ander rijtuig genomen), trof hun een
tweede ongeval: het voorstel van
het rijtuig brak, waarmede het paard
op hol sloeg, den voerman met zich
meesleepende. Het gezelschap bleef
wederom ongedeerd, doch de voer
man, een bijna zeventigjarig man,
heett er het leven bij verloren.
Uit BeeBd wordt aan de N. R.
Ct. van 17 September gemeld:
Hedenavond half 8 verschenen hier uit
Tiel de rechter-oommissaris, substituut
officier, substituut-griffier en dr. Pameijer,
ten einde een onderzoek in te stellen naar
den plaats gehad hebbenden aanslag.
De toestand van den gewonde schijnt
minder gevaarlijk, dan zich eerst liet aan
zien. De messteek is op de ribben afge
stuit; sleehts iets lager toegebracht, zou
hij doodelijk geweest zijn.
Nadat een onderzoek in loco ingesteld
was, zijn eerst eenige getuigen verhoord
en is vervDlgens te half tien de dader zelf
in verhoor genomen. Deze was zoowel
voor als na het verhoor zeer onver
schillig en gaf zelfs zijne verwondering te
kennen, dat de menschen zoo laat op wa
ren. Omtrent het verhoor zelf is niets be
kend. Zooals men weet, heeft hij zich zelf
in arrest begeven, doch hedenmiddag wilde
hij tegenover de rijkspolitie zich niet ver
der uitlaten en trok zelfs zijne bekentenis
in. Het mes, waarmee hij de wond toe
bracht, vertoonde hij hedenmorgen onmid
dellijk aan den burgemeester, die het ter
stond opvorderde.
De gewonde heeft eene vrouw en ver
scheidene kinderen, terwijl iederen dag de
bevalling zijner vrouw verwacht wordt. De
dader is ongehuwd. De twist schijnt ont
staan over eene kleinigheid, het koopen
van peren, welke koop door den gewonde
werd afgekeurd.
Omtrent het al of niet dronken zijn van
Yan Diejen loopen de verklaringen uiteen.
Na den daad moet hij nog eenige glazen
jenever gebruikt hebben, maar zijn onge
woon loopen was, naar sommigen getui
gen, meer het gevolg van groote opge
wondenheid.
Nog wordt gemeld dat van Diesen, die
zijn zwager J. K. met een mes stak, een
volledige bekentenis heeft afgelegd, doch
zich vrijwel ongevoelig betoonde. Hij is
Dinsdagmorgen naar Tiel overgebracht.
De toestand van den verwonde baart
veel zorg, daar ook de long getroffen is.
Uit Helmond wordt gemeld:
Dinsdag werd eene fotografische opname
gedaan onder -eer bizondere omstandig
heden. De heer Jac. Uittenbogaert, foto
graaf, begaf zich op den in aanbouw zijn-
den schoorsteen van de Kon. Nederl. ma
chinefabriek te Helmond en maakte eene
fotografie van Helmond in vogelvlucht.
Deze schoorsteen, welke nu reeds eene
hoogte van 250 dM. bereikt heeft, wordt
zonder steiger gemetseld door den heer Rus-
sel te Tegelen, zoodat men den top alleen
bereiken kan door de binnenpijp.
Nadat de heer Uittenbogaert het ge
vaarte beklommen had, werd hem door zijn
assistent Von Lindern de camera met stalif
naar boven geheschen en het gelukte hem
op deze duizelingwekkende hoogte op een
totale vlakte van 80 cM. diameter, waarop
hij en zijn toestel met toebehooren moesten
staan, eene zeer goed geslaagde opname
te maken. Hooger werd zeker nooit gefo
tografeerd.
Terwijl men op het erf
eener afgebrande boerderij te Oor
schot bezig was doode boomen te
vellen, zijn eenige kinderen, die
spelende hielpen, door eigen onvoor
zichtigheid onder een vallenden stam
gekomen, waardoor een hunner een
arm brak, en een ander zoodanig
gekneusd werd, dat zijn vervoer
naar het gasthuis noodig bleek,
alwaar hij des nachts is overleden.
