gen, om kwartier te maken voor de infanterie, sterk ongeveer 500 man, 18 officieren en 7 paarden, die Maandagmorgen daarheen zullen vertrekken, onder commando van den luit. kol. Vogel tot bijwoning van de groote manoeuvres. Men schrijft ons uit Velsen: Vrijdag, de verjaardag van ons Prinsesje, was het voor de oudsten onzer schoolgaande kinderen een prettige dag. Daartoe uitgenoodigd door baron Van Tuyll gingen zij per boot naar Alkmaar, waar zij in den speeltuin werden opgewacht. Een schoon vuurwerk besloot den dag, die lang in liet geheugen der kinderen zal blijven. De heer J. Vreekec, onderwijzer te Hoofddorp, is geslaagd voor het examen voor de acte van hoofdon derwijzer. Uit Aalsmeer wordt gemeld: Ofschoon in het nosteinde van deze gemeente een hulpkantoor der posterijen gevestigd is, Oosteinder- dijk genaamd, is het er met de be stelling van brieven enz. treurig ge steld. Slechts éénmaal per dag wor den deze bij velen bezorgd. Wat na elf uur des morgens te Amsterdam op het postkantoor komt, bereikt zijn adres eerst in den namiddag van den volgenden dag, soms nog later dan vijf uur. Dagbladen b. v., die toch overal of nog denzelfden avond of den volgenden morgen be zorgd worden, komen hier in han den van vele lezers, wanneer het volgende nummer reeds verschenen is. En zulks op eenen afstand van nauwelijks twee uren van Am sterdam. Door eeuige ingezetenen worden thans pogingen aangewend om in dezen toestand eenige verbetering te verkrijgen. LETTEREN EN KUNST. Inhoud "Semperviren9" No. 35: De keulsche «internationale» Tentoonstelling. Euryclea australasica, met een afbeelding. Asparagus plnmosus. Iets betreffende het snoeien der bloemheestera. Chamaecyparis Boursieri (Cupressus Lawsoniana) var-: Keizer Frederik III. Ingezonden. Lycaste Skin- nerii alba. Van Mexico naar Vera-Cruz. Maragogipo-koflie. Niet zeer vleiend. Lijst der bekroningen op de Huishoudelijke Tentoon stelling, gehouden op 19 en 20 Aug. jl., door de Pomol. Vcrccniging. Verschill. mededeelingen. Vraagbord. Tentoonstellingen. Adver- tentien. Het te Londen verschijnende tijdschrift «The Theatre» maakt in het overzicht van het muzikaal seizoen met warmen lof melding van Hollman en Johannes Wolff. «/Holland», zegt de //reviewer» o. a., «verdient den dank van Europa voor het uitzenden van twee zulke groote ar- tisten a BINNEN L N 1). De minister vanFinan- cien ontving Donderdag ten ge- hoore de heeren Jacob B. Citroen en v. d. Eersten, afgevaardigden namens talrijke fabrikanten en be langhebbenden bij de goud- enzil vernijverheid in Nederland, die den minister het bekende adres over handigden en daarbij toelichting gaven. De grieven der adressanten zullen aan een bizonder onderzoek worden onderworpen. De 14e jaarlijksche algemeene vergadering der Nederlandsche Juristen- Yereeniging werd deze week te Breda ge opend door den voorzitter, mr. F. B. Co- jiiuck Liefstiug, met eeu korte toespraak, waarin hij betoogde dat de vereeniging zich moet plaatsen in het volle maatschap pelijk leven, maar altijd in het licht der rechtswetenschap, welk betoog werd toe gelicht met de geschiedenis der eeds kwestie. Hierna werp gediscussieerd over het on derwerp //Onder welke voorwaarden moet de Ned. wetgever uitvoeibaarheid verlee- aen aan de vonnissen van den buiteuland- schen burgerlijken rechter?" Na een uitvoerige bespreking, waaraan deelnamen de heeren Van Eek, Hingst, Raliusen, Tripels, Levy, De Pinto, Asser en Jitta (de beide laatsten praeadviseurs) werd gestemd over de verschillende vraag punten. Vraag 1. //Behoort ieder vreemd vonnis alvorens het hier kan worden len uitvoer gelegd, onderworpen te worden aan de revisie van den nederlandschen rechter op de bij de wet te bepalen wijze?" werd ontkennend beantwoord, eveneens het eerste gedeelte var. vraag 2: „Is het wensche- lijk als stelsel aan te nemena. dat op 63n veilof van executie, zonder nieuw on