NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD.
Blanken en Zwarten.
6e Jaargang.
Zaterdag 1 September 1888.
No. 1584.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIES:
IIV' N E NL AN D.
HAARLEMS DAGBLAD
Voor Haarlem, per 3 maanden/1.20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.6&.
Afzonderlijke nummers- 0.03.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
BoreenKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiera.
IPirecteuren-Ultgcvcrs J. C. PËEREBOOH1 engJ.p. AVS».
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Generale de Publieite Etrangère G. L. DAUBE Co., JOH. F. JONES, Sucr., Parijt, 31bis
Montmartre.
S TA!) S NI E IJ IV S.
Haarlem, 31 Augustus.
De parade, welke beden ter ge
legenheid van den verjaardag van
H. K. H. prinses Wilhelmina door
het garnizoen zou worden gehouden,
heeft wegens het ongunstige weder
niet plaats gehad.
Gelukkig dat het weder wat op
klaart, zoodat althans de muziek
en de illuminatie in den Hout waar
schijnlijk zullen doorgaan.
Vele huizen in de stad zijn ge
vlagd. Ware het weder gunstiger
geweest, dan zouden ongetwijfeld
meer vlaggen en oranjewimpels zijn
uitgestoken.
De heer Paul C. van Vlissingen,
custos van het stedelijk Museum
op het Raadhuis alhier, mocht heden
een blijk vaa weerdeering ontvan
gen van H. K. H. Prinses Albreckt
van Pruissen voor de betoonde wel
willendheid bij gelegenheid van
haar bezoek aan genoemd museum.
Voor het examen ter verkrijging
van de akte fransch (1. o.), 30 Aug.
te Utrecht gehouden, is geslaagd
o. a. mej. A. E. de Vries, alhier.
Nog is Donderdag bewezen dat
de dief van de geit en de oplichter
van den sigarenverkooper zich ook
door oplichterij in het bezit heeft
gesteld van een paar molière-schoe
nen ten nadeele van den winkelier
O. in de Spaarnwouderstraat.
Arrondissement® Rechtbank
TE HAARLEM,
Zitting van 30 Augustus 1888.
Nog werden in deze zitting behandeld
de navolgende zaken
D. B. huisvrouw van H. S., Haarlem,
drankwet-overtreding, req. f 3 boete, subs.
dag hecht; H. P., arbeider te Edam,
mish., req. f 5 boete subs. 2 d. hecht.;
O., arbeider te Purmerend, beleed.,
req. f 15 boete, subs. 10 d. hechtenisH.
B., houtvlotter, Purmerend, overtr. der
hondenbelasting, req. f 6 boete subs. 1 d.
hecht.; J. Zkoopman te Purmerend,
overtr. hondenbel. req. f 6 boete, subs. 1
hecht.; J. D. Jz. landbouwer te Heems
kerk, mish. req. f 25 boete subs. 10 d.
hecht.; C. v. O., Beverwijk, diefstal, req.
2 jaar gev.M. v. N., Velsen, vischven-
ter, mish., req. 5 d. gev.; C. v. d. R.,
arbeider, zonder woonpl., bedelarij, req.
12 d. hecht, en 2 jaar opzending naar
een Rijks-werkinrichting.
De rechtbank deed uitspraak in de na
volgende zaken, behandeld in //Haarlem's
Dagblad" van 17 en 18 Aug. 1.1.
A. W. Haarlem, diefstal 6 m. gev.P.
L. Haarlem, verduistering, 3 m. gev.;
W. v. E., stukadoor, Haarlem, weerspan
nigheid, 3 d. gev.; A. E. K., Haarlem,
vernieling en mish., 15 d. gev.; P. V.
Haarlem, weerspann. 5 d. gev.; J. D.,
Haarlem, weerspann. 3. d. gev.A. T.,
Haarlem, weerspann. 5 d. gev.J. v. V.
Zaandam, mish. 8 d. gev.
Iogekomen aanvragen van werk
zoekenden bij de Arbeidsbeurs aan
het bureau van Haarlem?s Dagblad:
1 loopknecht, 1 kamerbehanger en
zadelmaker.
Ingekomen aanvragen van werk
gevers [2 loopjongens.
Men schrijft ons uit Haarlemmer
meer:
De dag van heden is voor de kin
deren der chr. school te Hoofddorp
een ware feestdag geweest, dank zij
de commissie en den belangstellenden.
De verjaardag van Prinses Wilhel
mina werd opgewekt herdacht en
het feit vau de vernieling der on
overwinnelijke vlojt, nu 300 jaar
geleden, werd in herinnering ge
bracht. Den honderd en twintig kin
deren en hunnen onderwijzers zal
deze dag lang heugen.
