Haarlem's Dagblad BIJVOEGSEL BBHOOBENDB BIJ VAN VRIJDAG 12 OCTOBER 1888. GEMEENTERAAD, Zitting van Woensdag 10 October, des namiddags te één uic. Afwezig met kennisgeving de leden 6. Hes- huysen en A. Kist. De notulen der vorige zitting worden gelezen en goedgekeurd. Ingekomen zijn de navolgende stukken: Briet' van Robin, dank betuigende voor de verhooging van zijn traktement. Voor kennisgeving aangenomen. Van Ged. Staten een besluit, houdende goed keuring van het raadsbesluit tot verhuring van grond aan F. Hulsebosch. Voor kennisgeving aangenomen. Van den keurmeester op het slachtvee een brief van 30 Oct. dat op 10 Oct. is afgekeurd een paard. Rapport van den keurmeester Van Oye, hou dende proces-verbaal eener afgekeurde koe. Voor kennisgeving aangenomen. Voorstel van B. en W. met rekest van A. J. Stoel, tot afsluiting van grond aan het Kenau park. Id. id. over een staat van af- en overschrij ving met advies der commissie van financiën. In handen der commissie van financien is ge stald: een brief van den opzichter der gemeente reiniging, houdende herstelling van eene misstel ling op de begrooting. Vooiste! van B. en W. tot hel verleenen van onderstand aan de weduwe van den werkman L. van Raaphorst. In handen der comm. v. d. pensioenen. Id. over den toestand van het Binnen-Spaarne. Id. over de herziening der instructie van som mige gemeente-ambtenaren. Rekest van G. C. C. Reeser tot wederinhu- ring van grond aan de Bolwerkslaan. In handen van B. en W. om advies. Rapport van de Kamer van koophandel, advies betreffende de Vleeschhak Rekest van de weduwe van den werkman R. Dudink met verzoek eene gratificatie te ontvan gen. In handen van B. en W. om advies. Rekest van de agenten van politie 2e en 3c klasse om verhooging hunner jaarwedde. Te be handelen bij de begrooting. Rekest van een groot aantal ingezetenen over het stedelijk muziekkorps. Te behandelen bij de begrooting. Ingekomen rekesten van de Nobel en Blank- waart om wachtgeld of toelage. Zijn afwijzend beantwoord, daar de tijd voor wachtgeld is verstreken. Rapport der comm. v. toez. Lager Ond., over het voorstel van B. en W. 07er het herhalings- onderwijs. Ten geschenke ontvangen van Jac. Brdtsieck, 2 etsjes door jhr. L. J. Quarles van Ufford in 1817 vervaardigd. Door den commissaris des Konings zijn be noemd tot zetters der rijksbelasting J. Sabelis, J. H. Koolhoven en E. J. Westerveld. Dankbetuiging van kapitein Pabst voor de hem verleende gratificatie. Door B. en W. is op verzoek van curatoren tijdelijk aangesteld, om te voorzien in de lessen aan het gymnasium, een van de leeraren der II. B. S. te Amsterdam, de heer Strieker, h f 2.50 per uur en de reiskosten. Wordt goedgekeurd zonder hoofdelijke stem ming. Het lid A. Kist bericht, dat hij zijne benoe ming in verschillende commissiën aangenomen heeft. Aan de orde is de herstemming over het amen dement van mr. W. A. 't Hooft, om uit het slot van het voorstel van B. en W., houdende bepa ling van de jaarwedde van den nieuwbenoemden leeraar aan bet gymnasium, weg te laten het woord «academischen". Hiertoe wordt besloten met 14 tegen 8 stem men. Tegen de heeren von Reeken, van d» Poll, Sabelis, Figeé, van Ek, Huet, de Kanter en van der Steur. Goedgekeurd wordt een voorstel van B. en W. om aan L. de Roy, alhier, de vergunning te ge ven tot bebouwing van open grond aan de pro jectstraat benoorden den Zijlweg. Adres van A. van der Lande, houdende ver zoek om toe te staan, dat hij twee pakhuizen, gelegea aan den Burgwal, inricht tot woonhuizen. (Volgen3 art. 178 der politie-verordening is dit iu het algemeen verboden, maar kan de Raad in ieder bizonder geval hiervan afwijken.) B. en W. stellen voor op het verzoek van adre93ant afwijzend te beschikken, daar de toe gang tot woonhuizen in een poort moet zijn 3 meter, terwijl in dit slop de toegang slechts anderhalve meter i3. De Kanter. Ik heb nu den toestand