tla in land, maar als koloniale mogendheid heb ben we ethane nog het recht om mee te spreken, sooral wanneer onze eigene be langen op het spel staan. Indien we ons alles laten welgevallen wat men tegenover ons onderneemt, zullen we weldra al onze traktaten alB non-valeurs kunnen verscheu ren. De zaak is van te groot belang om stillekens af te wachten wat het gouver nement van Her Gracious Majesty zal ge lieven te doen. Een engelsch protectoraat over een deel van Borneo zou weieens het begin kunnen worden van eene annexatie op groote schaal. „De vraag, die dan ook in de afdeelin- gen der Kamer is gedaan, om met l'.et oog op het britsche protectoraat de grens regeling op Borneo te bespoedigen, heeft mij met wrevel vervuld. Want daardoor wordt eenvoudig als fait accompli aan vaard wat men in strijd met het traktaat van 1824 of minstens een twijfelachtig recht van Groot-Britannië acht. Is dat eene fiere houding? Neen, de Borneo- kwestie moet door het Kabinet, waarin de heer Keuchenius een man van zoo grooten invloed is, grondig worden ter harte ge nomen. Niet de grensregeling, maar de kwestie van de positie, die Eugeland vol gens de aangegane overeenkomst behoort in te nemen, moet onder de oogen worden gezien. En dit te meer omdat, als ik mij de geschiedenis wèl herinner, enkele van de staatjes, die zich nu als vazallen aan de koningin van Engeland, keizerin van Indië, opdringen door vroegere verdragen aan ons ouderworpen zijn. Ook ons gezag tegenover de zelfstandige staten in Indië staat dus bij de zaak op het spel. „Zal nu de heer Hartsen de man zijn, die deze inderdaad moeilijke kwestie naar eisch behandelen en tot eene bevredigende oplossing brengen zal De afdeelingen der Kamer schenen er geene groote verwach tingen van te hebben; doch ik voor mij wil niet op de toekomst vooruitloopen. Staatslieden vallen soms mee: ik wil dit in 's lands belang ook van den minister van Buitenl. Zaken hopen." Waarom schrijven dege- neesheeren hunne recepten, van wier juiste of onjuiste ontcijfering dikwijls een menschenlevtn afhangt, zoo onleesbaar? Aan die vraag der Amsterdamscie owant zou zeker meer kracht worden bijgezet, indien ze gepaard ging met eenig bewijs, dat een zieke tengevolge van het onduide lijke schrift ernstig benadeeld was of gestorven. Als er soms verkeerde geneesmiddelen werden verstrekt, was eene vergissing van den apo theker daarvan oorzaak. De vraag blijft intusschen onop gelost, tenzij men als antwoord ge ven wilde, zegt de Arnh. Ct-, dat de doktoren liever niet zien, dat de patiënten meepractiseeren, wat door hunne hiëroglyfen, zoo niet belet, toch bemoeilijkt wordt. De beide chineeschere- geeringscommissarissen en hun se cretaris, die eenige dagen geleden hier te lande zijn aangekomen, heb ben Zaterdag Rotterdam bezocht, voornamelijk om de havenwerken te bezichtigen. Zij waren in hun na tionaal costuum en werden uit 's Hage vergezeld door den heer Spoel, ingenieur bij het departe ment van waterstaat, handel en nij verheid. Na aan het spoorstation Delftsche Poort te zijn opgewacht door den heer G. J. de Jongh, di recteur der gemeentewerken, die in opdracht had ontvangen, hen rond te leiden, reden zij naar het raad huis en brachten er een bezoek aan den Burgemeester. Vervolgens heb ben zij het Ziekenhuis in de Olde- barneveltstraat bezichtigd, onder ge leide van eene deputatie uit de Commissie van administratie over het gesticht en den geneesheer-di recteur. Daarna hebben zij het éta blissement «Feyenoord» der Neder- landsche Stoombootmaatschappij be zocht, in het hotel-Fritsehy aan de Maaskade een déjeuner gebruikt, de handels-inrichtingen op Feijenoord bezichtigd en zijn zij vandaar per stoomboot naar het ijzeren drijvend droogdok gegaan, om ook die in richting in oogenschouw te nemen. (N. It. C.) De groote Koopman s- beurs te Amsterdam krijgt eene nieuwe houten bevloering. Reeds is men met het leggen begonnen. De heer Gerritsen, het radicale lid van den amsterdam- schen gemeenteraadheeft het denkbeeld geopperd, de betrekking van «adjunct-wethouder» te creëe- ren en die functie dan beurtelings aan ieder der leden van den raad op te