■partijtje op de Oudegracht. Een kereltje
ran dertien jaar was met een idem van
elf aan het vechten. Toen laatstgenoemde
zag, dat hij in de heldhaftige worsteling
het onderspit zou moeten delven, riep hij
een ander te hulp en gaf dezen een ge
sloten mes, om er mede te boksen ver
moedelijk. De dertienjarige (noodlottig ge
tal) trok daarop zijn mes en gaf de tegenpartij
een por in de dij.
De dader is een bedeesd knaapje, men
moet dus aannemen dat hij het in eene
opwelling van drift heeft gedaan. Acht
dagen gevangenisstraf luidt de eisch.
J. de V., 25 jaar, arbeider, zonder vaste
woonplaats, is beschuldigd van den 14en
dezer een kip en een haan te hebben ge
stolen uit de dorschschuur van Gr. van
W. te Haarlemmermeer, bij wien hij werkt-.
Beklaagde erkent den diefstal, de subs,
off. v. just, vraagt zijne veroordeeling tot
6 maanden gevangenisstraf.
De ambtshalve toegevoegde verdediger
mr. C. Joh. Prins bestrijdt de wettigheid
van het geleverd bewijs, daarom requireert
pl. vrijspraak. Zoo de rechtbank zich
daarmede niet zou willen vereenigen, roept
pl. hare clementie in.
Verder werden nog behandeld de na
volgende zaken
B. B*, banketbalckersbed., Haarlem, mis
handeling, req. f25 boete, subs. 10 d.
hecht.; A. K., slagerskn., Haarlem, openb.
droukensch. en weersp., req. 5 d. gevang,
en f 5 boete, subs. 3 d. hecht.; P. R.,
slagerskn., Haarlem, als voren; Gr. Z.,
koopm,, Monnikendam, weersp., req. 14
d. gevang.; P. R., landb., Landsmeer,
schennis der eerbaarheid, req. 3 m. gev.;
J. v. E., winkelier, Landsmeer, diefstal,
req. 1 jaar gevang.; J. L. E..
ree opgekomen 163 kiezers. Geko
zen werd de heer R. Huyg met 84
stemmen, terwijl de heer M. Van
der Veld 40 stemmen bekwam.
AANBESTEDINGEN»
Haarlem 22 November: Door het provin
ciaal bestuur van Noord-Holland is heden
enkele inschrijving aanbesteedhet onderhouden
en herstellen van het plantsoen om de Rijks-
Mnseumgebouwen te Amsterdam, met het le re-
ren en plaatsen van planten en boomen, van 1
Januari 1889 tot 31 December 1890. (Raming
f 2ó80). Minste inschrijver J. P. R. Galesloot
te Nienwer-Am8tel, voor f2475.
verwijk, mish., req. f 5 boete of 3 d.
hecht.; W. V., visscher, Hillegom, beleed.,
req. f15 boete of 5 d. hecht.; Suz. YV.,
werkster, Haarlemmermeer, mish., req. 3
d. gevang.; Suz. Gr., huisvr. van W. H.,
Oostzaan, laster, req. f 25 boete of 15 d.
hecht.; A. R., bedelarij, req. 12 d. hecht,
en 2 jacr opzend, naar een rijkswerkinr.;
J. de V., zonder woonpl., diefstal, req. 6
m. gevang,; T. W., arb., Haarlemmermeer,
verduist., req. 4 m. gevangenisstraf.
Uitspraak werd gedaan in de navol
gende zaken, vermeld in „Haarlem's Dag
blad" van 16 en 17 dezer:
P. A., groen ten v., Haarlem, verduist.,
4 m. gevang.; Wed. v. d. S., mish., 7 d.
gevang.; Vrouw T. C., Haarlem, diefstal,
4 m. gevang.; H. J. A., Haarlem, mish.,
3 d. gevang.; P. D. en N. D., Limmen,
verwond, en mish., Ie 14 d. gevang., 2e
5 d. gevang.; J. B., arb., Krommenie,
strooperij, vrijgesproken; P. S. en H. J.,
werkl., Zaandam, wederk., mish., elk f 3
boete of 1 d. gevang.; J. v. D., 11 jaar,
Alkemade, diefstal, opvoedingsgest. tot 6
Sept. 1892; H. D., Haarlemmermeer, die-
renmish., 8 d. gevang.; J. J., schilder,
zonder vaste woonpl., landlooperij, 12 d.
hecht, en 6 m. opzend, naar een rijkswerk
inrichting.
B I N N E X A i).
