ben aangestoken. Waarom? vraagt de president. Omdat mijn mandje in bet huis gevonden was, antwoordt get. Get. Kraak, die aangeschoten schijnt te zijn, deelt mede dat v. d. Berg een looper voor hem heeft laten maken om een kast open te steken. Deze paste ech ter niet, zoodat hij den looper aan van den Berg teruggaf. De subs. off. v. just, requireerde bekl.'s veroordeeling tot een gevangenisstraf van 4 jaar. Van den wrok die bekl. opgeeft is niets gebleken. Spreker meent dat get. van den Berg naast bekl. behoorde te staan als beschuldigde, maar de band die tusschen beide bestaat is niet genoegzaam bewezen, Hij betreurt verder, dat niet beiden on middellijk zijn gevangen genomen, dan zouden ze geen gelegenheid hebben gehad samensprekingen te houden, en zouden beide terecht hebben gestaan en veroor deeld zijn geworden. Bekl. is vroeger met een rood paspoort uit den dienst ontslagen. Verder is hij ook voor mishandeling veroordeeld geworden. De ambtshalve toegevoegde verdediger, mr. L. C. Kronenberg, betwist het bewijs. Pleiter vindt het zonderling, dat bekl. in sommige opzichten wel, in andere weer niet geloofd wordt. Dat hij uit wrok den brandstichtte is niet denkbaar; hij wist zeer goed dat men huizen verzekert, het was dus een zonderlinge wraak om zijn oom een duizend gulden of wat in den zak te brengen. Het komt pl. waarschijnlijk voor, dat als bekl. den brand heeft gesticht, hij dat gedaan heeft op hoop van voordeel. Ook meent dat get. van clen Berg de waarheid niet heeft gesproken. Pl. concludeert tot vrijspraak of zoo de rechtbank het bewijs geleverd acht, tot vsrmindering van de straf. Verder werden nog behandeld de navol gende zaken: B. M. 21 jaar, boerenknecht, Haarlem, diefstal, req. 4 m. gev.; K. van 't V., landb. Assendelft, mish., req. f 15 boete subs. 10 d. hecht. C. J., schipper Zaandam beleed, f 10 boete subs. 5 d. hecht.; J. v. S. schildersknecht, Leimuiden, opgeven van een valschen naam, hooger beroep, f 25 boete subs. 7 d. hecht.; L. W., visscher, Alkemade, mish., req. 14 d. gev.; H. W. en L. VV. arbs. Alkemade, mish., req. elk 7 d. gev. Uitspraak werd gedaan in de volgende zaken A. S., smidskn., Haarlem, bedelarij, 1 d. hecht.; A. S. koopman 's Hage, weer spannigheid en vernieling, bij verstek f 5 boete of 3 d. hecht, en 21 d. gev.; G. T., v. d. H. en L. v. d. H., werkl., Mon nikendam, weersp., elk f 5 boete of 3 d. hecht, en 5 d. gev.; K. B. en C. V., Landsmeer, verduist., de le een maand, de 2e 14 d. gev.; M. O., zakkenpl. Koog a/d Zaan, huisvredebreuk, f 10 boete, subs. 5 d. hecht.; K. M., arb. Haarlemmmer- meer, bedreiging, 8 d. gev.; C. K. arb. Haarlemmerm., mish., 5 d. gev.; H. landb. en vrouw, Haarlemmerm., beleed., elk f 5 boete of 2 d. hecht.; J. B. S., Zandvoort, bedreig, en verniel. 2 d. gev.; D. v. d. P., arb. Zandvoort, weerspann., 14 d. gev.; vrouw W., Haarlemmerliede, bel. f 3 boete of 1 d. hecht.; D. G. bloemist knecht, Bennebroek, beleed., f 3 boete of 1 d. hecht.; A. de B. te Velsen, verniel., f 3 boete of 1 d. hecht.; A. v. d. J., Hillegom, jachtovert., f 3 boete of 1 d. hecht., J. de B. Cz., schelpenvisscher, Wijk aau Zee, hooger beroep, bevestigd; J. O., landb., Wijk aan Zee, id. id. Ingekomen aanvragen van werk zoekenden bij de Arbeidsbeurs aan het bureau van Haarlem's 1 persoon goed met paard en wagen kunnende omgaan, 1 gepasporteerd