dragen, teneinde hun beter op de hoogte te brengen van de gemeente zaken. Dat dit denkbeeld, zoowel om de motieven als wegeDS de toepassing, sensatie wekte, laat zich denken. Voor het beginsel, om de raads leden bij de wethouders «in deleer te doen», is wel wat aan te voeren, maar ook veel er tegen en de toe passing zou eveneens bezwaren op leveren. Maar zoo het gevolg ervan wezen mocht, dat ook hier het «qui tout sait tout pardonne» eene waar heid werd, dan zou er eene idyl lische eendracht in onze gemeente raden ontstaan en de taak van een gemeentebestuur en vooral van een burgemeester wel zoo gemakkelijk worden. (Arnh. Ct.) Uit den Helder wordt van 26 October gemeld: De Ver- eeniging voor volksbijeenkomsten alhier, thans door eigen krachten werkende, hield gisterenavond eene openbare vergadering, toegankelijk tegen tien cents entrée. Dat die bijeenkomsten zeer gezocht zijn, bleek andermaal, daar het lokaal «Tivoli» te klein was om iedereen eene behoorlijke zitplaats te geven. Afgescheiden van het Nutsdeparte- ment, heeft deze nieuwe vereeniging, die veel steun mocht ontvangen van eenige gegoede ingezetenen, succes op hasr werk. Op die vergadering werd tevens aan Minneboo, die sedert jaren deel uitmaakt van de bemanning der reddingsboot, namens eenige inge zetenen een gouden remontoir-hor loge aangeboden als hulde v< or het medewerken tot de redding van ongeveer 100 menschen op Helder's kusten, die in levensgevaar ver keerden. De heer C. D. Zurmühlen, bestuurslid, hield daarop eene goed gekozen voordracht, die van het begin tot het einde met aandacht werd gevolgd. Donderdag avond ont- moetten eenige utrechtsche jonge lieden nabij Maartensdijk een ezel wagen, waarop de voerman, die iets te veel gedronken scheen te hebbenwas ingedommeld. Heel bedaard werd de ezel door hen uitgespannen en in de richting naar genoemd dorp den weg opge jaagd, terwijl men het karretje met den slapenden begeleider (hem de leidsels in de hand latende met de zweep bij zich) voorzichtig aan den kant van den weg aan een hekwerk vastbond. «Hu bonkwaren zijne eerste ontboezemingen, toen de man wakker werd, en legde terzelfder tijd de zweep over de boomen van den wagen. «Hu bonken nog eens «hutot eindelijk de man, geheel wakker zijnde, be merkte, dat men hem een poets had gebakken. Goede raad was duur; langoor was weg en reeds op stal, zoo hij meende. Nu bleef hem niets anders over dan zelf zijn ekwipage voort te trekken, tot groot vermaak van hen, die deze grap uitgehaald hadden en hem van verre hartelijk stonden uit te lachen. Met het oog op de weinige theo retische kennis, die de visschers van hun tweeledig bedrijf, visscher en zeeman, bezitten, heeft de heer G. J. W. Beekman, havenmeester te Pernis en vroeger gezagvoerder ter koopvaardij, aldaar een cursus in de zeevaartkunde geopend, welke kosteloos toegankelijk is. Jammer dat slechts weinigen hun belang inzien, daar er bijna geen gebruik van wordt gemaakt. Zaterdagochtend prijkte het standbeeld van Gijsbert Karei van Hogendorp te Rotterdam met eene krans om de slapen, terwijl een groote lauwerkrans met de stads kleuren aan het voetstuk was neder- gelegd, met bijgaande dichtregelen Gijsbbrt Kakel qeaaf van Hogendobf 1762 27 October 1888. Nu 't danbaar Botterdam uw werk wel haast herdenkt Van drie kwart eeuw geleêa; nu 't bloem eu krans gaat vlechten, En de altijd dierb'ro kleur zich op de borst gaat hechten Nu 't juichend zich vereent, door geen tiran gekrenkt, Of door geen overmoed in vreemde boei gekluisterd Nu dient te uwer eer het stand beeld opgeluisterd, Dat den geboortedag met gouden letters meldt Van hem, dien t leeuwendeel van Neer- lands vrijheid geldt. (N. R. Ct.) Tub ant ia meldt dat Vrij dagmiddag om 1 uur de arbeiders aan de weverij van de firma Ter Kuile en Morsman, aan den Park weg te Enschede, weigerden aan het werk te gaan, omdat er den vorigen dag was aangeplakt, dat de volgende week voor een deel der arbeiders een premiestelsel zou in werking treden, waardoor de beste werklieden meer, de andere minder zouden ver dienen, indien zij niet meer zouden afleveren dan vroeger. Toen de patroons de grieven te