De Magnetiseur,
TWEEDE BEAD
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
BEBOOBBNDE BIJ
HAARLEM'S DAGBLAD
VAN
Maandag 12 November 1888.
Haarlem, 10 November.
Donderdagavond had in het Nuts-
gebouw in de Zijlstraat alhier, eene
bijeenkomst plaats van belangstel
lenden in de oprichting eener nieuwe
Vereeniging op het gebied der phi-
lantropie.
Om een duidelijk en juist idee te
geven van het doel dezer op te
richten Vereeniging laten wij hier
de circulaire volgen, die door het
voorloopig comité aan tal vau leden
van liefdadige genootschappen werd
toegezonden.
«Het is bekeod dat de gemeente
Haarlem zich beroemen mag op
grooten weldadigheidszin harer in
gezetenen, dat armbesturen, kerke
lijke zoowel als burgerlijke, ver
schillende instellingen van liefda
digheid en particulieren zich als
om strijd beijveren de armoede hier
ter stede ts lenigen, en toch blijft
het niettemin een moeielijk te ont
kennen feit, dat nog veie behoefti-
gen van hulp en ondersteuning
verstoken blijven, terwijl deze aan
anderen dikwijls op zeer ongelijk-
mat'ge wijze ten deel vallen.
Uit den aard der zaak bewegen
armbesturen en iust-lhngen van
liefdadigheid zich biDnen door hunne
reglementen nauwkeurig afgeba
kende kringen, hoe talrijk die krin
gen ook mogen wezen, toch is het
er vetre van, dat zij het geheele
veld bestrijken, waarover de ar
menzorg zich b hoort uit te strekken.
Dikwijls koaieD er gevallen voor
die onder geen enkelen kring te
brengen z in.
De ondergeteekenden wenschen
eene poging te doen, om de leem
ten, die op dit geb.ed alsnog be-
fltaan, aan te vullen.
Zij wenschen die poging tevens
dienstbaar te maken aan het ver
krijgen van meer ééüheid en meer
samenwerking tusschen alle instel
lingen en particulieren, die zich
hier ter stede aan armenzorg wij
den. Die met armenzorg bekend is
zal zeker gaarne toegeven, dat die
samenwerking zeer gewenscht ie,
zoowel tot vóórkoming en bestrij
ding van misbruik, als tot bereiking
van het doel van alle armenzorg.
Dat dergelijke samenwerking te
verkrijgen is en nuttig werkt, too-
nen ons de voorbeelden door Am
sterdam, Rotterdam en andere ste
den gegeven. Daar had men met
dezelfde bezwaren, als boven ge
schetst, te ka pen en heeft men,
aanvankelijk met goed gevolg, ge
tracht die te overwinnen door het
oprichten van Vereenig-iegen, die
zouder eenig onderscheid van gods
dienst alle behoeftigen trachten te
helpen en tevens tot vereeuigings
punt dieDen voor allen, die met ar
menzorg te doen hebben.
Als zoodanig kwam te Amsterdam,
de zoo gunstig bekende Vereeniging
«L'efledigheid naar Vermogen» tot
■tand, welke thans reeds 17 jaren
bestaat en zich in een steeds toe-
nemenden bloei mag verheugen.
Te Rotterdam vormde zich met
gelijk doel in 1877 de vereeniging
tot «Verbetering van Armenzorg».
Naar het oordeel van de onder
geteekenden zou eene op gelijke
leest geschoeide, Vereeniging ook
te Haarlem in eene door velen ge
voelde behoefte voorzien en veel
nut kunnen stichten; zij zijn daarom
te rade geworden eene dergelijke
Vereeniging hier ter stede in het le
ven te roepen.
Alvorens echter aan dat voorne
men uitvoering te geven, zouden
zij zich gaarne verzekeren van uwe
sympathie en medewerking.
Zij noodigen U daarom uit tot
bijwoning eener vergadering, te
houden op Donderdag 8 November
e. k. des avonds te 8 uur, in het
gebouw der aideeling Haarlem van
de maatschappij tot Nut van 't Al
gemeen, Zijlstraat.
Op die Vergadering wenschen zij
met u van gedachten te wisselen
over hetgeen hier ter stede op het
gebied van Armenzorg nog te ver
richten is en over de beste wijze,
waarop samenwerking is te ver
krijgen.