ONDERWIJS.
De minister van Binnenlandsche Zaken
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat te
vervullen is de betrekking van lceraar in deae-
derlandsehe en franscbe talen aan de rijks hoo-
gere burgerschool met driejarigen cursus te War-
fum. Jaarwedde f1800.
Zij. die voor deze betrekking in aanmerking
wenschen te komen, gelieven zich vóór of niter-
lijk op 80 September aan te melden bij den in
specteur van het middelbaar onderwijs Dr. A.T.
Van Aken, te *3-Gravenhage.
VISSCHERIJ.
Nieuwediep, 18 September. Vijf-en-veer
tig korders brachten heden 15 tot 90 groote-,
50 tot 150 kl. tongen, 3 tot 20 mandjes kl.
schollen, 2 tot 7 manden schar, 120 roggen,
245 makreelen en 1 tarbot, ten afslag; gr. tong
gold 40 h 50 cent, kleine id.. 15 a 20 cent, rog 79
cent, makreel 2L t\ 24 cent en tarbot f 10.50,
per stuk; kl. schol f 1.35 k f2 per mandje en
schar f 1.25 per mand.
T e s s e 1, 17 September. In de afgeloopen
week brachten de Noordzeevisscbers van hier el
ders ter markt8000 tongen, 500 roggen, 15
tarbotten, 250 manden kleine schol en 150 man
den scharren. De prijzen van een en ander waren
als volgt; groote tongen 30 a 45 c., kleine en
middelsoort dito 10 a 20 c, rog 60 a 65 ctar
bot f4 a 8, alles per stuk. Scharren f 1.50 a 3,
kleine schol fl h 3 per mand.
KOLONIËN.
Vit de Javaschs bladen van lé en 18 Aug.)
BATAVIA, 18 Augustus.
De //Locomotief" schrijft:
Indien men de toestanden in de niet
aan Europeanen verhuurde gedeelten van
de Vorstenlanden (d. i. der orang Kedja-
wèo) gaat ontleden, dan komen er wan
staltigheden aan den dag, die met ver
wondering doen vragen, hoe het mogelijk
is, dat eene aldus uitgemergelde bevolking
niet reeds sinds lang de verzenen tegen
de prikkelen heeft geslagen. Alleen door
de historisch oi twikkelde onderworpenheid
van den Javaan is dit te verklaren. Maar
eenmaal moet, zelfs aan de lijdzaamheid
van den Javaan, een einde komen. De
belasting-heffing gaat daar nog iets anders
dan in de goevemements- en particuliere
landen, waar zij reeds zoo ergerlijk isl
De bekel (dessahoofd) wordt door den
apanagehouder slechts aangesteld tegen be
taling van een belangrijke boekti, die dik
wijls eenige duizenden guldens bedraagt.
Daarvoor krijgt hij het recht, den kleinen
man uit te zuigen zooveel hij verkiest. Hij
kleedt hem dan ook letterlijk tot op het
naakte lichaam uit, draagt aan den z. g.
