INGEZONDEN. HAARLEMMER HALLETJES. GEMENGD NIEUWS. BEURSBERICHTEN. Industriiele en ciêele ondernemingen. Spoorwegleeningeit Provinciale en Stede lijke leeningen. Trsmweomaatschappijen Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet aansprakelijk.} „ZOMERLUST." Wie, die dag aan dag, week aan week, tram en omnibus, volgeladen (vooral des Zondags wanneer bet mooi weer is) naar Bloemen daal ziet vertrekken, zal zich niet eens afvragen: Waar blijven op Bloemen- daal toch al die menschen? Wie de om streken doorgaat, vindt hierop een ant woord in het bosch, in den weg naar Meerenberg. Toch wordt een der liefe lijkste en vooral met het oog op den Zondag, de geriefelijkste plek, nog weinig bezocht. Voor den burgerman toch is er in Bloemendaal weinig of geen gelegenheid om, in de heerlijke natuur niet te wan delen alleen, maar om ook onder het genot van bier, limonade of melk, eens uit te rusten. Die gelegenheid vindt hij in //Zomerlust", dat ook des Zondags is geopend. Op de honderd Haarlemmers zullen er mogelijk slechts enkelen zijn, die //Zomer lust" zouden weten te vinden. Wanneer men van O verveen afkomende den weg naar Bloemendaal opwandelt, ziet men over het buiten «de Beek// een bord aan de linkerhand, waarop staat //Verbo den toegang voor militairen te paard//. Dat nu is de ingang van het schoonste wat Bloemendaal aan publieke wandel plaatsen bezit, ik bedoel de buitenplaats //Buitenrijp//, indertijd geëxploiteerd door eenige vermogende heeren en tot Bloe- mendaalsch Park verheven, een Park waarbij Haarlem's Kenaupark niet in ver gelijking komt. Wat al niet schoone pa norama's op en bezijden den weg, op duin en bosschen. Wat al niet heerlijke lanen, waar oud en jong zich heerlijk kan ver- poozen en voor wie het ietwat eentonig en stil in het bosch moge vinden, ook daarin voorziet het Park door meer dan een buiten, welks fraai aangelegde tuinen alleen de reis waard zijn. En nu //Zomer- lust.// Te midden van deze prachtvolle natuur, te midden van kronkelende voet en rijwegen, ligt vlak bij den doorgang van het Bosch een kiosk, waarheen de noodige handwijzers u reeds verwezen. Men voorziet u daar van ijskoud bier, limonade, melkvoor families met kin deren ontbreken ook de beroemde kruid noten niet, die in verzegelde pakjes ver krijgbaar zijn, zoo min als sigaren voor wie in verlegenheid moge wezen. Een wandelaar in Kennemerland. RECHTSZAKEN. De rechtbank te 's-Hage veroordeelde "Vrijdag den oppasser, die tafelzilver verduisterde, dat hem uithoofde van zijne persoonlijke dienstbe trekking was toevertrouwd, tot 4 maanden ge vangenisstraf. Het Openb. Min. vorderde 6 maanden gevan genisstraf tegen G. v. d. B., behangersknecht (wiens zaak verleden moest uitgesteld worden, omdat de verdediger, door afwezigheid van be klaagde uit de gevangenis, niet in de gelegenheid geweest zijnde hem te spreken, weigerde de ver dediging op zich te nemen). Hij had op het Spui aldaar eene toonbanklade, waarin f 4, gelicht. De toegevoegde verdediger, mr. Kappeyne van de Coppello, herinnerde nog maals aan de noodzakelijkheid om, alvorens den Een Zaterdagavondpraatje. XLII. Woensdagavond en Donderdagmorgen werd in onze stad de lucht vervuld van rap hoefgeklepper, zweepgeklap en schorre kreten. Het eerste kwam van de paarden, het tweede en derde van hunne