Zij vleien zich dat u aan deze
uitnoodiging wel gehoor zult willen
geven en daardoor hen in de ge
legenheid zult stellen, bij de op
richting der door hen beoogde Ver
eeniging hun voordeel te doen met
de nuttige wenken en raadgevingen,
die gij hun door uwe meerdere
kennis van zaken en toestanden en
door uwe veeljarige ondervindin&
ongetwijfeld in ruime mate zult
kunnen geven.
Bij uw antwoord, dat zij u be
leefd verzoeken vóór 3 November
e. k. te willen richten tot den heer
A. de Clercq, ten kantore van de
Haarlemsche Bankvereenig., Kleine
Houtstraat 11, zullen zij, zoo dit,
ge.ijk zij hopen, toestemmend lu.dt,
gaarne vernemen of zij het voor
recht zullen hebben al de leden
van uw bestuur ter voorgenomen
vergadering te ontmoeten, dan wel
door v;elke leden uw bestuur zich
zal laten vertegenwoordigen.
Retkaan Macaré, F. M. van Lijn
den, A. van der Mersch, F. Tediug
Van Berkhout, A. de Clercq.
W. R. Blankenl erg, G-. J. Van
Dieren Bijvoet, N. G. Cnoop Koop
mans, Del Court Vau Krimpen, H.
J. D. D. Enschedé, P. Loosjes, S.
R. A. van der Meulen, J. J. VaD
Minden, J. Van Praag, L. C. Proot.
Tal van personen hadden aan de op
roeping gehoor gegeven. De heer
jbr. mr. A. J. Rethaan Macaréopende
de vergadering met een woord van
welkom en schetste in korte irekken
het doel der Vereeniging, die men
zich voorstelde op te richten.
Hierop ontspan zich een levendige
gedachtenwisseling over de beste
middelen om het voorgestelde doel
te bereiken. Verschillende denk
beelden werden geopperdmen
wenschte een bureau voor informatie
van werk buitenaf op te richteD,
waarop werd opgemerkt dat men zich
niet verder dan Haarlem moest uit
strekken, men ve-t gde er de aan
dacht op, dat werklieden die in den
zomer veel geld verdienen maar ook
verteren en dus 's winters armlastig
worden, geen ondersteuning ver
dienen. Sommigen wilden dat vol
strekt geen onderstand werd ver
leend dan als betaling voor geleverd
werk en daarbij gewezen op de hier
en daar bestaande werkhuizen. Dc
voorz. evenwel geeft te kennen, dai
de laatste volgens zijn weten slechte
resultaten hebben opgeleverd. Ook
het laten verrichten van grondwerk,
duinafgravingen enz. is te Amster
dam gebleken, niet aan de verwach
ting te voldoen.
De vraag of het wenschelijk ie,
voorschotten te verleenen zonder ot
tegen matige rente, lokte een ge
animeerd debat uit. Terwijl enkelen
hiervan slechte ondervinding heb
ben, wijzen anderen op de gunstige
resultaien, door het Genootschap
«Liefdadigheid naar Vermogen» te
Amsterdam, hiermede verkregen.
Aanbevolen wordt het aldaar ge
volgde systeem, om van elke te-
rugbetalug op rekening van het
verleende voorschot een klein ge
deelte op de spaarbank te plaatsen,
welke bedragen, na afbetaling vau
het geheel, het eigendom van den
voorschotontsanger worden. Het ver
panden van giften in den vorm van
kleederen, bedden enz. wordt streng
afgekeurd en als eenig middel tot
wering van dat misbruik voorge
steld hen die zich daaraan schuldig
maken, van allen steun uit te slui
ten. Men vraagt of er mogelijkheid
bestaat in de statuten op te nemen,
dat wanneer de man het geld ver
kwist, de onderstand slechts aan de
vrouw of kinderen ten goede kan
komen. Hierop wordt opgemerkt,
dat eene dergelijke bepaling met
in de statuten tehuis belioort.
De voor/.nl r sluit ten slotte
de vergadering met een woord
van dank aan hen die opgekomen
zijn. Hij acht door deze vergadering
het bewijs geleverd, dat eene der
gelijke Vereeniging kans van be
staan zal hebben zoo zij in haar
streven door allen wordt gesteund.