gezien en bij mij is twijfel gerezen of het wel goed, billijk en noodig is, het verzoek te wijzen van de hand. Het is een bizonder lastig geval en wij hebben het stuk pas gekregen gisterenmiddag, ik vermted dus dat weinigen der heeren de ge legenheid zullen hebben gehad zich te overtui gen. Ik wensch daarom voor te stellen de beslis sing hierover aan te houden tot de volgende vergadering. Het amendement wordt aangenomen met 1 stem tegen, die van den heer Stoel. Aanbiedingen der eerste en tweede suppl. be grooting dienst 1888 met rapport der comm v. financiën. Het advies van dit college luidt tot goedkeu ring der beide begrootingen, onder opraerting evenwel dat het college zich verwondert dat voor school C weer wordt gevraagd een bedrag van f 560 voor schoolmeubelen, terwijl reeds f7444 werd toegestaan. Rapport der comm. van fin. strekkende tot goedkeuring van de begrooting voor 1889 van het Burg. Armbestuur, in ontvang en uitgaaf f 17.082, waarbij een gemeentelijke subsidie van f 13.217. Hiertoe wordt zonder hoofdelijke stemming besloten. Rapport der comm. v. fin. strekkende tot voor- Ioopige goedkeuring van de begrooting der schut terij voor 1889 ad f 6179.75, waarbij een ge meentelijke subsidie van f 5779.75. Hiertoe wordt zonder hoofdelijte stemming be sloten. Aan de orde lcomt thans het voorstel van B. en W. ter overbrugging van den spoorweg, met bijbehoorende adressen. Het voorstel van B. en W. strekt tot liet maken van eene overbrugging over den Jans-of Kruisweg wat in het eerste geval f15.055 i* het laatste f 400 minder kost, wegens het verschil van breedte. De architect en do opzichter over de werken en de gebouwen der gemeente advi- seeren zulk een brug om de bekende redenen niet te doen bouwen, maar liever een tunnel te laten maken. Het advies van de Kamer van Koophandel alhier strekt om geen brug te maken, maar de onderhandelingen met de Holl. IJzeren Spoorw.- Maatsc-happij over het groote plan (Telders) weer op te vatten. Een adres van H. Figee Jr. en 106 anderen doet ditzelfde verzoek, evenals de vereeniging \an industriëelen en kooplieden betreffende bouw kunde en aanverwante vakken. Eindelijk nog een adres van P. C. André de la Porte, houdende verzoek om geen brug te doen maken. Adressant heeft er vroeger om verzocht, maar is met vele anderen tot andere gedachten gekomen. Voorzitter. Ik herinner er aan hoe deze zaak geloopen is. Wij hebben getracht eene goede oplossing te krijgen, de Raadscommissie beeft de beste pogingen in het werk gesteld en alle com missiën zijn daarop gehoord. Algemeen was men zeer ingenomen met het schoone plan en de kwestie bleef slechts of de opoffering, die van de gemeente werd gevorderd, billijk en te dragen was. De Raad heeft, zonder een besluit te nemen, het plan voortreffelijk geacht. Nu schoot over de moeilijkheid om over het financieele punt eene oplossing te verkrijgen. Men meende, dat er aanleiding zou zijn daar nader over te spreken en te onderhandelen. De Raad heeft dus de commissie verzocht de stuk ken ter hand te nemen om te komen tot nadere onderhandeling met de directie van de Holl. Spoor. De comm. heeft daaraan gevolg gegeven en een schrijven gericht aan den Raad van Ad ministratie der H. IJ. S. M., die eenvoudig heeft gezegd, dat hij de stukken ter zijde had gelegd en daarover niet verder wilde onderhandelen. Het heeft mij wel eenigszins bevreemd, dat de zaak dien loop nam, dien hij niet behoefde te ne men. Er was overleg mogelijk om te komen tot het vei krijgen van de gewenschte zaak, al was het op gewijzigde voorwaarden. De Raad heeft toen besloten de stukkeu te laten liggen, niet om de plannen in de doos te bergen, maar m. i. om ter gelegener tijd op de zaak terug te ko men. Mij schemerde voor den geest dat, daar de Holl. Spoor toch tot wijzigiug moest komen de gelegenheid zich van zelf zou op doen, om met de leden de zaak te bespreken. Onderwijl