drijvers. Verbeeld u dat een tweejarig kind, dat //voorlijk" was, uit zijn tafelstoel was kropen zonder zich te bezeeren, dat het daarna van een oogenblik dat noch moeder noch moederend twaalfjarig zusje het be waakten, gebruik had gemaakt om de deur uit te wandelen, en verbeeld u dat gij, al die paarden ziende en die drijvers hoo- rende, aan dat kind hadt gevraagd wat er te doen was, dan zou dat kind met het vingertje in den mond, nog gestameld hebben: //Paardenmarkt". Ik verzoek u beleefd, dit kind niet voor een wonderkind aan te zien. Een feit i? het, dat er geen schepsel in de stad is, die niet wist wat er vandaag te doen was. Men kent den datum van de paardenmarkt beter dan dien van den slag bij Waterloo. In het voorbijgaan zij opgemerkt, dat ik eerst //paardenmart" wilde schrijven om dat toch niemand die k uitspreekt, maar bij nadere overweging heb ik dat maar gelaten omdat men anders, o inconsequen tie, denken zou, dat ik een fout maakte. De reden waarom de datum der paar denmarkt zoo onwrikbaar in onze hersens blijft gegrift, is, tenzij wij kastelein, ban ketbakker, stalhouder of sigarenhandelaar zijn, niet zoozeer de markt zelf, als wel de verloting op den volgenden dag. Die ver loting, puik solide en die een betrekkelijk goede kans op winst aanbiedt, is iets voor al de ingezetenen der stad, een huiselijk kansspel, een onder-onsje, waaraan we ge- zamelijk deelnemen als aan een allegaartje, men raakt er aan gewoon, ieder jaar zijn //paardenlót" te koopen, dat Vssooo kans geeft op dien vermaarden landauer met twee paarden, daargelaten nog de overige prijzen. De Dreef moest Donderdag haar kalme rust en stille majesteit laten verjagen. Op beklaagde afstand te laten doen ran diens recht van verzet tegen de verwijzing, hem in de ge legenheid te stellen met zijnen verdediger daar over te raadplegen, welke noodzaak subst.-off., rar. Ort, ontkende, wyl daardoor do preventieve hechtenis onnoodig werd verlengd. Ten slotte stond terecht een schippersknecht, die uit een kastje in bet vooronder van het te Delft liggend vaartuig van zijnen baas f 310 aan bankbiljetten ontvreemd had en daarmede in de Bagijuestraat 's-Hage aan de rol was gegaan. Slechts een onbeduidend bedrag daarvan werd bij zijne arrestatie teruggevonden. Na de bekentenis van beklaagde vorderde het O. M. schuldigverklaring aan diefstal met braak en veroordeeling tot één jaar gevangenisstraf. De uitspraak in deze zaken is bepaald op Dinsdag a. s. BUITENLAND. Duitschland. Keizer Friedrichs mémoires, over wier publicatie zijn we duwe nog geen beslissing heeft genomen, vormen 30 deelen, elk van 500 bl. folio. De overleden keizer was in de laatste 30 jaren gewoon dagelijks aanteekening te hou den van hetgeen hem wedervoer. Volgens den correspondent van de //Times" te Berlijn zal het binnenkort te verwachten gevolg van de reis van kei zer Wilhelm naar St. Petersburg, het be gin zijn van onderhandelingen van een internationaal karakter. Zweden. Dit Stockholm word van 27 Juli gemeld: Heden voormiddag be zochten keizer Wilhelm en de koning van Zweden, vergezeld van den kroonprins, prins Hendrik en graaf Bismarck, den Katharinen-elevator, het nationale museum, het centraal-telephoonstation en in den middag de Riddauholmskerk. Daarna reden zij naar het slot Drottningholm, •.vaar