zal voortzetten, evenals vroeger, tweemaal per
maand, onder redactie van den heer J. H. Rós
sing te Amsterdam.
KINNEN i. A N 1>'
Het doet ons genoegen
te kunnen mededeelen, dat volgens
een heden door ons ontvangen be
richt de toestand vau Z. M. den
Koning, ondanks eene in de laatste
dagen der vorige week geconsta
teerde kleine verheffing der chro
nische kwaal, waaraan Z.M.lijdeude
is, bevredigend blijft.
Dagelijks arbeidt Z. M. eenige
uren in den voormiddag, soms ook
nog des namiddags, met den parti
culieren secretaris jhr. Huijdecoper,
waarbij de aandacht voornamelijk
op verbetering en uitbreiding van
vee- en boomteelt schijnt gevestigd
te zijn. De vruchten van dien ar
beid komen, zooals men weet, in
de eerste plaats ten goede aan de
maatschappij van weldadigheid in
Helenaveen. (Uil.)
Door een hofr ij tuig van
het spoorwegstation te Apeldoorn
afgehaald, kwam Maandagavond te
halfzes op paleis 't Loo aan frl.
Von Riedel, laatstelijk hofdame van
wijlen de voretin van Waldeck
pyrmont, moeder .an onze koningin.
Omtrent de werkzaam-
heden der Staatscommissie voor de
defensie vernemen wij, dat een nni-
werp-verslag gereed is en bij de
leden rondgaat.
(N. R. C.)
Vóór het medegedeelde
vertrek van de Zaandam naar de
Argentijnsche Republiek, bad de
volgende scène plaats
Een huisvader zou met vrouw en
acht of negen kinderen met dat
atoom-chip naar Zuid-Amerika ver
huizen. Het plan was door allen ge
maakt, door allen goedgekeurd, het
contract tot overbrenging naar het
Land van Belofte met de betrokken
maatschappij gesloten, de huisboe
del verkocht, toen plotseling de
oudste spruit zich terugtrok. Het
was de negentienjarige dochter alk
wil nietik ga niet I» verklaarde
zij. «Wij willen nietwij gaan niet!»
echooden de twee op haar volgende
broeders. «Ik wil niet; ik ga niet!»
besloot de mama. Vader, natuurlijk,
naar het kantoor der maatschappij.
Maar wat was er aan het geval te
doen Als de man, naar men zegt,
kostelooze passage genomen heeft,
op voorwaarde dat hij met de zij
nen minstens twee jaar in het nieuwe
vaderland blijft, dient hij toch woord
te houden. Bij het vertrek der boot
zal dit wel gebleken zijn. Maar hoe
dan ook, het ware voor hem en
zijn onwillig huisgezin te wenachen,
dat zij gedachtig waren geweest
aan het verstandige«Bezint eer
gij begint.»
De landmeter R. J, M.
Guilliams, thans te Nieuwer- Amstel,
is werkzaam gesteld bij de herme-
ting van Zaandam.
Werkelijk blijkt dat ook
bij den amsterdamschei] burgemees
ter. den beer van Tienhoven, aan
zijne woning op de Keizersgracht,
op St.-Nicolaasavond een kistje be
zorgd is van gelijke afmeting en
inhoud als dat den heeren Jolles
en Stork was toegezonden. Gelukkig
dat men ook hier den ellendigen
toeleg ontdekte. Men bracht het
kistje in den tuin, alwaar men het
zonder ontploffing heeft kunnen
openen. Het schrift der adressen op
de kiatjes ib gewoon en onderscheidt'
zich niets van ander schrift.
Een dienst met hinder
nissen. Tengevolge van den dikken
mist konden de booten van het
veer EnkhuizenStavoren Woens
dag niet geregeld varen. De Holland
is des morgens te 8.55 van Enk
huizen vertrokken en te half drie
teruggekomenverder heeft zij geen
dienst gedaan. De reserveboot Prins
van Oranje is niet in de vaart ge
weest.
Een tesselsche blaze r-
scbipper deed dezer dagen in de
Noordzee een buitengewone vangst.