had de heer de Kanter B. on W. ver zocht met bekwamen spoed ter hand te nemen de verschillende adressen over den toestand aan den Jans- en Kruisweg. B. en W. hebben gemeend een tijdelijken maatregel te moeten voorstellen, om het gevaar en het ongerief aan die overwegen te voorko men. Zij hebben opgemaakt een plan tot over brugging en een tweede tot ondertunneling, beide voor voetgangers. Het laatste was het kostbaarste f35.000, de overbrugging zou aan de gemeente kosten f 12,000 maar niet overdekt. Onder wijl heeft de comm. van fabr. verzocht te maken een plan voor een overdekte brug, om die bij slecht weer ook te kunnen gebruiken. Dat zou eenige weinige duizenden guldens meer kosten dan een onorerdekte. Nu is die zaak rijp om afgedaan te worden en nu komt onderwijl een reeks van rekesten, waaronder van een lichaam, dat speciaal als geroepen mocht worden be schouwd, om in het belang van handel en nij verheid haar stem te doen hooren, de Kamer van Koophandel, en een reeks van ingezetenen, die vroeger voor overbrugging waren, dringen nu er op aan niet te overbruggen. Dat maakt ons, dunkt mij, nog wakkerder dan vroeger, om te vragenis het goed de overbrugging te ma ken of beter een punt van aauraking te zoeken met de Holl. Spoorw.® Er is eenig gevaar in ge legen, dat onze positie verzwakt is door het aan dringen op geheele uitvoering van het groote plan, omdat wij misschien minder krachtig wor den op financieel gebied en gevaar loopen, de krachten der belastingschuldigen te overschatten. Wanneer het eenmaal zoover gekomen is, dat de belasting zoo hoog gestegen is, dat Haarlem inplaat3 van een gezochte plaats te zijn, de men- schen er tegen opschrikken, vrees ik, dat een van de redenen, waardoor de gemeente bloeit, door onszelf wordt weggenomen. Het is waar lijk de moeite weerd, te overwegen wat in deze zou kunnen worden gedaan. Nu heb ik gehoord van de buitenwacht, dat de Holl. Spoor onder handelt, om te verkrijgen de Zandv. Spoor, en wanneer zij die had, de gelegen beid voor de Holl. Spoor daar zal zijn, om haar rangeerterrein naar de terreinen der H. Z. te brengen en dan geen verdere plan had het station te verbeteren. Is dat gerucht waar, dan is het tijd te trachten een punt van aanknooping te vinden. Ik heb gomeend dat gevonden te hebben en weten de Raadsleden het goede punt te treffen, dan geloof ik dat de Raad daar goed aan zal doen. Mis schien zijn er hij sommigen uwer zaken hekend, die van belang kannen zijn op de beslissing. Huet. Naar aanleiding van het door u me degedeelde, wensch ik opheldering te geven van het stuk van de Kamer v. Kooph., als advies over de kwestie of het raadzaam was een loop brug of tunnel te maken. De K. v. K. heeft deze meening, dat dit handel en nijverheid mis schien nadeelig, in allen gevalle onverschillig is en gewezen op bet vroeger aanhangig zijnde plan en in overweging gegeven daarover de onderhan delingen weer aan te knoopon. Dat laatste heeft zij gedaan omdat zij een onderzoek had ingesteld. De K. v. lv. meende niets te kunnen zeggen zon der zich te hebben vergewist van den feitslijken toestand. Zij beeft verzocht om een onderhoud met den raad van adrain. der Holl. Spoor. Dit heeft plaats gehad. Die bespreking heeft alleen het karakter gedragen van vragen om inlichting. De Kamer van Koophandel had met leedwezen vernomen, dat het groote plan in het archief geborgen was en meende inlichting te moeten vragen over de wijze waarop de zaak stond. Toen wij de vraag stelden: wat is de reden geweest, dat de raad van administratie zeide.