Naar de N. G. Ct. verneemt
heeft de minister van Binnenland-
sche Zaken, op daartoe door de
staatscommissie belast met eene re
organisatie onzer strijdkrachten ge
dane uitnoodiging, aan de verschil
lende commandanten der dienst
doende en rustende schutterijen ta
bellen toegezonden, waarin de ge
heels sterkte van de schutterijen, zoo
als die in werkelijkheid bestaat
reserve en actief in al hare on-
derdeelen moet worden opgegeven.
Naar men verneemt, is
de kapitein-ingenieur v. Schermbeek
belast met eene zending van we-
tenschappelijken aard naar China.
Het hoofdbestuur der
landb., Be-Maatsch. v. Geneesk. heeft beslo-
Ingekomen aanvragen van werk
zoekenden bij de Arbeidsbeurs aan
het bureau van Haarlem's Dagblad:
1 bank- en plaatwerker, 1 gepas-
porteerd militair vraagt werkzaam
heden.
Ingekomen aanvragen van werk
gevers geene.
Namens de ouders verzoekt de
burgemeester van Heemstede op>
sporing van de minderjarige Wil-
lempje Mooser, oud 18 jaren, se
dert 12 November uit de ouderlijke
woning te Heemstede vermist. Zij
is lang 1.65 M., met gezonde kleuren
bruin haar, gekleed in blauwgc
bloemde japon en zwarten mantel.
Vermoedelijk zwerft zij in gezelschap
van W. de Manneke, gehuwd en
laatstelijk wonende te Leiden, in de
omstreken van Rotterdam.
Bij de te Lisse gehouden verkie
zing van een gemeenteraadslid wa-
fen, een onderzoek intestellen om
rent het niet-toelaten van genees
kundigen tot het lidmaatschap van
den gemeenteraad, op grond van
art. 23 der gemeentewet.
Het heeft daartoe de leden der
Maatschappij uitgenoodigd, alle fei
ten, hun daaromtrent bekend, aan
het hoofdbestuur medetedeelen, op
dat het blijke, hoe in verschillende
streken van ons land in dat opzicht
gehandeld wordt.
Donderdagavond had in
de Nutszaal te Rotterdam eene
drukbezochte openbare samenkomst
plaats in het belang der Martha-
stichting te Alfen a/d Rijn. Afge
wisseld door psalmgezang met or
gelbegeleiding en gebed, werden
redevoeringen gehouden door dr. J.
Th. de Visser en ds. P. van Wijk
Jr., van Rotterdam en den heer C.
Geel, lid van het hoofdbestuur van
genoemde stichting, uit Amsterdam.
De eerste gaf een woord ten beste
in het belang van liefde en welda
digheid, zich openbarende in daden.
De tweede wekte allen op de Mar-
tha-stichting te steunen, vooral door
het schenken van een gift in eens
of het zich verbinden tot eene jaar-
lijksche bijdrage. De derde trad
meer in het wezen der dmgen en
voerde in populairen toon het woord
zóó, dat hem recht levendige toe
juichingen zouden zijn ten deel ge
vallen, indien bij dergelijke bijeen
komsten het geven van teekenen
van bijval niet was uitgesloten. Hui
veringwekkend was het tafereel dat
hij ophing van de vreeselijk ellende,
waaraan de verwaarloosde kinderen
in sommige gezinnen ten prooi zijn.
Met treffenden humor schilderde hij
aan den anderen kant de middelen,
die tot leniging van dergelijke el
lende in het werk worden gesteld.
Hoe de Martha-stichting er kwam?
Het was de beruchte Duivelehoek
te Amsterdam, waaraan de drie
eerste verwaarloosde kinderen wer
den ontnomen. In eene der stegen
van dien aan de Breedstraat gren-
zenden Duivelshoek woonde een
gezin in een gang naast een trap.
De vader, een aan den drank ver
slaafde polderwerker, verliet zijne
vrouw, omdat hij haar, hoe weinig
kieskeurig hij ook was, te vuil vond.
Bovendien had zij de hebbelijkheid
het geld, dat zij verdiende, ten eigen
bate te besteden aan eten en drin
ken. Kleeden deed zij zich met wat
haar in handen viel, zelfs met mans
kleederen. Waarmede zij geld ver
diende f Met het ophalen van aard
appelschillen, voor welk artikel zij
een débouchi had weten te vinden.
Na door haren gemaal verlaten te
zijn, leefde zij met een ander mans
persoon, dien zij onderhield. Naar
de kinderen werd niet omgekeken.
