ander rijtuig genomen), trof hun een tweede ongeval: het voorstel van het rijtuig brak, waarmede het paard op hol sloeg, den voerman met zich meesleepende. Het gezelschap bleef wederom ongedeerd, doch de voer man, een bijna zeventigjarig man, heett er het leven bij verloren. Uit BeeBd wordt aan de N. R. Ct. van 17 September gemeld: Hedenavond half 8 verschenen hier uit Tiel de rechter-oommissaris, substituut officier, substituut-griffier en dr. Pameijer, ten einde een onderzoek in te stellen naar den plaats gehad hebbenden aanslag. De toestand van den gewonde schijnt minder gevaarlijk, dan zich eerst liet aan zien. De messteek is op de ribben afge stuit; sleehts iets lager toegebracht, zou hij doodelijk geweest zijn. Nadat een onderzoek in loco ingesteld was, zijn eerst eenige getuigen verhoord en is vervDlgens te half tien de dader zelf in verhoor genomen. Deze was zoowel voor als na het verhoor zeer onver schillig en gaf zelfs zijne verwondering te kennen, dat de menschen zoo laat op wa ren. Omtrent het verhoor zelf is niets be kend. Zooals men weet, heeft hij zich zelf in arrest begeven, doch hedenmiddag wilde hij tegenover de rijkspolitie zich niet ver der uitlaten en trok zelfs zijne bekentenis in. Het mes, waarmee hij de wond toe bracht, vertoonde hij hedenmorgen onmid dellijk aan den burgemeester, die het ter stond opvorderde. De gewonde heeft eene vrouw en ver scheidene kinderen, terwijl iederen dag de bevalling zijner vrouw verwacht wordt. De dader is ongehuwd. De twist schijnt ont staan over eene kleinigheid, het koopen van peren, welke koop door den gewonde werd afgekeurd. Omtrent het al of niet dronken zijn van Yan Diejen loopen de verklaringen uiteen. Na den daad moet hij nog eenige glazen jenever gebruikt hebben, maar zijn onge woon loopen was, naar sommigen getui gen, meer het gevolg van groote opge wondenheid. Nog wordt gemeld dat van Diesen, die zijn zwager J. K. met een mes stak, een volledige bekentenis heeft afgelegd, doch zich vrijwel ongevoelig betoonde. Hij is Dinsdagmorgen naar Tiel overgebracht. De toestand van den verwonde baart veel zorg, daar ook de long getroffen is. Uit Helmond wordt gemeld: Dinsdag werd eene fotografische opname gedaan onder -eer bizondere omstandig heden. De heer Jac. Uittenbogaert, foto graaf, begaf zich op den in aanbouw zijn- den schoorsteen van de Kon. Nederl. ma chinefabriek te Helmond en maakte eene fotografie van Helmond in vogelvlucht. Deze schoorsteen, welke nu reeds eene hoogte van 250 dM. bereikt heeft, wordt zonder steiger gemetseld door den heer Rus- sel te Tegelen, zoodat men den top alleen bereiken kan door de binnenpijp. Nadat de heer Uittenbogaert het ge vaarte beklommen had, werd hem door zijn assistent Von Lindern de camera met stalif naar boven geheschen en het gelukte hem op deze duizelingwekkende hoogte op een totale vlakte van 80 cM. diameter, waarop hij en zijn toestel met toebehooren moesten staan, eene zeer goed geslaagde opname te maken. Hooger werd zeker nooit gefo tografeerd. Terwijl men op het erf eener afgebrande boerderij te Oor schot bezig was doode boomen te vellen, zijn eenige kinderen, die spelende hielpen, door eigen onvoor zichtigheid onder een vallenden stam gekomen, waardoor een hunner een arm brak, en een ander zoodanig gekneusd werd, dat zijn vervoer naar het gasthuis noodig bleek, alwaar hij des nachts is overleden. ONDERWIJS. De minister van Binnenlandsche Zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat te vervullen is de betrekking van lceraar in deae- derlandsehe en franscbe talen aan de rijks hoo- gere burgerschool met driejarigen cursus te War- fum. Jaarwedde f1800. Zij. die voor deze betrekking in aanmerking wenschen te komen, gelieven zich vóór of niter- lijk op 80 September aan te melden bij