- wij kannen niet verder onderhandelen, is ons meegedeeld, dat de raad meende dat bij den gemeenteraad voor het plan zelf geen meerderheid te vinden zou zijn. Deze meening had men geput uit de mededee- ling van de raadscommissie en daarom achtte de raad van administratie het nutteloos en overbodig nog verdere moeite te nemen. Die voorstelling verklaart wat van de Holl. Spoor geschied was. Ziedaar een en ander tot opheldering van het feit. Onze 2e vraag was: zou er kans zijn, dat de afgebroken onderhandelingen weer konden wor den aangeknoopt. Toen is ons ten antwoord ge geven, dat de raad van administratie zich Jiog gebonden achtte aan het eens gegeven woord, aan de eens gegeven toezegging. Dat zij alles, hoewel voorloopig in het haarlemsch archief ge borgen, bleef gestand doen als de wensch werd uitgesproken opnieuw de onderhandelingen aan te knoopen. De raad van administratie bleef s+aan op haar standpunt van vroeger, maar al dus: dat men over het plan zou onderhandelen, over het plan zelf. Nog andere punten zijn toen besproken en toen is ook gebleken, dat vroeg of laat de Holl. spoor hier wel werken zal moeten uit voeren. Het kan niet vaal langer blijven in den be- staanden toestand. Als de Holl. Spoor daartoe nu ge noodzaakt wordt, zal zij werken van beteekenis hier uitvoeren. Als zij daartoe overgaat zal zij in de allereerste plaats raadplegen met haar eigen belang en zich niet geroepen voelen veel te doen ten behoeve der gemeente. Het zon kunnen zijn dat zij er een of andere geriefelijkheid voor de gemeente aan wilde verbinden, maar zeker uiterst subsidiair. Ziedaar de voornaamste punten van hot onderhoud dat de K. v. K. heeft gehad met den raad van administratie. Toen ons bekend was op welk standpunt de raad van administratie zich gesteld had en dat er nog wel gelegenheid bestond de groote zaak weer aan te vatten, meende de K. v. K. geroepen te zijn dit onder de aandaoht van den Raad te brengen en er op te wijzen, dat het van meer nut zou wezen het groote plan ten uitvoer te brengen dan een klein werk dat weinig nut zou hebben. Ma ca ré. Den loop dien de zaak vroeger ge nomen heeft, betreurde ik zeer, omdat ik over tuigd was dat het plan, zooals het ontworpen was in gemeen overleg, was in het welbegrepen belang van Haarlem. Daarom doet bet mij leed, dat het den schijn heeft, alsof de comm. zelf aanleiding heeft gegeven tot het afbreken der onderhandelingen. Dat heeft de comm. zeker niet bedoeld en ik kan volstaan met te verwijzen naar wat geschreven staat in de notulen. Daaruit blijkt (missive van 4 Jan.) dat de comm. mede- deeling heeft gedaan van alle adviezen en daar aan toegevoegd; Uit dat alles zal u blijken, dat de raad der gem. Haarlem in hoofdzaak zeer gunstig gestemd is voor uwe voorstellen, doch dat deze op technisch en vooral op financieel gebied aanmerkelijke wijzigingen zullen moeten ondergaan, alvorens daarvoor eene meerderheid in den raad te verkrijgen zal zijn. Die conclusie, geloof ik, i3 voor ieder te rechtvaardigen. Daar op heeft de Raad v. Adm. ook geantwoord: Na van de daarbij gevoegde rapporten te hebben kennis genomen, mogen wy constateeren dat de in gemeen overleg met onze maatschappij opge maakte plannen, schier onverdeelden bijval vin den. Daar bljjkt uit, dat het niet een misvatting geweest en er nooit plan is geweest het plan ter zijde te schuiven. Wat daarvan zij, geloof ik, dat voor den R*ad uit de mededeeling van den heer Huet alleszins grond bestaat om de on derhandelingen weer op te vatten; als er over en weer een misverstand bestaat doordat er een woord is gebezigl dat do Raad v. Adm. andere bedoelt dan wij, dan is er m. i. gereede aanlei ding om de zaak weer op te nemen. Huet. De heeren van de raadscommissie hebben een brief geschreven op 4 Jan. en daarstaat in «alvorens daarvoor enz." Dat zijn woorden die be paald de aandacht hebben getrokken van den raad van administratie. Het was ook onze op vatting, dat er een misverstand heeft geheerscht. Er was door den raad in de verste verte geen besluit genomen, maar de zaak is verkeerd op gevat door den raad van administratie en daarom heeft deze gedacht: wij kunnen er ons niet meer me» bemoeien. Ma ca ré. Ik weus;hte eene kleine opmerking te maken om een