Bij het inhalen van zijn kor vond
hij daarin, in gezelschap van een
partijtje visch, een grooten schild
pad, ter lengte van ruim één meter
en over dan rug een halven meter
breed. Het kolossale dier, dat dood
werd aangevoerd, vond te Nieuwe-
diep een kooper voor twee gul
den.
Met een mooi praatje
wist Dinsdagmiddag op de Groote
Markt te 's Hage een als heer ge
kleed persoon een onbekende te
bewegen met hem in een kleine
herberg in het Groenendaaletraatje
meetegaan, om daar over den koop
van een zaak te spreken. In de
gelagkamer waren echter een paar
andere «heeren» bezig met spelen
en nog al grof ook. Men trachtte
natuurlijk den onbekende overieha
len meetedoen, maar deze beloofde
terugtekomen en kwam ook na kor
ten tijd terug met de politie,
die een paar der «Bauernfinger»
inrekende.
Door d e p o 1 i t i e t e D e 1 f t
is aangehouden en naar het huis
van bewaring te 's Hage overge
bracht M. v. G., sjouwer, wegens
diefstal van eenig geldswaardig pa
pier en verschillende muntspeciën,
tot een gezamenlijk bedrag van
ruim f 64 ten nadeele van eene
kapster. Bij zijne aanhouding was
hij nog in het bezit van f 29,50.
De houder vaneenaaa-
zienlijk magazijn aan de Hoogstraat
te Rotterdam is, met achterlating
van vrouw eu kinderen, naar een
onbekend land gereisd. Men ver
zekert dat hij zich te voren voorzien
heeft van al de fondsen, waarover
hij beschikken kon. Hij zou een
schrijven tot de zijnen hebben ge
richt, waarin hij verklaart nooit te
rug te zullen keeren.
{Maasl.)
Men schrijft uit Poortu-
gaal; Ook uit deze gemeenten wordt
er door den werkenden stand on
derzoek gedaan naar de toestanden
in de Argentijnsche Republiek. In
dien die eenigszins aannemelijk zijn,
zal men er wel heentrekken.
Ook uit de gemeente Pernis zul
len eenige gezinnen de reis naar
de Argentijneche Republiek aan
vaarden.
Vertrokken uit Rilland
reeds enkele landbouwersknechts
naar de Argentijnsche Republiek,
thans verneemt men, dat nog eenige
huisgezinnen z.ch gereed maken tot
verhuizing derwaarts.
Ook van Heusden zullen weld, a
drie personen daarheen vertrekken.
Bij de omgraving van een
perceel heideveld te Ees zijn
tbans weder eenige urnen ge
vonden, waarvan enkele zeer gaaf.
De inhoud dezer urnen bestond uit
houtskool en beenderen. Een paar
er van waren ongeveer van s/4 tot
1 liter inhoud. Ook ten vorigen jare
werden in datzelfde perceel urnen
gevonden, en het is opmerkelijk,
dat deze telkens in dezelfde richting,
dwars door het in ontginning ge
brachte perceel heide worden ge-
vonden.Er zijn daar op een plekje van
ongeveer twee are meer dan twin
tig urnen gevonden, waarvan de
meeste verbrijzeld zijn. Tevens zijn
er vele keisteenen in den grond bij
aanwezig.
Tusschen Zevenaar en
'a Heerenberg is, in het bosch bij
Beek, zekere Th. door drie personen
aangevallen. Doordat die weg niet
als veilig bekend staat, had hij een
revolver bij zich gestoken, en eerst
na daarvan gebiUtk te hebben ge
maakt, wist hij de aanranders op
een afstand te houden.
Toen de stoomboot van
LuikMaastricht Zondagavond in
laatstgemelde stad aankwam, be
merkte de kapitein dat aan de bui
tenzijde van de boot een zak met
25 kilo zout was bevestigd, die een
der passagiers had getracht op die
wijze binnen te smokkelen. Hij gaf
hiervan onmiddellijk kennis aan de
politie, die twee rijksambtenaren
requireerde, welke het zout in be
slag namen en tegen den brutalen
smokkelaar proces-verbaal opmaak
ten.
Een aardig meeuwtje.
