NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Blanken en Zwarten.
6e Jaargang.
Donderdag 11 October 1888.
No. 1618.
HAARLEM'S DAGBLAD
ABOMEKEHTSFRUS:
Voor Haarlem, per 3 maanden/1.20.
Franco dooi het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.03.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
BureanKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
ADVERTENTIES:
Tan 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekbandelaren, postkantoren en courantiers.
Mrecteuren-Ultgevers J C. rEEREBOOKI"en§J. B. AVIS.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Oenerale de Publicite Etrangère O. L. DAVBE Co., JOH. F. JONESSuer., Parijs, 31bts Faubourg Montmartre.
STADSNIEUW S.
Haarlem, 10 October.
Door den Commissaris des Ko-
nings in Noord-Holland zijn be
noemd tot zetters voor 's Rijks di
recte belastingen in deze gemeente
de heeren J. H. Koolhoven, J. Sa-
belis en E. J. Wester veld.
De Dicsdag gehouden jaarlijk-
sche wintercollecte ten behoeve van
de Israelietische Gemeente alhier
heeft opgebracht f475.69.
Voor het examen ter verkrijging
van de akte van onderwijzer, 9 Oc
tober te Amsterdam gehouden, is o. a.
geslaagd de heer M. H. Beekelaar,
alhier.
In de vergadering van de afdee-
ling «Haarlem» van den Nederl.
Protestantenbond, laatstleden Don
derdag gehouden, werd als lid voor
de commissie der lezingen uit een
tweetal, de heeren M. J. Mees en
R. Hast, gekozen de heer M. J.
Mees. Als afgevaardigde naar de al-
gemeene vergadering, die dit jaar
te Veendam zal gehouden worden,
de heer dr. B. Tideman. Als voor
zitter van de afdeeling, in plaats
van dr. B. Tideman, die aan de beurt
van aftreding was, de heer M. J.
Mees.
Aanstaanden Maandag 15 Oct.,
zal door den heer P. H. Hugenholtz,
voorganger van de Vrije Gemeente
te Amsterdam, daartoe uitgenoodigd
door het bestuur van de afdeeling
Haarlem van den Nederl. Protestan
tenbond, een voordracht worden ge
houden over zijn bezoek aan Ame
rika. De leden hebben dan het recht
van introductie. De voordracht zal
ten acht ure in «de Kroon» alhier
plaats vinden.
In de maand Augustus werden met
de Haarl.-Zandvoort Spoorw.Mij.
57.955 reizigers vervoerd.
De opbrengst van dit vervoer
bedroeg fl2.283.38Vg
dat van goederen - 623.06
en aan diversen - 515.86
Totaal fl3.422.30Vg
zijnde per dag-kilometer f 50.94.
Het zeventiende verslag van de Kweek
school voor onderwijzeressen alhier loopt
over een voor de kweekschool belangrijk
jaar, 1887/88. In de eerste plaats werd,
overeenkomstig het voorstel van den bij
het begin van den cursus opgetreden di
recteur, den heer P. H. van der Ley, de
driejarige cursus in een vierjarigen ver
anderd. Dientengevolge werd met 1 Mei
aan de school eene laagste klasse toege
voegd, toegankelijk voor meisjes van min
stens 14 jaar, welke werd geopend met
19 leerlingen.
De heer van der Ley werd, te midden
van zijne drukke en ijverige bemoeiingen
voor de reorganisatie der school, na het
overlijden van den heer Slangen benoemd
tot directeur van de kweekschool voor
onderwijzers en de minister van Binnen-
landsche Zaken maakte bezwaar de hem
als leeraar dier school verleende vergun
ning, om de betrekking van directeur der
kweekschool voor onderwijzeressen te be-
kleeden, opnieuw te verleenen. Hij moest
dus als zoodanig aftreden en in de betrek
king van directeur dier school is nog niet
voorzien; tijdelijk is de waarneming dier
betrekking opgedragen aan het lid van
het bestuur dr. E. van der Yen.
Op 1 Mei 1888 telde de school 44
interne kweekelingen, 36 externe, 15 leer
lingen voor een vak, 3 aan den cursus
tot opleiding van hoofdonderwijzeressen;
te zamen 98 leerlingen.
In het afgeloopen jaar hebben een paar
meisjes om redenen van gezondheid de
school verlatenoverigens was de gezond
heidstoestand der interne kweekelingen
gunstig.