het diner plaats had. Het duitsche eskader werd door een aantal inwoners van Stockholm bezocht; de vreemde be zoekers werden zeer vriendschappelijk ont vangen; de duitsche officieren en schepe lingen maken druk gebruik van de genoe gens die Stockholm aanbiedt. Het heeft te Stockholm zeer de aandacht getrokken dat Krüger, de direc teur der oerlijnsche politie, die den keizer op zijn reis vergezelt, zich niet in betrek king heeft gesteld met de zweedsche poli tie. Deze had verklaard, dat de keizer niets te vreezen had en dat zij wel alleen voor zijn veiligheid zouden zorgen. Rusland. Het feest ter herdenking der invoering van het Christendom in Rus land werd Donderdag in het gansche land gevierd, in het bijzonder te Kieuw en in den ouden Chersonesus, waar op de plaats, op welke Wladirair de Groote den doop ontvangen heeft, eene prachtige kerk is opgericht, die plechtig werd ingewijd. De Petersburgsche bladen leggen den nadruk op de groote beteekeuis van het feest, dat tot ver buiten het gebied der Russische orthodoxe kerk levendige deelneming ver wekken moet bij alle vrienden van gods dienstige beschaving en vooruitgang langs historische lijn. Servië. Volgens een bericht uit Sofia, moet Koning Milan, nu zijn wensch is vervuld den kroonprins onder zijn hoede te hebben, besloten zijn, althans voorloo- pig van de echtscheiding af te zien. Behalve hun portretten kregen de heer en mevrouw Glad stone, bij gelegenheid van hun gou den bruiloft, nog 8 massief zilve ren bekers. Granville bood hun die aan met een adres, geteekend door 116 bijdragenden, vroegere collega's of vrienden van den ex-premier. In zijn dankbetuiging zeide Glad stone o. a., dat zijn staatkundig le ven dikwijls het voorwerp van cri tiek, soms misschien van ourecht- vaardige critiek was geweest, maar die critiek had hem veeleer goed dan kwaad gedaan en hij kon zeg gen, dat hij zich van zijn openbaar leven ternauwernood eenig pijnlijk incident kon herinneren. Te Liverpool is een jon- ge Duitscher gearresteerd, die had gedreigd Gladstone te zullen ver moorden. Tijdens het beleg van Parijs had de lust tot schertsen en lachen de inwoners niet verlaten. Wij vinden eenige caricaturen uit dien tijd, waarop o. a. personen zijn voorgesteld, die geheel in matten zijn gewikkeld en waaronder tot opheldering staat: «Mode voor het bombardement seizoen Zelfs over de tijdens het beleg heerschende schaarschte van levens middelen een onderwerp, dat toch waarlijk niet tot gekscheren geschikt is worden grappen verkocht. Een knecht vraagt aan zijn heer «Moet ik vandaag de paarden voor de barouchette of voor de brougham zetten?» De heer, zuchtende: «Zet ze maar in den ovenl» Van dezelfde soort is deze. «De paarden staan gereed, mevrouw,» zegt eene dienstbode tot hare mees teres. «Wat?» «Ja, mevrouw, op tafel.». Een derde spotprent stelt een troepje Franschen in den dierentuin voor, die met verwoede blikken staren naar den adelaar (men weet dat dit het veldteeken der Franschen is) die achter de traliën zit. «Het is gelukkig dat je achter de tralies zit!» roept een hunner, «was dat alles wat je voor ons kondt doen?» Het hoofd van een der oudste familiën uit de provincie Dauphiné, werd zooals de Paris meldt, als afstammeling van een lid van de Volksvergadering, uitgenoo- digd om het honderdjarig