verkeerden indruk naar bui ten weg te nemen. Als men den brief g:heel leest zal men zien dat de commissie aan het af breken geen aanleiding gegeven heeft. Von Rcekon. Het is een belangrijke zaak, die ons bezig houdt en geloof dat wij goed onder het oog moeten zien, dat als wy de andere zaak aanvaarden ons goed voorstellen wat de gevol gen zullen zijn. Mij was de conferentie bekend geworden. Als der gemeente de bijdrage te hoog is, laat men dan het plan inkorten. Toen ik dit wist had ik gedacht, dat de K. v. K. getracht zou hebben de nooóige werken in te krimpen tot het hoog noodige. De Kamer van Koophan del heeft g meend in het belang van Handel en Nijverheideischen te stellen,die m.i.overdrevenziju. Wij moeten wel weten wat wij beginnen, want met die vier ton zijn wij er niet. En als wij nog meer werken ter band moeten nemen, bui ver ik om mee te gaan. De Raad v. Adm. heeft er op gewezen, dat de toegang van de oostzijde verbeterd moet worden, dat het noodig is een brug over het Spaarne te maken, een brug ver der op en naast den tunnel een groot goederen station voor zware stukken. Veider moet men in verband met de toegangswegen, maken een tunnel aan den Harmenjansweg. Wij kunnen wel ongeveer nagaan, wat de kosten wezen zullen. Bedoelde tunnel kost f70.000 en een goederen station f30.000; een voetbrug over den brug over het Spaarne f 6000, een draaibrug bij bet Vrouwenhek f 50.000, eu dan nog een brug over het Spaarne bij de Papentorenve9t. Wij komen dan tot een uitgave van een half millioen, plus dat de gemeente zal afstaan een paar heet. plantsoen dan wordt het een kolossale zaak zi;h zoo in schul denlast te steken, als wij geld opnemen voor 3 pCt. en 2 pCt. aflossing, dan wordt dat f 30.000 's jaars. Is het wel verantwoord met gedeelte de inkomstenbelistiDg te verhoogen voor handel en nijverheid iu Haarlem? Totnogtoe is Haarlem geen handelstad, maar zij wensclit het te wor den. Verschillende industrien, zooals van de hee ren Figee en Beijaes, zijn tot groofe bloei ge komen met de hulpmiddelen die er zijn. Ik zou veel liever 2 ton geven voor het uitdiepen van de sluis te Spaarndnm, dat is in het algemeen belang. Ik aarzel mijn stem te geven aan znlk een kolossale uitbreiding. De K. v. K. heeft een advies opgemaakt aan den Raad en nu is men gewoon, dat ieder advies, voor den Raad be sterad, niet voorat' publiek wordt gemaakt. Het heeft mij gefrappeerd dar dit stuk reeds vooraf buitenaf bekend was. ener schijnt meege werkt te zijn. Men heeft getracht handteeke- ningen te verkrijgen om de zaak te steunen bij den Raad. Dit vind ilc vreemd. De Raad van adm. heeft gezegd dat het volkomen nutteloos was de onderhandelingen voort te zetten. Waarom? we kunnen niet loven en bieden met de Holl. Spoor* Dan moeten nog tonnen bovendien wor den uitgegeven. Ik veroorloof mij een voorstel aan den Raad in tc dienen. (Zie le blad Voorzitter. Uw voorstel is eigenlijk een motie van ord». U wenscht voor te stellen het plan aan te houden. Als ik goed begrijp is dat de motie van orde. Ik heb tegen uitstel bezwaar. Wij zitten hier om te trachten de zaken ten einde te brengen eu als waar is, wat ik van de bui tenwacht heb gehoord, dat de Holl. Spoor bezig is eene andere oplossing voor te bereiden, dan komen wij te en laat behoeven de heeren later niet verder te spreken, Is dat wenschelyk? Bijvoet. Ik geloof dat het wenschel|k zou zijn, de moiie zoo tc veranderen, dat de zaak tot eene volgende vergadering werd uitgesteld en ten tweede dat eene raadscommissie een onder hond haddc met den raad van administratie. Voorzitter. Ik vind, er zijn wel punten van uitgang te vinden.Een commissie kan toch niet »ins "Blaue hinein« onderhandelen. In de plannen die behandeld zijn geworden en de adviezen waren be langrijke punten tot aanknooping: b. v. dat men voorstelt niet den grond over te dragen in eigen dom, maar in erfpacht te geven tegen f 10 