De uitslag van het examen, afgenomen
in den tijd waarover dit verslag loopt, is
geweest als volgt: van de leerlingen ver
kregen 7 de akte van onderwijzeres6 de
akte van hoofdonderwijzeres; 3 de akte
voor franeche taal; 11 de akte voor nut
tige handwerken; terwijl zich terugtrok
ken of werden afgewezen5 voor de akte
van onderwijzeres; 1 voor de akte van
hoofdonderwijzeres2 voor de akte voor
fransche taal; 2 voor de akte voor hoog-
duitsche taal: 1 voor de akte voor en-
gelsche taal5 voor de akte voor nuttige
handwerken.
Aan de heeren J. J. Goteling Vinnis
en L. van der Wilk werd op hun ver
zoek een eervol ontslag verleend als leeraar
aan de Kweekschool, eerstgenoemde in het
teekenen en laatstgenoemde in schrijven
en opvoedkunde.
Het personeel van onderwijzers was bij
het begin van den nu loopenden cursus
samengesteld als volgtmej. J. C. de Jongh,
fransche en engelsche taalde heer L.
Obermüller, hoogduitsche taal; de heer
G. de Haan, rekenen en physica; mej. F.
C. van Oort, fransche, hoogduitsche en
engelsche taal en aardrijkskunde; de heer
W. B. Weiduer, zang: mej. C. J. M. van
de Water, nederlandsche taal; mej. J.
Faber, teekenen, handwerken en natuur
lijke historie; mevr. Stolp, geb. Hoekstra,
aardrijkskunde en geschiedenis; de heer
R. Broere, opvoeding en onderwijs; mej.
S. van Kluyven, handwerken, en mevr.
Roosdorp-de Bell, gymnastiek.
De cursus tot opleiding voor het exa
men van hoofd-onderwijzeres is opgeheven.
Tengevolge van het een paar jaar geleden
genomen besluit om geene nieuwe leer
lingen voor dezen cursus meer aan te
nemen was het getal leerlingen bij het
einde van den cursus waarover dit verslag
loopt verminderd tot drie. Die drie leer
lingen hebben in den zomer van het loo-
pende jaar met gunstig gevolg examen
gedaan en de cursus heeft daarna opge
houden te bestaan.
Deze cursus werd in Mei 1877 geopend
en heeft gedurende zijn elfjarig bestaan
32 meisjes gebracht tot de akte van hoofd
onderwijzeres.
Dinsdagavond te 7 Va uur had in de
groote zaal der sociëteit //Vereeniging" het
tweede winterconcert der Bachvereeniging
plaats. De toeloop was ontzaglijk. Bijna
al de stoelen waren vooruit reeds bespro
ken, zoodat een groot aantal toehoorders
zich met een plaats op de gaanderij, waar
de temperatuur geleek op die van een
bakkersoven, of zelfs met een staanplaatsje
in de zaal moesten vergenoegen.
Dit verschijnsel du, zijn wij op deBach-
concerten wel gewoon, maar ditmaal was er
zeer veel aanleiding tot een druk bezoek.
Prof. Joachim, de beroemde violist, zou
hedenavond optreden. Verder zouden aan
het concert medewerken mej. Johanna
Welcker, concertzangeres uit Brussel en
het symphonie-orkest onder directie van
den heer C. Coeneu uit Utrecht.
Het is zeer moeilijk in woorden den
indruk weer te geven, dien het spel van
een kunstenaar zooals prof. Joachim maakt.
Het is nog niet veel gezegd, dat de tech
niek van dezen meester in zijn kunst, voor
treffelijk, zijn streek breed en krachtig,
zijn voordracht gevoelvol is. Het is ook
niet noodig, in vele woorden te vermel
den wie en wat deze violist is. Zoowel de
Bachvereeniging, die hem tot eerelid be
noemde, als hare leden, weten dat er een
genie aan het woord zal komen, wanneer
Joachim in de snaren grijpt.
Mejuffrouw Johanna Welcker gaf de
Aria uit //der Freischütz." (Wie nahte mir
der Sehlummer), //Frühliiigstraum" van von
Schubert, //Feldeinsamkeit" van Brahms en
z/Hinaus" van Ries te hooren. Deze zangeres
heeft een sopraangeluid, dat o. i. vooral
in het hooge register zeer fraai is. De drie
kleine liederen, voldeden ons beter dan de
aria.
Wat eindelijk het orkest van Coenen
betreft, wij kennen het reeds als een ge
zelschap, (lat zich mag opwerpen tot de
taak, een Joachim te begeleiden. Onder de
bezielde leiding van zijn directeur ontwik
kelde het orkest een merkwaardige zuiver
heid en kracht, vooral de strijkinstrumen
ten muntten uit, het koper voldeed ons
soms iets minder.