den in specteur van het middelbaar onderwijs Dr. A.T. Van Aken, te *3-Gravenhage. VISSCHERIJ. Nieuwediep, 18 September. Vijf-en-veer tig korders brachten heden 15 tot 90 groote-, 50 tot 150 kl. tongen, 3 tot 20 mandjes kl. schollen, 2 tot 7 manden schar, 120 roggen, 245 makreelen en 1 tarbot, ten afslag; gr. tong gold 40 h 50 cent, kleine id.. 15 a 20 cent, rog 79 cent, makreel 2L t\ 24 cent en tarbot f 10.50, per stuk; kl. schol f 1.35 k f2 per mandje en schar f 1.25 per mand. T e s s e 1, 17 September. In de afgeloopen week brachten de Noordzeevisscbers van hier el ders ter markt8000 tongen, 500 roggen, 15 tarbotten, 250 manden kleine schol en 150 man den scharren. De prijzen van een en ander waren als volgt; groote tongen 30 a 45 c., kleine en middelsoort dito 10 a 20 c, rog 60 a 65 ctar bot f4 a 8, alles per stuk. Scharren f 1.50 a 3, kleine schol fl h 3 per mand. KOLONIËN. Vit de Javaschs bladen van lé en 18 Aug.) BATAVIA, 18 Augustus. De //Locomotief" schrijft: Indien men de toestanden in de niet aan Europeanen verhuurde gedeelten van de Vorstenlanden (d. i. der orang Kedja- wèo) gaat ontleden, dan komen er wan staltigheden aan den dag, die met ver wondering doen vragen, hoe het mogelijk is, dat eene aldus uitgemergelde bevolking niet reeds sinds lang de verzenen tegen de prikkelen heeft geslagen. Alleen door de historisch oi twikkelde onderworpenheid van den Javaan is dit te verklaren. Maar eenmaal moet, zelfs aan de lijdzaamheid van den Javaan, een einde komen. De belasting-heffing gaat daar nog iets anders dan in de goevemements- en particuliere landen, waar zij reeds zoo ergerlijk isl De bekel (dessahoofd) wordt door den apanagehouder slechts aangesteld tegen be taling van een belangrijke boekti, die dik wijls eenige duizenden guldens bedraagt. Daarvoor krijgt hij het recht, den kleinen man uit te zuigen zooveel hij verkiest. Hij kleedt hem dan ook letterlijk tot op het naakte lichaam uit, draagt aan den z. g. eigenaar (apanagehouder) diens zeer be langrijk cijfer van landrente af.... en houdt de rest voor zichzelf. Ook het misbruik van heerendiensten is ongelooflijk. Men schen uit Sragen (en natuurlijk ook uit andere afdeelingen) worden soms opgeroe- ped naar de hoofdplaats, en daar vijf da gen achter elkaar aangehouden om te wer ken zonder een cent belooning, moetende dus, zonder iets te verdienen, maar voor eigen kost en huisvesting zorgen. Terug gekomen in hunne woonplaats, worden zij weer dagen lang te werk gesteld in koffie tuinen. Zoo gaat het schier zonder ophou den, met slechts enkele dagen tusschen- poozeu om^voor hun eigen onderhoud te werken. En inmiddels grijpt de belasting- beul, het dessahoofd, maar steeds alles wat hij grijpen kan. Weet zulk een bekel den apanagehouder niet genoeg meer op te brengen, dan wordt hij, dikwijls na een ambtsvervulling van slechts enkele maau- den, ontslagen, en de nieuw begunstigde moet opnieuw een paar duizend gulden boekti betalen, en de uitzuiging begint van voren af aan. Bij mislukten of slech ten oogst, zooals dit jaar, wordt natuur lijk geen cent landrente afgeschreven. Het is hier grijpen wat men kan, totdat er eenvoudig niets meer is. Men begrijpt, welk een vruchtbaar veld in zulk een volks toestand door goeroe's, hadji's en andere fanatici of eerzuchtigen gevonden wordt, om onlusten in het leven te roepen. Er is wel eens beweerd dat de be volking in Bantam geen geweren had, zoodat de expeditie daarheen dus reeds van te voren geacht kou worden van alle gevaar ontbloot te zijn, en voor die be wering heeft men het bewijs meenen te vinden in het feit, dat bij huiszoekingen in verdachte kampongs nooit vuurwapens gevonden zijn. Uit zeer goede bron kun nen wij echter mededeeleu, dat door den thans ontslagen adsistent-resident vau Le- bak, den