in spanning als thans. Haast was men zeker, dat de hit zou winnen en tochhij verloor, maar met eere. De heer Scheltema won met ongeveer 10 M. Op 500 M. van de afritplaats liep de hit een laan in, in plaats van rechtuit te gaan en op onge veer 200 M. van de aankomstplaats, liep het paard op de werf van het «Koffiehuis de Nederlanden». Daar deze storingen minstens 50 me ter in 't nadeel van de Jong kwa men, mag men veilig aannemen, dat de wielrijder, hoewel zijn rijden werd bewonderd,eigenlijk het onder spit had moeten delven. De afstanden werden afgelegd als volgt: 3000 M. in 4 min. 14 sec. (de heer Scheltema); 4 min. 16 sec. (de heer de Jongl. Daarna maakte een groot gedeelte van den bond in gezelschap van den consul te Haarlemmermeer voor hunne rijwielen van de wegen van het dorp gebruik en vervolgens maakten drie groepen van vier per sonen zich gereed om in den kortst mogelijken tijd, den atstand van 6000 meter af te leggen. Alles liep onder begunstiging van goed weder best af. LETTEREN EN KUNST. Men meldt uit Amsterdam aan de «N. R. Ct.« Onder leiding van den heer mr. Henri Viotta zullen dezen winter weder twee uitvoeringen worden gegeven door de Wagnervereeniging" ou twee door de vereenigiug «Excelsior", geheel op denzelfden voet als verleden jaar. Op de "Excel- sior«-concerten stelt de heer Viotta zich voor o. a. eeae reeks kleine koorwerken, van Pales- trina en de oude Nederlanders tot en met Richard Wagner, ten gehoore te brengen en daarmede als het ware een overzicht van de ontwikkeling der koormuziek te geven. Wat speciaal de Wagnerconcerten betreft, zijn o. a. fragmenten uit «Rheingold," "Siegfried," «Parsifal" en "Die Moistersinger« ter uitvoering gekozen. Als altijd zullen beroemde Wagnerzan- gers hunne medewerking verleenen, waaronder verscheidene kunstenaars, die bij de «Festspiele« te Bayreuth medegewerkt hebben. Sarah Bernhardt is Vrijdag te Amsterdam op getreden in «La Tosca». Haar succes was niet zoo groot als men had verwacht, hoogstens een succes d'estime. Algemeen was men van oordeel dat zij de hollandsche actrices, die in het stuk vroeger zijn opgetreden, slechts in enkele op zichten verbeterde. De liefdescènes kwamen het meest uit. De overige bezetting was vrij goed. Damala vervulde de rol van Carvaradossi en Bertou die van Scarpia. LEGER EN VLOOT. Door den minister van Oorlog is bepaald, dat de onderofficieren, die dit jaar aan het officieren- examen deelnemen, na dat examen te hebben afgelegd naar hunne korpsen zullen terugkeeren en in de gelegenheid worden gesteld, van het hun toegestaan verlof voor eene maand gebruik te maken. Na van dat verlof te zijn teruggekeerd, moe ten zij aan alle dienstverrichtingen van het regi ment deelnemen, tot het tijdstip waarop de uit slag van het officieren-examen is bekend gemaakt. Naar men verneemt, is de transformatie der geweren door het departement van Oorlog gegund aan eene firma te Luik, die de bewer king in Nederland (waarschijnlijk te Maastricht) zal doen uitvoeren. De luit. ter zee der le klasse W. A. Mou- ton, thans geplaatst bij den marine-torpedodienst te Nieuwediep, i3, naar men verneemt, aange wezen, om d n luit. ter zee le klasse H. van den Pauvert als instructeur in de artillerie aan de adelborsten van het kon. iu3t. van de marine in het begin van September 1889 te vervangen. Evenals in 1887, hebben ook dit jaar al de volontairs van het 3de stadiejaar van den artillerie-cursus met gunstigen uitslag officiers examen afgelegd, t. w. Van Dam, Fast, Hanau, Van Gastel, Romein, Van der Putten, Van Put ten, Friso Roorda, Van Affelen van Saemsfoort, Collette, Scheffelaar Klot3, Krieger, Deddes en Landaal. III N N B N L A N Naar de N. P. D. Ct. v er- neeint, zal de nieuwbenoemde goe- verneur van Suriname, jhr. mr. De Savornin Lohman, niet vóór Dec. derwaarts vertrekken. De nederlandsche V e r- eeniging tot bevordering van Zon dagsrust heeft zich opnieuw tot de maatschappijen van vervoer in Ne derland gewend met het verzoek om bij het vaststellen van zomer en winterdieDstregelingen deze zoo danig in te richten, dat het perso neel althans twee