gedenk feest der traneche republiek bij te wonen. Deze uitnoodiging vereischte storting van 15 francs als bijdrage in de kotten. bet Houtplein begon de reeks, een lange rij paarden, met den halster vastgebonden aan een langs palen gespannen touw, dat met een opening voor den ingang van het Frederikspark, voortliep langs den Dreef. Daar stonden in eene verwarde massa van pooten, koppen en lichamen, ontelbare soorten van rijdieren. Ferme, zware werk paarden met glanzige huiden, extra voor de gelegenheid opgepoetst, eu voor de oogen hangende haren, waaronder de zwarte oogen fonkelden als kolen, armzalige, knok kelige, schonkerige bruintjes, die weemoe dig den kop omlaag houden en zich ge duldig door hunne woelige buren op zijde laten duwen, kleine poney's met rappe pooten en koppen, die een voorstelling geven van het //perpetuum mobile", hooge en lage paarden, ingezonken en gevulde ruggen, dikke en dunne pooten en kop pen. Hier en daar staat, door sierlijke dek ken beschermd, een span luxe-paarden met slanke lichamen en op hooge, dunne beenen. Wat de passage betreft, die is nagenoeg versperd voor ieder ander dan een man van het vak. Hier komt een zware boeren kar aanrollen, gevuld met landlieden, die een werkpaard noodig hebben, of uit liefde voor het vak komen kijken, rakelings daar langs vliegt het lichte, met één paard bespannen karretje, waarop de sportsman zijn bezoek aan de markt brengt, achter dit komt een tentwagentje met een ferm paard er voor, bestuurd door den eigenaar, die een zoo treurig gezicht zet dat het mij niet verwonderen zal als hij zoo aan stonds zijn geheele equipage te koop aan biedt, dwang-maatregel van den slechten tijd. Daartusschen ziet men aan de hand van knechts, paarden draven //Op proef", terwijl de eigenaar op een kleinen afstand met zijn zweep loopt te klappen om het beest wat meer levendigheid aan den dag te doen leggen, dan waarover het in de wandeling beschikt. Dit alles rijdt, draaft, galoppeert langs, door en tusschen elkaar, en een toeschouwer, die dit voor het eerst ziet, rilt twintigmaal als hij een botsing voorziet en slaakt evenveel keer een zucht van verlichting als het goed afloopt. Het is nu nog te vroeg voor een leven- De uitgenoodigde antwoordde in een beleefd schrijven, dat hij ver hinderd was de feesten hij te wonen, maar dat hij zich haastte hierbij zijn 15 francs te storten in assig naten, als zijnde dit de munt, welke de gedenkwaardige tijd der eerste republiek aan de nakomelingschap heeft nagelaten. Te Livorno zijn een drie tal belangrijke faillissementen kort na elkander gevolgd, zoodat aldaar eene ernstige handelscrisis uit ge broken is. Elf grootere en kleinere ü«rt. N. W. Schuw. *1/: iito dito dito 8 iito dito dito 81/: lito Obligation 81/. Oblig. Amort. SynéL 81/j ffrttakrtlk. Orig. Inichryving 8 Hoagartfe. Qbl. Leening 1867 5 iito in Papierrent» 6 9oudleeoing 6 dito 1881 4 S [nschry ving 1861/81 6 io. Ct. Adm. Lamait 5 io. do. Noitenim 5 ?0. Paasei. Leaning S Oblig. in Pap. 1878 4'/; iito dito 5 iito dito Zilver 5 Iito dito dito - 5 iito Goud 4 Folett, Jbi. Sehatk. 1844 4 rartwgftl. >bl Bi. 1858/84 8 dito 1881 5 dito 1886 5 Mas land. Jb Hope 1798/11 5 tfto In». 8e S. 1855 5 'Jbl. 1888 5 iito 1864 5 iito 1866 5 iito 1877 5 (ito 1877 la. Ooit. 5 iito dito 8e Serie 5 iito dito 3 e dito 5 iito 1878 Geconi. 