Zij vervuilden en verwilderden naar
geest en naar lichaam. Toen de bu
ren de tusschenkom8t van den heer
Geel inriepen, vond hij aan het einde
van de bedoelde gang de vrouw met
de kinderen liggen op een hoop
aardappelschillen, waarover oude
zakken waren heeugespreid. Hij
naastte de kinderen terstond, zonder
dat de moeder iets daartegen in
bracht. Toen hij begon met ze een
bad te laten nemen, ging de moeder
mede, doch uitsluitend om zich van
de lompen meester te maken, die
de kinderen aan het lijf hadden,
die smerige plunje bij een vodden
raper te gelde te maken en de cen
ten, die dat opbracht, met haren
minnaar te verbrassen. Die drie kin
deren trok zich door bemiddeling
van den heer Geel, de heer Smit
aan, zonder dat er geld voor hunne
verpleging was. Maar de giften lieten
niet op zich wachten. Tal van
nieuwe aanvragen volgden, en zóó
ontstond de Mirtha-stichting, waar
van toen de heer Smit directeur
werd.
De spreker prees die stichting
aan, ook omdat zij gedoogde dat
de verwaarloosde kinderen uit één
gezin bij elkander bleven, zoodat
de broeders en zusters Diet van el
kander vervreemdden. Met vele an
ders voorbeelden trachtte hij het
nut der inrichting aan te toonen,
die b.v. opgenomen heeft de zes
naakte kinderen van een weduw
naar, die door ziekte niet in staat
was voor zich zelf, veel minder voor
zijn kroost te zorgende kinderen
uit een gezin waarvan de man met
eene ongeneeslijke ziekte in het
gasthuis lag en de vrouw geen cent
kon verdienende kinderen van
zeelieden (weduwnaars), die flink
betaalden voor de zorg aan hun
kroost, in hunne terugkomst maar
al te vaak moesten ontdekken dat
zij bedrogen werden, bdz. Er zijn
inrichtingen om meisjes en jongens,
die het pad der ondeogd reeds be
traden, op den goeden weg te bren
gen. De Martha-stichting trekt zich
de kinderen aan om hen voor den val
te behoeden en werkt zoodoende pre
ventief.
In het gesticht zijn thans bij de
tweehonderd verwaarloosde kinde
ren opgenomen, en er is geld noo-
dig, o. a. voor het bouwen eener
Dieuwe school (de kinderen zijn als
ze in het gesticht worden opgeno
men te onkundig en te veel verwil
derd om de gewone school te kun
nen bezoeken) en voor eene nieuwe
werkkamer. Ten einde de liefdadi-
gen op te wekken daartoe hun
penningske te schenken, had, gelijk
gezegd, deze openbare bijeenkomst
(N. li. C.)
de hestelling niets af wist. De veer
tig brooden keerden naar hun oor
sprong terug.
Niet grappigEene vrouw in de
Palmstraat aldaar heelt aangifte
gedaan dat in den vorigen nacht
haar man van de straat in den kel
deringang barer woning is gewor
pen. Later bleek dat de gevallene
daardoor zijn rechterbeen op twee
plaatsen heeft gebroken, zoodat hij
op last van een geneeskundige naar
het Binnen-Gasthuis moest worden
vervoerd.
Een 18-jarig jongmensch, die ten
huize van zijn patroon, een kleer
maker in de Elandsstraat, eene
juffrouw met een dolkmes heeft
gedreigd, is in bewaring genomen.
Bij den man werden gevonden een
zoogenaamde ploertendooder en twee
revolverpatronen.
Te Egmond is gestrand
het brikechip Maurilzkapitein Hil-
berg, thuis behoorende te Solves-
borg komende van Cronstad en be
stemd naar Yarmouth, met gezaagd
hout voor order. Het volk is gered.
Het schip is gebroken.
In de Moerbeek (ge
meente Nieuwe Niedorp) is Woens
dagmiddag een achtjarig meisje, uit
de school huiswaarts k=erende, door
den hevigen storm in eene sloot,
onmiddellijk achter de ouderlijke
woning geslagen, en korten tijd
daarna levenloos opgehaald.
Bij het heien voor wer
ken aan het rijkskrankzinnigenge-
sticht teMedemblik brak Woensdag de
kettingvan den toestel,enviel het wiel
met al zijne zwaarte op het hoold
van den heibaas, die onmiddellijk
een lijk was. De ongelukkige, P. de
J. uit Helder, laat eene vrouw met
vier kinderen na.