De begeleiding van het «concert voor
viool" van Beethoven, een moeilijke taak, ge
schiedde correct en sober.
De vierde symphonie van Schumann,
overture «Nachtklange von Ossian" van
Gade en Svendsens «Norwegischer Künst-
ler-Carnaval" waren de uitgevoerde orkest
werken.
Dinsdag 18 Dec. wacht den talrijken
leden der Bachvereeniging een nieuw
genot. De beroemde vioolvirtuoos de Sa-
rasate zal alsdan hier optreden.
Een bejaard man hier ter stede
lag ziek te bed. De man was waar
schijnlijk vervuld van de gedachte,
dat zijn einde naderde, maar kon
toch ook blijkbaar het denkbeeld
niet van zich zetten dat zijne erf
genamen, zoo hij sterven mocht,
zouden kunnen opkomen voor hoo-
ger kosten dan waarvoor zijne ter
aardebestelling zou kunnen geschie
den.
Geslingerd tusschen deze over
peinzingen, overwoog toch ten slotte,
zooals dat meer gaat, die, welke
zich met het aardsche bezighield
en er werd een lijkbezorger ontbo
den. Kalm legde de zieke aan dezen
uit hue hij zijne begrafenis wenschte
geregeld te hebben; alles moest
op de minst kostbare wijze geschie
den en om verder van alle getob
bevrijd te zijn, werden de kosten
terstond betaald. Drie dagen later
stierf hij.
De heer B., die Zondagmiddag
het ongeluk had, doordien zijn paard
op hol ging, eene ernstige kneu
zing aan het hoofd te krijgen, zal
daarvan geen verdere gevolgen on
dervinden; althans de wonde aan
zijn hoofd staat gunstig en zijn
gezondheidstoestand is bevredigend.
Op het buitenverblijf «Sparen -
berg» onder Santpoort, toebehoo
rende aan den heer J. R. Wüste,
had Maandagmiddag eene harddra
verij plaats van liefhebbers, daartoe
door den eigenaar uitgenoodigd De
bepaling was, dat men mocht ko
men met welk paard men wilde,
doch zelf moest rijden, terwijl de
pikeurs nu keurmeesters zouden
zijn. Er waren 17 liefhebbers opge
komen en verscheidene hunner had
den prachtige paarden meegebracht.
De uitslag was, dat de prijs behaald
werd door den heer W. van Dieren
Bijvoet, van Bloemend aal, met het
paard «Kol», toebehoorende aan den
heer J. Koster, te Heemstede, en de
premie door den heer H. J. J.
Jaburg, van Velzen; met het hem
toebehoorende paard «Emma». Met
eene hartelijke toespraak reikte de
heer Wüste de prijzen, kunstvoor
werpen in zilver, uit. Den geheelen
dag was zoowel den deelnemers als
den toeschouwers de meeste gast
vrijheid betoond.
Men schrijft onsWerd voor
eenigen tijd in enkele bladen mel
ding gemaakt dat amsterdamsche
socialisten aan den Ringdijk der
Haarlemmermeer vergaderingen zou
den houden, ons wordt dienaan
gaande gemeld, dat de pogingen
om een lokaal te verkrijgen zijn
mislukt, terwijl het minder gun
stige onthaal den afgezanten te
beurt gevallen, dezen heeft doen af
zien van de voortzetting hunner po
gingen.
In den IJpolder heeft men de
vorige week bij het graven van een
put een doosje gevonden, van zeer
oud metaal, waarin zich drie ge
denkpenningen van even ouden da
tum bevonden.
Deze voorwerpen zij aan een
kunstliefhebber te Amsterdam ver
kocht voor f 22.
LETTEREN EN KUNST.
Het eerste nommer rau het Maandblad
voor Muziek", tevens orgaan der Wagnerver-
eeniging te Amsterdam, onder redactie van mr.
H. Viotta, is verschenen.
Uit het enkel woord vooraf, blijkt het streven
der redactie. Haar stelling luidt: «De kunst
moet uitsluitend ter wille van haar zelve bemind
en geëerd worden, zal zij de weldaden mogen
uitoefenen, die men haar terecht toekent.*
In dit nommer vindt men artikelen over de
Partituur van //die Meistersinger von Nürnberg//,
over Baireuth enz.
BINNENLAND.
De eervol ontslagen
goeverneur-generaal Van Rees zal
weder in het genot treden van het
pensioen van f 12.000, dat hem vóór
zijne benoeming tot goeverneur-ge-
S'iHITyiXaljiiJaJTO JST.