5 iito 1873 dito. 5 iito 1884 dito 5 iito 1860 2e Leen. 4'/2 Iito 1875 Geconi. 47- Iito 1880 dito 4 Qbl. Leening 1867/68 4 iito Goudl. 1888 6 Obl. Perp. Schuld 4 Iito bnitl. 1876 2 iito binnenl. Amor. 4 Iito dito Perpet. 4 9arfetf«<, Sepriv. Obl. 5 iito Alg. Sch. 65 ger. Iito 1863/65 ger. (ito 1869 6 Iito gereg AMERIKA. HieKleia. Jbl. 1851 8 tito 1361 8 MraisltM. ObL Londen 1865 iito Lsen. 1875 iito dito 1886 iito d'to 1368 iito diio 188S Iito goud 1879 HaarlemI1/, 65 70 dito oude Le.n, 81/, 871/,981/. dito 1887 896'/,97 V* Hnr.l-Chark dito Genot, boeri. Sl'/a 101'/, 101'/. 100'/, 78'/, 90»/, 7»Va 92'/, 83'/.. 88'/. 91 61'/, 617» 66 65'/. 81'/, dito Nederlud. Amst. Hy.bank Pbr. i'/s dito dito dito 4 Arnh. Hyp.-B.Pbr 47s dito dito 4 Gemeente-Crei. ObL 4% dito dito 4 'i-Grav. Hyp. Pdbr. ilJt dito dito 4 Hoil.Hyp.-B.Pdb. 41/» dito dito 4 Nat. Hyp.-B. Pdbr. 5 dito dito i'/s Nederl. Bank. Aand. Rott. Hyp.-B.Pndb. 4'/- dito dito 4 Stmv. »Ned.« Aand. dito dito Obl. 5 dito dito 4% dito dito 4 Utr. Hyp.-Bk. Pdbr. 47, dito dito 4 dito Asow dito 5 Moik.-Jaroslow Obl, 5 Moskow-Kurek Obi. 6 Moik.-Smolensk. do. 5 Orel-Vitebsk. Aand. 5 Loiow.-Sewaat do. 5 ko«.. Pott-TMi" Oblig. 5 Tr&nicsuc&e do. i Z. W.Spw.-M. Aand. 5 «erf fes Centr. Pacific. Aand. Chic. North. Weit. iito. Ie Hyp. 7 dite Jowa Midi. do. 8 dito MasL Extensao.7 dito Menoinenee do. 7 dito N. W. Un, do. 7 dito Win. St. Pet. do. 7 iito South.-W. Obl. 7 Illinois Leai Cert 4 102% lOD/a 1017e 10078 108 1027, 101 101 102% 1017a io»V« io 280 1C25/i« Centr. C. v. A. 1017a 80'/, 103 101'/, 101'/, 100'/, 6s"/i, 991/. Z.-HolL H,p. IMbr. 101 imitord. Obl. 1861 87,1 99 Rticep. 1386 8% 997/ Sótterd. Ob 1886 8%| 9813/le Jelez-Orel do. 102 l&edefrlMdL 85 U Haarl.-Zandv. Aand. 973/s Holl. IJz. Spw. dito 100% dito Oblig. 1834 4 100% M. t. Ex. v. St.Sp.A4. 99% dito Obl. 1879/81 4 557« dito dito 1888 4 547/8 dit0 dit0 1870 j 54_ dito dito 1878 S 957/3 Centr. Sp. Aani. 9 67/ 9 dito dito Oblig. 95s/i dito gestemp. dito. 94 dito do. Uit. Schuld 91 Ned. Ind. Sp.-Aani. 797a dito Oblig. 1879 347/9 dito dito 1869 104% N.R.Sp-volgef.Aani. do. aiet-voigcF.Aani. dito dito dito dito Leening 1888 i1/. dito dito 1875/78 5 Ned.-Weatf. Aani, dito Obligation Bïosig&t ye Theis8-Sp. Aand, dito Obligation Italië* l49/ie Vict. Em. Obligation 5 West-Sicil.Spw. do. 5 Zaid.-Ital.Sprw. do. 3 - Fr.-Oost. Sp. Aaad. iPole»* WaraGh.-Brb. Aand 4 Wars.-Weenen. do. dito dito Oblig. 5 Gr. Sp.-M. Aand. 5 Hypotheek Oblig. 4: dito dito 4 dito dito 3 Balti8. Spw. Aand. 8 Charkow Azow dito 5 Iwang-Dombr. Obi. 47s Jelez-Griasi. dito. 5 68% 49 657, 787a 14 12% ioi72 103 102 101 97 97% 47: 4% *5 i Kansas Pacific Obi. 1 Louie v, Naih v.C.v.A. dito Adjust, bonds. San Frano. Obl. 8 dito Algam. Hyp. do. 8 Min, Kam, Tex Aani. do. U. Fac. S. Br. Obl. 5 Miai. Pac. South, do, 6 St.P.M. JcMan. leHdo-7 dito gec. Se Hyp. do. 6 South. Pacif. Spw. do 6 Union Pacific, dito. 6 145% 102% 117% 108 S4 777» 16% 1S6 94 91 103% 1C0 83% 607/8 1027e 60 88 46% 84% 101% 115 95 85 88% 56 95% 84% 9 D/i 987; Genot, keer» 98 SS'/. 10»'/, 101'/, 18 89'/, 86 98 6» V. 69'/» 37 188'/, 182 129'/» 138'/, 183 188 183 130'/, 97'/, 119'/. 