Een man en vrouw, die
met vier kinderen langs de deur
gaan met lucifers, werden Woens
dagmiddag op de Heerengracht te
's-Hage aangetroffen in een verre-
gaanden staat van dronkenschap, de
vrouw was reeds met het jongste
kind, dat zij in een doek gebonden
om bet lijf droeg, gevallen, waar
door het kind deerlijk scheen be
zeerd te zijn; de hulp der politie
werd ingeroepen, die het beschonken
ouderpaar met hunne ongelukkige
kinderen naar het politie-bureau
bracht.
De zeeramp te Soheveningen.
Een grappenmaker te
Amsterdam heeft Woensdagavond
door twintig bakkers elk twee broo
den laten be«orgen aan een adres
op den Nieuwendijk, waar men vau
Duizenden nieuwsgierigen uit de re
sidentie bewogen zichDonderdag aan
het strand om de aangespoelde over
blijfselen van het Woensdag veron
gelukte schip te zien. Daarvan ste
ken nog twee wrakken boven de
zee uit, het een nabij het Kurhaus,
het ander nabij het artilleriepark
Omtrent de ramp valt nog mede
te deelen, dat Woensdag reeds voor
twee uren van den vuurtoren
het gevaar waarin het schip ver
keerde werd opgemerkt. Van daar
was geseind, dat het anker moest
worden uitgeworpen en men hulp
zou afzenden. De ekwipage had
zulks niet opgemerkt. De beide op
varenden, die gered zijn, bevinden
zich zeer wel en werden Donder
dagmorgen andermaal vanwege de
fransche legatie verhoord, door een
harer secretarissen en den consulairen
agent van Frankrijk, den heer Parser.
De eerste bracht den directeur-
generaal van het «Kurhaus» den
dank zijner regeering over voor de
verleende hulp.
De beide mannen hebbeo behalve
het reeds vermelde opgegeven, dat
de geheele bemanning te Quibéron
te huis behoortdat de kapitein,
zoomede de tweede stuurman ge
huwd waren, en dat de vrouw van
eerslgenoemden nog te Grimsby
afscheid van hen had genomen. De
kapitein was 42 jaar ond en werd
het eerst over boord geworpen, nadat
hij door het breken van een mast
zwaar verwond was. De overige
ekwipage was ook door stortzeeën
over boord geslagen,maar de meesten
die konden zwemmen hadden zich
door den sterken stroom laten mee-
n, terwijl de beide geredde
mannen recht op den wal waren
aangezwommen.
De strandvonderij bracht Woens
dagavond reeds alles van eenige
waarde in veiligheid, terwijl Donder
dag tal van scheveningsche vrouwen
en mannen, met toestemming der
politie, groote hoeveelheden aange
spoelde steenkolen en wrakhout ver
zamelden en met z:ch voerden.
Men schrijft uit Scheveningen
Nog onder den diepen indruk van
het vreeselijk drama vóór Scheve
ningen afgespeeld, we^sch ik te
canstateeren
«dat de reddingsboot in plaats
van in oogenblikkelijke nabijheid
van het strand geplaatst te zijn, ge
plaatst is bij de Hangbrug
«dat zij daardoor bij oogenblik-
kelijk gevaar niet dadelijk bij de
hand, maar afhankelijk van paarden
of een voldoend (niet gering) aantal
menschen is;
«dat de bemanning zonder
commandant -voor het groot
ste deel bestond uit ankerzetters,
die wel stout zijn op het water,
maar veel offeren aan Bacchus en
daardoor in tijd van nood niet altijd
even geschikt zijn
«dat alleman commandeerde en
niemand gehoorzaamde, waardoor de
tijd letterlijk vermoord werd
«dat bij sterken zuid-westenwind
eene sterke strooming noordwaarts
liep, en zelfs een leek kon begrij
pen dat men zoo ver mogelijk zee
moest kiezen
«dat men, tot verwondering van
ieder zeeman, de reddingsboot, in
plaats van bijvoorbeeld naar de
hoogte van den vuurtoren te ver
voeren, haar ter hoogte van het
Badhuis in zee zette
«dat dit bovendien op de meest
onpraktische wijze geschiedde, waar
door de wagen (waarop de boot
stond) in zee moest gedraaid worden
«dat de boot, natuurlijk, niet bij
het schip, maar op het strand te
recht kwam, en men dezelfde dwaas
heid (te veel noordelijk zee kiezen)
andermaal uithaalde
«dat men, nota bene! anderhalf
uur noodig had om de boot in zee,
en na mislukking voor de tweede
maal in zee te krijgen
«dat ieder, zoowel leek als des
kundige, zag dat door onhandigheid
der redders de geheele beman
ning moest omkomen
«dat de heer commissaris van po
litie, Vernée, vroegtijdig een expresse
naar het dorp zond om het vuur
pijltoestel te doen aanrukken, ten
einde, zoo mogelijk, door dit middel
nog redding te bieden
«dat dit toestel onverantwoordelijk
lang wegbleef en na de eerste mis
lukte poging, na lang wachten, nog
een vuurpijl werd afgeschoten, toen
de fokkemast met de ekwipige reeds
overboord lag. De groote mast met
drie man was reeds weg;
«dat steller dezes te Schevenin
gen liever geen reddingsmiddelen en
De grijsaard haalde de schouders op, toen hij de beide
jongelieden hunne gereedschappen zag opnemen en aan
stalten maken te vertrekken.
