NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Blanken en Zwarten.
6e J aarga«g„
Woensdag 7 November 1888.
No. 1641.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENT1ËN:
BINNENLAND.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem, per 3 maanden1.20.
Franco dooi het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.03.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
BureauKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. 'telefoonnummer iaa.
Ir i
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten eii door alle boekhandelaren, postkantoren en conrantiers.
l&irecteureü-fcJiïgevers «5. C. em B. A VS 8.
Roof dag ent 6* voor het Buitenland: Compagnie Generale de Publieite Etrangère G. I. DATJBE Co., JOE. J. JONESSuer., Paryi, -Slbtt Faubourg Montmartre.
STADSNIEUWS.
Haarlem, 6 November.
Bij de gehouden herbestedmg van
aardappelen voor bet garnizoen al
hier was de minste inschrijver G.
A. Verbeek alhier, aan wien de leve
rantie is gegund.
Toestand der gemeente Haarlem in 1887.
IV.
Brandblusclimiddelen. Het
materieel der brandbluschmiddelen wordt
in eigen beteer onderhonden.
Voor het dagelijksch onderhoud der
brandbluschmiddelen en voorkomende her
stellingen, aankoop van pers- en aanvoer-
slangen, maken van afvoerbuizen bij de
brandkraneu naar de riolen, aankoop van
brandbluschmiddelenaausehaffiog van
straalpijpen, van brandbluschmiddelen op
de mestbergplaats, onkosten van den staf
en luiden der klokken op de Nieuwe- en
Bakenesserkerken, werd bij de begrooting
voor 1887 een bedrag van f3398.uit
getrokken.
De uitgaven hebben bedragenf 3760.29.
Het aantal brandkranen op de buizen
der duinwaterleiding, waarmede de ge
meente het vrije gebruik heeft van water
tot het beproeven der brandspuiten en
het blusschen van brand, bedroeg 169 met
het einde van 1886.
In 1887 is dat getal met 2 vermeer
derd, die zijn geplaatst1 Wilsonsplein
en 1 Nassauplein voor perceel no. 7.
Gemeente Begraafplaats. De
algemeene begraafplaats verkeert in goe
den staat.
Bij raadsbesluit van 16 Februari No. 6
is het door de heeren J. D. Zocher en
L. P. Zocher opgemaakte plan voor den
aanleg van het tot uitbreiding der alge
meene begraafplaats in het vorige jaar
aaugekochte stuk land (zie verslag over
1886 blz. 86) onder de gemeente Schoten
goedgekeurd en werden B. enW. gemachtigd
het nieuwe terrein naar de overgelegde
teekening in te richten.
In de vergadering van den Raad van
den 9en November werd onder No. 12, on
der goedkeuring van de door B. en W. over
gelegde teekenin gen bepaald, dat het nieuwe
terrein aan de noord- en westzijde zal wor
den afgesloten door houten afrastering en
aan den Schoterstraatweg door een ijzeren
hek op steeneu voeting, zullende het ter
rein aan de binnenzijde glooiend worden
afgewerkt.
Op 8 December werd door B.en W.aanbe-
steedhet verrichten van eenige werk
zaamheden tot uitbreiding van de gemeente
begraafplaats, bestaande hoofdzakelijk in:
het ophoogen en onder profil brengen
met zand, het verwerken van zoden en
zwarten grond, het maken van eea ijzeren
hek en houten afrasteringen, het maken
vau eene brug over, alsmede het uitdie
pen van het Spaansch Vaartje enz.
In 1887 werden 984 lijken op de al
gemeene begraafplaats ter aarde bes'eld.
Dit getal is gelijk aan dat der daar be-
graveu lijken in 1886.
Heerschende ziekten. De ge
zondheidstoestand mocht over 't algemeen
in deze gemeente gunstig genoemd worden.
Evenwel zeggen B. en VV. moeten
wij tot ons leedwezen melding maken van
de omstandigheid, dat in 1887 de mazelen
dermate hebben geheerscht, dat de ad
junct-inspecteur het noodig vonddie
ziekte epidemisch te verklaren, hetgeen 20
Juni plaats vond; op den Söen Sept. daar
aan v. werd het bericht ontvangen, dat de
epidemie was geëindigd.
Eene opgave van het getal personen, dat
aan die ziekte heeft geleden, is onmogelijk
te verstrekken, omdat de hoofden van
huisgezinnen of de geneeskundigen wel
aangifte doen wanneer zich een geval voor
doet, doch geen kennis geven wanneer
de ziekte meerdere personen in datzelfde
gezin aantast. Het karakter der ziekte
schijnt echter goedaardig te zijn geweest,
althans het sterftecijfer is niet hoog en
geeft slechts een getal van 18 personen aan.