De rekening der gemeente Haar
lemmermeer over 1887 in ontvangst
bedragende f 71,704.32V* en in uit
gaaf f67,584,71 Va, sluit met een batig
saldo van f4119.61.
LETTEREN EN KUNST.
De heer H. A. Banning te 's Bosch, de
bekende novellist en journalist, herdacht
Zondag jl. zijn zeventigsten verjaardag en
ontving bij die gelegenheid talrijke bewijzen
van achting en waardeering.
Uit Eindhoven wordt gemeld!
Het was Donderdag een feestdag voor
Eindhoven. Allerwege wapperde de vader-
landsche driekleur om de driedubbele zege
te vieren door //Apollo's Lust" van hier
te Tilburg behaald, namelijk twee eerste
prijzen en eene tweede prijs. Bij terugkomst
van Tilburg werd de bekroonde vereeni-
ging aan het station door alle alhier be
staande corporaties opgewacht. Ook de
burgemeester en de leden van den gemeente
raad waren aanwezig. Het hoofd der ge
meente bracht de gelukwenachen namens
Eindhovens ingezetenen over aan de ver-
eeniging //Apollo" ©n haren wakkeren
directeur, den heer Madlener, waarop een
daverend hoera volgde. Onder het spelen
der muziek ging men in optocht door de
stad en zoo naar de zalen van //Apollo's
Lust".
t w. J. HOFDIJK.
Woensdag kwam uit Arnhem het bericht,
dat onze dichter Willem Jacobszoou Hof
dijk in 72-jarigen ouderdom, na eene kort
stondige ziekte te de Steeg is overleden.
Onze letterkunde heeft daardoor al weder
een zeer gevoelig verlies geleden. Met hem
toch is een der weinige orergeblevenen van
de oude garde gevallen. Hofdijk bekleedde
eene geheel eenige plaats in de letterkun
dige wereld; van de ouderen is er geen
zoo populair geweest, in den besten zin,
als hij. Vijf-en-twintig jaren lang heeft hij
door zijne gedichten en dramatische bal
laden bij ontwikkelden en onontwikkelden
geestdrift weten te wekken. De avonturen
zijner dappere ridders en schildknapen, van
zijne 8chooue jonkvrouwen en ongelukkige
minnaars vermochten al dien tijd de be
langstelling van het letterlievend publiek
te boeien, llet lied vau den Kennemer
Meistreel vond weerklank in aller harten.
Bij het tegenwoordig geslacht is er de
smaak voor die soort poëzie geheel uit,
maar in den tijd, dat de rederijkerskamers
bij ons volk nog in hooge eere waren, was
Hofdijk de man, die door niemand werd
geëvenaard. Wij kennen hem het best als
den historieschrijver, als den auteur van
i/Ons Voorgeslacht", (lat hij voor ons op
roept uit het verleden en met dichterlijken
gloed iu zijn handel en wandel beschrijft.
Als wetenschappelijk historicus moge hij
niet hoog staan, altijd en overal getuigt
zijn werk van grondige studie, van dege
lijke kennis. Vóór hij zich aan den arbeid
zette, verzamelde hij met den grootsten
ernst en nauwgezetheid de bouwstoffen, die
hem konden dienen. Maar hetgeen aan
zijne werken een geheel bizondere waarde
geeft, hetgeen ze eene blijvende plaats in
onze literatuur verzekert, dat is de innige
geestdrift, de waarachtige bezieling, waar
mede hij schreef. Al wat goed is en edel,
trof hem, en bij wist met het woord te
tooveren, waar het gold liefde voor het
schoone op te wekken of afkeer van het
lage en gemeene in te boezemen. En hoe
geraakt hij in vuur, als hij de geschiede
nis van ons doorluchtig "Vorstenhuis be
schrijft en de groote prinsen van Oranje
hun leven en daden doet kennen! In
geheel ons land was geen oprechter vader
lander, geen warmer vriend van Oranje
dan hij.
Het hollandsche landschap, onze blonde
duinen en paarsbruine heide waren hem
dierbaar; hetgeen zijn kunstenaarsoog aan
schouwde, wist hij met treffende juistheid
en kracht in beeld te brengen.