eigenaar (apanagehouder) diens zeer be
langrijk cijfer van landrente af.... en houdt
de rest voor zichzelf. Ook het misbruik
van heerendiensten is ongelooflijk. Men
schen uit Sragen (en natuurlijk ook uit
andere afdeelingen) worden soms opgeroe-
ped naar de hoofdplaats, en daar vijf da
gen achter elkaar aangehouden om te wer
ken zonder een cent belooning, moetende
dus, zonder iets te verdienen, maar voor
eigen kost en huisvesting zorgen. Terug
gekomen in hunne woonplaats, worden zij
weer dagen lang te werk gesteld in koffie
tuinen. Zoo gaat het schier zonder ophou
den, met slechts enkele dagen tusschen-
poozeu om^voor hun eigen onderhoud te
werken. En inmiddels grijpt de belasting-
beul, het dessahoofd, maar steeds alles wat
hij grijpen kan. Weet zulk een bekel den
apanagehouder niet genoeg meer op te
brengen, dan wordt hij, dikwijls na een
ambtsvervulling van slechts enkele maau-
den, ontslagen, en de nieuw begunstigde
moet opnieuw een paar duizend gulden
boekti betalen, en de uitzuiging begint
van voren af aan. Bij mislukten of slech
ten oogst, zooals dit jaar, wordt natuur
lijk geen cent landrente afgeschreven. Het
is hier grijpen wat men kan, totdat er
eenvoudig niets meer is. Men begrijpt,
welk een vruchtbaar veld in zulk een volks
toestand door goeroe's, hadji's en andere
fanatici of eerzuchtigen gevonden wordt,
om onlusten in het leven te roepen.
Er is wel eens beweerd dat de be
volking in Bantam geen geweren had,
zoodat de expeditie daarheen dus reeds
van te voren geacht kou worden van alle
gevaar ontbloot te zijn, en voor die be
wering heeft men het bewijs meenen te
vinden in het feit, dat bij huiszoekingen
in verdachte kampongs nooit vuurwapens
gevonden zijn. Uit zeer goede bron kun
nen wij echter mededeeleu, dat door den
thans ontslagen adsistent-resident vau Le-
bak, den heer Maijer, kort voor het uit
breken der onlusten zijn ingenomen vier
honderd geweren, die hij heeft weten mach
tig te worden door het uitvaardigen eener
proclamatie, dat hij alle bij hem iugele-
verd» geweren naar Batavia zou opzenden
om ze te doen veranderen in achterlaad-
geweren ten gebruike tegen de tijgers.
Het Juli-verslag van de lampong-
sche districten meldt niets over bantam-
sche vluchtelingen of maatregelen daarte
gen genomen. Wel dat er 5 koningstijgers,
2 gevlekte tijgers en 117 wilde varkens
geschoten zijn.
Bij besluit van den goeverneur-ge-
neraal van Nederlandsch-Indië is aan den
inlandschen sergeant der infanterie Marto-
dirono alias Kassan, algemeen stamboek
no. 4432, terzake van zijn moedig en be
leidvol gedrag bij het afslaan van een vij
andelijken aanval op een door hem gecom-
mandeerden wachtpost bij Segli (Atjeh),
in den nacht van 3 op 4 Mei 1888, toe
gekend de bronzen medaille voor moed en
trouw.
Er liepen hier in de laatste dagen
geruchten, dat er opnieuw eene vervolging
zou worden ingesteld tegen den heer E.
A. du Cloux, wegens feiten die reeds be
kend waren toen de eerste vervolging
plaats had. Het behoeft wel niet gezegd
te worden, dat die geruchten onwaar moe
ten zijn: noch het openbaar ministerie,
noch de rechter zullen zich tot zulk eene
onwaardige hand-ling leenen. De beklaagde
is voor een deel vrijgesproken, en voor
een ander deel is door den hoogsten rech
ter beslist dat hij niets misdadigs heeft
verricht: daarmede is de zaak afgeloopen.
Aan den heer L. E. H. Raat is door
de regeering in erfpacht voor 75 jaren
afgestaan (het definitieve besluit wacht nog
al'een op de verlaging van den canon,
welke aan het opperbestuur is voorgesteld)
een perceel woeste grondengroot
10,000 bouws, gelegen aan den linker
oever van de Masoedjirivier in de afdee-
ling Ogan en Komeriug Ilir en Blidah,
in de residentie Palembang. De heer Raat,
die vijf jaren in Deli heeft gewerkt en
van de tabakscultuur op de hoogte is, wil
de verkregen gronden inbrengen in eene
maatschap, dier er dan tabak zal planten.
