NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Blanken en Zwarten.
6e Jaargang.
Donderdag 27 September 1888.
No. 1606.
HAARLEM'S DAGBLAD
ABOHNEltENTSPRIJS:
Voor Haarlem, per 3 maanden1.20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.03.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Buresn: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
ADVERTENTIES:
▼an 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiere.
Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOIU en J. B. ATI».
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Generale de Pubiieite Etrangère G. L. DATJBE Co., JOH. F. JONES, Stier., Partje, Slbts Faubourg Montmartre.
S T A D S IV I E IIIV S.
Haarlem, 26 September.
Dinsdagavond is hie' ter stede
overleden Antonie Lodde, gewezen
adjudant-onderofficier bij het ned.
indische leger. In 1863 werd hij door
Z. M. den Koning benoemd tot rid
der der Militaire Willemsorde.
Men meldt ons uit Frankfort
a/Main dat de heer H. J. Heshuy-
sen uit Haarlem, na de lessen aan
de Handelsschool aldaar te hebben
gevolgd, het getuigschrift van vol
doende studiën heeft verworven.
De officier van justitie alhier ver
zoekt ten spoedigste te worden be
kend gemaakt met den naam van
den winkelier of winkelierster al
hier, die in den laten avond van
den 12en September jongstleden, aan
een manepersoon van 48 jaren vier
kan petroleum tegen 36 cents heeft
verkocht, welke pretroleum, na in
een door dien man medegebrachte
groote ossenblaas te zijn overgestort,
daarin werd medegenomen.
Bedoelden verkooper wordt be
leefd Iverzocht zich ten spoedigste
aan het parket van dien officier al
hier aan te melden.
Van den ongelukkigen werkman
Marchand, die met de hand tusschen
eene schaafmachine geraakte, van
welk ongeluk wij in ons vorig num
mer melding maakten, zijn in het
gasthuis vier vingers afgezet, zoo
dat hij slechts den duim overhoudt.
Zijn toestand is redelijk.
Maandag j.l. had een visscher
in de Ringvaart van de Haarlem
mermeer de onvoorzichtigheid zijn
bootje aan een voorbijvarende stoom
boot vast te binden. Het bootje sloeg
om en de visscher, wiens naam tot
heden onbekend bleef, verdronk. Zijn
lijk is nog niet gevonden.
LETTEREN EN KUNST.
Inhoud Hollandsche Lelie, 2e jaar
gang No. 18.- Hoofdartikel. Willem Jacob
Hofdijk. Uit de Provincie. Omzwervingen
buiten. Berichten. Recepten. Roman.
Correspondentie. Weekkalender.
VISSCHERIJ.
Op den vischafslag telJmnidenwaren de prij
zen Dinsdag veel hooger dan verleden week. De
tong die toen 30 en 35 ets. opbracht, gold nu
f0.80 k fl.Schol ea bot werd niet aange
voerd, de rog bracht 20 a 40 ets. op.
N i e n w e d i e p, 25 Sept. Vijf-en-zeventig
korders brachten heden 15 tot 100 groote, 25
tot 90 kl. tongen, 4 tarbotten, 45 roggen, 2 tot
15 mandjes kl. schol en 1 kreeft ten afslag, ter
wijl door vletten 230 makreelen werden aange
voerd; groote tong gold 50 a 55 cent, kleine id.
10 a 25 cent, tarbot f 11 a f14, rog 75 h 78
cent, makreel 25 cent per stuk, schar fl 40 a
f2 per mand, kl. schol f2.50 a f 1.75 per
mandje en de kreeft f 1 85. De eugelsche kotter
G. Y. 88, binnengekomen met 400 tongen en
een partij schar en schol, heeft de vangst onder
hands verkocht.
T e s s el, 24 Sept. In den afgeloopen week
vingen de Noordzeevisschers van hier het onder
staande, dat elders ter markt werd gebracht:
12000 tongen, 500 roggen, 20 tarbotten, 1 steur,
300 manden kleine schol en 250 manden schar.
De prijs van een en ander was als volgtgroote
tong f0.80 a f 0.45, kl. en middelsoort f0.10
a 10.15, rog f0;60 k 0.75, tarbot f3 k f10,
steur f 28.50, alles per stuk, kl. schol f 1 a
f 1.50, schar f2 a f2.50 per mand.
Lemmer, 24 Sept. De visscherij naar bot
op de Zuiderzee was in de laatste dagen Toldoen»
de: dc aanvoer alhier bedroeg pl.m. 2000 kilo.
die door de opkoopera werden afgenomen tot 16
cent por kilo. Kwaliteit der bot was zeer goed.
Ill kleinhandel wordt tot 80 cent per kilo be
dongen.
I? 1 E N L A X I».