Toezicht op de levensmid
delen. liet keuren van levensmiddelen
heeft zich uitgestrekt over de runderen,
kalveren, schapen, varkens en paarden,
welke voor de slaehting zijn bestemd
verder het vleesch en spek dat bij slach
ters, vleesch- en spekverkoopers voor
handen is, de vleeschwaren in de Hal, het
vee dat op de markten werd aangevoerd,
alsmede de visch op de markt.
In 1887 zijn voor het gebruik gekeurd:
2611 Vi rund, 1953 vette kalvereD, 336
nuchtere id., 1967a schaap, 3858:A varkeu,
294 paarden, 2505 kilogr. en 5 voeten
rundvleeach.
Op 22 Dec. werden twee nucht. kal
veren afgekeurd.
In de Hal zijn van 1 Oct. tot 31 Dec.
1887 verkocht: Over Oct.: 828 voeten
rundvleesch, 13 kalveren, 20 schapen, 7
varkens. Over Nov.: 76 rundereu, 16 vette
kalveren, 8 schapen, 16 varkens, en over
Dec.j 70 rundereu, 15 vette kalveren, 35
schapen, 42 varkens.
Gemeente-Politie. Iu de sedert
1 Januari 1885 ingevoerde regeling van
de gemeente-politie, is in het afgeloopen
jaar geene verandering gebracht.
Door den commissaris van politie zijn
aan den officier van justitie ter vervol
ging ingezonden 464 processen-verbaal,
voorts werden opgemaakt ter zake van
overtreding van politie-verordeningen 731
processen-verbaal. In het geheel werden
443 processen-verbaal wegens dronken
schap opgemaakt.
Overzicht van de uitvoering
der drankwet. Zooals in het vorige
verslag werd medegedeeld bedroeg het
aantal lokaliteiten, waar in 't klein sterke
drank wordt verkocht, op 31 December
1886, 214. In het afgeloopen jaar is voor
1 dezer lokaliteiten, wegens niet tijdige
betaling van het vergunningsrecht, de ver
gunning vervallen.
Voorts werd voor in 1887 verleende
nieuwe vergunningen, voor bestaande loka
liteiten ontvangen f315.
De geheele opbrengst van het vergun
ningsrecht beliep in het verstreken jaar
f9502.50.
Branden. Den 27en October is de
nieuwe brandseiu-inrichting in dienst ge
steld, waardoor thans op 15 verschillende
plaatsen in de gemeente, waar telephoons
zijn aangebracht, brand gemeld kan wor
den. Vanwege het Centraal-bureau der
Telephoon-Maatschappij worden in geval
van brand, de staf der brandweer en de
politie en voor zoover noodig, na bokomen
order, de geheele brandweer per telephoon
opgeroepen; de laatste door bemiddeling
van de belkriugen, waarvoor seinschellen
in de woningen van de officiereu en onder
officieren van het korps brandblusschers
zijn aangebracht en door het luiden der
brandklokken, waartoe mede telephoniach
order wordt gegeven.
Deze nieuwe inrichting, waarvoor ver
schillende instructiën zijn vastgesteld, heeft
tot heden zeer goed voldaan.
In het afgeloopen jaar hebben hier zeven
branden van eenige beteekenis plaats gehad.
Voor vijf van deze branden zijn de
brandklokken geluid.
Verder hebben nog negentien kleinere
branden plaats gehad, welke door do politie,
de buren en de bewoners zei ven zijn ge-
bluscht.
Kosten van het lager ouder-
w ij s. De kosten van het lager onderwijs
bedroegen in 1887 f 107.072.14.
De ontvangsten ten behoeve van het
lager ouderwijs beliepen aan schoolgelden:
Tusschenschool f998.35, tweede Tusschen-
school f979.375, Opleidingsschool voor
jongens f 13365.79, idem voor meisjes
f8653.31. Burgerschool f2957.93.
Hierbij moet nog worden gevoegd de
vergoeding, krachtens art. 45 der wet aan
de gemeente toekomende, ad f25063.935.
Armwezen. Omtrent het armwezen
doet het verslag opmerken dat in den toe
stand van de behoeftige klasse geen ver
betering is gekomen. //Hoewel het aantal
bedeelden - zeggen B. en W. - grooter
is geworden, meenen wij toch dat dit,
met het oog op de steeds toenemende be
volking der gemeente, geen onrustbarend
verschijnsel is. Door en voor rekening van
het burgerlijk armbestuur werden onder
steund 778, en van de kerkelijke armbe
sturen 2905, te samen 3683 personen,
tegen 3168 in 1886. Door de stads-apo-
tlieek werden voor rekening van het bur
gerlijk armbestuur, alsmede ten behoeve
van het stads-armen- <n ziekenhuis 29,012
recepteu bereid; voor rekening van kerke
lijke armbesturen en gestichten 10,586
recepten.