derzoek van de zaak zelve, uitvoerbaar heid verleend wordt aan het vreemde von nis, zonder onderscheiding tusschen de Staten, welker rechter het vonnis gewezen heeft?" terwijl daarentegen het 3e gedeelte dier vraag //Is het wenschelijk dat dit al leen geschiedt, als aan den Staat welks rechter het vonnis gewezen heeft, de uit voering daarvan door tractaat is verzekerd?" bevestigend werd beantwoord. Het derde gedeelte der vraag „Is het wenschelijk, dat dit geschiedt indien de Staat, welks rechter het vonnis gewezen heeft, op ge lijken voet de uitvoering van nederland- sche vonnissen toelaat? verviel, zoodat dus is uitgemaakt, dat uitvoerbaarheid zonder nieuw onderzoek aer zaak alleen moet worden toegelaten bij tractaat en niet welke regeling wenschelijk is, als geen traetaat bestaat. «Onze Oost» begint men zou bijna zeggen op onrustbarende wijze de aandacht te trekken van onze duitsche naburen. Pas heeft de Kölnische Zeit, een uitgebreid feuilleton gewijd aan «Der Hollan- dische Colonialsoldat», waarin de schrijver, die in het Nederlandsch- Indische leger heeft gediend, eene vrij donker gekleurde schets levert van het leven van den soldaat in dat leger, of een ander bewijs van belangstelling wordt onder de oogen der Duitschers gebracht, dat een veel ernstiger karakter draagt In "en hoofdartikel, tot opschrift dragende «De koloniale macht van Holland», bespreken de Milnchener Neuesten Nachrichten de jongste ge- gebeurtenissen op Java en geeft een overzicht van den Atjeh-oorlog. Ten slotte lezen wij in het artikel«De ontruiming van Atjeh moet als het begin van het einde der hollandsche macht in de koloniën beschouwd worden. Holland is, met zijn 30,000 man troepen in Indië, van welke hoogstens 20,000 man als goede soldaten te rekenen zijn, niet in staat, zijn gezonken prestige weder te her stellen. Java, dat alleen zoo groot is als Zuid Duitschland met de Rijks- landen Sumatra, dat een opper vlakte heeft als Frankrijk en Spanje samen Borneo en Celebes, al deze bloeiende koloniën zien in het succes der Atjehneezen Holland's verval en de toekomst zal doen zien, dat ook zij reeds lang het uur verbeiden, waarop zij het hollandsche juk zul len afschudden. De stammen in die koloniën zijn echter onderling te oneecig om zon der europeesche heerschappij te kun nen blijvendaar behoort eene macht te zijn, sterk genoeg om werkelijk te kunnen heerschen. Of Holland, breekt eenmaal de opstand uit, daar toe in staat zal zijn, is zeer te be twijfelen. Wordt Holland <*chter van daar verdreven, welke der europeesche groote mogendheden zal dan deze rijke koloniën ten deel vallen Het is een vraag, die in de politiek der toekomst, en wellicht der naaste toekomst, van zeer groot belang zal worden.» Als men er maar niet op wacht, zouden wij hieraan kunnen toevoegen. Donderdag namiddag omstreeks half vijf is te Amsterdam de ballon «Excelsior», kapt. M. A. Rodenhof, uit het café Maas aan de Weesperzijde, bij gunstig weder opgestegen. De wind, die uit het WZW. woei, dreet den ballon in de richting der Zuiderzee. De tocht schijut niet voorspoedig te zijn ge weest, daar de luchtschippers, vóór de haven van Blokzijl, door hun collega's van een vischschuit zijn opgenomen en aan land gebracht. Men deelt aan het El blad mede «Een zeer eigenaardig voorval had onlangs plaats. Onder voorwend sel van hem werk te verschaffen, werd een ouden armen mau, door een notabel ingezetene verzocht, zich te willen vervoegen bij eene zekere familie X, mede alhier woon achtig. Bij zijne komst ten huize dier familie werd de man alles be halve voorkomend behandeld. Van werkverschaffing was geen sprake, wel werd hem op eene lang niet malsche wijze door het echtpaar verweten, dat hij de oorzaak was, dat hun 3jarig kind zwaar ziek lag. Hij zou hun kind nl. «betooverd» hebben. Onder het uiten van be dreigingen, verlangde men van hem, dat hij der vrouw een zeker