Wij behoeven wel niet te zeggen,
dat wij deze woorden gaarne onder
schrijven. Steun van allen dat
heelt eene onderneming als deze in
de eerste plaats no .dig, wil zij het
doel bereiken dat zij zien heeft ge
steld. G.ldeiijke, zoowel als zede
lijke steun 1
In den winter, dien wij nu reeds
zijn ingetreden, zai weder veel noo
dig zijn om de waarachtige, eerlijke
armoede voor ondergang te behoe
den. Wij juichen dus het denkbeeld
om eene vereeniging op te richten als
boven omschreven, van harte toe
en wekken onze lezers mes nadruk
tot den zoo noodigen steun op.
De N t aal s - Cour an t be
vat de volgende mededeeling
«Volgens verklaring van 'sKo-
nings geneesheeren kan de laatste
acute ongesteldheid vau Zijne Ma
jesteit als nagenoeg geweken be
schouwd worden. De voeding gaat
in de laatste dagen veel beter, en
men mag zich vleien dat de krach
ten langzaam zullen bijkomen.
«Wat den algemeenen gezond
heidstoestand van den Koning aan
gaat, zoo mag deze op dit oogenbhk
vrij bevredigend genoemd worden,
hoewel met het oog op het chro
nisch lijden van Zijne Majesteit
Hoogstderzelver toeBtand altijd de
grootste zorg vereischt.»
De audientiên van den
minister van Waterstaat enz. zullen
voortaan, met ingang van 17 Nov.
1888, m plaats van des Donderdags,
worden gehouden des Zaterdags te
één uur.
Volgens een Vrijdag-
avond ontvangen Reuter-telegram,
heeft Sir James Fergusson in het
britsche Lagerhuis opnieuw ver
klaard dat er in de tractaten tus-
schen Engeland en Nederland geen
enkele bepaling voorkomt, krachtens
welke personen van engelsche natio
naliteit, in de nederlandsche kolo
niën wonende, van den dienst bij
de schutterij aldaar zouden zijn vrij
gesteld. De heer Fergusson voegde
daar intusschen bij, dat er voor de
engelsche regeering geen voldoende
aanleiding bestaat, om tegen derge
lijke verplichting bij de nederland-
scbe in verzet ie komen.
In een uitvoerig adres
aan de Tweede Kamer vragen ruim
eeu 90-tal tabaksplanters te Ame-
rongen, Leersum eu Eist, invoer
rechten op de tabak, omdat volgens
hun beweren daardoor alleen een
einde kan worden gemaakt aan den
kwijnenden toestand der tabakscul
tuur hier te iaude.
Uit Amsterdam wordt
gemeld: HetBeursplan Krasnapolsky
is ingediend bij B. en W. Het be
geleidend adres bevat de grondsla
gen voor eene overeenkomst, vol
gens welke eene naamlooze vennoot
schap, zonder bezwaar voor de
gemeentekas, bereid is eene Beurs
te bouwen en de verdere terrein-
werken uitvoeren. Na tachtig jaar
gaat bet gebouw in on belasten eigen
dom aan de gemeente over, en reeds
onmiddellijk treedt de gemeente in
het genot van een deel der over
winst, indien in het boekjaar meer
dan vijf ten honderd r nte wordt
gemaakt over het maatschappelijk
kapitaal.
De ontwerpen van den architect
Jan Springer bestaan in eene uit
voer ge terreinkaart, de plattegron
den der verschillende beursvsrdie-
pingen en eenige schetsen van de
gevels, gedacht in den gemengden
berg- en baksteenbouw uit den bloei
tijd onzer vaderlandsche kunst.
De groote boerenbehui-
zinge van J. Lommers te Lankhorst,
nabij Meppel, is Donderdagiiamid-
dag geheel afgebrand. De brand is
ontstaan, zonder dat men de oor
zaak weet, in het achterhuis. Lom
mers, zijne beide zonen en de knecht
waren naar de meppeler markt;
de vrouw en twee dienstmeiden wa
ren tehuis. Voordat er hulp kwam
opdagen had het vuur reeds sne
om zich heen gegrepen. Alles was
droog en water niet in de onmid
dellijke nabijheid. Aan redding was
geen denken. Het geheele gebouw
was dan ook spoedig in asch gelegd,
met nagenoeg den geheelen be
langrijken inboedel. Daarenboven
kwameu 40 stuks rundvee, 6 vette
varkens en 2 veulens in de vlam
men om. Ook is de groote voorraad
graan en hooi verbrand.