gen deze regeling vernamen, trok ken zij haar in, waarop het werk werd hervat. Eene omstreeks 50-ja- rige arme krankzinnige vrouw is op last van den officier van justitie te Maastricht naar 's Hertogeubosch overgebracht. Zij had zich sedert meer dan tien jaren schuilgehouden in een geheel verlaten en bouwval lig huis te Diependaal-Epen. Het was verschrikkelijk, het beklagens waardige wezen te zien, dat meer op een dier dan op een mensch geleek. Verwonderlijk mag het heeten, dat het gemeentebestuur van Wittem, ofschoon met haren toe stand bekend, haar ongemoeid liet en haar niet eerder uit haar ellen- digen toestand bevrijdde. Gelukkig werd de officier van justitie er op merkzaam op gemaakt. Aan het spoorwegstation te Ter Neuzen heeft weder een droe vig ongeluk plaats gehad. Een 18- jarig werkmaD, zekere P. H., viel van een geladen goederenwagen, werd overreden en verloor daardoor beide beenen en een arm. Na eenige uren van vreeselijk lijden stierf hij. ONDERWIJS. Door den minister van Koloniën zijn de hoofd onderwijzeressen mej. A. L. Steens Zijnen, B. j 9. A. Gutmann en J. M. van der Voort ge-' eteld ter beschikking vaa den gaeverneur-gene - raai van Ned.-Indie, om te worden benoemd tot hulponderwijzeres bij hot openbaar lager onder wijs daar te lande. Door den minister zijn vaorts de heeren L. D. van Cappelle, J. H. L. Teutelink, «T. J. van Eupen en M. de Rooy gesteld ter beschikking van den goeverneur-generaal om te worden be noemd tot onderwijzer 8e kl» voor den dienst daar te lande. LEQER EN VLOOT. Uit Halfweg wordt ons gemeld: De schietoefeningen met visch-torpedo's aan hot einde van zijkanaal F alhier, zullen indien de vorst zulks niet verhinderd, tot ultimo No vember worden voortgezet. Alsdan worden zij tijdelijK g«Btaakt, om echter naar wij vernemen in het vooijaar op veel ruimer schaal met toe passing der nieuwste uitvindingen op dit gebied hervat te worden. WETGEVENDE MACHT. Binnenlandsche Zaken. Het afdeelingsonderzoek van hoofdstuk V. (Binnenl. Zaken) der Staatsbegrooting gaf aanleiding tot bespreking van een groot aantal onderwerpen. Verscheidene leden drongen aan op uitvoering van art. 141, laatste zinsnede der nieuwe Grondwet, in het bizonder om aan de provinciale besturen meer vrijheidte ver schaffen in het vaststellen der salarissen voor de provinciale ambtenaren. Hetwen- schelijke werd betoogd van het spoedig totstandkomen der wet, houdende a 1 g e- meene regeling der provinci ale belasting en. Is deze minister meer dan zijn voorganger zoo werd gevraagd overtuigd van de noodzake lijkheid eener herziening der provin ciale kiesdistricten in 'tbelang van meerdere evenredigheid tusschen be volkingscijfer en gekozenen, en zoo ja, kan voor Mei 1889 die herziening tot stand komen. zal binnenkort de in de ope ningsrede van 1 Mei als noodzakelijk er kende en trouwens onmisbaar gebleken nadere regeling van de verhou ding tusschen rijks- en gemeen- tefinancien worden voorgedragen Een wettelijke regeling omtrent het gebruik van honden als trekdie re n en van velocipedes scheen noo- dig, nu sommige gemeenten dat gebruik verbieden en daardoor de zonderlingste conflicten doen oustaaD, tenzij de Begeering de desbetreffende verordeningen der be doelde gemeenten, als in strijd met het algemeen belang, wilde vernietigen. De ongelijkmatige wijze waarop in de ver schillende provinciën drankwetver gunningen boven het vastgestelde maximum worden toegestaan, gaf ook nu aanstoot. Zouden de «bizondtre gevallen" waarvan de Drankwet spreekt, niet duide lijk kunnen gedetineerd worden? Is van den minister een ontwerp tot regeling vau het levens verzekeringsbe drijf te wachten Thans zijn er nieuwe maatschappijen, die nalaten hare tarieven te doen goedkeuren, terwijl anderen daar mede telkens voortgaan om door de pu blicatie in de „Staatscourant" in zekere mate een officieel karakter te krijgen. Terwijl onderscheidene leden de wen- schelijkheid eener wettel ij ke rege ling van de banken van lee ning betoogden, waarbij de vrijheid van boleening werd gehandhaafd onder strenge voorwaarden, waren er ook leden, die meenden, dat door plaatselijke veordenin- gen