per jaar om als het station eens verlegd werd, ten noorden of ton zuiden, de grond aan de stad zou komen. Men schijnt niet bij machte om den ge vaarlijken toestand aan de overwegen met de wet in de hand verbeterd te krijgen. Het ge meentebestuur meet zorgen voor de veiligheid. Welnu, we hebben werken beraamd. Laat ons zeggenwe zijn bereid een deel dier som men aan de Holl. Spoor aan te bieden. Dat zijn allemaal punten om ons aan te kaoo- pen en een misverstand op te lossen en te zeggen: op die wijze kunnen we bet niet doen wegens onzen financieelen toestand, maar er is nog een andere basis aan te wijzen. Ik vind het niet goed de K. v. K. zoo iets op te dragen en de taak van het gemeentebestuur te schuiven op een ander lichaam. Laat ons een commissie be noemen en op grond van eenige punten de Holl. Spoor beduiden, dat door een misverstand de zaak is afgesprongen. Figae. Ik ben tegen een uitstel der zaak hoofdzakelijk ook om het plan van de Holl. Spoor, om haar rangeerterrein te verplaatsen. Ik ben ook tegen de motie van den heer von Reeken, ik vind dat de heer von Reelcen de discussie op een verkeerd terrein heeft gebracht door over details te gaan spreken. We stonden voor een afgerond geheel, oen zaak tusschen de Hol- landsche Spotr en de gemeente en ik huiver nog van de cijfers van den heer von Reeken. Wie deze cijfers leest, zou wel denkon, dat de K. v. K. de stad ruïneeren wilde. Het af gerond geheel wa9 1 millioen, waarvan Haarlem 380.000 zon betalen, waarvan 100.000 in ter rein. Hoe de heer von Reeken nu komt tot een uitgave van Va millioen, begrijp ik niet en de genen die het adres hebben geteekeud, zouden kannen zeggen: ja, dat heb ik niet geweten. De heer von Reeken heeft herhaaldelijk gewezen op Handel en Industrie, alsof het plan alleen daar voor was. Maar aan de noordzijde der stad vronen ook duizenden, dien het ook ten gerieve zon komenook heeft hij met geen enkel woord ge rept van de groote scheepvaart, die Haarlem doorgaat. Is het niet billijk, dat men de bewo ners der noordzijde in de gelegenheid stelle een goede communicatie te verkrijgen met het an dere gedeelte? De Melkbrug en de andere bruggen aan de oostzijde ko9ten ook twee ton, dan is het ook billijk dat men de noordzijde met de zuidzijde verbindt. Ik heb dit willen zeggen, omdat ik niet wil beschuldigd worden van mijn eigenbelang voor te staan. Wordt de zaak uitgesteld, dan komen er weer eindelooze discussies. Zijn wij te groot begonnen, dan kan het plan veranderd wordtra. Laten we hieraan wat veranderen, daaraan wat verboteren! Gaan we nu uitstellen, dan wordt de zaak misschien weer een jaar verschoven. Von Roeken. De heer Figeé zegt, dat de K. v. K. dat alles wat ik noemde niet gewild zou hebben, maar ik wijs op wat op pag. 3 staat over den Harmenjansweg. Ik moet er bijvoegen, dat de duizenden bewo ners aan de noordzijde konden gebaat worden door een brug of tunnel, de voetgangers althans. Stolp. Ik zou bet zeer betreuren als deze motie van orde werd aangenomen. De zaak is reeds zoo dikwijls voor den Raad geweest, dat ik het niet in belang der gemeente acht de zaak zoo lang van de baan te schuiven. Thans ontspint zich eene discussie over de portée der motie. De heer Krol wil eene raads commissie, uitgebreid met twee leden dor Kamer van Koophandel, de heer Figée begrijpt niet, waarvoor toch eigenlijk dat uitstel van 3 maan den zou dienen. De heer Von Reeken wenscht in stemming te z'en gebracht, als motie van orde, om de zaak 3 maanden uit te stellen en het door hem ge dane voorstel ter visie van de leden te leggen, om ii eene volgende vergadering te behandelen. Bijvoet. I3 u bereid, mijnbeer de Voorz., een voorstel te doen om een comm. weer in het leven te roepen om de onderhandelingen met de Holl. Spoor weder op te vatten Voorzitter. Ik zou gaarne zien dat de Raad besloot een comm. te benoemen, uit zooveel leden als de Rand