Dinsdagavond werd aan het politie
bureau te Zwolle gebracht eene
60jarige weduwe, die in kennelij-
ken staat van dronkenschap ver
keerde. Bij onderzoek bleek dat zij
een paar uren te voren valschelijk
op een anders naam 6 paren kousen
gehaald had van f 0.8C, 11.20 en
fl.40 per paar. Een der paren had
zij verkocht voor 25 cents, een ander
voor 271/, cent en een derde voor
27 cents, waarvoor zij in een tap
perij jenever had verorberd; de ove
rige paren was zij kwijt: waar die
gebleven waren, wist zij niet.
Ook uit Oude Tonge zul
len op 5 Januari 3 gezinnen de reis
naar de Argentijnsche Republiek
aanvaarden.
Bij alle berichten over
de aanvaring van de Holland en de
Friesland is wel gemeld, dat beide
booten van elkander geraakten, maar
niet, dat men het behoud van de Hol
land hoofdzakelijk te danken heeft aan
den heer Kürt, ingenieur te Leeuwar
den, die, door de passagiers naar ach
teren en ze door heen eu weder loopen
de "boot in roeiende beweging te
brengen, direct veroorzaakte, dat de
Friesland uit de beklemming ge
raakte. Zonder dien gepasten maat
regel zouden beide booten in zee
zijn gezonken. NR. C.)
In de vorige week heeft
te Leeuwarden eene eigenaardige
soort van oplichterij plaats gehad.
Een persoon van middelbaren leef
tijd vervoegde zich op een morgen
aan het kantoor van den heer De
H., kassier aldaar, wiens vader in
dertijd notaris was. Hij gaf teken
Den landbouwer te zijn, Douwe
Tjallings Rsitsma te heeten, op
Unema-State onder Mars6um te
wonen, en vroeger wel zaken met
den heer De H. Sr. te hebben ge
daan, zoodat bij nu, wijl bij voor
nemens was zijne boerderij aan
kant te doen, den heer De H. Jr.
wilde opdragen «boelgoed» voor
hem te houden. Laatstgenoemde
antwoordde hierop, dat hij daartoe
behoorde te gaan naar den notaris
S., opvolger van den heer De H. Sr.
Aan dezen raad gevolg gevende,
stapte onze vriend vervolgens naar
het bedoelde notariskantoor, alwaar
dezelfde mededeeling werd gedaan,
nog geloofwaardiger gemaakt door
de bijvoeging, dat hij op het boven
genoemde kassierskantoor geweest
was, en men hem diór naar den
heer S. verwezen had.
De uitkomst was, dat het «boel-
goed» in de lucht aangegeven werd,
en de persoon in kwestie, op zijn
verzoek, eene som van f300 als
voorschot ontving, waarmee hij het
kantoor verliet, zonder dat men la
ter iets meer van hem heeft kun
nen ontdekken. De zaak zelve bleek
al spoedig een verzinsel te zijn.
Twee kinderen vanden
arbeider Ten H. te Delftzijl zijn on
gesteld geworden ten gevolge van
het gebruik van een pannekoek, ge
bakken van maïsmeel, dat te Gro
ningen bij een winkelier was ge
kocht.
Acht kippen van dien arbeider zijn
gestorven, toen zij dit meel ver
mengd met water hadden gebruikt.
Twee der op deze wijze gestorven
kippen zijn opgezonden aan den in
specteur van den geneeskundigen
dienst voor Friesland en Groningen,
om scheikundig onderzocht te wor
den, terwijl de politie een restant
van het maïsmeel in beslag heaft
genomen.
Gelukkig zijn de beide kinderen
van Ten H. herstellende.
FINAMCIEELE ^EDEDEELINOEN.
Volgens het Weekblad voor incourante fond
sen van Broekman Honders zijn in de week,
eindigende 11 dezerdoor hun tusscheukomst
verhandeld de volgende fondsen:
Ohl. Gemeente Vlissingen tot 883/4 pet.
Aand. Amst. Kanaal-Mpij. ReBtant-
bewijzen tot 5
Aand. Amstel Hötel-Maatsch tot 87
Aand. Amst.-Deli-Comp. 1886 88 tot 365
James Barge en E. Moormanu Co.