Blijkens het verslag der Kamer van
koophandel kou de toestand der ambachts
nijverheid gedurende 1887 over het alge
meen niet gunstig genoemd worden. Vooral
maakt die toestand een groot onderscheid
met dien van eenige jaren geleden. Toen
toch was er tengevolge van het menigvul
dige nieuwe aaubouwen, voor den ambachts
man overvloed van werk. Zelf3 deed zich
meermalen de behoefte aan meer geschikte
werklieden gevoelen en waren hunne eischen
ter zake der loonen dikwijls hoog gestemd.
Sedert is die toestand geheel opgehouden,
maar is toch belangrijk verminderd. Van
daar dan ook dat voor het groot aantal
werklieden, die zich in den goeden tijd
alhier metterwoon hadden gevestigd, in
het afgeloopen jaar niet voldoende werk
was te vinden, en velen, vooral in het na
jaar, zonder werk liepen. De menigvul
dige aanvragen om ouderstand bij gemeen
telijke en kerkelijke armbesturen kunnen
tot bewijs van den min guustigen toestand
van den werkman dienen. Door werkbazen
werd er over geklaagd dat de hoeveelheid
van het particulier werk beneden het mid
delmatige was gebleven. Met het oog op
andere aanzienlijke gemeenten kan echter
gezegd worden dat Haarlem, met betrek
king tot de algemeen heerschende werk
loosheid, nog in eene gunstige verhouding
heeft gestaan.
Ten aanzien van de mededeelingen die
de Kaïner ontving van verschillende in-
dustrieele oudernemingen hier ter stede,
en welke in haar verslag zijn opgenomen
kan opgemerkt worden dat de algemeene
toestand der fabrieksnijverheid verre van
ongunstig kan genoemd worden, en dat
er in vele inrichtingen een belaugrijke
vooruitgang viel waar te nemen. Ook de
toestand van den kleinhandel en de win
kelnering kon over het algemeen niet on
gunstig genoemd worden. Het getal win
kels breidde zich ook in 1887 weder uit, en
sommige bestaande werden verfraaid en
verbeterd. Betreffende den handel in bloem
en bolgewassen, waartoe de buitenlandsche
handel in deze gemeente zich in hoofd
zaak bepaalt, wordt medegedeeld, dat de
oogst der verschillende bolgewassen over
het algemeen vrij goed was.
In den afgeloopen nacht ten ruim
2Yj ure werd door den agent van
politie Moot alhier aan het Ken-
nemerplein aangehouden een persoon
in het bezit van een zak met le
vende konijnen. Bij de nadering van
den agent is deze per oon in een
ledigen goederenwagen, die aldaar
op straat stond, geklommen. Aan
het verzoek van den agent hem
naar het politiebureau te volgen,
weigerde hij te voldoen en haalde
eensklaps een mes te voorschijn,
waarmede hij den agent, die hem
inmiddels had vastgegrepen, een
aantal sneden over de rechterhand
toebracht zoodat deze hem moest
loslaten. Ook stootte hij den agent
de signaalhoorn uit den mond waar
mede deze hulp wilde roepen en ging
daarna op de vlucht met achter
lating van den zak met konijnen.
Later is gebleken dat die konijnen
waren ontvreemd van verschillende
erven in de Rozenstraat. De dief is
vermoedelijk een polderwerker en
draagt een hoogen zijden pet.
Ingekomen aanvragen van werk
zoekenden bij de Arbeidsbeurs aan
het bureau vau Haarlemss Dagblad:
1 bank- en plaatwerker.
Ingekomen aanvragen van werk
gevers: 1 gaswerker.
LETTEREN EN XÜNST.
Door Z. K. Hoogheid don prins-regent van
Beiereu zijn tenge^ olge der thans gesloten In
ternationale en Jubiloura8-tentoonstelling te Mün-
clien, tot eerelid der Koninklijke Academie van
achoone kunsten aldaar benoemd, in alphahetische
volgorde: de heeren J. H. L. de Haas te Brus
sel, Jozef Israels en H. VV. Mesdag te 's-Hage.
De berichten van Het
Loo omtrent den toestand des ICo-
nings luiden steeds geruststellender,
en de vrees voor oogenblikkelijk
gevaar schijnt niet meer aanwezig.
Heden werd dr. Vinkhuijzen uit de
residentie bij den hoogen zieke ver
wacht. De hofarts op het Loo, dr.
Van Vlaanderen, bezoekt dagelijks
herhaalde malen Z. M.
Nog kan gemeld wordeD, dat
aangezien de keelaandoening, waar
aan Z. M. lijdende is geweest, ge
lukkig als geweken kan worden
beschouwd, er geen verdere offici-
eele berichten te 's-Hage worden
verwacht.