heer Maijer, kort voor het uit breken der onlusten zijn ingenomen vier honderd geweren, die hij heeft weten mach tig te worden door het uitvaardigen eener proclamatie, dat hij alle bij hem iugele- verd» geweren naar Batavia zou opzenden om ze te doen veranderen in achterlaad- geweren ten gebruike tegen de tijgers. Het Juli-verslag van de lampong- sche districten meldt niets over bantam- sche vluchtelingen of maatregelen daarte gen genomen. Wel dat er 5 koningstijgers, 2 gevlekte tijgers en 117 wilde varkens geschoten zijn. Bij besluit van den goeverneur-ge- neraal van Nederlandsch-Indië is aan den inlandschen sergeant der infanterie Marto- dirono alias Kassan, algemeen stamboek no. 4432, terzake van zijn moedig en be leidvol gedrag bij het afslaan van een vij andelijken aanval op een door hem gecom- mandeerden wachtpost bij Segli (Atjeh), in den nacht van 3 op 4 Mei 1888, toe gekend de bronzen medaille voor moed en trouw. Er liepen hier in de laatste dagen geruchten, dat er opnieuw eene vervolging zou worden ingesteld tegen den heer E. A. du Cloux, wegens feiten die reeds be kend waren toen de eerste vervolging plaats had. Het behoeft wel niet gezegd te worden, dat die geruchten onwaar moe ten zijn: noch het openbaar ministerie, noch de rechter zullen zich tot zulk eene onwaardige hand-ling leenen. De beklaagde is voor een deel vrijgesproken, en voor een ander deel is door den hoogsten rech ter beslist dat hij niets misdadigs heeft verricht: daarmede is de zaak afgeloopen. Aan den heer L. E. H. Raat is door de regeering in erfpacht voor 75 jaren afgestaan (het definitieve besluit wacht nog al'een op de verlaging van den canon, welke aan het opperbestuur is voorgesteld) een perceel woeste grondengroot 10,000 bouws, gelegen aan den linker oever van de Masoedjirivier in de afdee- ling Ogan en Komeriug Ilir en Blidah, in de residentie Palembang. De heer Raat, die vijf jaren in Deli heeft gewerkt en van de tabakscultuur op de hoogte is, wil de verkregen gronden inbrengen in eene maatschap, dier er dan tabak zal planten. Daartoe hoopt hij het uoodige kapitaal in Europa te vinden. Aan het opperstuur is door de re geering alhier voorgesteld den canon op de buitenbezittingen, die thans f 1 per bouw bedraagt, tot op 25 cent te vermin deren. Den 16en dezer is de nieuwbenoemde resident van Bantam, de heer Velders, naar Serang vertrokken. De heeren Faber en Greshoff, mili taire apothekers tweede klasse, zijn aan gewezen om het oppertoezicht te houden over de voor het eerst hier te Weltevre den plaats hebbende strenge desinfectie der militaire gobouwen, volgens de voor schriften van professor Pekelharing. -Uit Bantam zijn aan de //Javaoode" inlichtingen gezonden omtrent de onlusten die in hoofdzaak op het volgende neer komen. De opstandeling hadji Wasid en met hem vele anderen behoorden tot de secte der //Naqsjibendijah", die in alle Soenda- landen en vooral in Bautam tal van aan hangers heeft, en in laatstgenoemde resi dentie Nakis wordt genoemd. Zij ontvangt geregeld bevelen uit Mekka, waar haar grootmeester gevestigd is, welke waardig heid reeds sedert geruimen tijd aldaar wordt bekleed door een Bantammer van geboorte Abdul Karim, afkomstig uit het onder district Tauara, district Tjiroeas, afdeeling Serang. Hadji Wasid behoorde onder de ijverigste uitvoerders van zijne bevelen. Over de secte der //Naqsjibendijah" worut verschillend gedacht, doch het schijnt vast te staan, dat zij de leer huldigt: /,het doel heiligt de middelen", en dat hare volgelingen verplicht ziju op bevel hunner goeroe's zelfs hun leven voor de heilige zaak ten offer te brengen. Tot de secte behooren in Bantam niet alleen minder beschaafde inlanders, maar ook zeer hoog geplaatste inlandsche ambtenaren, en toen een paar jaren geleden de