formu lier zou nazeggen, waardoor dan het kind herstellen zoude. De arme man bleef echter zijne ODschuld betuigen en weigeren aan het verlangen te voldoen. Hoe verheugd hij was toen de voordeur achter h^m dicht viel, behoeft geen betoog. Dit treurspel werd afgespeeld onder den rook van Amsterdam.» Betreffende den brand in de boerderij bewoond door den' landbouwer A. Janeen, in den Noor der - IJpolderonder Amsterdam, meld men one nog, dat de oorzaak wel degelijk aan het inslaan Tan den blikeem moet worden toege schreven. Het gebouw en de inboe del waren in korten tijd dot r de vlammen verteerd, nog eer de ijlings ter plaatse gekomen drijvende brand spuit «Jan vau der Heijde» uit Am sterdam, hulp kon bieden. Twee arbeiders waren door het hemelvuur bewusteloos tegen den grond ge slagen, doch hadden gelukkig geen kwetsuren bekomen; beiden zijn «poedig weder hersteld. De vroolijkheid dermi- Iitairen outaarddeVrijdagavond te s-Hage hier en daar in uitgelaten heid en lust om met burgers te vechten. Een veldartillerist werd door de politie gearresteerd, ver dacht van een koetsier een sabel houw op het hoofd te hebben toe gebracht, zoodat de verwonde naar het ziekenhuis moest women ge bracht. Bij zijne arrestatie op het Spui verzeiten zijn kameraden zich daartegen, die met de bloote sabel een aanval deden op een zestal politie-agenten, die zich echter dap per met den wapenstok weerden en den arrestant niet loslieten. Een dienaar kreeg een sabelslag op den pols. Een be er te Schevenin- gen gelogeerd en die met zijne kin deren aan het strand druk aan het graven was geweest, verkeerde een paar uren in grooten angst over het verlies van zijn portefeuille met groote geldswaarde. Later vond hij dre gelukkig op zijn logeerkamer. Hij toonde toen zijn dankbaarheid aan de strandknechts, die met hem trouw gezocht haddenhij Bchonk zeflO! Boven Tubbergen ont- lastte zich Donderdag een hevig onweder, waarbij de bliksem in de woning sloeg van den land bouwer De Wannemaker op de Iemsche. In een oogenblik stond het huis, waarin ook de geheele oogst van hooi en rogge, in vlam. Door den slag werden de vrouw en kinderen bewusteloos voor den grond geworpen. De oudste zoon was het eerst weer bij kennis, en haastte zich toen, zijne moeder en de kinde ren naar buiten te brengen. Eene koe en een varken zijn mede inde vlammen omgekomen, terwijl drie schapen door den bliksem ziin ge troffen. J 8 De man was van huis, en toen men hem had gebaald, vond hij niets^ dan een rookenden puinhoop en zijne vrouw, nog in bewusteloo- zen toestand, bij een der buren. Een mitte raaf! Een inwoner van Terneuzen maakte be zwaar tegen zijn aanslag in den hoofdelijken omslag en wel omdat hij te laag aangeslagen was, Da delijk tegen een inkomen van f 1000 en hij verklaarde iets meer dan f1150 te verdienen. Jammer dat de adressant te laat zijn reclame had ingediend; de tijd hiervoor was ver streken; men zou het evenwel in notitie nemen voor het volgende jaar. VISSCHERIJ. Nieuwediep, 31 Augustas. Elf korders brachten heden 14 tot 120 groote, 120 tot 170 kl. tongen, 1 tot 2 manden schar en 1 tot 3 mandjes kl, schol ter afslag, gr. tong gold 50 a 60 c., kleine id. 15 a 20 c., per stuk, schar f 3 f3.50 per mand, kl. schol f3 a f4 per mandje. I)e engelsche kotter G. Y. 88 bcsomde voor 205 tongen en een partijtje schelv., kl. Bchol en tarbot f 117-40. KOLONIËN. De onlusten in Bantam. Aan de berichten van den specialen correspon dent der «Javaboden is het volgende ontleend: Tjilegon, 21 Juli. Het lijk van hadji Iskalc is op verzoek van den resident van Sarang hierheei gezonden en aan de bevolking vertoond. Enkelen zouden het wenschelijk gevonden hebben don kop van den romp te scheiden en op een paal te zetten, doch de directeur vau biunealandsch bestuur verzette zich daartegen, omdat hij het verminken van lijken in het nlgemeen afkeurt, en hij daarvan enkel verbittering