De Koning heeft aan de
Nederlandsche Heide-maattchappij
een subsidie ▼erieend, welke door
hem voor ééns zal worden geschon
ken, en wel in de eerste dagen van
September 1889, daar alsdan de
kweekelingen der boschbouw-school
te Frederiksoord, na gunstig eind
examen, door de Nederlandsche Hei
demaatichappij in dienst zullen kun
nen worden genomen.
Na het inwinnen van volko-
men vertrouwbare inlichtingen verheugt
het ons (zegt het //Handelsblad") te kun
nen verzekeren, dat //de gevoelige slag",
die onzen Sumatra-tabakshandel bedreigen
zou, als men geloof mocht slaan aan het
geen hieromtrent is medegedeeld, volstrekt
niet als een verontrustend teekeu des tijds
behoeft te worden beschouwd. Een impor
teur zou een groot gedeelte van den aan
voer voortaan te Bremen aan de markt
brengen!
,/Met de plantersfirma,die bedoeld wordt",
zoo schrijft men ons, //bestond hier geen
loopeud contract, dat verbroken is. Wel is
het waar, dat men hier voor volgende
jaren geen nieuwe overeenkomst met haar
heeft willen aangaan, en dat wordt door
ieder die het //waarom niet?" weet, ge
billijkt.
Van de ondernemingen der bedoelde firma
is er wat die betreft welke in Deli ge
en zijn ééne, welke zich inderdaad een
zeer goeden naam verwierf, maar ook ééne
die het exceptioneel-slechte vertegenwoor
digt van hetgeen uit Deli kwam. (De in
1887 verkochte oogst dier Deli-plantingen
bracht in doorsnee 105 cent op, terwijl de
geheele oogst dat jaar 154 cent bedong.)
z/Waar men nu hoort gewagen van «de
grootste lading prima Sumatra-tabak, die
voortaan in Bremen geveild zal wor
den", daar moeten welingelichten de
schouders ophalen.
iiOok wordt beweerd, dat //tevergeefs
beproefd zou zijn hier ter stede deelneming
te vinden voor eene, door de plantersfirma
op touw gezette, onderneming, welke deel
neming wel te Bremen verleend werd."
Daarbij behoort noodzakelijk deze aanvul
ling; //dat eene nieuwe overeenkomst, die
verlangd werd, niet de Deli-tabak alleen,
maar ook cultuur in de landschappen Pa-
dang en Pagoerawan omvatte".
Yoor de gevolgtrekking, alsof onze
amsterdam8che handelshuizen niet genoeg
ondernemingsgeest wilden ontwikkelen en
niet allen mogelijken steun verleenen, in
dien die maar op betrouwbare grondslagen
gevraagd wordt, bestaat hoegenaamd geen
grond. Evenmin als voor het schrikbeeld,
dat meer planters hun heil elders zouden
gaan zoeken, waar het niet of in elk ge
val minder goed te vinden is dan hier
aan de nederlandsche markt."
Boulanger in den Haag?
Een correspondent van de //Zwolsche
Ct." te 's Hage schrijft aan het einde zijner
wekelijksche kroniek
//En nu ten slotte een nieuwtje!
Men zoekt gansch Europa door en mis
schien wel daar buiten naar dea grooten
Boulanger.
Welnu, vóór enkele dagen was de groote
man hier.
Zoo althans meenden velen, die, om zijn
aanschijn te genieten, een dezer dagen tegen
1 uur 's namiddags, naar 't hollandsche sta
tion draafden.
Vanwaar die verwachting, dat deze fran-
sche zon, welke reeds 70olang schuil is,
hier in Holland weer boven de kim zou
komen
In een weibeklanten kappers en barbiers
winkel komt 's morgens een kapitein, hier
in garnizoen en versierd met het Legioen
van Eer, binnen en laat zich door een
z/Eigaro" bedienen, dezen aanzeggende hem
bizonder netjes te scheren, daar hij op
dracht had den generaal B. ten 1 ure aan
den trein te ontvangen. Het plechtig ge
zicht van den kapitein en het fraaie 5-armig
kruis van het Legioen misten hun uitwer-
kiug niet. Aan iederen klant werd de komst
van den brav' géoéral aangekondigd. De
kapitein zou met hem de lunch op de
//Witte Sociëteit" gebruiken, hem eenige
merkwaardigheden laten zien en hem tegen
den avond uitgeleide doen in de richting
van Amsterdam.
Helaas, de aanstaande Dictator moet nbg
komen i"
In de Rh einis ch e Courier
wordt met groote ingenomenheid er
op gewezen, dat het graven van
het Noord-Oostzeekanaal aan eene
nederlandsche firma is opgedragen,
omdat zij het werk voor 12 millioen
mark heeft aangenomen, bij eene
ambtelijke begrooting van 15 mil
lioen.