Daartoe hoopt hij het uoodige kapitaal in
Europa te vinden.
Aan het opperstuur is door de re
geering alhier voorgesteld den canon op
de buitenbezittingen, die thans f 1 per
bouw bedraagt, tot op 25 cent te vermin
deren.
Den 16en dezer is de nieuwbenoemde
resident van Bantam, de heer Velders,
naar Serang vertrokken.
De heeren Faber en Greshoff, mili
taire apothekers tweede klasse, zijn aan
gewezen om het oppertoezicht te houden
over de voor het eerst hier te Weltevre
den plaats hebbende strenge desinfectie
der militaire gobouwen, volgens de voor
schriften van professor Pekelharing.
-Uit Bantam zijn aan de //Javaoode"
inlichtingen gezonden omtrent de onlusten
die in hoofdzaak op het volgende neer
komen.
De opstandeling hadji Wasid en met
hem vele anderen behoorden tot de secte
der //Naqsjibendijah", die in alle Soenda-
landen en vooral in Bautam tal van aan
hangers heeft, en in laatstgenoemde resi
dentie Nakis wordt genoemd. Zij ontvangt
geregeld bevelen uit Mekka, waar haar
grootmeester gevestigd is, welke waardig
heid reeds sedert geruimen tijd aldaar wordt
bekleed door een Bantammer van geboorte
Abdul Karim, afkomstig uit het onder
district Tauara, district Tjiroeas, afdeeling
Serang. Hadji Wasid behoorde onder de
ijverigste uitvoerders van zijne bevelen.
Over de secte der //Naqsjibendijah" worut
verschillend gedacht, doch het schijnt vast
te staan, dat zij de leer huldigt: /,het
doel heiligt de middelen", en dat hare
volgelingen verplicht ziju op bevel hunner
goeroe's zelfs hun leven voor de heilige
zaak ten offer te brengen. Tot de secte
behooren in Bantam niet alleen minder
beschaafde inlanders, maar ook zeer hoog
geplaatste inlandsche ambtenaren, en toen
een paar jaren geleden de dochter van
den regent van Serang in het huwelijk
trad, konden de bruiloftsgasten op de invi
tatiekaarten lezen, dat zij bij die gelegen
heid den naam Nakis had aangenomen.
Wanneer men de secte beschouwt als eene
zuiver godsdienstige, hetzij met een zede
lijk karakter hetzij met een kerkelijk, zoo
dat in het laatste geval zij niet in den
smaak dei geordende geestelijkheid valt,
dan mag men in ruime deelneming geen
politiek gevaar zien, doch als men met
anderen het drijven der //Naqsjibendijah"
beschouwt als in strijd met de belangen
van den staat, dan is het wel opmerkelijk,
dat het zoo goed als zeker wordt geacht,
dat de opstand van haar is uitgegaan, en
dat in fanatisme de eenige oorzaak daar
van moet worden gezocht. Te hoog opgedre
ven belastingen, revaccinatie, gebrek aan
eerbied voor de priesters en zoovele an
dere ware of vermeende grieven zouden
dan alleen door de /Naqsjibendijah" zijn
gebruikt om ook anderen dan die tot hunne
secte behoorden, over te halen met hen
mede te doen. Zelfs ruimde men aan die
grieven eene groote plaats in.
