, loopeu of koopen?"
De oude boer schudt het hoofd, en
houdt de hand weer op. //Vierenzeventig
dan!" roept de eigenaar met zulk een
heftigen handslag, dat het kleine, oude
mannetje een gezicht trekt.
//Zestig 1" roept hij dan koppig.
De jonge boer keert zich verontwaar
digd om en schijnt niets meer van den
koop te willen weten, maar als ik
tien minuten later daar weer voorbij kom,
staat het tweetal elkander weer lustig in
de handen te slaan en komt ten slotte, de
een telkens een sport dalend, de ander
een sport rijzend, op een cijfer van acht
en zestig gulden. En nu gaan zij samen
een bittertje drinken, als zegel op den
koop.
Verderop is een belgisch paardenkooper
aan het onderhandelen over een paar fraaie
luxe-paarden, slanke vurige dieren. De
Belg wijst in een stroom van woorden in
het fransch, op al de gebreken der dieren
en de Hollander antwoordt daarop in zijn
taal en hoewel ze elkander volstrekt niet
verstaan, begrijpt de een toch volkomen goed
wat de ander bedoelt. Naast hen staat een
buitenman, dien ik voor een groentenven-
ter houd, te dingen met den eigenaar van
een klein paardje, terwijl zijn vrouw, die
een groote, groene paraplu en een mandje
aan den arm heeft hangen, met een angstig
gezicht naar de onderhandeling luistert,
blijkbaar doordrongen van het helaas niet
te loochenen feit, dat op de paardenmarkt
wel eens vierde kwaliteit voor eerste wordt
aangeprezen.
Te midden van al dit gehinnik, getrap
pel het rammelen van dooreenrijdende
karren en wagentjes, dit luidruchtig loven
en bieden, dit geheele Babylon van ge
luiden, welks omvang de meerdere of min
dere levendigheid van den paardenhandel
aanduidt, neem ik afscheid van de markt.
En hoewel ik mijzelf tot dusverre nog
niet de mogelijkheid heb voorgesteld, dat
het wel eens gebeuren kon dat ik dien
landauer met twee paarden morgen trek
ken zal, komt toch de gedachte thans bij
mij op, dat het toch wel aangenaam wezen
zou. Een op de 25000, nu ja, maar waarom
zou ik die een niet evengoed kannen zijn
als ieder ander? Ja, waarom niet? Zeg nu
zelf lezer
Het is nu Vrijdagmiddag terwijl ik dit
schrijf en het is gebleken dat ik die „een"
niet ben. Ja, zelfs geen ruin ofvosmerrie
is mijn deel geworden, niet eens een
reisdeken, zweep of rijtuiglantaarn. De
hand van den weesjongen die de nom-
mers greep, is het mijne helaas voor-
Ik durf er wel wat onder verwedden,
dat menigeen die in hetzelfde geval ver
keert, zal gedacht hebben„had ik dat
vooruit geweten, dan had ik mijn gulden
beter kunnen gebruiken!" Zoo denk ik er
ook over: had ik kunnen voorzien, dat
Mevrouw Fortuna mij haren glimlach zou
onthouden, dan had ik mijn gulden be
waard voor den speeltuin. Want ik kan
mijn lezers mededeelen, dat er eerlang een
beroep op hun philantropischen zin zal wor
den gedaan, ten behoeve van de oprichting
en het onderhoud van den speeltuin, een
beroep, dat, naar ik hoop en vertrouw,
niet te vergeefs zal zijn.
Maar, onder ons gezegd en gebleven,
aanstaand jaar speel ik weer mee. Want
een op de 25000, nu ja, maar waarom
zou ik die een niet even goed kunnen zijn
als ieder ander? Ja, waarom niet? Zeg nu
zelf, lezer!
Fidelio.