dochter van den regent van Serang in het huwelijk trad, konden de bruiloftsgasten op de invi tatiekaarten lezen, dat zij bij die gelegen heid den naam Nakis had aangenomen. Wanneer men de secte beschouwt als eene zuiver godsdienstige, hetzij met een zede lijk karakter hetzij met een kerkelijk, zoo dat in het laatste geval zij niet in den smaak dei geordende geestelijkheid valt, dan mag men in ruime deelneming geen politiek gevaar zien, doch als men met anderen het drijven der //Naqsjibendijah" beschouwt als in strijd met de belangen van den staat, dan is het wel opmerkelijk, dat het zoo goed als zeker wordt geacht, dat de opstand van haar is uitgegaan, en dat in fanatisme de eenige oorzaak daar van moet worden gezocht. Te hoog opgedre ven belastingen, revaccinatie, gebrek aan eerbied voor de priesters en zoovele an dere ware of vermeende grieven zouden dan alleen door de /Naqsjibendijah" zijn gebruikt om ook anderen dan die tot hunne secte behoorden, over te halen met hen mede te doen. Zelfs ruimde men aan die grieven eene groote plaats in. Zoo is uit gevonden brieven en uit de afgenomen verhooren gebleken, dat men oorspronkelijk plan had den inspecteerend geneesheer van de vaccine en den ad spi rant-controleur reeds den 5en Juli te ver moorden, toen dezen zich te Serdanglor onder Kramat-Waroe bevonden om de uit een twintigtal desa's aldaar saamgeroepen kinderen voor de vaccine na te zien. Men gaf echter dit plan op het laatste oogen- blik op, om lat men begreep, dat door den moord in het klein die in het groot in duigen zou vallen, en men de beide ge noemde personen te Tjilegon toch wel hoopte te zullen krijgeD. Vooral de revac cinatie van volwassen meisjes zette kwaad bloed, omdat men daarin enkel een voor wendsel zag voor minder eerlijke bedoe lingen, en zoo is dan ook uitgekomen, dat voor het uitbreksn van den opstand een vijftiental personen uit Goedang-batoe onder Kramat-Watoe zich hadden aangeboden, om niet alleen den regent van Serang, maar ook den eerstaanwezend-geneesheer aldaar door sluipmoord uit den weg te ruimen. Natuurlijk kende de resident van Ban tam het bestaan van de secte der Naqsji bendijah, maar blijkbaar behoort hij tot degenen, die haar volstrekt niet gevaarlijk achten, daar hij anders zijne ondergeschikte ambtenaren op dat gevaar zou hebben gewe zen. De heer Gubbels en verschillende con troleurs wisten niet, dat die secte in Ban tam zoovele aanhangers en vertakkingen bad. Wel moet dit echter Raden Penna, het hoofd als het ware van den godsdienst in de afdeeling Anjer, geweten hebben, en ook zijn stilzwijgen laat zich alleen ver klaren, door de overtuiging dat de ge noemde secte geen plannen smeedt tegen de veiligheid van den staat. Het europeesch zoowel als het inlandach bestuur heeft blijkbaar te weinig rekening gehouden met het werken en drijven eener geheime gods dienstige secte, die, zooals door het te Tjilegon gehouden onderzoek is aan net licht gekomen, uiterst gevaarlijk is en hare aanhangers en vrienden telt tot onder de hoogste standen. En daar men dus niet te doen heeft met eene staatkundige partij, die men kan zeggen dat door den dood harer hoofden voorgoed is uiteengespat, maar met eene fanatieke secte, die ook thans nog bestaat, moet men ook ua het dem pen van den opstand uiterst voorzichtig zijn, daar de leden daarvan zonder twijfel te eeniger tijd zulleu trachten den dood van Wasid eu de andere goeroe's te wre ken, hetzij door sluipmoord, hetzij door eene herhaling van de gruwelen te Tjile gon gepleegd. De wedana van Kramat- Watoe is daarvan zoozeer overtuigd, dat hij zijne overplaatsing heeft verzocht, eu ook vele europeesche ambtenaren achten zulk eene wraakneming zeker. WETGEVENDE MACHT. Dinsdagmiddag te drie uur vergaderde de Eerste Kamer weder. De voorzitter, de