Zoo is uit gevonden brieven en uit de
afgenomen verhooren gebleken, dat men
oorspronkelijk plan had den inspecteerend
geneesheer van de vaccine en den ad spi
rant-controleur reeds den 5en Juli te ver
moorden, toen dezen zich te Serdanglor
onder Kramat-Waroe bevonden om de uit
een twintigtal desa's aldaar saamgeroepen
kinderen voor de vaccine na te zien. Men
gaf echter dit plan op het laatste oogen-
blik op, om lat men begreep, dat door den
moord in het klein die in het groot in
duigen zou vallen, en men de beide ge
noemde personen te Tjilegon toch wel
hoopte te zullen krijgeD. Vooral de revac
cinatie van volwassen meisjes zette kwaad
bloed, omdat men daarin enkel een voor
wendsel zag voor minder eerlijke bedoe
lingen, en zoo is dan ook uitgekomen, dat
voor het uitbreksn van den opstand een
vijftiental personen uit Goedang-batoe onder
Kramat-Watoe zich hadden aangeboden,
om niet alleen den regent van Serang,
maar ook den eerstaanwezend-geneesheer
aldaar door sluipmoord uit den weg te
ruimen.
Natuurlijk kende de resident van Ban
tam het bestaan van de secte der Naqsji
bendijah, maar blijkbaar behoort hij tot
degenen, die haar volstrekt niet gevaarlijk
achten, daar hij anders zijne ondergeschikte
ambtenaren op dat gevaar zou hebben gewe
zen. De heer Gubbels en verschillende con
troleurs wisten niet, dat die secte in Ban
tam zoovele aanhangers en vertakkingen
bad. Wel moet dit echter Raden Penna,
het hoofd als het ware van den godsdienst
in de afdeeling Anjer, geweten hebben, en
ook zijn stilzwijgen laat zich alleen ver
klaren, door de overtuiging dat de ge
noemde secte geen plannen smeedt tegen
de veiligheid van den staat. Het europeesch
zoowel als het inlandach bestuur heeft
blijkbaar te weinig rekening gehouden met
het werken en drijven eener geheime gods
dienstige secte, die, zooals door het te
Tjilegon gehouden onderzoek is aan net
licht gekomen, uiterst gevaarlijk is en hare
aanhangers en vrienden telt tot onder de
hoogste standen. En daar men dus niet
te doen heeft met eene staatkundige partij,
die men kan zeggen dat door den dood
harer hoofden voorgoed is uiteengespat,
maar met eene fanatieke secte, die ook thans
nog bestaat, moet men ook ua het dem
pen van den opstand uiterst voorzichtig
zijn, daar de leden daarvan zonder twijfel
te eeniger tijd zulleu trachten den dood
van Wasid eu de andere goeroe's te wre
ken, hetzij door sluipmoord, hetzij door
eene herhaling van de gruwelen te Tjile
gon gepleegd. De wedana van Kramat-
Watoe is daarvan zoozeer overtuigd, dat
hij zijne overplaatsing heeft verzocht, eu
ook vele europeesche ambtenaren achten
zulk eene wraakneming zeker.
WETGEVENDE MACHT.
Dinsdagmiddag te drie uur vergaderde
de Eerste Kamer weder.
De voorzitter, de heer W. A. A. J.
Schimmelpenninck van der O y e,
sprak behalve een gedachten woord aan den
overleden oud-minister prof. Vissering, de
gewone rede uit tot aanvaarding van hot
presidium.
Die rede luidde:
Mijne heeren l
Het heeft Z. M. den Koning behaagd,
mij voor het tijdperk dezer zitting weder
om tot Uwen Voorzitter te benoemen en
wederom doe ik een dringend beroep op
uwen onmisbaren steun en medewerking
mij op zoo welwillende wijze gedurende de
vorige zitting verleend.
Belangrijke wetsvoorstellen zullen aan de
beoordeeling der Staten-Generaal worden
onderworpen, voorstellen nauw samenhan
gende met gewichtige volksbelangen.
De Eerste Kamer met de in Nederland
bestaande toestanden bekend en zich van
hare eigenaardige roeping bewust, zal on
getwijfeld hare taak tot heil van ons volk
in zijn geheel weten te vervullen.
Toepassing van rechtvaardigheid van
den volgens de bekende eeuwenoude
omschrijving voortdurenden en standvas-
tigen wil een ieder zijn recht toeken
nende, blijve zoowel ia daad als in woord
ons streven.