militair voor werkzaamheden. Ingekomen aanvragen van werk gevers: 1 LEGER EN VLOOT, Ten behoeve der stelling van Amsterdam zul len de vier volgende forten worden gebouwd: een te Uithoorn, alwaar met de voorbereidende werk zaamheden reeds een aanvang is gemaakt; twee in de Haarlemmermeer (een bij Hoofddorp en een bij Aalsmeer), voor welk eerste de grondophoo- ging gereed is, en het vierde te Kudelstaart hij den Westpias. BINNENLAND. De N. Rott. Ct. meldt: Naar wij vernemen, is de toe stand van Z. M. den Koning in de laatste dagen wederom minder gunstig geworden, zoodat Z. M. nagenoeg den geheelen dag het bed houdt. De eetlust is weinig, en ook heeft Z. M. hinder bij het slikken. De Koning was echter niet lusteloos. Niettemin wordt de toestand nog al ernstig ingezien, en is Donderdag 's Koninga lijfarts, dr. Vinkhuijzen, per telegraaf naar het Loo ontboden en terstond daar heen vertrokken. De Staatscourant meldt: «Volgens verklaring van Zijner Majesteits geneesheeren is de ge zondheidstoestand van Zijne Majes teit den Koning in de laatste da gen niet verbeterd. «Hoogst-Dezelve is op ditoogen blik lijdende aan eene ontsteking der mond- en keelholte, waardoor de voeding aanmerkelijk belem merd wordt». Te 's-Hage is Donderdagavond per telegraaf bericht ontvangen, dat dr. Vinkhuijzen vooreerst op het Loo zal blijven. Op het paleis des Konings in den Haag ligt omtrent den gezondheids toestand van Zijne Majesteit het volgend telegram van Het Loo te lezen Toestand niet onmiddellijk zorg wekkend. «De geneesheer op Het Loo vindt ziekte zorgelijk, zonder oogenblik- kelijk gevaar». Het bestuur van den A 1- gemeenenNederlandschenPolitiebond heeft een adres gericht tot de Tweede Kamer, houdende het ver zoek om betere en wettelijke rege ling van het politiewezen in Ne derland. De Bond spreekt de ver wachting uit, dat de leden der Tweede Kamer zijn gevoelen zullen deelen, dat de organisatie van het politiewezen in Nederland veel te wenachen overlaat, en het in het belang der inwoners van Nederland die recht hebben op bescherming van persoon en goederen, hoogst noodzakelijk is, dat eene wettelijke en daardoor betere regeling van het politiewezen eindelijk worde tot stand gebracht. Van zulk eene re geling verwacht adressant ook ver betering van de maatschappelijke positie der politie-ambtenaren en beambten; Van 1 Mei 188 6, datum van de oprichting van het Algemeen Nederlandsch Politiebond, is tot Don derdag het ledental geklommen tot ongeveer 500, waaronder vele leden van de rechterlijke macht, burge meesters, commissarissen van po litie enz. De geestige verslaggever van den utrechtsclien gemeenteraad schrijft aan zijn blad, de //N. R. Ct.", o. a. het volgende //Verlo3 ons van den preektoon, Keer Dat woord heeft De Genestet bepaaldelijk niet geschreven met het oog op den heer De Muralt, die wegens ziekte van den bur gemeester de raadszitting van Donderdag presideerde, met eene stem, alsof hij in den goeden ouden tijd bij een brand het rumoer overstemde met het geroepspuit no. 13 waaaterrrr....! //Is het nu uit?7' riep hij tegen den heer Van Benningen, die oüder het voor lezen van een amendement even stil hield achter een kommapunt of zoo iets. //Neen, nog niet," zei de heer Yan Ben ningen met zijne gewone zachtzinnigheid. z/Nu, verder dan alsjeblieft," donderde het toen door de zaal. En de