der bevolking voorziet. Ook is alle vernieling, beschadiging en roof ten streugste verboden. De legercommandant heeft geschreven, dat hij hoogst ongaarne ziet dat sol daten daaraan deelnemen, en dat zelfs wanneer het civiele gezag kampongs mocht willen in brand steken, dit aan de dwangarbeiders moest worden overgelaten, doch niet door de soldaten mocht worden verricht; elk c immandeerend officier zou zich daarover ernstig hebben te verantwoorden. De goede verstandhouding tusschen het civiel en het militair gezag Iaat niets te wenschen over. De officieren hadden bij de komst van den irecteur hem hunne opwachting gemaakt, en gisterenavond reciproceerde de heer Yan Vleuten dit vergezeld van den resident, den heer Van Hasselt en de andere ambtoaaren ten hnize van den heer Van Rinsnm, waar de officieren z'ch vereenigd hadden. Dit werd zeer door hen op prijs gesteld. Een mannenkwartet nit de solda ten, dat veel bijbrengt tot het onderhonden van een aangenamen geest, luisterde den avond door zijne voordrachten op. Dr. Haga verricht wonderen op heelkundigen hygiënisch gebied. Alle gewonden, en daar zijn er zoo eenige en ernstige ook, gaan onder zijne behandeling uitstekend vooruit. Bij gebrek aan leksteenen heeft de heer Haga van bloempotten en gezuiverde petroleumblikken bruikbare surro- ;aten weten te maken; op een halve paal van lier liet hij door stuwdammen eene uitnemende badplaats aanleggen voor menschen en paarden, en de vreeselijk overvulde beerputten heeft hij door kettingjongens doen ledigen. Hij is overal en altijd te zien en denkt aan alles. Zeer aangenaam werden de soldaten verrast dosr eene party ran tien kisten hier, hnn door de bierbrouwerij «de Kroon/» geschonken. Serang 22 Juli. Te Onderandir zijn den SOsten Juli de vrou wen van hadji Iskak en van Saliman door de bevulkingapatrouille opgepakt: zij werden door een mili'air transport onder luit. Bernelot Moens van Serang naar Tjilegon gebracht. De eerste, die genoemd wordt als de hoofdmoordenares van me vrouw Gubbels en hare kinderen, ia in het be zit gevonden van een met bloed bi vlekt scheer mes; zy is eene leelijke, oude vrouw, gekleed als bedevaartgangster. De vrouw van Saliman is jonger en ziet er beter uit; zy draagt kostbire oorhangers. Ik zag ze hedenmorgen te Kramat- Watoe, waarheen ik met een transport onder luit. De Visser vertroknen was op weg naar Serang. De wedana van Kramat-Watoe is nog altijd te Tjilegou en durft nog niet naar zyue standplaats terug, omdat eiken nacht kleine troepjes gewa pende lieden om zijn huis zwerven met hot doel hem aftemaken; zijn schrijver betrekt dan ook eiken nacht eene andere woning. Hier te Serang is de sociëteit ingericht tot officiers-kampement van de 4de compagnie, ter wijl de kerk al eene week lang tot nachtkwar tier dient voor luit. Von Winning en zijne man schappen: de officier slaapt in den preekstoel, de soldaten in de zitbanken. De schoonvader van den regent vau Serang, d:e in den reuk staat van een zeer orthodox hadji te zijn, heeft eenige dagen gelegen de Jiad- jies vau deze plaats bij elkaar geroepen en hun op het hart gedrukt, dat zy wel hadden te ijve ren voor de prediking van den Islam, doch dat deze het ellendig vermoorden van de amb enaren niet voorschreef. CIVIEL DEPARTEMENT. Verleend: Een tweej. verlof naar Nederland, wegens meer dan vijftien jaren onafgebroken dienst in N.-I. aan den adiistent-resident van Trenggalek, Kediri, K. A. Schneider, aan don res. van Banka, A. Sol oen tweej. verlof naar Europa wegens meer dan vijftien jaren onafge broken dienst in N.-I. en aan den res. van Ta- panoeli [Sumatra's Westkust] A. W. 1'. Vorkerk Pistorius eeu tweej. verlof wegens ziekte naar Europa. Trouw-, Geboorte- en Doodberichten. C Uit de Bataviasche bladen van 23 en 30 Juli.) Gehuwd: H. G. L. Kluuder en P. A. Couwen- berg Soerabaia. - Dr. C. Eijkman en B. J. L. van der Kemp Batavia. - F. N. Pöttger en W. M. A. C. Pottkamp Batavia. - E. F. Hall en C. L. Cli. E. S. Holzschiiher vou Harrlach Batavia. Geboorten.