Een als wij allen zijn, in verknochtheid
aan Vaderland en Vorstenhuis mogen wij
dan onder Gods] zegen hopen ook in deze
zitting met vrucht werkzaam te zullen zijn
ten algemeeuen nutte.
Ik verklaar het voorzitterschap van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal te aan
vaarden.
Verder werden commission voor de ver
zoekschriften en de stenografie herbenoemd
en tot leden der Huishoudelijke Commissie
gekozen de heeren Viruly en Huydecoper.
Daar er niets meer voor haar te doen
viel, ging de Kamer uiteen om vooreerst
niet meer bijeen te komen.
In de Tweede Kamer, hield het oudste
lid in jaren, de generaal Van der
Schrieck, oen rede, waarin hij ook
wees op de belangrijke werkzaamheden die
der Kamer wachtten. Hij hoopte dat de
beraadslagiugen zich zouden kenmerken
door gemis aan eenzijdigheid en partijdig
heid eu allen hun meening vrijelijk zouden
uitspreken als vrije mannen in het nog
altoos meest vrije land op aarde. Eerbie
diging van aller vrijheid, wettelijke rechten
en aanspraken moest de leuze zijn. Moge
onder Gods onmisbare zegen zoo ein-
digde kij onze arbeid vrucht dragen
en de Albehoeder den Koning nog vele
en gelukkige regeeringsjareu schenken.
De eenige taak die op de Kamerleden
rustte was het opmaken van een aanbe
velingslijst voor het Voorzitterschap. Zij
bestaat uit hetzelfde drietal van de afge
loopen zitting. Primo, de heer Beelaarts
van Blokland, secundo de heer Reuther
en ten derde de heer E. J. J. B. Cromers.
De beide eersten werden gekozen met
een meerderheid van 49, laatstgenoemde
met 68 van de 82 a 87 stemmen.
Daar de Koning op het Loo is zal de
lijst Z. M. worden toegezonden.
Donderdag waarschijnlijk zal eerst de
nieuwe Voorzitter worden geïnstalleerd.
RECHTSZAKEN.
Bij <lo uitspraak van vonnissen der haag9cho
rechtbank is gebleken, dat dit cellege veranderd
is van jurisprudentie bij procedures tot echtschei
ding, waarbij de tted.agde niet verscheen. Nadat
tal van jaren de rechtbank in zoodanige omstan
digheid steeds ambtshalve getuigenhewijs had be
volen, heeft zij Dinsdag verscheidene vorderingen
tot echtscheiding dadelijk toegewezen, alleen over
wegende, dat de vordering noch onrechtmatig
noch ongegrond was.
BUITENLAND.
Engeland. Id de omstreken van Castle.
island zijn door eenige onbekend gebleven
mannen zes geweerschoten gelost op een
boterhandelaar, zekeren Scannel, die ziek
met zijn karretje naar de markt te Le3to-
wel begaf. Scannel had echter den toeleg
reeds bemerkt, alvorens het eerste schot
viel, en slaagde erin zijn aanvallers te
ontkomen.
Zeer waarschijnlijk heeft men hier weer
aan een pogiug tot het bedrijven van een
agrarischen moord te denken.
De commissie der drie rechters, door
het Parlement benoemd om de kwestie
Parnell-wTimes" te onderzoeken, heeft haar
eerste zitting gehoudende zaal was eivol.
Er word besloten dat elk der beide par
tijen de overlegging van stukken in het
bezit der andere zou kunnen vorderen,
zoo bijv. Parneii het origineel van den be
kenden brief in de «Times". Patrick Egan,
thans in Amerika, zal getuigenis komen
afleggen en daar Dillon eerst 18 Oct. uit
de gevangenis komt zal de commissie eerst
22 Oct. vergaderen, om Dillon gelegenheid
te geven zijn verklaring op te maken. De
heb bemind. Wees altijd eerlijk en oprecht, als gij dan het
slachtoffer wordt van slechte mannen, dan zullen uwe
onderdrukkers het meest te beklagen zijn. God zij met u,
dierbare Carl. Breng mijne groeten aan hen, die ik bemin,
over. Blijf niet staan, om mij te zien sterven, ik verzoek het u.