heer Van Benningen ging verder. Ik was blij, dat de heer De Muralt zoo luid bij keel was vandaag, want ik zal 't maar eerlijk bekennen, hij was daardoor de oorzaak, dat ik wakker bleef; ja, laat ik 't maar zeggen, dat ik een keer of drie wakker schrikte als ik, rustende met het hoofd op de palm mijner hand, de onbe leefdheid had begaan van te midden dier vroede mannen in te dommelen. We hadden een agendaatje vandaag zoo klein, dat het papiertje waar het op stond, nog niet groot genoeg wa3 om.. om.... om.... om een half ons groene zeep in te laten halen. Een paar dingen maar.... aba 1 //Nut door spaarzaamheid" is eene vereenigiDg hier, die grond gekocht heeft buiten de Waard, in de Lauwerecht. Tusschen twee haakjes, de naam van die voorstad heeft velen in den waan gebracht, dat daar een zeker lauw recht heorscht, dat de bewoners met het gewone recht niet veel te maken hebben.... Enfin, die vereeniging //Nut door spaar zaamheid" wil daar 84 woningen bouwen en verzoekt aan het gemeentebestuur, de straat kosteloos over te nemen; dat wil zeggen, te bestraten, te rioleeren en te verlichten. B. en W. vinden die straat echter niet in het openbaar belang en adviseeren den Raad om het niet te doen, Er werd over die afwijzende voordracht stemd en zij werd verworpen met 15 tegen 14 stemmen. Maar toen? wNu wordt het verzoek dus toegestaan," meende mr. Uytwerf Sterling, «we hebben //niet neen" gezegd, wat gelijk staat met //ja." //Waarachtig niet," dacht de wethouder Coblijn, //eerst moet nu de toestemming gemotiveerd worden door het alger belang, anders keuren Ged. Staten het niet goed." En de gewezen wethouder Roijaards ge loofde.... Maar prof. De Geer had met meenen, denken en gelooven niets te ma ken: de voordracht was verworpen, en nu was er dus geen voordracht meer. B. en W. moesten dus nu met eene nieuwe voor den dag komen. Gelukkig maakte dit ver woord een eind aan de discussie, ofschoon we dan ook van den wal in de sloot kwamen. Want nu kregen we de wijzigingen in de verordening op het gebruik der havens en wateren der gemeente.... Van prof. De Geer hoorden we eene levensbeschrijving van een turfschipper. De heer Witteveen nl. had beweerd dat schip, hoofdzakelijk tot woning be stemd, onmiddellijk van een collega die voor eene vaart dient, is te onderscheiden. De heer Van Eelde was van dezelfde meening. Maar prof. De Geer, die in de ver ordening gelezen had, dat daar geen sprake was van een schip uitsluitend voor woning bestemd, maar van een schip dat uitslui tend voor woning dient, bouwde daarop een verhaal van den turfschipper, die een deel van zijne lading bij ik, een ander deel bij B, een derde bij C enz. lost, en dan ten slotte met een kleinen voorraad eene ligplaats kiest en dien aldaar ver koopt. //Maar als hij nu zijn laatste turf verkocht heeft, dan dient het schip toch maar alleen meer voor woning!" riep de professor triomfantelijk; //en wilt ge hem dan wegjagen 1 Maar dat zou u niet ba ten, want dan neemt hij een klein patentjej eene baal rijst en verkoopt die bij de vijf ons." Reiger was het warempel alweer, die al het gesprokene der beide heeren professo ren ongesproken maakte. De door den heer Van Beuningen voorgestelde wijziging werd aangenomen en nu zullen de bewoners van den Witte vrouwensin gel van de willekeur van B. en W. afhaagen of ze nog even veel schuiten