- M. P. Nellensteijn-Triebart z. Tjitjalengku. - F. H. Borel-Lag z. Batavia. - Plümachcr z. Singapore. - A. Wiltens-Ameut z. Soekaboemi. - A. E. J. H. A. van Harrevolt-de Rotte z. Batavia. - J. G. A. J. Trip-Sibenius Trip d. Batatavia. - A. vau don Brink-Kramer d. Batavia. - Vrouwe Barnaart-de Bie z. Batavia. Overleden A. L. Goldman-Gezelschap Bata via. - M. E. Burkunk-Nouhebel Soerabaia. - J. U. Leidehueijer Buitenzorg. 15 li 1T E N L A N 9. Duitechland. Bij gelegenheid dat 's keizers vijfde zoon Vrijdag den H. Doop heeft ontvangen, is er officieel een hoogst merkwaardig en belangrijk uittreksel uit de testamentaire aauteekeuingen van keizer Wilhelm I openbaar gemaakt. Het 3tuk wordt bij het publiek ingeleid door de volgende, op Vrijdag gedateerde mededeeling des keizers: //De testamentaire aanteekeningen van mijnen in den Heere ontslapen grootvader geven van zijne verheven zielegrootheid en edelen vromen zin zulk een treffend ge tuigenis, dat ik ze den volke niet onbe kend wil laten. Daarom heb ik op den voqt mijn Huis zoo gewichtigen dag van heden besloten, het hierbijgaand uittreksel uit die aanteekeningen openbaar te maken, als een aandenken nau den ontslapene en als een voorbeeld voor mijn Huis en miju volk." Hierop volgen de aanteekeuingen. Vooraf moet ik daaromtrent doen opmerken, dat keizer Wilhelm I de gewoonte had, op Oudejaarsavond te middernacht een terug blik te werpen op de gebeurtenissen van net afgeloopeu jaar en daarvan aanteeke- ning te houden. Zoo schreef hij in het stille midder nachtsuur van 31 October 1866, bij her innering aau den oorlog met Oostenrijk en onder den indruk, zoowel vau het voorafgegane parlementair conflict in Prui sen als van den zegevierenden veldtocht, deze woorden: z/Toen God mijnen zwaarbeproefden broe der uit zijn hevig lijden verloste, moest ik den troon mijner vaderen beklimmen. Tegen mijne geneigdheid in liet ik mij kronen, in den diepsteu ootmoed, om Prui sen te vertegenwoordigen met zijne nieuwe militaire instellingen en met die macht, welke tot zijn heil esu hecht bestaan moest hebben." Vervolgeus geeft hij te kennen, hoe diep de strijd met de Volksvertegenwoordiging over de legerkervorming hem had geschokt, en hoe hij toch uit diepe en innige over tuiging aan die hervorming moest vast houden, «omdat" zoo voegt hij er bij z/ik die aardsche macht niet mocht los- laten, lnd,0n ik niet het lot yan Pnii8en wilde pnjs geven. II vergeef allen, die mijne bedoelingen, waarmede ik steeds het welzijn des vaderlands beoogde, hebben tegengewerkt; doch mijno nakomelingen mogen met vergeten, dat tijden als die van 1861 tot 1865 (de periode van par lementair conflict) mogelijk waren." Rechtstreeks met betrekking tot den oorlog van 1866 schreef hij verder dit- //In alle nederigheid erken ik de god delijke genade, die mij in het afgeloopen jaar haa uitverkoren om nog op mijn hoogen leeftijd eene verandering van toe- atandon te weeg te brengen, die tot heil van het kleinere en grootere vaderland schijnt bestemd te zijn. De armee staat op dit oogenblik voor aller oogen ouovertrol- fen. De geest die haar bezielt is de uitdruk- king der gezindheid, die mijne groote voor vaderen bij de natie hebben aangekweekt. De armee in al hare onderdeelen vinde in deze ernstige ure van de scheiding de. jaars mijuen inmgen dank voor de toe wijding en opoffering, waarmede zij aan mijne roepstem gehoor hooft gegeven en voor mijne oogen heeft gezegevierd, een feit waarvoor ik Gode mijnen ootmoedigen dank blijf stamelen. Maar ook geheel Druisen ontvange hier mijnen koninklijken dank voor de gezindheid, welke het in dit gedenkwaardig jaar Leeft aau den dag ge legd Waar zich zulk eene vaderlandsliefde openbaart, daar bestaat de gezonde zin, die de natie groot maakt, on