Als men8ch was Hofdijk oen zeer ka
rakteristieke persoonlijkheid. Ruw en norsch
kon hij in den omgang zijn; de kunst van
//mooispreken" was hem vreemd; als zijne
ergernis was opgewekt, spaarde hij zelfs
zijne beste vrienden niet, maar wie hem
kenden, wisten, dat er onder die harde
schors een hoogst gevoelig, edel en onbaat
zuchtig hart klopte. Dat hij tallooze vrien
den had, daarvan ontving hij op den 27n
Juni van het jaar 1886, ter gelegenheid
van zijnen zeventigsten verjaardag, de har
telijkste bewijzen. Oud-leerlingen Hof
dijk was gedurende eene lange reeks van
jaren leeraar aan het Amsterdamsch Gym
nasium waaronder mannen, die thans
een professoralen zetel innemen, kwamen
hun vriend en leermeester op dien dag als
om strijd hulde brengen. Onze Koning-
groothertog schonk hem bij die gelegenheid
het officierskruis *an de Eikenkroon en
koning Leopold van België benoemde hem
tot ridder van de Leopoldsorde. Reeds vroe
ger vereerde onze Koning hein den Nedor-
landschen Leeuw.
Het zou onze ruimte verre overschrij
den, als wij Hofdijks werken, ook zelfs
alleen de voornaamste, wilden noemen. Ter
kenschetsing echter van zijne verbazende
werkkracht en on vermoeiden ijver, wijzen
wij op zijne beide laatste uitgebreide dicht
stukken //In 't harte van Java" en //In
't gebergte Di-eng (opgedragen aan H. M.
de Koningin). Op een leeftijd, dat de ge
wone men8cli naar rust verlangt, begon
hij eene geheele bibliotheek over Insulinde
door te werken, om in zijne beschrijving
ran het land zijner (lroomen der natuur
getrouw te blijven. Niemand minder dan
prof. Veth in deze zijn groot voorbeeld
bracht den kloeken dichter hulde en
bewondering voor de wijze waarop hij die
taak heeft volbracht.
LEGER EN VLÖQÏ.
Bij het departement van Oorlog is in overwo
ging een voorstel tot het benoemen eener staats
commissie, voor het doen van voorstellen om
trent de te nemen maatregelen voor de appro-
viandeeriug van de stelling van Amsterdam.
Een der bezuinigingsmaatregelen, door den
tegenwoordigen minister van Oorlog ingevoerd,
is, dat de subalterne officieren, die worden be
stemd om oefeningen in kampplaatsen bij te
wonen, voortaan, in plaats van f 4, slechts fl.75,
en hoofdofficieren, in plaats van f 5.33, slechts
f 2.50 per dag zullen genieten.
De dagorder, na het einde der manoeuvres
door den algemeenen leider der oefeningen, den
schout-bij-nacht J. P. van Itossum, aan de troe
pen uitgevaardigd, luidt als volgt:
'Het is mij eene hoogst vereerende taak u,
HH. officieren en minderen der zee- en land
macht, die deelgenomen hebt aan de gecom
bineerde oefeningen in deze stellinsr, mijne bizon
dere tevredenheid te betuigen over den goeden
geest, die u heeft bezield; over den ijver, de
toewyding cd trouwe plichtsbetrachting, door u
allen aan den dag gelegd. Daardoor hebt gij mij
de mij opgelegde taak zeer helpen verlichten.
Moge, hetgeen daarbij verricht is, strekken tot
leering van ieder onzer, opdat wij daartoe ge
roepen, met vrucht mede kunnen werken tot
het voortbestaan der vrijheid van ons dierbaar
Taderland; Leve de Koning!»
De goeverneur-generaal
Van Rees zal, Da zijne waardigheid
aan zijnen opvolger te hebben over
gegeven, met de Soenda naar Neder
land terugkeeren. Dit stoomschip
wordt opzettelijk daarvoor ingericht
en zal eene extra-vaart maken.
De gebouwen der depar
tementen van algemeen bestuur te
's-Hage zullen hedenavond worden
geïllumineerd. De ambtenaren be
hoefden heden slechts in de morgen
uren te werken.
Door den heer Klerek,
secretaris van de afdeeling 's-Gra-
venhage, werd voorgesteld om een
adres aan de staatscommissie voor
de defensie te richten, waarin de
wenschelijkheid wordt uiteengezet
van den persoonlijken dienstplicht
en op invoering daarvan aange
drongen.
Het voorstel werd bij meerder
heid van stemmen aangenomen. Het
hoofdbestuur wenschte evenwel het
gevoelen te vernemen van den voor
zitter van den Bond, doch mocht
deze nog langen tijd buitenslands
moeten vertoeven, dan zal het
hoofdbestuur overeenkomstig den
door de vergadering uitgedrukten
wenech handelen.
Woendag had te Arnhem
de tweede algemeene vergadering
plaats der leden van den Algemee
nen Politiebond. Na de openings
rede van den voorzitter werd o. m.
besloten de derde algemeene verga
dering van den Bond in 1889 te
's-Hage te houden en aan het we
duwen- en weezenfons een begra
fenisfonds toe te voegen.