118'/, 63'/, 101'/, 118 114 1'7« 104 98 111 117 115 112'/, HaarL Tram. Aand. N. k Z,-H, Stintr. A. dito Oblig, Stad Amit. f 1000.8 dito 100.8 A m»t. Kanaalxn.C.A Rotterdam 8 Gemaente-Crediet S Pal. v. VolkivJ, 1867 dito 1369 f2.50 Stad Antw. 1874. 8 dito Brussel 1887 reo.87s mesgei'sfe, Staatsleening 1870 Thoiaa Rag. Pr, Obl. 4 ©ase<fcaif1§fe. Staatslceninff 1854 4 dito. I860 dito 1864 Creaiet Anst. 1858 Stad Weenen 1$74 Th- 100 1855 87. M>gSSlaH<3<J Staatsleeninv 1864 5 diio 1866 5 §£wltserl»nd. Genivo 3 wmm Ct.Yer.Am.Sp.leSer. dito dito 1887/4 dit dito 2 e do. dito dito 8e do. Vg.AJ-yp.Spw. Obl. Pro\ Quebec, do. 5 Prol vnt'e 27> 8 pCt 108 112 104 104% 102% 1*8% 1 95 89% S0 105% 100 106 111% 185 147 114 158 148 140 967-, 1397s 78 102% 108% en handel, men denkt dat de prijzen na den middag wel zullen dalen. Niette min ziet men reeds overal groepjes, die een levendig gesprek voeren. Liefhebbers breken paardenbekken open, trekken aan paardenstaarten en liebten paardenpooten op om de hoeven te bekijken, alles, (tot naricht voor den oningewijde) om den leeftijd en de eigenschappen van het dier te bepalen. Deftige oude heeren wandelen met hunne zilverbandpettige koetsiers de rijen langs en geven den laatste instructies, terwijl zij, uit vrees voor zekere meer aangename soort van verrassingen, op een behoorlijken afstand blijven. Hier en d?ar staat een tweetal, een koopman en een kooper, el kaar volgens gebruik bij boeren, op weinig zachtzinnige wijze in de handen te slaan, maar het komt nog niet tot een koop en de kooplustige gaat heen met de woorden: «strakkies zei je welafkomme" waarop de eigenaar hem naroept: „op komme, ja!" maar toch een nijdigen ruk aan den teugel geeft, alsof het arme dier het helpen kon. Ginds staat een armoedig, klein hitje, met grauwe manen en doffe oogen, vast gehouden door een opgeschoten jongen, die iedereen aanklampt om zijn beestje aan te prijzen, tevergeefs, want het ken nersoog van de boeren ziet onmiddellijk wat het voor heeft, glimlacht zoo pacifiek als een boer dat kan en gaat voorbij. Daar komt er een, die wel zin in het dier schijnt te hebben en de eigenaar, een kansje ziende, biedt aan, om het dier te laten draven en gaat al klappende met zijn zweepje in een draf met zijn paard den weg op. Ach, het treurige dier! het beest loopt niet, het hompelt op zijn pooten, half voortgetrokken door zijn meester, met een onbeweeglijk lijf, dat stijf is als een plank, telkens de neiging van den leelijken kop te laten zinken, voelende bestrijden door de hand, die hem voortsleept. Als beide terugkomen, schudt de aspirant-kooper het hoofd en gaat verder zonder op de hijgend geuite aanbevelingen acht te slaan. //Breng hem naar den wrijfdokter roept een concurrent, die naast hem staat, z/die zal hem wel los maken!" maar de eigenaar let er niet op: waarschijnlijk heeft hij dergelijke aanvallen op zijn stramme koopwaar heden al meer gehoord. Tegen dea middag wordt het drukker. Eigenaars, bij wie de gedachte opkomt dat zij wel eens met hun //pèrden" zouden kun nen blijven zitten worden gedwee en loopeu niet meer zoo gauw weg als een liefhebber honderd gulden minder biedt dan zij vragen. Ginds staat een oude boer te bieden op een poney. //Tachtig", zegt de jonge boer, die het dier vasthoudt. Ferme slag op de hand van den oude. //Zestig", antwoordt deze, terugslaande. z/Yijf en zeventig". Klets. «Zestig". Klets. //Nee