Zondagen in de maand vrij van dienst zal zijn. Zooals men «eet. zal de maatschappij «Nederland» met haar schepen voortaan Genua en niet meer Marseille aandoen. Haar eerste boot, de Prinses Ma riekwam Donderdag te Genua aan. Den volgenden dag was er lunch aan boord, door de maatschappij aan de genueesche autoriteiten aan geboden. De heer Tideman, vertegenwoor diger van de «Nederland», dronk op den koning van Italië en Ie heer Castagnola, burgemeester van Ge nua, op onzen koning. Graaf Di Rovasenda, onder-prefect van Ge nua, bracht een toast uit op den bloei van de maatschappij «Neder land» en de voorzitter van de Ka mer van Koophandel aldaar op het vrije Nederland. Een 60 tal gasten was aan tafel vereenigd. De D el v en aar kan hetbe- richt van een der bladen tegenspre ken, als zou eerlang door een lid der Tweede Kamer een voorstel ge daan worden tot het afschaffen van den vaccine-dwang. Wel schijnt dit plan bestaan te hebben, doch het is opgegeven, zoodra bekend werd, dat de regeering voornemens is zelve eene wijziging van de wet op de besmettelijke ziekten aanhangig te maken. Het aantal Nederlanders, die in de voornaamste steden van Europa verblijf houden, wordt op 40,000 geschat; alleen te Parijs zijn er 16,500. Zeker ia dat getal niet overdreven, als men nagaat, hoe zij in de zo mermaanden hun land ontvlieden. Waarheen men ook reist, overal ontmoet men Nederlanders. De Artih. Ct. verhaalt daarvan het volgende staaltje «Een onzer medewerkers zat de vorige maand met drie zijner huisgenooten in den schouwburg te München, toen hij voor zich nog twee Arnhemmers herkende en, in de pauze zich omwendende, weder een stadgenoot zag. Des middags had hij drie Arnhemmers aan de table d'hóte ontmoet en des avonds een glas bier drinkende zag hij er weier een voorbij gaan. Op één dag elf uit deze stad alleen I In Innsbriick zat hij met zestien land- genooten aan de open tafel van een hotel. In Wiesbaden herkende hij er negen op één avond inhetKur- haus. Dit tot maatstaf nemende, zou men geneigd zijn te gelooven, dat het getal «vaste» bezoekers van het buitenland nog veel grooter dan 40,000 moest zijn.» Aan de departementen der nederlandsche maatschappij ter bevordering van nijverheid is door de commissie van het Museum vaD Kunstnijverheid medegedeeld, dat het lang gekoesterd plan, tot ves tiging van een cursus voor orna- meutaal houtsnijwerk, aan de school zal worden uitgevoerd. Meer en meer tracht de commis sie aan de school de practiscbe rich ting te geven, die voor de ware ontwikkeling des volks tegenwoor dig onmisbaar is. Door het vestigen van den cursus voor ornamentaal houtsnijwerk wenscht zij, nevens den reeds bestaanden voor decora tief schilderwerk en het graveeren, eene reeks van vak-cursussen te ver eenigen, waardoor het karakter der school als hoogere oefenplaats voor kunstnijverheid meer dan vroeger op den voorgrond zal treden. Nederland heelt in de kunst van beeld- en snij werk in hout eenmaal een grooten roem behaald. De ne derlandsche meubels waren in den bloeitijd van onze scheepvaart een belangrijk artikel van uitvoer. Niet alleen heeft bet karakter van den nederiandscben stijl in de noordscbe rijken grooten invloed uitgeoefend, doch nog heden ten dage wordt ook in bet Zuiden zijne gewaar- derdc kunstvoortbrengselen op hoo- gen prijs gesteld. Na de schilderkunst was wellicht geen kunstvak in Nederland zoo populair als de houtsnijkunst. Niet alleen de kerken, stadhuizen en open bare gebouwen, zelfs de woniDgen onzer meest bescheiden burgers leg gen hiervan getuigenis af, een be wijs, hoezeer de kunst in het volks leven was doorgedrongen. Zij was destijds innig saamgeweven met het huiselijk leven en de ambachtslie den maakten hunne meesterstukken, zoo niet aan eigen haard, dan toch in eigen werkplaats. In meer be scheiden zin was de houtsnijkunst het geliefkoosd bedrijf van landbou wers, zeelieden en visschers in hunne vrije uren, enjook daarvan bestaat op het platteland en in de zeedorpen nog menig bewijs. In alle opzichten verdient die kunst algemeene aanmoediging. Eene nieuwe ontwikkeling, uitgaande van