voor hunne deur zullen heb ben als vroeger. Zijn tweede voorstel betreffende de ver drijving der tot wonen bestemde schepen, kon nu wel zonder hoofdelijke omvraag worden aangenomen, dacht de voorzitter. //Zoo?" vroeg prof. De Geer, moet er over die woonschippers niet gestemd worden z/Och, waarom?" zei De Muralt goedig. //Nu 't kan mij niet schelen," zei de prof. weer; #ik ben geen woonschipper!" Nog heeft het debat ons een nieuw soort Hollanders geleverd bij monde van den heer Witteveen, die de in schepen wonende lui«zwervers te water" noemde, wat da delijk door een ander verbeterd werd in waterzigeuners. W ij 1 e n d e h e e r N. J. A. Bakker, overleden op den huize «Myriorama» te Apeldoorn, heeft o. a. vermaaktaan de diaeonie der herv. gemeente te Apeldoorn f 1000, aan de vereeniging «Het Zieken huis» aldaar f1000, aan het wees huis der herv. gem. aldaar f1000, aan de «Vereeniging tot verzorging van ouderlooze knapen der herv. gemeente» aldaar f1000, aan de volks-lee8biblioteek, afd. van het Nutsdep. Apeldoorn», f 1000, aan de «Geld.-O v. Maatuch, van landb., afd. Apeldoorn», f1000, aan de «Ned. Mij. voor tuinbouw en plant kunde, afd. Apeldoorn», f1000 en aan de «Ned. botan. vereeniging te Leiden» f 1000. Alles vrij van rijks lasten. De politie te Amsterdam heeft Donderdagmorgen van een telephoondraad op den Amstel bij de Blauwbrug eene zwarte vlag verwijderd, waarop een witte doods kop en met roode letters de woorden Brood en Werk. Men schrijft ons uit Wor- merveer Totnogtoe miste het r. k. kerkge bouw alhier een toren. Ter herin nering aan zijn in Augustus 11. ge vierd jubileum, heeft de weleerw. heer W. vau der Valk, een eenvou dig, doch net torentje doen bouwen, waarin zich tevens een klok bevindt, die nu de parochianen ter kerke roept. Donderdag klonken voor het eerst de welluidende tonen van het klokje door de lucht. Uit Den Haag wordt ge meld: Door de commissieleden uit de werkloozen, die Donderdagochtend tot een onderhoud met den burge meester werden toegelaten, werd des middags in «Walhalla» de uit slag van hun gesprek met het hoofd der gemeente medegedeeld. In de eerste plaats had de bur gemeester niets willen hooren van het woord e i s c hwaarmede de hem aangeboden motie aanving, en dat woord vervangen, althans op gevat, als verzoek, en in de tweede plaats er op gewezen, dat men zich ten onrechte tot hem wendde, waar men zich tot den gemeenteraad had behooren te wsnden. Over het geheel kon de motie de goedkeuring van den burgemees ter niet wegdragen, en noemde hij volgens de toegelaten com missieleden de eischen daarin gesteld onpractisch. Gemeentewerken uitsluitend aan ingezetenen der gemeente te gunnen en door werklieden, binnen 's-Hage woonachtig, te doen uitvoeren, kon niet toegezegd worden, omdat er rekening moet gehouden worden met de geldmiddelen der gemeente, die vorderen de werken te gunnen aan de minste inschrijvers, tenzij daartegen overwegende bezwaren bestonden; den arbeidstijd te ver korten, behoorde thuis bij de Wet gevende Macht en niet bij de ge meente. De overige punten liet de burgemeester rusten, en hij ver klaarde, niet aan de wenschen der werkloozen te kunnen voldoen. Hij gaf den raad, zich te wenden tot het gemeentebestuur, dus een request tot den gemeenteraad te richten. Besloten werd aan dien wenk gehoor te geven, den uitslag per