heer W. A. A. J. Schimmelpenninck van der O y e, sprak behalve een gedachten woord aan den overleden oud-minister prof. Vissering, de gewone rede uit tot aanvaarding van hot presidium. Die rede luidde: Mijne heeren l Het heeft Z. M. den Koning behaagd, mij voor het tijdperk dezer zitting weder om tot Uwen Voorzitter te benoemen en wederom doe ik een dringend beroep op uwen onmisbaren steun en medewerking mij op zoo welwillende wijze gedurende de vorige zitting verleend. Belangrijke wetsvoorstellen zullen aan de beoordeeling der Staten-Generaal worden onderworpen, voorstellen nauw samenhan gende met gewichtige volksbelangen. De Eerste Kamer met de in Nederland bestaande toestanden bekend en zich van hare eigenaardige roeping bewust, zal on getwijfeld hare taak tot heil van ons volk in zijn geheel weten te vervullen. Toepassing van rechtvaardigheid van den volgens de bekende eeuwenoude omschrijving voortdurenden en standvas- tigen wil een ieder zijn recht toeken nende, blijve zoowel ia daad als in woord ons streven. Een als wij allen zijn, in verknochtheid aan Vaderland en Vorstenhuis mogen wij dan onder Gods] zegen hopen ook in deze zitting met vrucht werkzaam te zullen zijn ten algemeeuen nutte. Ik verklaar het voorzitterschap van de Eerste Kamer der Staten-Generaal te aan vaarden. Verder werden commission voor de ver zoekschriften en de stenografie herbenoemd en tot leden der Huishoudelijke Commissie gekozen de heeren Viruly en Huydecoper. Daar er niets meer voor haar te doen viel, ging de Kamer uiteen om vooreerst niet meer bijeen te komen. In de Tweede Kamer, hield het oudste lid in jaren, de generaal Van der Schrieck, oen rede, waarin hij ook wees op de belangrijke werkzaamheden die der Kamer wachtten. Hij hoopte dat de beraadslagiugen zich zouden kenmerken door gemis aan eenzijdigheid en partijdig heid eu allen hun meening vrijelijk zouden uitspreken als vrije mannen in het nog altoos meest vrije land op aarde. Eerbie diging van aller vrijheid, wettelijke rechten en aanspraken moest de leuze zijn. Moge onder Gods onmisbare zegen zoo ein- digde kij onze arbeid vrucht dragen en de Albehoeder den Koning nog vele en gelukkige regeeringsjareu schenken. De eenige taak die op de Kamerleden rustte was het opmaken van een aanbe velingslijst voor het Voorzitterschap. Zij bestaat uit hetzelfde drietal van de afge loopen zitting. Primo, de heer Beelaarts van Blokland, secundo de heer Reuther en ten derde de heer E. J. J. B. Cromers. De beide eersten werden gekozen met een meerderheid van 49, laatstgenoemde met 68 van de 82 a 87 stemmen. Daar de Koning op het Loo is zal de lijst Z. M. worden toegezonden. Donderdag waarschijnlijk zal eerst de nieuwe Voorzitter worden geïnstalleerd. RECHTSZAKEN. Bij <lo uitspraak van vonnissen der haag9cho rechtbank is gebleken, dat dit cellege veranderd is van jurisprudentie bij procedures tot echtschei ding, waarbij de tted.agde niet verscheen. Nadat tal van jaren de rechtbank in zoodanige omstan digheid steeds ambtshalve getuigenhewijs had be volen, heeft zij Dinsdag verscheidene vorderingen tot echtscheiding dadelijk toegewezen, alleen over wegende, dat de vordering noch onrechtmatig noch ongegrond was. BUITENLAND. Engeland. Id de omstreken van Castle. island zijn door eenige onbekend gebleven mannen zes geweerschoten gelost op een boterhandelaar, zekeren Scannel, die ziek met zijn karretje naar de markt te Le3to- wel begaf. Scannel had echter den toeleg reeds bemerkt, alvorens het eerste schot viel, en slaagde erin zijn aanvallers te ontkomen. Zeer waarschijnlijk heeft men hier weer aan een pogiug tot het bedrijven van een agrarischen moord te denken. De commissie der drie rechters, door het Parlement benoemd om de kwestie Parnell-wTimes" te onderzoeken, heeft haar