Voorts werd de voorzitter, de heer
J. W. Tuinenburg, commissaris van
politie te Gouda, oprichter van den
Bond, en die aan de beurt van af
treding was, met algemeene stem
men herkozen.
Goedgekeurd werd het voorstel
betreffende het uit te reiken insigne
aan de leden van den Bond, zoodat
FBtJILLHTO 3XT.
Een verhaal vit den amerikaanschen burgeroorlog.
12) Vile HOOFDSTUK.
DE TWEE (JASTEN.
Daar had men Penn, die heldhaftig het steunen van eene
gewonde ziel onderdrukte. Een weinig verder buiten het hnis
nam eene jonge vrouw, geheimzinnig fluisterend, afscheid
tan een gelukzoeker. Nog even verder in de achterkamer
Van Jim, den har bier, tracteerde Silas Ropes zijne mede
plichtigen, en terwijl zij dronken en vloekten, oefenden zich
ie metgezellen van Stackridge in den wapenhandel. Salina
lam afscheid van den zwerveling, en trad het huis binnen,
erwijl Virginia aan het zingen was, en zij wierp haar
nuts achteloos weg, toen zij ging zitten.
Hé, Salina, waar zijt ge toch geweest? zeide Vir
ginia, terwijl zij ophield, en zich driftig op de pianokruk
imkeerde. Wij waren nieuwsgierig, waar of ge toch ge
bleven waart!
Gij behoeft u over mij niet te verwonderen, zeide
Salina koel. Ik wilde eens wat buiten gaan wandelen,
omdat ik dikwijls voor donker geen tijd heb.
Zij stapte met haar voet op het vloerkleed, terwijl zij
haar bovenlip zenuwachtig optrok. Haar lip was wel wat
te kort, en zij had de gewoonte, om de lippen aan een der
mondhoeken samen te klemmen, met een spijtige en onge
duldige uitdrukking. Uitgezonderd deze eigenaardigheid der
lippen (en misschien de ongeëveDredigde lengte van een zeer
lang bleek voorhoofd) waren hare gelaatstrekken zeer mooi,
ofschoon zij de bekoorlijke frischheid van die van hare jon
gere zuster miste.
Virginia wist wel, dat het voorwendsel, dat zij voor don
ker geen tijd had om te wandelen, zeer ongerijmd was;
maar bemerkende hoe slecht zij geluimd was, wilde zij dit
niet zeggen. En zij hervatte haar taak om Bythewood bezig
te houden.
VUIe HOOFDSTUK.
DE ZWERVELINO.
In dien tusschentijd had de nachtelijke kennis, van wien
Salina afscheid had genomen, een laatsten blik op het huis
geslagen, en zijn somber, afgunstig gelaat naar het venster
gekeerd, waar het licht brandde, en waar gezongen werd,
en met zijne handen in zijn zak, liep hij over den eenzamen
weg, dwars door de veldsn, terwijl de maan boven zijn
hoofd scheen. Hij ging denzelfden weg dien Penn was af
gekomen, en na verloop van twintig minuten, naderde hij
de deur van het eenzame huis met de donkere vensters, en
de honden daari». Hij liep er omheen, en daar hij geen
licht, noch een of ander teeken van leven zag, kwam hij
naderbij en klopte zachtjes tegen eene ruit.
De honden werden dadelijk opgeschrikt en blaften hevig.
Niets kon hem afschrikken; hij wachtte totdat de storm,
dien hij had verwekt, een weinig was bedaard, en klopte
toen weer.
Wie is daar? krijschte mrs. Sprowl, met hare
schelle stem.
Dat weel gij well zeide de zwerveling, op ver-
trouwelijken toon, een die hier het recht heeft.
Nu dacht de voortreffelijke weduwe van den diep betreur
den Sprowl natuurlijk, dat als er iemand was, die het recht
had, hij het moest zijn, die haar vooruit kostgeld betaalde.
Zijt gij het weer? riep zij uit. Hebt gijnergeus
auders ouder dak kunnen komen? Maar als gij denkt dat ik
er heter over denk en u binnen zal laten, dan hebt ge u
zeer vergist! Ga dadelijk weg, of ik laat de honden los!
- Laat ze maar los en wees....
Wij zullen het laatste woord, van het uitdagende ant
woord van onzen zwerveling niet noemen. Het prikkelde
echter het humeur van die goede mrs. Sprowl. Dit was
voor het eerst, dacht zij, dat zij den edelmoedigen en vrien
delijken schoolmeester hoorde vloeken, maar zij was er niet
erg verwonderd over, daar zij geloofde dat een man nau
welijks koD verduren, wat hij dien avond had geleden, en
dan nog niet te vloeken.
Pas dan maar op, mijnheer, want ik zal mijn woord
houden.
En men hoorde het geluid van grendels, die afgeschoven