De door kiesvereenigin-
gen van alle partijen te Amsterdam
gesteunde adreseen aan den ge
meenteraad aldaar, ter uitbreiding
van het tramnet over het oosten en
westen der stad en in aansluiting
met buurttramwegen over het IJ
enz., zullen dezer dagen wordeD
verzonden. Zij prijken met niet min
der dan 26000 handteekeningen.
Men schrijft ons uit H i 1-
versum
Na heel wat discussie is eindelijk
aan de 's Gravelandsche Tramweg
maatschappij vergunning verleend
tot het verleggen der trambaan door
de kom dezer gemeente. Hierdoor
zal het centrum van het dorp in
betere verbinding komen met het
station. De aanvrage van de heeren
Geveke c. s. werd door een groot
getal ingezetenenbewoners van
Kerkbrink, 's Gravenlandschen weg
enz. per adres ondersteund.
Een (Lrama. Maandag is
uit het kanaal Luik-Maastricht, nabij
het grenskantoor Sint Pieter, het
lijk opgevischt eener onbekende
vrouw, die een kind op den rug en
een op de horst had bevestigd.
Te Noordbroek is Zon
dagavond een moordaanslag ge
pleegd op H. ten Berge, bakker
aldaar. De vermoedelijke dader is
bekendhij is zekere K., boere-
knecht. De aangevallene is op drie
plaatsen in den rug gestoken met
een mes of ander scherp voorwerp
en verkeert in zorgvollen toestand,
daar de long getroffen schijnt.
Te Laren (Gooiland) is
een door de kunst vereeuwigde per
soon overleden, nl. de schaapher
der Gijs Kok, die met zijne kudde
door den schilder A. Mauve meer
malen op het doek werd gebracht.
Ten vorigen jare was aan dien
typischen man opgedragen, den
beroemden schilder de door hem te
Parijs behaalde gouden medaille uit
te reiken, van welke taak hij zich
verdienstelijk kweet.
WETGEVENDE MACHT.
Het voorstel van de heeren Schoepman-Loh-
man tot wijziging van hetReglement vanOrde
was nog altoos onafgedaan gebleven en
daar dit nu juist strekte om in 't bizon
der voor de begrooting eene andere wijze
van werken aan te nemen, moet dit thans
beslist worden, voordat men aan den ar
beid kan tijgen.
Aanvankelijk scheen het debat Dinsdag
in de Kamer zeer kort te zullen zijn. Er
werden geen algemeeue beraadslagingen
gevoerd en de weinig beteekenende wij-
zlgiQg in de twee eerste hoofdstukken door
de voorstellers aangebracht, gingen zonder
bezwaar door. De commissie van Rappor
teurs had daarbij nog het voorrecht met
42 tegen 31 stemmen te zien aangenomen
een wijziging van hare zijde aangegeven,
die den voorzitter der Kamer noodzaakt,
om indien hij van zijne presidialen zetel
afstapt om als gewoon lid over een zaak
een speech uit te spreken, gedurende de
geheele beraadslaging over dat punt zijn
presidium aan zijn plaatsvervanger over
te geven.
Bij hoofdstuk III kwam echter de
hoofiizaak aan de orde en over dat hoofd
stuk werden dan ook breede algemeene
beraadslagingen gevoerd. In hoofdzaak is
de kwestie deze: terwijl thans alle voor
stellen en begrootingen in de afdeelingen
worden onderzocht en deze ieder een rap
porteur aanwijzen, welke gezamenlijk het
verslag opmaken, wenschen de heeren
Schaepman en Lobman die werk
wijze te blijven volgen, tenzij de Kamer
besluite het onderzoek optedragen aan
eene commissie van voorbereiding, wier
benoeming geschiedt niet door de af
deelingen maar door den Voorzitter der
Kamer, die verplicht is in de Commissie
op te nemen een lid, dat door minstens
20 leden wordt voorgesteld. Die commis
sie stelt zich rechtstreeks met de Regee
ring in betrekking, brengt een verslag uit
en doet de voorstellen tot wijziging die
zij verkiest.
Eindelijk wenschen de voorstellers voor
de Staatsbegrooting ééne afzonderlijke
Commissie van Rapporteurs te benoemen.
Tegen deze voorstellen nu heeft zich de
Commissie van Rapporteurs verzet. Ter
wijl haar minderheid slechts ten deele
daarin deelt, heeft de meerderheid zich
bepaald er tegen verzet. Haar stelsel is:
lo. geeue sectieonderzoek voor kleine ont
werpen, maar ééne Commissie van Rap
porteurs voor alle kleine ontwerpen ge
durende een zittingperiode: 2o. behoud
van het tegenwoordige sectieonderzoek als
regel; 3o. buitengewone behandeling van
sommige ontwerpen, waarover de rappor
teurs door de afdeelingen worden geko
zen 4o, geene uitzondering voor de be
grooting.