de nog aanwezige nationale motieven en verder geleid door bestudeering der natuurvormen, zal zeer zeker gewacht mogen worden van de po- pingen die de commissie wenscht aan te wenden. De redactie van het Maandblad tegen de vervalsching van levensmiddelen deelt mede, dat zij, de overtuiging verkregen hebbende dat van officieele zijde bet gewich tige vraagstuk der levensmiddelen- contröle niet behoorlijk wordt be hartigd, het initiatief zal nemen tot eene niet-officieele krachtige con- tréle, waarover zij hare inzichten en plannen nader zal uiteenzetten. Eerstdaags zal een door vele postambtenaren onderteekend rekest aan den minister van Finan ciën gezonden worden, houdende verzoek om in het toegezegde nieuwe ontwerp tot regeling van burgerlijke pensioenen eene bepaling op te ne men, waarbij voor de ambtenaren nog éénmaal de gelegenheid wordt opengesteld om hunne onbezoldigde surnumerairsjaren bic de berekening van pensioen als dienstjaren geldig te doen maken. In de Huisvrouw woiit de aandacht gevestigd op het na deel, dat schoolkinderen, met name meisjes, belast worden met zware boekentasechen, hetgeen voor eene normale ontwikkeling van het been derenstelsel van het kind verre van eene onverschillige zaak is. De stadhouder vau Elzas-Lotha- ringeu, die zich aau de gezondheids belangen der schoolkinderen zeer veel baat gelegen liggen, heeft on langs langs officieelen weg opmerk zaam gemaakt op de schadelijke gevolgen, die voor het lichamelijk welzijn der kinderen uit dit kwaad moeten voortspruiten, en de school- autoriteiten aangespoord om daar tegen krachtdadig te waken. In het jongste nommervan de „Geneeskundige Courant» wordt een hoofdartikel gewijd aan de burgerpraktijk der officieren van gezondheid. Bij de reorganisatie van den militairen geneeskundigen dienst in 1881 door den min. van Oorlog Reuther, is aan het korps officieren van gezondheid dat zeer in verval geraakte behalve een prachtige promotie en andere voordeelen en vrijhe den, ook de burgerpraktijk onder luttele beperkingen, toegestaan. Van die vergun ning wordt, naar het oordeel van den schrijver, misbruik gemaakt. Er worden door gemeentebesturen off. v. gez. benoemd tot gemeente genees- of heelkundige; er worden officieren v. gez. benoemd tot as sistenten en professoren, alles ter preju dice van hun burger-collega's, die ten minste in de steden de praktijk tegen woordig waarlijk maar niet voor het grij pen hebben. Dat de uitoefening dier burgerbetrek king niet ten voordeele komt van het rijk, toont de schrijver met enkele voorbeelden duidelijk aan en dat het onnoodig is de off. v. gez. rog op soortgelijke wijze te bevoordeelen, bewijst hij met een schets van de organisatie van het korps. Zij ver- keeren in zeer gunstige omstandigheden, ontvangen dadelijk den rang van le luit. op een traetement voor de eerste zes jaren van f 1600, voor de beide volgende van f 1800, om, na verloop van acht jaren op den dag af bevorderd te worden tot le klasse (kapitein) op een traetement aenvankelijk van f 2200, na 4 jaren dienst van f 2400, na 8 jaren van f 2700 en na 12 jaren van f 3000. Bovendien wor den zij voor alle extradiensten naar be- hooren betaald. De schrijver besluit zijn artikel aldus: De burger-arts moet zijne opleiding ge heel uit eigen middelen bekostigende militaire student geniet die van het Rijk. Wat wil men meer Waarlijk het toestaan der burgerpraktijk had gerust kunnen achterwege blijven. De candidateu voor de betrekking van off. v. gez. zouden toch wel niet zijn uitgebleven! „Maar de burgerpraktijk is nu eenmaal aan de off. v. gez. toegestaan en, zoolang dat Kon. besluit niet wordt ingetrokken, valt daartegen niets te doen, dan protes- teereu. Maar beperkt kan zij wel worden en daartoe worde een beroep gedaan op het billijksheidsgevoel van Z. Exc. den Min. van Oorlog en van den inspec teur van den geneesk. dienst der land macht. Op welke wijze die beperking kan plaats hebben, behoeven wij hier niet uit een te zetten, dat kunnen beide autori teiten zeiven het best beoordeelen en weten. Omtrent de heideontginniug schrijft men aan het „D. v. Z.