Alles was voor f 10,000 verzekerd
bij de onderlinge maatschappij «Help
u zelf» te De Wijk.
WETGEVENDE tëACHT.
STAATSBEGROOTING.
Waterstaat, Handel en
N ij v e r h e i d.
Bij het afdeelingsonderzoek van
Hoofdstuk IX werd de wensch uit
gedrukt naar herziening der Wet,
regelende den dienst en het gebruik
der locaalspoorwegen, die voor 81
Dec. a. s. moest geschieden en
daarbij op billijken voet de verplich
tingen der tramweg-ondernemingen
te regelen ten aanzien van de Rijks
wegen, waarlangs zij aangelegd zijn.
De pensionneering en verzekering
der werklieden werd door verschil
lende leden besproken. Er waren
leden, die heiden tegelijkertijd door
de Regeering wenschten te zien
geregeld en zij beschouwden 't, in
strijd met anderer gevoelen, alles
zins als tot de Staatszorg behoo-
rende. Andere leden verwachtten
niet spoedig een oplossing dezer
moeilijke vraagstukken, meenden
dat nog eerst de resultaten der
enquête volledig bekend moesten
zijn, maar meenden, dat inmiddels
de Staat een goed voorbeeld kon
geven aan andere werkverschafifers
door in zijne bestekken optenemen
de verplichting des aannemers om
zijn volk tegen de gevolgen van
onheil onder het werk te verzeke
ren. Wederom anderen meenden dat
dergelijke maatregel eene gewensch-
te algeheele regeling hoogst waar
schijnlijk incidenteel zou prejudici
eeren; betwijfelden bovendien de
uitvoerbaarheidwezen er op dat
bij het ontbreken van verzekeraarg
de maatregel zou moeten voeren tot
een Staatsverzekeringsbank of tot
reglementeering, als de verzekeraars
bestonden van de particuliere ver
zekering van Siaatswege. Eindelijk
meenden zij, dat de Siaat dan zou
moeten beginnen met zijn eigen
arbeiders aan constructiewinkel en
pyrotechnische werkplaatsen tegen
onheil te verzekeren. Deze bezwa
ren overtuigden de voorstanders
niet, zij meenden, dat men best aan
de aannemers kon overlaten bij wjen
en hoe zij de verzekering siu;ten
wilden.
Opnieuw werd aangedrongen 0p
wijziging van de algemeene voor
waarden voor de uitvoering van
werken onder het beheer v8tl Wa
terstaat. Men vroeg of de Reg;
zich reeds bezighoudt met de voor
bereiding der Waterstaatwet, bedoeld
in art. 188 der Grondwet.
Enkele leden droDgen aan op
subsidie voor het onderzoek van
plannen tot droogmaking der Zui
derzee andere leden meenden, dat
voor staatssubsidie geen termen be
stonden en het minder gewettigd
ware na de reeds zoo talrijke on
derzoekingen naar de mogelijkheid
van droogmaking, die zelfs geleid
hadden tot het wetsvoorstel-Heems
kerk.
Eenige leden wenschen een be
kwaam rechtsgeleerde in de Rijn
vaart-commissie benoemd te zien.
Verscheidene leden waren met de
opheffing der afd. Waterstaat B in
genomen en wenschten een gedeelte
van de werkzaamheden bij den Raad
van Toezicht over te breDgen om
het behoorlijk vervoer en de goede
administratie bij de spoorwegen te
bevorderen. Vrij algemeen drong
1 men aan op terugneming van 't
PEUILLfiTO HST.
Oorspronkelijke Novelle
DOOR
HASSELAER.
12)
Wij vinden Fred in de gevangenis, waarheen de heer
Ryde he n, onmiddellijk na het ontdekken van het geld
in zijn lessenaar, had doen transporteeren door de politie.