vader, daar krijg je 'm niet voor. Zie je nou niet, dat 't 'n goed beessie is, daar ben je oud genoeg voor. Nou, wat wil je, loopeu of koopen?" De oude boer schudt het hoofd, en houdt de hand weer op. //Vierenzeventig dan!" roept de eigenaar met zulk een heftigen handslag, dat het kleine, oude mannetje een gezicht trekt. //Zestig 1" roept hij dan koppig. De jonge boer keert zich verontwaar digd om en schijnt niets meer van den koop te willen weten, maar als ik tien minuten later daar weer voorbij kom, staat het tweetal elkander weer lustig in de handen te slaan en komt ten slotte, de een telkens een sport dalend, de ander een sport rijzend, op een cijfer van acht en zestig gulden. En nu gaan zij samen een bittertje drinken, als zegel op den koop. Verderop is een belgisch paardenkooper aan het onderhandelen over een paar fraaie luxe-paarden, slanke vurige dieren. De Belg wijst in een stroom van woorden in het fransch, op al de gebreken der dieren en de Hollander antwoordt daarop in zijn taal en hoewel ze elkander volstrekt niet verstaan, begrijpt de een toch volkomen goed wat de ander bedoelt. Naast hen staat een buitenman, dien ik voor een groentenven- ter houd, te dingen met den eigenaar van een klein paardje, terwijl zijn vrouw, die een groote, groene paraplu en een mandje aan den arm heeft hangen, met een angstig gezicht naar de onderhandeling luistert, blijkbaar doordrongen van het helaas niet te loochenen feit, dat op de paardenmarkt wel eens vierde kwaliteit voor eerste wordt aangeprezen. Te midden van al dit gehinnik, getrap pel het rammelen van dooreenrijdende karren en wagentjes, dit luidruchtig loven en bieden, dit geheele Babylon van ge luiden, welks omvang de meerdere of min dere levendigheid van den paardenhandel aanduidt, neem ik afscheid van de markt. En hoewel ik mijzelf tot dusverre nog niet de mogelijkheid heb voorgesteld, dat het wel eens gebeuren kon dat ik dien landauer met twee paarden morgen trek ken zal, komt toch de gedachte thans bij mij op, dat het toch wel aangenaam wezen zou. Een op de 25000, nu ja, maar waarom zou ik die een niet evengoed kannen zijn als ieder ander? Ja, waarom niet? Zeg nu zelf lezer Het is nu Vrijdagmiddag terwijl ik dit schrijf en het is gebleken dat ik die „een" niet ben. Ja, zelfs geen ruin ofvosmerrie is mijn deel geworden, niet eens een reisdeken, zweep of rijtuiglantaarn. De hand van den weesjongen die de nom- mers greep, is het mijne helaas voor- Ik durf er wel wat onder verwedden, dat menigeen die in hetzelfde geval ver keert, zal gedacht hebben„had ik dat vooruit geweten, dan had ik mijn gulden beter kunnen gebruiken!" Zoo denk ik er ook over: had ik kunnen voorzien, dat Mevrouw Fortuna mij haren glimlach zou onthouden, dan had ik mijn gulden be waard voor den speeltuin. Want ik kan mijn lezers mededeelen, dat er eerlang een beroep op hun philantropischen zin zal wor den gedaan, ten behoeve van de oprichting en het onderhoud van den speeltuin, een beroep, dat, naar ik hoop en vertrouw, niet te vergeefs zal zijn. Maar, onder ons gezegd en gebleven, aanstaand jaar speel ik weer mee. Want een op de 25000, nu ja, maar waarom zou ik die een niet even goed kunnen zijn als ieder ander? Ja, waarom niet? Zeg nu zelf, lezer! Fidelio.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 2