daarom blijft God kaar zichtbaar zegenen. Mijn leven- digste dauk aan allen, die mij behulpzaam zijn geweest om door donkere tijden heen het lichtpunt dezes jaars te bereikenMoge uods zegen immer op Pruisen rusten ea Pruisen zich dien zegen waardig toonenl Moge mijn zoon en zijn nakroost zulk een volk en zulk een leger om zich henen zien; mogen zij door bezadigdeu en met den1 tijd overeenstemmeudeu vooruitgang beider welzijn zorgvuldig bevorderou eu voor Prui sen de positie versterken, welke het zich door de Voorzienigheid zoo blijkbaar ziet aangewezen De woorden „bezadigden, met den tijd overeenstemmenden vooruitgang// ziju in het keizerlijk handschrift dubbel onder streept. Na de groote zegepraal op frankrijk schreef de keizer den 31eu December 1871: „God was met ous. Hem zij lof, prijs eere en dauk! Toen ik aau het oinde van het jaar 1866 met een warm erkentelijk hart God mocht danken voor zijn gonsde, Hem mocht loven voor de zoo onverwacht glorierijke gebeurtenissen, die tot heil van Pruisen strekten en den aanvang der her eniging van Duitschland bleeken te zijn, toen moest ik gelooven, dat de taak, mij door God opgelegd, was volbracht on dat ik, in rust en vrede voortgaaude, eenmaal voor mijn zoon tot zijn geluk den arbeid kon nalaten, vooruitziende dat het hem gegeven zou zijn, de zuidelijke helft van Duitschland met de noordelijke tot één geheel samen te brengen. Doch naar Gods ondoorgrondelijke raadsbesluiten moest het nog in m ij u e roeping ltggen, zelf die eenheid tot stand te brengen, gelijk zij thans tot stand gekomeu is na dezen oor log dien Frankrijk zoo dwaselijk is begon nen, en die in 7 maanden evou roemrijk als bloedig is Ion einde gebracht. Wanneer ooit iu de geschiedenis de hand Gods zichtbaar is gewee.t, dan heeft men in de jaren 1866, 1870 en 1871 haar gezien. De Duit8ch-Fransche oorlog, dio als eeu bliksemstraal uit een helderen hemel viel, heeft binnen weinige dagen geheel Duitsch land vereenigd; onze legerscharen behaalden de eeno zege na de andere, on hielden, ook mot smartelijke opofferingen, den strijd vol, gelijk het alleen door Gods wil mogelijk was. Diens wil stelde mij mannen ter zijde, om dat groote werk te volbren gen. Die wil versterkte de gezindheid der strijdenden in toewijding en volharding en ongekende dapperheid, zoodat Pruisena vaueu eu die zijner hondgeuooteu eeu on- vergankelijken room on nieuwe eere be haalden. Die wil bezielde het volk met eene ongekende offervaardigheid, lor ver zachting der wondon, welke de oorlog on vermijdelijk toebrengt. Met eeu ooimoedig hart prijs ik den genndigou God, die ons waardig keurde, zulke groote dingen naar Zijnen wil te volbrengen. Moge Zijne ge nade ons verder tor zijde staan bij des verderen opbouw vau liet nieuwe Duilsch- land, tot hetwelk nog eerst de grond ii gelegd. Moge hel ons deel zij», in ootmoed te genieten wat in bloedige heete kamp strijden is verworven. Heere, uw wil ge- scliiede!" Zeven jaren later, na de moordaansla gen vau Hödel en Nobiliug schreef de keizer „Er loopt een jaar ten eiude, hetwelk voor mij een noodlottig jaar moest zijn. Gebeurtenissen van diep schokkeuden aard hebben mij den Hen Mei eu 2 Juni ge troffen. Het lichamelijk Jij,len moest on derdoen tegenover de smart, dat zonen van Pruisen eene daad volvoerden, wier ge- volgen ik op mijn hoogen leeftijd zoo moei lijk kon te boven komen eu die miju hart en gemoed voor al mijne overige levons- dagen moest bezwaren. Doch ik moet mij overgeven aan den wil Gods, die ditaHes toeliet, maar mij tevens Zijne genade en barmhartigheid deed ondervinden, daar Hij mij niet slechts in het leven hield, maar ook de gezondheid gaf, die mij wedor voor mijno werkzaamheden geschikt maakte. Dus loof ik God voor zijne beschikking, waarin ik tevens oene vermauing zie om tot mij zeiven in te keereu alvorens voo.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 2