Broedsel van Gerbier, bromde hij, stormvogels
als hun vader. Nu, ga je gang, zeide hij luider. Mijn
beenen deugen niet meer om met zoo'n wind het zand door
te baggeren. Kom jelui hier terug
Misschien, als het weer niet beter wordt.
De herbergier sloo'; de deur en de broeders verdwenen
in de duisternis.
De knal, die men herhaalde malen vernomen had, was
wel van een kanonschot afkomstig geweest. Een ameri-
kaansch schip de Albanywas gestrand tusschen Dover en
kaap Gris-Nez. Het had zooveel averij geloopen, dat het geen
gebruik kon maken van zijn roerzonder twijfel was het
lijnrecht op de kust ingeloopen. Want toen Jacques en
Matthieu de plaatB des onheils naderden, was er geen licht
meer te hespeuren en werd er geen nieuw alarmsignaal
vernomen.
Als bij instinkt, richtten zij hunne schreden naar de land
punt van Audresselles, op welk gedeelte van de kust de meeste
strandingen voorko r.en.
Audresselles is een klein dorp, bewoond door visschers
en landbouwers, wier lage huizen gebouwd zijn tot den
rand van het duin, dat de golven zonder ophouden afkna
gen en ondermijnen. Ieder jaar verzakt er een muur of stort
er een hut inde geduldige en koppige bewoner trekt zich
dan twee of drie meter voor den oceaan terug. Het is hem
een behoefte gewordeD, op den rand van den afgrond te
wonen. Deze gewoonte erfde hij van zijn voorvaderen, die
in een niet ver achter ons gelegen tijdvak van deze
plek uit gelegenheid hadden hun voordeel te doen met
schipbreuken en die ze, naar men wil, door kunstmatige
middelen soms veroorzaakten.
De goedhartige bewoners van Audresselles, begaan met
het lot van de schipbreukelingen, waren op het duin en de
rotsen vereenigd, toen de broeders er aankwamen. Men zag
met lantarens heen en weer gaan aan de kust der zee, die
hoewel eenigszins kalmer, nog zeer hol stond en met schuim
overdekt was.
Op honderd meter van de kust werd een groote, zwarte
massa in de duisternis heen en weer geslingerd. Het was
de gestrande Albanydie vastgeraakt op de rotsen, reeds hij
den eersten schok uit elkander geslagen was. Bij eiken golf
slag verhief zich het wrak om vervolgens weer met een
dof gedruisch terug te tuimelenreeds spoelde een deel van
de lading naar de landpunt, nu tusschen de rotsen gewor
pen, dan weer aan- en afgevoerd in de branding. De schip
breuk scheen geen menschenleven gekost te hebben. Zonder
twijfel waren de sloepen nog bijtijds uitgezet voor de red
ding der passagiers en der bemanning.
De twee broeders bleven op eenigen afstand van de be
woners van Audresselles, die met de lantarens hun som
beren onderzoekingstocht voortzetten.
Eensklaps hoorde men in de duisternis een stem roepen:
Hé! Hierheen met een lantaren! Een lichaam!
In werkelijkheid was er door een golf een lijk vóór de
voeten van een der mannen aangespoeld. Terwijl men het
ophief en naar een huis in de nabijheid wegbracht, stiet
Jacques, die zich naar de rotsen begeven had met den voet
tegen een voorwerp en viel op de knie. Toen hij zich op
richtte stootte hij werktuigelijk met de hand tegen dit
voorwerp, dat hij aanvankelijk had gehouden voor een rots
blok, dat blootgespoeld was door het zeewater, hij voelde
een menschelijken vorm, een verstijfd gelaat.
Het zweet brak hem uit; hij stond op en met trillende
lippen en gedempte stem, sprak hij tot Matthieu:
Een man!
Wordt