goedvindt, met opdracht de zaak in onderhandeling te brengen, zooodanig, dat de commissie trachte de geldelijke voor waarden zoo weinig mogelijk te brengen ten be- zware der gemeentekas. Stolp. Zou het niet goed voor de commissie zijn, als zij het cijfer wist dat de Raad er voor geven wil? Voorzitter. Het zou wel moeilijk, maar zeker goed zijn. Als wij bijv. I1 ton gaven in 3 jaar te betalen. Alle jaren hebben wij zekeren vooruitgang wat onze schuld betreft, wij lossen elk jaar f 40.000 af. Ik zou zoo'n som aandur ven. Ilc zeg dit in het openbaar, omdat ik ge loof dat dit kan geschieden zonder bezwaar voor de gemeentekas. Bijvoet. Zou het op het oogenhlik niet wat onvoorzichtig zijn dat zoo ineens aan te nemen? Beter ware het dat de commissie vrij blijft. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten eene commissie te benoemenom de onderhande lingen met de Holl. Spoor opsr het groote plan weder op te vatten. Von Ree ken. Zou de afgetreden comm., die op de hoogte der zaak is, die taak weer willen aanvaarden Voorzitter. Wil de Raad 3 leden ofheb ben? ik stel voor 8 leden. Wordt aangenomen. Berkhout. Ik zou de opdracht niet lcunneu aannemen. Ilc heb na de onderhandelingen met de Moll. Spoor indrukken gekregen, die mij aan leiding geven niet meer met de directie der Holl. Spoor in onderhandeling te komen. Voorzitter. Zouden de heeren niet beter vinden de commissie te benoemen met gesbten briefjes? Tot leden der commissie worden benoemd dc: heeren Macaré, van de Poll en de Haan, die de benoeming aanvaarden. Tot leeraar aan het gymnasium wordt be noemd dr. M. Wolff. Voorstel van mr. R. H. J. Gallandat Huet, om wegens de laogzame, maar ge durige vermeerdering van het aantal les uren, welke de verschillende leeraars van de H. B. S. met Sjarigen cursus te ver vullen hebben, B. en W. op te dragen, de comm. van toezicht op de scholen voor M. O. en den directeur der H. B. S. met öjarigen cursus gehoord, eene nieuwe, vaste regeling der jaarwedden van de leeraren te ontwerpen. Het advies van B. en W. op dit voor stel luidt afkeurend. Het college meent dat eerlang toch de leeraren zoodanig met lesuren zuDen worden overladen, dat zij deze niet meer kunnen waarnemen. Hunnerzijds stellen B. en W. voor B. en W. uit te uoodigen: lo. na te gaan op welke wijze bedoelde voorzieningen het best zijn te treffen, de comm. van toezicht op de scholen van middelbaar onderwijs en den directeur der H. B. S. met vijfjarigen cursus gehoord; daarbij als leiddraad aannemende: a. dat aan een leereer in den regel niet meer dan 25 lesuren per week aan de school behooren te zijn toebedeeld j b. dat de eerste, tweede en derde klasie kunnen worden gesplitst, zoodra bet aan tal der in éene dier klassen geplaatste leerlingen meer bedraagt dan 30, terwijl tot eene splitsing in drie afdeeliugen kan worden overgegaan, zoodra het aantal leer lingen meer dan 65 bedraagt; c. dat eene splitsing de 4e en 5e klasse kan plaats vinden, voor enkele of alle vakken, zoodra het aantal leerlingen in éene dier klassen 25 bedraagt; 2o. na te gaan of wellicht het tegen woordig aantal lesuren van sommige leeraars, voor wier vakken thans in de vierde klasse eene splitsing is toegepast, in verhouding met dat, hetwelk zij vroeger vervulden, ook aanleiding geeft om hun in billijkheid voor dezen cursus eene gratificatie toe te leggen en zoo ja, tot welk bedrag? So. in afwachting van dit nadere rap port, aan te houden de voordracht van B. en W. dd. 18 Juli jl., tot tijdelijke verhooging der traktementen van de heeren dr. A. E. van Roijen en dr. P. M. Heringa. Huet. Ik heb naar aanleiding van het voorstel van B. en W. een stuk aan den Raad ingezonden, dat ook een voorstel op zichzelf is. Uit hetgeen iu het voorstel van B. en W. van 27 Sept. gezien heb, vind ik aanleiding enkele punten wat nader te bespreken. In den aanhef staat te lezen, dat ik aanleiding zou hebbea gevonden