strooibiljet mede te deelen, doch in afwachting daarvan zich te vereeni gen en de voornaamste wijken der stad te doorkruisen. Heden ochtend 10 ure zouden de werkloozen zich daartoe in het Ma lieveld vereenigen en daarna de hoofdstraten doortrekken. Vóór het sluiten der vergadering werd er nogmaals ernstig op gewe zen, zich kalm te gedragen, daar het alleen de bedoeliDg was, te doen zieu, hoe groot het aantal werkloo zen in deze gemeente is. (N. R. C.) Donderdagochtend is aan het Holl. spoorstation te 's-Hage de nieuwe tunnel, welke toegang geeft tot het reizigers-perron, en daarmede tevens een gedeelte van de nieuwe inrichting, voor het pu bliek geopend. In het Spui te 'sHage werd Donderdagmiddag door een schipper met een schepnet een vrij groote levende snoek gevangen. Op een schip, dat tot mot to voert Niets zonder Gods tegen liggende in het Kanaal te 's-Hage, beviel de vrouw Donderdagnacht van drie jongens. Moeder en kin deren waren heden zeer wel. De brigade maréchaus- e te Scheveningen vertrekt den 10ü dezer definitief naar Sleen. De brigadier heeft Woensdag reeds Scheveningen verlaten en zich naar zijn nieuwe standplaats te Vechel Men schrijft ons uitSchie- damHet station der Hollandsche Spoor wegmaatschappij alhier, dat reeds zoo lang tot spot der reizigers diende, zal toch eindelijk door een beter vervangen worden. Werkelijk is 't nu zoover gekomen dat men de tastbare bewijzen kan krijgen, dat 't ernst is met de uitbreiding onzer stations inrichting. Lang geleden reeds was daarover ge sproken totdat eindelijk in Juni jl. het nieuwe gebouw werd aanbesteed voor de kapitale som van f185.000. Het najaar 5 evenwel reeds zoo na ophanden, dat het zich liet aanzien, alsof er zich nog heel wat teleurstellingen zouden opdoen, voordat er iets van den bouw te zien zou zijn. Wie echter wist, dat de heeren Stel wagen en De Keyser, wier degelijke voort varendheid zoo menigmaal is gebleken, aannemers van dit werk zijn, was over tuigd, dat niets onbeproefd zou blijven om binneu den korten beschikbaren termijn het gebouw tot stand te brengen. In het begin van September kwamen de gebouwen boven den grond en Donderdag wapperde de vlag aan de kapspanten, ten teeken dat het begin van het einde be reikt was. In dien tijd moesten bergen metselsteen en vele wagenladingen graniet en zand steen verwerkt worden, behalve nog de bijkomende materialen, om een stations gebouw te stichten, waarvan nu, weliswaar, nog slechts het geraamte in elkaar staat, maar welks uiterlijk toch doet zien, dat het bizonder veel overeenkomst met dat van Den Haag zal hebben, alleen op wat kleiner schaal. De vorderingen van de lijn naar Maas sluis zijn totnogtoe van dien aard, dat het nog lang kan duren voordat met eenige zekerheid de weg voor het gebruik ge schikt kan geoordeeld worden. De slappe bodem eischt telkens nieuwe offers en vooreerst valt er nog niet te denken aan stationsgebouwen te Vlaardingen en Maas sluis, zoodat het in aanbouw zijnde ge bouw alhier den gloed der nieuwheid reeds lang verloren zal hebben, als de eerste trein van den Hoek van Holland hier aankomt. Men leest in de Arnh. Ct.'