Volgens verklaring van
den behandelenden geneesheer, blijft
de Koning in beterschap toenemen
en is de ontsteking in mond- en
keelholte nagenoeg verdwenen. Hier
door is de belemmering in de voe-
FBUJILLHTO 1ST.
Een verhaal uit den amerikaanschen hurqeroorlog.
69) XLe HOOFDSTUK.
DE WONDEREN VAN HET HOL.
Zij verontschuldigde zich: zij gevoelde zich zeer ver
moeid tot Penn's groot genoegen.
Carl, zag dat de meester, dien hij beminde, en zij, die
hem dierbaar was als eene zuster, met Cudjo, die toortsen
droeg, vertrokken en de tranen stonden hem in de oogen,
toen hij de brandende fakkels zag verdwijnen. Maar o
vreugde, wat zag hij? Penn kwam terug en liep recht op
hem aan.
Carl waarom gaat gij ook niet mee?
Hij kon zich in de oprechtheid van Penn's openhartig en
vriendelijk gelaat niet vergissen.
Wilt gij mij waarlijk mede hebben, zeide Carl met
tranen, maar nu van dankbaarheid, in de oogen.
gj Zeker Carl! Virginia en ik hebben er beiden over ge
sproken en wij verwonderden er ons over, dat wij het u
niet eerder gevraagd hadden.
Ik zal mij eerst bij mijn vriend, den kapitein, ver
ontschuldigen. Ik denk dat het hem zal spijten, dat ik
wegga, maar ik zal er voor zorgen dat hij zijne boeien
niet kan verbreken.
Om dit plan uit te voeren, haalde Carl een goed sterk
stuk touw te voorschijn, dat hij in het hol had gevonden.
Hij knoopte dit aan de handboeien en maakte de beide
einden om een der reusachtige stoelen heen, aan elkaar
vast. Toen hij dit gedaan had, gaf hij het pistool aan Toby
en droeg hem den belangrijken en aanzienlijken post op
Sprowl te bewaken.
Als gij bemerkt, dat hij zich over mijne afwezigheid
bedroefd maakt en afleiding gaat zoeken door zich te be
vrijden, zeide Carl, terwijl hij hem met het gebruik van
het wapen bekend maakte, dan doet gij zoo en richt
het pistool op zijn hoofd of op zijn hart en haalt den trek
ker over, tot hij weer bedaard is. Dat is alles. Ik wensch
hem nu goeden dag, tot ik terug kom.
Waarom maakt gij hem niet dood, om hem daarna
op te eten? vroeg Withers, die de handelingen van den
knaap met een glimlach op het gelaat had waargenomen.
Hem? zeide Carl,ik houd niet van zulk vleesch.
Terwijl Carl naast hem liep, drong Penn, met eene toorts
hoven het hoofd, de duisternis dieper binnen. Een hooge,
kronkelende gang, die door de berggeesten scheen te zijn
gemaakt, voerde hen van het bewoonde deel naar andere
holen. Toen zij eenige meters hadden afgelegd zagen zij
een flauw klein licht, dat allengs duidelijker en grooter
werd. Het was het licht van Cudjo's toorts.
Cudjo eu Virginia wachtten hen aan het einde van een
lange ruime gang; de bodem was bezaaid met rotsblok
ken, waarvan er sommige zeer groot waren, en die klaar
blijkelijk uit het dak waren gevallen. Door over de steeneu
te klimmen bereikten zij eindelijk aan het einde van de
gang eene plek, waar de bodem scheen te eindigen. Een
gapende afgrond strekte zich voor hunne voeten uit. Zij
konden het gemurmel van het water, dat in de diepte weg
stroomde, hoeren. Virginia werd door al die wonderen be
klemd om het hart, en daar hare verbeelding door den
angst was opgewekt, meende zij dat ieder oogenblik die
rotsen haar zouden verpletteren.
Ik kan niet verder! zeide zij, terwijl zij voor den
afgrond terugdeinsde, en Penn achteruittrok.
Ga maar mee I riep Cudjo, en wees niet bevreesd,
juffrouw.
Zie, hij heeft hier steeneu op elkaar gestapeld, die
dus eene veilige trap vormen. Carl, neem mijne toorts
Cudjo zal ons met da zijue voorlichten. Nu voetje voor
voetje. Ik zal u niet laten vallen.
Het kalksteen, waaruit het hol was geformeerd, strekte
zich in bijna horizontale richting uit, en aan den voet van
Cudjo's trap kwamen zij weer op een vlakken bodem. Deze
was effen, en er bevonden zich geen losse steenen. Bij het
toortslicht flikkerde het grijze gewelf boven hunne hoofden.
De muren vertoonden grillige vormen, gelijk aan die van
de eerste gang; hier een liggende leeuw, en zoo duide
lijk alsof een menschenhand het beeld had uitgehakt, déhr
een Indiaan met het gelaat in de handen verborgen, een