Zijn cei had volstrekt niet dat afschrikwekkende, dat
men zich gewoonlijk bij gevangenissen pleegt te denken;
het was een vierkant vertrekje met wit gepleisterde muren,
een raam met traliën en een brits, waarop eeDig stroo en
een deken lagen. Op een plankje naast deze bescheiden
legerstede stond een houten bord met enn groot stuk grof
brood er op en een aarden kruik, die water inhieid.
Fred zat op den rand van zijn bed. De dagen die hij in
dit treurig verblijf had doorgebracht, hadden reeds bun
indruk bij hem achtergelatenhij was doodsbleek en ver
magerd, terwijl groote kringen onder zijn oogen spraken
van tranen en van slapelooze nachten. Zijn handen die
op zijn knieën lagen, beefden zenuwachbg en zijn oogen
keken dof en wezenloos voor zich uit.
Hij was niet alleen. Voor hem, op den eenigen stoel die
er in de cel te zien was, zat mr. Davids eeu eerwaardig
oud man, die hem bij de aanstaaude behandeling zijner
zaak voor de rechtbank zou verdedigen.
Geloof mij mijn jonge vriend, zeide de advokaat
vaderlijk, terwijl hij de hand op den schouder van Wil-
kens legde, wees verstandig en vertel mij geheel en al
hoe het gegaan is. Ik kan u niet verdedigen zoo gij mij
de zaak niet geheel en al mededeelt!
Hoe kan ik dat, zeide Wilkens dof, - als ik het
niet gedaan heb?
Kom, kom, hernam mr. Davids, terwijl hij toegefelijk
glimlachte.Wees tegenover mij niet zoo stug! Wat gij mij
vertelt blijft natuurlijk onder ons. Het is mij alleen te doen
om u er door te helpen, al zijt gij schuldig. Ronduit ge
sproken: het is minder om uw persoon, dan wel om mijn
naam als goed advokaat, dat ik alle pogingen in het werk
wil stellen om u te doen vrijspreken. Maar daartoe, ik
herhaal het, moet ik alles weten
En ik herbaal u, dat ik niets zeggen kan, dat ik
niets weet! riep Fred driftig, terwijl hij opsprong van
zijn legerstede en zijn kleine cel op- eu neerging. Hebt
gij dan altijd met misdadigers omgegaan, dat gij niet meer
weet hoe een eerlijk man er uitziet?
Mask u niet driftig, hernam de advokaat bedaard.
Laat ik u zeggen, dat de grootste schurken dikwijls
uitwendig het meest gelijken op eerlijke lieden. Gij bena
deelt uw eigen zaak door uw halsstarrigheid, mijn jongen.
Ik heb meerderen gekend die hun onschuld bezwoeren
zooals gij, maar die vóór ik de deur achter mij gesloten
had, mij terugriepen om mij alles ronduit te vertellen. Me
nigeen die meer had misdaan dan gij heb ik weten vrij te
pleiten.
Luister, zeide Fred, plotseling stilstaande en met
een woesten blik op den ouden advokaat. Als iemand
veertien dagen vroeger, toen ik nog niet hier was, zoo iets
tot mij had durven zeggen, zou ik hem vermoord hebben.
Ga heen, ik verlaDg uw hulp niet. Zelf zal ik mijn goed
recht bepleiten en als mijn ware, oprechte woorden mij
niet van deze schandelijke verdenking ontladen, behoeven
uw handigheden en draaierijen het ook niet te doen
Mr. Davids stond op, met een toornigen blik en ging
naar de deur. Inplaats van zich te verwijderen evenwel,
bleef hij nog even staan en keek naar den jongen man,
die met gebogen hoofd laDgzaam heen en weder ging.
Gij zijt beleedigend, zeide hij, en ik zou het recht
hebben heen te gaan zonder mij verder met u te bemoeien.
Ik heb echter deernis met uw arme moeder. Meen niet, dat
de jury gelooven zal, dat gij het geld niet hebt weggeno
men. Het lag in uw lessenaar, waarvan niemand als gij-
zelf den sleutel heeft, gij waart den avond te voren het
laatst op het kantoor. Deze twee omstandigheden zullen
geen enkel jurylid doen aarzelen u schuldig te verklaren.
Het argument dat een ander het geld er in moet hebben
gelegd, is te afgezaagd dan dat men het gelooven zou, te
meer omdat gij niet eenmaal iemand noemen kunt op wiem
gij verdenking hebt