voldoende in deze zaak kan worden voorzien. De ongeregeldheden te Scha gen kwamen ter sprake. Heeft de burgemeester de noodige maatregelen genomen om verstoring der orde te voor komen en die, nadat zij had plaats gehad, te beteugelen? Wat_ zijn 's minister in zichten omtrent eene nadere grens regeling tusschen Amsterdam en N i e w e r-A m s t e 1 De regeling der tractementen van de ambte naren aan het Departement lokte eenige gedachtenwisseling uit, nl. het gebruiken van vrijvallende gelden tot ver hooging van andere tractementen of aan stelling van nieuwe ambtenaren. Opnieuw werd aangedrongen om zooveel mogelijk de burgemeesters uit de inge zetenen der gemeenten te benoe men en in 't belang van sollicitatie r.iet gelijktijdig den ouden titularis te ontslaan en den nieuwen te benoemen. KOLONIËN. Uit Tjilegon schrijft men dat van den 16en September voor het eerst na de ko. lonne Yeenhuijzen weer eens eene patrouille uitrukte, bestaande uit 10 cavaleristen onder den le luit. Posno en 15 infante risten, onder den 2den luit. Ferguson, begeleid door den Patih. Men had nl. be richt ontvangen, dat in kampong Koebong Lesong-wetan zich twee muitelingen be- vonden. Een hunner was een neef van hadji Wasid en moordenaar van Grond- hout. Aangezien deze persoon veel invloed en familieleden had, werd het raadzaam geacht eene patrouille mede te geven, met het oog op mogelijk verzet. Hier was echter geen kwestie vanbeide muitelin gen kwamen zich onder het maken van een sembah zelf overgeven. De djaro van de kampong, welke bij het naderen der patrouille was weggeloopen, werd door een cavalerist buiten de kampong opge. pakt. De man was half lam van schrik en angst. Hierop gingen de troepen en gevangenen naar Tjilegon terug. Hoewel het te Tjilegon totnogtoe vol- komen rustig is, acht de resident van Bantam het niet onmogelijk dat de aan hangers van hadji Wasid zullen trachten diens dood te wreken, waarom dan ook het legerbestuur is aangeschreven zich voor elke gebeurlijkheid gereed te houden. Hoezeer overigens eene kleinigheid in staat is op eene plaats van zoo treurige onder vinding als Tjilegon schrik te verspreiden, bleek op den lsten Sept., toen een der gevangen moordenaars van den heer Grond- hout bij gelegenheid van zijn verhoor in de woning van den patih wist te ont vluchten en door de politieoppassers met getrokken sabels werd nagezet. Juffrouw Bachet, die dat zag, liep angstig naar de woning van den adsistent-resident, roepende dat de hadjis weer begonnen, de daar aanwezige heeren wapenden zich, en de soldaten van het garnizoen gingen allen den vluchteling achterna die spoedig werd opgepakt. De „Javabode" zegt: Ons wordt verzekerd, dat in het rapport van den di recteur vau binneulaud8ch bestuur over de Tjilegonsche onlusten met geen enkel woord wordt geklaagd over gebrek aan tucht bij het 9de bataljon, zoodat wij dit vroeger ten onrechte hebben meegedeeld. In de laatste aflevering van het „Ind. Militair Tijdschrift" geeft U. den raad om te trachten de tochten van atjehsche ben den naar Poeloe Bras voor het vervolg te voorkomen door te zorgen dat er op dat eiland niets te rooven valtdaarom alleen toch is het den vijand te doen. Wanneer dus de regeering alle producten dadelijk na den oogst opkoopt of laat op- koopen, zal daarvan nimmer voorraad aan wezig zijnzoodra de roovers dat weten, zullen zij niet meer oversteken, want het meenemen van voldoende levensmiddelen is voor hen veel te lastig en te duur. Het bergachtig terrein maakt het voor onze troepen onmogelijk den vijand te verslaan, en de bevolking, die ons onmachtig ziet om haar te bewaren voor schade kiest dus de partij van den vijand. Uit betrouwbare bronnen verneemt men dat in den loop van dit jaar in den ganschen archipel nog slechts 25 euro- peesche mindere militairen aan de cholera zijn overleden. Bekent men dat deze sterf gevallen over alle mogelijke garnizoenen moeten verdeeld worden en nergens meer dan 2 a 3 gevallen behoeven te worden betreurd, dan kan de toestand niet andera dan bevredigend heeten. Yan aan genoemde ziekte overleden officieren hoerde men tot dusverre niets. De legercommandant