Dit stelsel nu werd zeer uitvoerig èn
FEUJIIiIIHTO 1ST.
Een verhaal uit den amerikaanschen burgeroorlog.
34) XXIIe HOOFDSTUK.
DE JAS EN DE HOED VAN STACKBIDGE WORDEN
GEVANGEN GENOMEN.
Men zag bij de flauw verlichte deur eene groote menigte,
en nog andere gevaDgenen werden binnengeleid. Te midden
der opgewondenheid liep Penn de schildwachten voorbij,
zonder dat hij herkend werd.
Hij werd onmiddellijk naar een aantal unionisten ge
drongen, van wie sommigen van schrik het stilzwijgen be
waarden. Anderen waren woedend, maar zij waren evenals
Penn gevangenen.
Verder in het vertrek, aan een lessenaar, achter een soort
toonbank, waarop kaarsen stonden, zat de kolonel der ge-
confedereerden, aan wien Penn zijn leven had te danken.
Hij scheen de namen van hen, die gevangen genomen wa
ren, te ontvangen en te onderzoeken. Naast hem zaten zijne
klerken. Penn wist, dat hij spoedig voor hem moest ver
schijnen. Hij stond in de duisternis en was dus niet te ont
dekken, maar hij kon bij het licht niet aan de blikken van
hen, die hem beter kenden, ontgaan. Wat zou dan zijn lot
zijn? Zou hij evenals de overigen gevangen gehouden wor
den, of zou hij aan het gepeupel, dat het op zijn leven
gemunt had, overgeleverd worden?
Van de duisternis en de verwarring gebruik makende,
baande hij zich met de ellebogen een weg door de menigte
en verscheen met den hoed in de hand, en de jas op den
arm, vo< r de wacht, en vroeg den kommandeerenden officier
te spreken.
Mijnheer, wie zijt gij? vroeg de kolonel, dewijl
hij hem in het eerst niet herkende. Toen slaakte Silas Ro
pes, die naast hem stond, een zwaren vloek, en zeide, dat
het de schoolmeester was.
Maar ik heb geen tijding van zijne aanhouding ont
vangen, riep de kolonel. Hoe zijt gij hier gekomen
mijnheer?
Ik wensch mij onder uwe bescherming te stellen,
zeide Penn. Gij hebt een plaatsvervanger voor mij ont-
vaugen en hebt bevolen mij in vrijheid te stellen, maar men
men heeft uwe hevelen niet opgevolgd. Men heeft mij twee
dagen lang achtervolgd, en eenige mannen, die zich gecon
federeerde soldaten noemen, vervolgen mij nog. Onder deze
omstandigheden meende ik goed te doeD, mij tot u te wen
den, en u aan uw eer als mensch en als officier te her
inneren.
Maar hoe zijt gij hier gekomen? Wie heeft hem bin
nengebracht?
Niemand kon deze vraag beantwoorden, ofschoon het hoofd
van de bende, die hem had binnengebracht aauwezig was,
en wachtte, totdat hij melding kon maken van tie aanhou
ding van Stackridge. Zoodra Penn zich echter weer gehoor
kon verschaffen, vervolgde hij
Mijnheer, ik ben met eene menigte gevangenen en sol
daten binnengekomen, en niemand herkende mij. De schild
wachten meenden ongetwijfeld, dat ik tot de gevangenen
behoorde, en lieten mij ongehinderd gaan.
Wel mijnheer, gij hebt eene stoutmoedige daad be
dreven, het is voor u misschien het beste. Sedert gij u vrij
willig hebt overgegeven, voel ik mij gebonden u te be
schermen. Maar ik laat u tusschen twee dingen de keuze,
en ik bied hetzelfde ook aan de andere heeren aan. Zweer
den eed van trouw aan het bestuur der geconfedereerden,
en wordt vrijwilliger dat is het ééne.
Ik behoor tot de noordelijken,hernam Penn, en
ben trouw aan de Vereenigde Staten schuld'g; ik kan dit
aanbod dus onmogelijk aannemen.
Het is goed; ik zal u den tijd laten om er over na te
denken. Intusschen is uw eenig redmiddel dat ik u gevan
gen houd. Neemt dien man mede.
Er werd niet meer over gesproken en Penn had inder
daad meer gewonnen, dan hij had kunnen hopen, daar de
oogen van luitenant Ropes van moordzucht fonkelden. Hij
werd naar eene trap geleid, die naar een kelder voerde en
men beval hem af te dalen. Hij gehoorzaamde; twee solda
ten liepen naast hem, twee soldaten stonden bij de deur op
wacht en bovendien stonden er twee beneden aan de trap.
Het was een donker onderaardsch verblijf, dat slechts door
één lantaarn, die aan een balk hing, verlicht werd. Bii het