(Liq. aand.) tot471/s.4-77&
Aand. Gezam. Buskruitmakers v. N.-
Holl., Utrecht en Zeel. tot 101
Aand. Marudu Bay Tabak-Mpij, Let
ter A tot105
Aand. Ned.-Ind- Cultuur-Mpij tot 110-110'/s
Aand. «Dagblad van Z.-Holl. en 's-Gra-
venhaae» te 's-Gravenhage tot90
Aand. Mpij Zeebad te Scheveningen tot 99
Aand. Rotterd. Liqnidatiekas tot ƒ400
Aand. Ned.-Ind. Gas-Mpij te Rott. tot 121
Aand. Bergbau-Gesellschaft "Holland//
Serie A. tot100'/s
Id. id. id. B. tot 104
Aand. Brandverz. Genootsch. v. Brand
en Binnenl. vaart tot15
Aand. Mpij van Assur., Disc, en Be
leen. der stad Rotterdam tot .270
Ten kantore van de heeren Wurfbain Zoon
te Amsterdam en van den gemeente-ontvanger
te Leiden wordt den 18en dezer de inschrijving
opengesteld op de 3l/i pets. leening van f 600,000
der gemeente Leiden, ter conversie van de restan
ten der 4 Va pets. leening van 1878 en der 4
pets. leening van 882, welke restanten op den
31en dezer atlosbaar zijn gesteld.
De rnssische leening is, naar uit Amster
dam wordt geseind, viermaal volteekend.
AANBESTEDINGEN,
's Hage 12 December. Vanwege het ministerie
van Waterstaat, Handel en Nijverheid zijn o. a.
de volgende werken aanbesteed
lo. de aanleg van een gedselte kanaal met
bijbehoorende kustwerken van nabij en benoor
den de grensscheiding tusschen de gemeenten
Weesperkarspel en Nigtevecht tot nabij en be
noorden den Haarrijn (gemeente Breukelen-
Nijenrode), behoorende tot de werken voor den
aanleg van een kanaal ter verbinding van Am
sterdam met de Merwede (raming f 1,692,000).
Minste inschrijver de heer H. Th. Wiegeriak,
te Groenloo, voor f 1,611,900;
2o. het leggen van spoorbanen en wissels en
bet maken van bijkomende werken op de mid
den- en Ooster-eilanden van het Centraal per-
sonenstation te Amsterdam, ten behoeve van
den spoorweg van Nieuwediep naar Amsterdam
(raming f123, 900). Minste inschrijver de heer
F. E. Terwindt, te Pannerden, voor f 92,500
So. de uitvoering van baggerwerk met bijbe
hoorende werken ia de Boven-Merwede, boven
Gorkura. Minste inschrijver de heer T. Volker,
te Dordrecht, voor f 61,699.
WETGEVENDE MACHT.
EERSTE KAMER.
Zeer vele leden in alle afdeelingeu
meenden liet feit der late indiening der
indische begrooting niet onopgemerkt te
mogen laten voorbijgaan. Men achtte zich
verplicht er op te wijzen, dat die late
indiening een ongunstigen invloed heeft op
de tijdige behandeling van het begrootings-
werk in de Staten-Generaal.
Algemeen trok de minder gunstige
materieele en economische tcestand van
Ned.-Indië de aandacht; een toestand, voor
een deel aan oorzaken te wijten, waaraan
zoowel deze voor weinige maanden opge
treden minister van Koloniën als zijn
voorgangers vreemd zijn. Men vroeg het
oordeel der Regeering, of de inlandsche
bevolking te zwaar is belast.
In de verschillende afdeelingen maakte
het staatkundig beleid van den minister
van Koloniën een onderwerp van gedach-
tenwisseling uit. Ofschoon men zijn kunde,
ijver en werkzaamheid waardeerde, be
treurde men, dat daar tegenover eigen
schappen staan, die men in eenen staats
man niet goedkeuren kon en dat te min
der, wanneer deze staat aan het hoofd van
het departement van Koloniën. Hetgeen
vooral niet vrij van bedenking werd ge
acht, is, dat de minister zijn individueels
godsdienstige denkbeelden al te zeer op
den voorgrond plaatst en voor zijn theo
logische opvatting partij kiest tegenover
andere, die staatsrechtelijk evenzeer recht
van bestaan hebben en door andere Ne
derlanders, insgelijks te goedertrouw, en
met warmte worden beleden.