. Een merkwaardig1 voorbeeld van hondentrouw kwam ons dezer da gen ter ooren, voor de waarheid waarvan onze zegsman volkomen instaat, terwijl hij desnoods de ge tuigen zou kunnen noemen. stelde Virginia gerust, want deze kon haar angst niet ver- hergen, daar zij bemerkte dat Penn weer op verkenning uitging, toen vertrok hij. Hij bleef verscheidene uren weg. Ten laatste kwam hij met Pomp terug. De maan was reeds lang onder, maar de hemel was met fonkelende sterren bezaaidzonder gezien te worden, hadden zij de soldaten in hunne bewegingen nauwkeurig nagegaan. Gij zoudt gelachen hebben, als gij in mijne plaats waart geweest, Carl I zeide Penn, terwijl hij zijne hand vertrouwelijk op den schouder van zijn geliefden leerling legde. Zij hebben de rots, waar het hol door uw brein geschapeD, zich bevindt, twee uren lang belegerd, zonder dat zij dichterbij durfden komen. Ik veronderstel, antwoordde Carl, dat zij mij en den kapitein wachtten. Ik heb waarlijk slecht gehandeld, door hun zooveel kostbaren tijd te doen verliezen I Zij zullen mr. Sprowl wel verontschuldigen, daar zijne tegenwoordig heid daar onmogelijk is. Hij zeide, dat verscheidene geconfedereerden, na het denkbeeldige hol te hebben belegerd, met de uiterste om zichtigheid het durfden naderen. En bemerkten, voegde Carl er hij, dat zij de slachtoffers van eene kleine krijgslist waren geworden 1 Ik meen van wel, want zij werden eensklaps zeer opgewonden. Bij het zoeken naar een ingang, lachte Pomp, terwijl hij op zijne buks leunde, kwamen zij dicht onder een jeneverboom, waarin ik was geklommen, en ik hoorde dat zij den kleinen Duitscher vervloekten. Daar werd ik mee bedoeld, zeide de goedhartige Carl glimlachend. En zij vervloekten ook den kapitein met het flinke hoofd, die ook weg was. Die kapitein met het flinke hoofd, is deze man, hij wees op Sprowl. Het is echter zeer onrechtvaardig, hem te vervloeken, want het is zijne schuld niet. Toby en ik hebben hem weggedragen, en hem een zakdoek als eene sluier over het gelaat gelegd. Carl gaf toen een uitgebreid verhaal van de omstandig heden, die tot Lysander's gevangenneming geleid hadden. Zijn verhaal was echter zoo grappig, eenvoudig en duide lijk, dat zelfs de bittere Salina glimlachte, terwijl de anderen, de oude grijsaard er onder begrepen, in een hartelijk ge lach uitbarstten. De morgenschemering brak aan, en Penn, die naar buiten ging om den omtrek te verkennen, ontdekte geen spoor van de bedrogen opstandelingen. Hij hoorde echter een voetstap en werd zacht bij den arm gegrepen. Was de schoonheid der aarde of die van den hemel de oorzaak dat eene aangename tinteling door zijne leden voer? Het was Virginia, die zoo zachtjes op zijn arm leunde, dat niet de lichte drukking, maar wel het zalig gevoel, dat hare na bijheid hem schonk, hem hare tegenwoordigheid verried. Toby volgde haar. O, hoe heerlijk is het hier! zeide zij met eene stem, die, als zij door een minnaar kon beschreven werden, zou zijn vergeleken met het gezang der vogelen of met de muzikale uiting van zware en liefelijke fluittonen. Het is verrukkelijk I antwoordde hij met trillende stem, terwijl hij in zijne verwarring haar, in plaats van die sehoone uiting der natuur, bedoelde. Zij ademde de berglucht met volle teugen in. O, ik heb ze zoo lief, die boomen, dat gras en die bloemen, het zijne mijne dierbare vrienden; het spijt mij zoo, dat ik hier ben opgesloten I Is het waar, zeide Penn, terwijl hij half wenschte eene bloem, een grashalmpje of een boom te zijn. {Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 2