Een verhaal uit den amerikaanschen burgeroorlog.
46) XXIXe HOOFDSTUK.
IN DE BKANDENDE BOSSCHEN.
Door de voortdurende inspanning en vermoeienis van de
laatste dagen was Penn dadelijk ingeslapen, nadat Carl hem
had verlaten. De kale grond, waarop hij zich uitstrekte,
scheen hem toe een zacht veeren bed te zijn.
Virginia beklom het gebergte om hem te ontmoeten, Carl
was gevangen genomen, en nog sliep hij. Geen vijftig
meter van hem verwijderd had zich het jonge meisje op
den grond neergevleid om vergetelheid in den slaap te
zoeken.
Penn ontwaakte het eerst en nog vertelde hem zijn hart
niets van de tegenwoordigheid der schoone slaapster.
De brand had zich toen nog niet tot het boschje uitge
strekt, zoodat hij de kloof gemakkelijk had kunnen berei
ken om haar te redden.
Doodden vuurgloed was een groot gedeelte van den berg
rug zichtbaar. Penn liep nu eens door de tot dusverre
flauw verlichte bosschen, eu dan weer over kale, naakte
rotsen.
Toen hij het hol naderde, zag hij op eene rots eene woest-
uitziende menschelijke gedaante, die, terwijl zij zich naar
de brandende bosschen had gewend, zonderlinge gebaren
maakte. Hij liep naar boven, en geheel buiten adem be
reikte bij den top.
Cudjol CudjoI wat doet gij daar?
De neger gaf geen antwoord, maar zijne handen boven
het hoofd vouwende, en ze toen naar het vuur uitstrekkende,
hoog hij zich al dieper en dieper, tot hij eindelijk met het
voorhoofd de steenen raakte.
Penn werd met vrees vervuld. Voor het eerst van zijn
leven bevond hij zich in tegenwoordigheid van een afgo
dendienaar. Cudjo behoorde tot de stammen in Afrika, die
het vuur aanbaden, eu ofschoon deze afgodendienst der
onbeschaafde volken jaren lang in zijne borst had ge
smeuld, dezen nacht was hij weer door dien verschrikke-
lijken brand opgewekt.
Penn wachtte tot hij weer was opgestaan en greep hem
toen bij den arm. De neger ontstelde door zijne tegenwoor
digheid en keek hem woest aan.
Dat is God niet, Cudjo!
Neen, neen, niet uw god, maar mijn god! en de
afrikaan sloeg zich op de borst. Ik was hem vergeten,
maar nu ken ik hem weer. Hij is gekomen om de blanke
volken te verbranden en de zwarten te bevrijden.
Penn wendde zich van Cudjo af, en beschouwde den
brand; hij bemerkte toen, dat hij snelle vorderingen maakte,
zoodat hij zeer veel angst koesterde over het lot van Stack-
ridge en zijne vrienden. En waar was Carl al dien tijd ge
bleven? Tevergeefs vroeg hij het Cudjo. Hij keerde zich
toen om en begaf zich naar het hol, maar halverwege kwam
Pomp hem tegemoet.
O Pomp, welk een brand!
Welk een brand zal er komen, antwoordde Pomp,
somber glimlachende. Onze nieuwe buren hebben ons
veel kwaad berokkend. Al deze bosschen zijn verloren. De
brand zal ook tot ons overslaan, hij zal den berg niet sparen
en er zal niets overblijven.
En onze vriendenHebt gij ook iets van Carl vernomen?
Ik heb Carl niet gezien sedert hij met u het hol heeft
verlaten; ook Stackridge en zijne vrienden heb ik dezen
nacht niet gezien.
Dan zijn zij nu in de bosschen.
Ja, als zij tenminste niet wijs genoeg zijn, ze te ver
laten! Ik wilde juist eens naar hen gaan zien. Wie gaat
daar? hij hief zijne buks op.
Het is Carl, riep Penn uit, die de uniform der
geconfedereerden herkende. Maar dadelijk daarna zag hij,
dat hij zich vergist had.
Het is een van de vrienden van Ropes I zeidePomp.
Hij heeft ons ontdekt en moet sterven, omdat hij mijne
bosschen in brand heeft gestoken.
Wacht! Penn greep hem bij den arm. Hij wenkt
ons. Pomp fronste het voorhoofd, maar liet zijne buks
zakken, en wachtte tot de soldaat naar boven was geklommen.
Wat, zijt gij het? Ik herkende u niet in die uniform,
en had u bijna neer willen schieten, want gij verdient,