iets mede te deelen. Dat is eigenlijk niet juist. Mijn standpunt was naar aanleiding van uw voorstel eu het verwondert mij wel eenigszinsdat B. en W. dit over het hoofd hebben ge zien. Ik had bepaald bezwaar tegen de partieele traktementsregeling en prijs een. vaste, afdoende regeling aan. Als men daartoe overgaat, zal meu afsnijden voor goed alle klachten over wanverhouding van traktementen. Men heeft dat indertijd met htt gymnasium gezien. Men zal nog andere verschijnselen kunnen waarnemen. Het gebeurt niet zelden dat men oproept op een zeker traktement en dat men geen sollicitanten krijgt. Dan moet men ver hoogen of de bevoegdheid ruimer snellen. Als men aan eene vaste regeling verbindt de gelegenheid om later iu een beteren toe stand te komen, dan zal men wel solli citanten krijgen. Het is vooral aan te be velen om als men iemand benoemt die elders reeds onderwijs gegeven heeft die jaren te doen gelden. Er ziju 2 we gen om den toestand te veranderea in het systeem van B. en W., dat is om nieuwe leeraren voor ieder vak te benoemen of vakken te combineereu en aan bekwame mannen met dubbele akte op te dragen. Dezen zijn echter zeldzaam en moeten duur betaald worden. Heeft men dezen aange steld, dan moet men ook de traktementen der andere leeraren verhoogen. Als men daarbij voor één vak 2 leera ren aanstelt, kan het onderwijs moeilijk geleidelijk zijn. B. en W. hebben het oog op een regeling, maar dat veronderstelt een vaste regeling. In het voorstel staat echter: //in den regel", ik acht het wen- schelijk dat dit scherper worde bepaald. De kwestie van splitsing wordt niet door het getal, maar door het gehalte der leer lingen beheerscht. B. en W. zeggen, dat de eerste vier klassen gesplitst zijn. Het was te wenschen, dat de feiten daarmede in overeenstemming waren. De 4e kl. is ongesplitst en moet het blijven, voor verreweg de meeste vakkeu zou het niet mogelijk ziju, voor geschiedenis en na tuurkunde niet noodig,voor alle anderen wel. Men heeft het niet verder kunnen brengen dan tot splitsing van plant- en dierkunde, fransch en engelsch. Het is te hopen dateer spoedig verandering kome. Als dat niet ge beurt, zal men zien dat een lOtal leerlin gen gevaar loopen in de klasse te moeten blijven. B. en W. vragen zich af: wat is de toestand en wijzen er op dat het aantal leerlingen toegenomen is met het aantal bewoners. Dat is volkomen waar. De twee feiten zijn in een gelijk tijdperk geschied, maar de verhouding der toeneming is zeer verschillend. In 25 jaar is de bevolking van Haarlem verdubbeld en de bevolking der H. B. S. is in minder dau 10 jaar meer dan verdubbeld. Dat verschil komt omdat talrijke gezinnen zich hier vestigen, juist met hot oog op de scholen die hier ziju en omdat de 5jarige cursus hier,een goe den naam heeft in Nederland. B. en W. verklaren verder dat zij na kennisneming van hetgeen ik geschreven heb, meenen te moeten zeggen dat ik den blik houd op den cursus van '89 eu niet verder. Het is waar, dat ik het oog gevestigd heb op dat jaar, maar ook op de eerste toekomst. Als men spreekt van een school die in bloeienden toestand verkeert, behoeft men niet verder dar, 8 10 jaar te gaan. Wat is het geval? Ik heb gespro ken van en aanbevolen een vaste regeling van de jaarwedden. Blijkt daar reeds niet uit, dat ik het oog niet heb gehad op eeu enkel jaar, maar op een reeks van jaren? Ik heb het oog gehad op den volgenden toestan 1, die zich nu voordoet en volgende jaren zich nog sterker zal voordoen. Ik zal mijn idee nog duidelijker formuleeren. Ik heb het oog op de splitsing van klassen in niet meer dan 2 parallellen,daar wij waarschijnlijk nog eonige jaren in dien toestand zullen blijven. Men mag aannemen, dat de eerst volgende jaren de toestand deze zal zijn, dat elke klasse dubbel zal zijn en men behoott zich niet bevreesd maken dat de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 5