eerste zitting gehoudende zaal was eivol. Er word besloten dat elk der beide par tijen de overlegging van stukken in het bezit der andere zou kunnen vorderen, zoo bijv. Parneii het origineel van den be kenden brief in de «Times". Patrick Egan, thans in Amerika, zal getuigenis komen afleggen en daar Dillon eerst 18 Oct. uit de gevangenis komt zal de commissie eerst 22 Oct. vergaderen, om Dillon gelegenheid te geven zijn verklaring op te maken. De heb bemind. Wees altijd eerlijk en oprecht, als gij dan het slachtoffer wordt van slechte mannen, dan zullen uwe onderdrukkers het meest te beklagen zijn. God zij met u, dierbare Carl. Breng mijne groeten aan hen, die ik bemin, over. Blijf niet staan, om mij te zien sterven, ik verzoek het u. Carl bleef evenwel staan, terwijl hij van smart en woede schreide. Maak een weinig haastriep Lysander Sprowl, ter wijl hij uit het schoolgebouw kwam. Laat iemand een doek voor zijn oogen binden. Al klaar, kapitein, zeide Ropes. Maakt u gereed joDgens, en haalt de tafel weg, ais ik het beveel. Halt, wat is hier te doen riep een stem onver wachts en er verscheen een werfofficier uit het dorp. Hij reed op een wit paard. Het korte proces werd meegedeeld, en de zaak uitgelegd. Hij luisterde met een barsch en gewichtig gelaat, dat vol strekt geen medegevoel voor den gevangene verraadde. Daar hij van alle aanwezigen de voornaamste in rang (Silas noemde hem «kemel»/ en bovendien de eenige was die van het goevernement der geconfedereerden eene aanstelling had ontvangen, hield deze man Penn's lot in handen. Het is goed om zuike schavuiten op te hangen, zeide hij, terwijl hij met een gefronst voorhoofd den gevan gene beschouwde. Voor dit bizonder geval kan dit ge zegd worden: men zal u op ééne voorwaarde het leven sparen. Door de angstige spanning stond het hart van Carl bijna stil. Zeifs Penn voedde een zeer flauwen straal van hoop. De «kemel» ging voort. Laat hem de keute, öf gehangen te worden, öf te teekenen. Wat zegt gij er van, jongeling? Wat verkiest gij, den dood van een verrader, of de roemvolle loopbaan van een soldaat in het leger der geconfedereerden Het is mij onmogelijk, mijnheer, zeide Penn, met eene stem van gevoel en innige overtuiging, het is mij onmogelijk de wapenen tegen mijn vaderland te richten. Maar de geconfedereerde staten zullen uw vaderland zijn en een land, om er op te roemen, zeide de officier. Ik ben een burger van de Vereenigde Staten; ik blijf aan de Vereenigde Staten getrouw. Ik wil liever sterven, dan een verrader zijn. Dus gij wilt niet teekenen? Neen mijnheer. Zelfs niet om uw leven te redden? Zelfs niet om mijn leven te redden. Als gij dan zoo gek zijt, mompelde de man, ter wijl hij zich omkeerde, dan heb ik niets meer te zeggen. Er bleef dus Penn niets over, d?n zijn lot geduldig te ondergaan. De aangewezen mannen hielden de tafel vast en wachtten op het teeken. Maar toen was Carl door de memgte gedrongen en wierp hij zich voor den officier op het paard, neder. O, kolonel Derring, een woordje als 't u blieft. Een woordje, herhaalde de officier met een ruwen lach. Wat ia er Duitscher? Laat hem gaan, en ik zal vrijwillig zijn plaats inne men, zeide Carl. Gij De officier nam hem scherp op. Carl, ofschoon hij jong was, had eene forsche gestalte. Gij offert u als een plaatsvervanger op, welnu, ik zal zijn leven sparen. Carl, riep Penn, ik verbied het u. Gij zult die zonde om mijnentwille niet begaan. Ik zou duizendmaal liever sterven, dan u als oproerling tegen uw vaderland op te zien staan. Ik heb mijn vaderland verlaten, antwoordde Carl, terwijl hij zich scherpzinnig verontschuldigde. Ik beu, zooals deze man zegt, een Duitscher. Ik zal teekenen, en hij zal uw leven redden. Wordt tercolgi^)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 2