heeft aan het leger bekend gemaakt, dat naar aanleiding van het schrijven van den len goeverne- ments-secretaris dd. 11 Juli 1888 no. 1244 en ten vervolge op A. O. no. 13 van 1882, ook voor wat betreft het verkrijgen van een verlof naar Europa in de 3e klasse, het niet voldoende is, dat de diensttijd voor en na een c. q. verleend verlof naar Europa, buiten bezwaar van den lande, te zamen 12 jaren bedraagt; uitdrukkelijk wordt vereischt een 12 jarigen onafgebro ken dienst in N. I. Graaf De Bardi heeft f 600 geschon ken aan het bestuur der r. k. kerk alhier tot instandhouding van den eeredienst. poets zal kunnen spelen, hoe flink hij ook isdacht Carl. Zij waren reeds uit de stad, begaven zich naar de velden, en bereikten weldra de half in duisternis gehulde bergen. De hemel was in het westen nog flauw, bijna onmerkbaar verlicht door de ondergaande zon. Eenige weinige sterren waren zichtbaar, en juist op dat oogenblik schoot de maan hare matte zilveren stralen naar beneden. Wij zullen te samen een aardig tochtje hebben zeide Carl. Eén ding was echter zonderling. Lysander volgde zijne leiding niet, integendeel, bij scheen Carl den weg te •wijzen, en deze zag tot zijn groot misnoegen, dat zij recht op het hol toeliepen. Dat doet er niets toeEr zal hier of daar wel wat ge beuren. Op deze wijze stelde hij zich gerust. Maar eensklaps ontstelde hij. Het raadsel werd opgelost. Op den top van een heuvel aangekomen zag hij in een dal voor zich de donkere gestalten van ongeveer veertig mannen. Een hunner stond op, en ging Lysander te gemoet. Het ■was Silas Ropes. Zijt gij allen gereed? vroeg Sprowl. Allen gereed, was het antwoord. Voorwaarts dan, zeide de kapitein. Wij zullen eerst naar de lijken in het dal gaan. Waar is Pepperill? Hier, hernam Ropes, en Dan verscheen. Het hart zonk Carl in de schoenen. Toby had hem in de gevangenis van die lijkeD gesproken, en hij wist, dat zij in de nabijheid van het hol lagen. De blikken van Carl en Pepperill ontmoetten elkaar in de duisternis. Pepperill was nog niet bekomen van den schrik, die hem had bevangen, toen hem bevolen werd, den troep naar de kloof te geleiden. Hij had echter nog geen woord over hetgeen hij van het hol wist, verteld. Carl zag hem aan, maar wendde zich on verschillig af. Zijne blik zeide: «Wees op uwe hoede Dan, en laat het meeste aan mij over». En Pepperill, de vol wassen man, was weer moediger en sterker door de tegen woordigheid van den knaap. Nu Pepperill, zeide Sprowl, kunt gij ons nu den weg wijzen, zonder u echter te vergissen Ik kan het beproeven, antwoordde Pepperill op droefgeestigen toon. Het is echter veel moeilijker, iü den nacht den weg te vinden; ik mag sterven als het niet waar is. Dan huiverde. De berglucht was koel; in hunne nabij heid verhieven zich de boomen van het woud, die door bet verslindend element waren verkoold, en zich in het maan licht als donkere staken, droef en spookachtig verhieven. Er lag nu eene kalme stilte over de bergtoppen. Men hoorde niets dan het zachte gefluister van deze mannen, die weer bloedige plannen smeedden. Het was dus geen wonder, dat Dan's tanden klapperden. Wat Carl betreft, hij maakte een muskiet, die op zijn wang zat, dood en glimlachte zege vierend Die is er ook geweest, zeide hij, alsof zijn geeot zich slechts bepaalde bij den dood van dat insect. Wie heeft u bevolen te spreken? zeide Lysan der scherp. Was dat spreken? Carl krabde zich nadenkend achter het oor. Ik zeide slechts iets tegen den muskiet. Houd uwe opmerkingen maar voor u! Ik zal trachten het te doenl Het bevel om verder te gaan werd gegeven. Lysander liep eenige schreden vooruit, terwijl hij door Ropes en de twee gidsen vergezeld werd. De troep vervolgde zijn weg in groote stilte, afgebroken door het onregelmatig, dof ge luid der voetstappende mannen gingen langs duistere paden, over naakte rotsen, hier en daar met struikgewas begroeid, dat niet door de vlammen was aangetast. Ten laatste kwamen zij aan eene plek, waar het bosch was uitgebrand. Men fluisterde het woord «halt». Het geluid der voetstappen hield eensklaps op. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 2