-H.» 't vol gende uit Arnhem „Door velen is met groote ingenomen heid de mededeeling ontvangen, dat de Koning bizonder de zaak der heideont- ginning wilde ter harte nemen. „Ongeveer 22 pet. der oppervlakte van ons land (33,000 KM.3) bestaat nog uit woeste gronden, die niets of bijna niets voortbrengen. Niet al die gronden zijn geschikt in bosch, bouwland, weide of hooiland veranderd te worden, maar on getwijfeld kan dat met meer dan de helft geschieden. „Zeer zeker is op dit oogenblik het tijdstip niet gunstig, nu bij de zoo lage prijzen van de granen de bewerking der oude gronden ten deele zelfs niet meer door de opbrengst vergoed wordt, maar toch zijn er onder de vele nog woest lig- geude gronden uitgebreide plekken, die zeer geschikt zijn om van heide iu wei- of hooiland veranderd te worden en wat vooral van belang is, dat zal kunnen ge schieden (in den regel) zonder dat daaraan afschrikwekkende geldsommen behoeven te worden besteed en er gevaar bestaat voor mislukking der onderneming. „De overige woeste gronden kunnen bijna zonder uitzondering tot bosch ge maakt worden Voor deze worden echter meer kosten vereischt en zal men langer moeten wachten op de renten van de uitgeschoten gelden, maar, als de keus der houtsoorten en de bewerking met kennis van zaken geschiedt, kan men ook daar zeker zijn, dat mettertijd de verandering van die gronden in rentegevende landerijen welvaart en zegen zal verspreiden. In dezen eeuw is zeker hier en daar veel werk gemaakt van het in-cultuur- brengen van woeste gronden, doch dat ge schiedde meestal op zeer kleine schaal, omdat de eigenaren geen kapitaal genoeg in dergelijke ondernemingen konden steken. „Het project-Piek, om alle woeste gron den in Noord-Brabant van staatswege te onteigenen en ze in cultuur te brengen, is, gelijk ieder weet, nooit ten uitvoer ge bracht. Zeer zeker was het een grootsch project; het staat niet aan ons te beslis sen, of het al dan niet te bejammeren is, dat het niet is uitgevoerd, evenmin of der gelijk plan (onteigening ten algemeenen nutte en cultiveering van staatswege met iatercu verkoop) thans aanbeveling zou verdienen. „Hoe dit zij, het plan zelf, ontginning van woeste gronden, op welke wijze die ook tot stand mocht komen, kan niet an ders dan aanbevelenswaardig zijn. Al da delijk zullen daardoor tal van ingezetenen arbeid kunnen vinden en zij zullen dien blijven behouden, want gecultiveerde gron den hebben voortdurend behoefte aan men- schelijke werkkrachten, maar ook zal de nationale rijkdom door die ontginningen belangrijk toenemen en dat wel uit eene bron, die nn en dan wel eens minder ruim vloeien maar nooit geheel opdrogen zal.» Uit Dordrecht wordt ge meld Aangaande de plannen voor de feestelijke herdenking op 17 Nov. a. s. van het herstel van Nederland's onafhankelijkheid kan nader worden gemeld, dat door den heer W. Steiner, als voorzitter der vereeniging «Vak en Kunst», aan een 28-tal ve-eenigingen en instel lingen hier ter stede een schrijven gericht is, met het verzoek, daartoe hunne medewerking te willen ver leenen. Ter nadere bespreking zal Dinsdagavond 9 October, te 8 uren, in het hótel Ponsen eene vergade ring worden gehouden. Er is sprake van het organiseeren van een op tocht; het zal echter voornamelijk afhangen van het geldelijk bedrag, waarover eene feestcommissie even tueel zal hebben te beschikken, of aan dezen optocht een historisch karakter kan worden verleend. Een groot aantal solli- citanten diDgt naar de betrekking van directeur der Nieuwer-Amstel- sche waterleiding (salaris 1500 gl.) Er bevinden zich onder hen ver scheidene ingenieurs, gepensioneer de officieren, stuurlieden, machinis ten, opzichters, kantoor- en water klerken. Voor de betrekking vat kraandraaier (salaris 800 gl.) deden zich 130 liefhebbers op. Te Nieuwediep is door de gezamenlijke loodsen in de Di rectie der marine te Willemsoord aanwezig, eene vereeniging opge richt onder den naam «Recht door Zee», die reeds 74 leden telt, en tot president heeft gekozen den j loods Hanekroot. Het beschermheerschap van die Vereeniging is bereidwillig aanvaard