Carl bleef evenwel staan, terwijl hij van smart en woede
schreide.
Maak een weinig haastriep Lysander Sprowl, ter
wijl hij uit het schoolgebouw kwam. Laat iemand een
doek voor zijn oogen binden.
Al klaar, kapitein, zeide Ropes. Maakt u gereed
joDgens, en haalt de tafel weg, ais ik het beveel.
Halt, wat is hier te doen riep een stem onver
wachts en er verscheen een werfofficier uit het dorp. Hij
reed op een wit paard.
Het korte proces werd meegedeeld, en de zaak uitgelegd.
Hij luisterde met een barsch en gewichtig gelaat, dat vol
strekt geen medegevoel voor den gevangene verraadde. Daar
hij van alle aanwezigen de voornaamste in rang (Silas noemde
hem «kemel»/ en bovendien de eenige was die van het
goevernement der geconfedereerden eene aanstelling had
ontvangen, hield deze man Penn's lot in handen.
Het is goed om zuike schavuiten op te hangen,
zeide hij, terwijl hij met een gefronst voorhoofd den gevan
gene beschouwde. Voor dit bizonder geval kan dit ge
zegd worden: men zal u op ééne voorwaarde het leven
sparen. Door de angstige spanning stond het hart van
Carl bijna stil. Zeifs Penn voedde een zeer flauwen straal
van hoop. De «kemel» ging voort.
Laat hem de keute, öf gehangen te worden, öf te
teekenen. Wat zegt gij er van, jongeling? Wat verkiest gij,
den dood van een verrader, of de roemvolle loopbaan van
een soldaat in het leger der geconfedereerden
Het is mij onmogelijk, mijnheer, zeide Penn, met
eene stem van gevoel en innige overtuiging, het is mij
onmogelijk de wapenen tegen mijn vaderland te richten.
Maar de geconfedereerde staten zullen uw vaderland
zijn en een land, om er op te roemen, zeide de officier.
Ik ben een burger van de Vereenigde Staten; ik blijf
aan de Vereenigde Staten getrouw. Ik wil liever sterven,
dan een verrader zijn.
Dus gij wilt niet teekenen?
Neen mijnheer.
Zelfs niet om uw leven te redden?
Zelfs niet om mijn leven te redden.
Als gij dan zoo gek zijt, mompelde de man, ter
wijl hij zich omkeerde, dan heb ik niets meer te zeggen.
Er bleef dus Penn niets over, d?n zijn lot geduldig te
ondergaan. De aangewezen mannen hielden de tafel vast
en wachtten op het teeken.
Maar toen was Carl door de memgte gedrongen en wierp
hij zich voor den officier op het paard, neder.
O, kolonel Derring, een woordje als 't u blieft.
Een woordje, herhaalde de officier met een ruwen
lach. Wat ia er Duitscher?
Laat hem gaan, en ik zal vrijwillig zijn plaats inne
men, zeide Carl.
Gij De officier nam hem scherp op. Carl, ofschoon
hij jong was, had eene forsche gestalte. Gij offert u als een
plaatsvervanger op, welnu, ik zal zijn leven sparen.
Carl, riep Penn, ik verbied het u. Gij zult die
zonde om mijnentwille niet begaan. Ik zou duizendmaal
liever sterven, dan u als oproerling tegen uw vaderland op
te zien staan.
Ik heb mijn vaderland verlaten, antwoordde Carl,
terwijl hij zich scherpzinnig verontschuldigde. Ik beu,
zooals deze man zegt, een Duitscher. Ik zal teekenen, en
hij zal uw leven redden.
Wordt tercolgi^)