door den kapitein ter zee tit. J. C. de Ruijter de Wildt, inspecteur van het loodswezen in het 3e district, wonende te Amsterdam. Te Delft is tot directeur der waterleiding, op een jaarwedde van f2000, benoemd de heer C. P. G. Ribbius. Zooals Londen zijn ge- heimzinnige moordenaars heeft, houden in Rotterdam sedert den laatste tijd geheimzinnige dieven huis. In sommige wijken wordt on ophoudelijk ingebroken en ook daar staat de politie machteloos tegen over Je geslepenheid waarmede de inbrekers te werk gaan. Er zijn nu Carl voedde nu weer eenige hoop. De soldaten zamelden boomschors en takjes bijeen, en stapelden deze licht ont- brandbare stof rondom de boomstammen. De knaap stond daar geheel verlaten. Als zijne handen los waren geweest dan had hij zeker de vlucht genomen. Een soldaat, die doode takken droeg, ging hem rakelings voorbij. Dan Pepperill, snijd het touw door. Dan schudde het hoofd, terwijl hij zeer verschrikt keek. Laat dan uw mes vallen.! O hemel, zij zullen mij ophangen, zeide Dan. Ik mag sterven als het niet waar ia I Dan, gij moet het doen. Ik ben voor mijzelf niet bang, maar Virginia Villars is hier dichtbij. Zult gij haar laten sterven? Mr. Hapgood is ook in het gebergte, en nu kan niemand het hem vertellen. Het gelaat van Dan verhelderde alsof hij eene ingeving had gekregen. Hij scheen er half toe geneigd den knaap te bevrijden, en de gevolgen voor zijne rekenig te nemen. Maar juist op dat oogenblik riep Ropes: Wat doet gij daar, Pepperill? Waarom brengt gij uw brandhout hier niet? Zoo eindigde het gesprek, en de koorden werden niet los gesneden. Er werd nu een grooter, veel gevaarlijker vuur aangelegd. Nu koesterde Carl de eenige hoop, dat Virginia het licht zou zien, om dan uit het gebergte te vluchten. XXVIIIe HOOFDSTUK. DB B B E R. Helaas! het arme meisje vermoedde niet, wat haar gids overkomen was. Zij hoorde stemmen en dacht dat hij vrien den ontmoet had. Zij bleef dus wachten, terwijl zij hoopte, dat hij spoedig terugkomen zou. Zij zag een lichtstraal, die de duisternis verbrak. Toen werd het geluid der stem men steeds flauwer en flauwer, tot het eindelijk wegstierf. Zij was daar nu alleen, geheel alleen. De ouzekerhe d stemde haaT angstig. In een oogenblik van wanhoop over haar verlaten toestand, wrong zij de handen en riep zij dat Carl haar niet moest verlaten, maar toch terug moest komen. O Carl, Carl, kom toch terug! Plotseling hield zij op met weeklagen. Waarom zat zij daar, om den tijd te verbeuzelen met schreien? De arme Carl zal mij zeker niet alleen willen laten. Als ik hem ooit weer zie, dan zal het mij spijten, dat ik hem hesch ldigd heb, Hij heeft ongetwijfeld zijn best gedaan. Maar wat of er ook met hem gebeurd zij, hij zal mij zeker niet terug kunnen vinden. Ik zal hem volgenmisschien vind ik hem, of Penn, of een anderen vriend. Zij stond op, en liep in de richting, van waar zij stemmen had gehoord en licht had gezien. Weldra viel haar oog op een ander licht. Het scheen haar toe, alsof er in de verte iets brandde te midden van de boomen. Het was het kamp van de vrien den, dacht zij. Zij naderde de beek, die geheimzinnig murmelde, en die zij eerst niet durfde doorwaden. Zij voelde het koude water, en de verraderlijke glibberige steenen, zoodat zij hare handen verschrikt terugtrok. Zij liep langs den kant, om eene on diepe plek te vinden, en daar ..en weinig dieper in het ge bergte het schijnsel van het licht nog merkbaar was, ging zij steeds voort, over rotsen en tusechen kreupelhout, totdat eensklaps het licht verdween. Zij had zonder het te weten, den stroom tot op de diepe kloot' gevolgd, zoodat de rots wand het lichtschijnsel voor haar oogen verborg. Zij was zeer vermoeid. Het scheen haar overbodig toe, nog verder le gaan zij vermoedde wel, dat zij op ceze wijze slechts dieper en dieper in deze woeste, onbekende wereld zou doordringen. Zii mi6te ook den moed om op hare schre den terug te keeren. Er bleef haar dus niets over, dan te overnachten op de plek, waar zich nu bevonden met ge duld den morgen af te wachten. Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 2