Terwijl eenige leden, en daarin ligt de
slotsom dezer beschouwingen, te kennen
gaven, in hun vertrouwen in den minis
ter vooral geschokt te zijn wegens zijne
rede van 21 November ji., verklaarde de
groote meerderheid zich haar oordeel over
's ministers beleid alsnog voor te behouden.
Tegenover zeer enkele stemmen, die in
beginsel tegen de vaststelling der indische
begrooting bij de Wet waren gekant, deden
anderen met nadruk uitkomen, dat het
geen in de laatste twintig jaren goeds en
heilzaams voor Iudië is geschied, voor het
grootste gedeelte tot stand kwam door
tusscheukomst of op aandrang der Wet
gevende Macht.
Overigens verklaarde men zich algemeen
bereid de aangekondigde voorstellen tot
wijziging der comptabiliteitswet en van
het Reg.-reglement in nauwgezette over
weging te nemen, maar van de Regeering
werd dan ook de toezegging verlangd, dat
zij geene maatregelen zal nemen, die de
in uitzicht gestelde wijzigingen vooruit*
loopen.
Men achtte de handhaving van ons ge
zag op Atjeh noodzakelijk.
Uiteenloopend waren de gevoelens over
de opium eu de beste wijze om het ge
bruik daarvan te bestrijden. Volgens som
mige leden is het bestaande'stelsel het
slechtste. Deze leden wachtten alleen af
doende verbetering van de invoering eener
regie.
Het besluit tot benoeming eener staats
commissie voor de koffie gaf tot onder
scheidene vragen eu opmerkingen aan
leiding.
Vrij algemeen zag men in de houding
des ministers met betrekking tot dit aan
gelegen belang eene zekere besluiteloosheid,
weinig geschikt om vertrouwen in zijn
beleid te wekken.
Met alle waardeering van den arbeid
der zendelingen vroegeu eenige leden van
den minister de verklaring, dat hij zich
van alle rechtstreeksche ondersteuning van
het zendings- en bekeeringswerk onthou
den zal.
Verlaging van het porto der drukwer
ken tusschen Nederland en Nederlandsch-
Iüdië werd zeer noodig gekeurd.
Men wenschte de voorbereiding der
herziening van de verhouding tusschen de
Nederlaudsclie en de Indische marine op
te dragen aan eene staatscommissie. Men
vertrouwde, dat de Regeering geeuerlei
maatregel zal nemen tot eventueéle op
richting vau eene Indische brigade, die
niet vooraf bij afzonderlijke wet is goed
gekeurd, opdat ook de Eerste Kamer in
staat zij over deze zaak, afgescheiden van
andere, haar oordeel uit te sprekeu. Door
eenige leden werd tegen het ontwerp van
wet, waarbij de eerste credieten worden
aangevraagd om voor rekening van den
Staat den spoorweg op Java van Tjitja-
leugka naar Warong Bandreg te verlen
gen tot Tjilatjap, ernstige bezwaren in
*uige eu medeplichtige had gehad.
Gelukkig was deze op 't oogenblik ver weg. Hij bad
twee of driemaal aan Madeleine iets van zich laten hooren,
scheen gelukkig te zijn in zijne betrekking en gaf als zijn
vaste voornemen te kennen dat hij in Egypte wilde blijven.
Gerbier had zijne volgenden levensweg tot in bizonderhe-
de- afgebakend. Hij zou met Sarab naar Parijs vertrekken
en baar zoo spoedig mogelijk in den stroom van het we-
reldsche leven werpen; hij zou een hotel bouwen in de
staiswijk Malesberbes, vervolgens feesten gaan geven en
eindelijk zijn zaken van de hand doen, die hij totnogtoe
slechts gedreven had om den goeden schijn te bewaren. De
zes millioen van Paul Blondels nalatenschap stelden hem
volkomen tevreden.
Het geluk van Sarah legde geen gewicht in de schaal.
Jacques gaf zich niet de moeite eraan te twijfelen of zij
moest gelukkig zijn. Beminde hij haar niet? Zou zij hem
niet beschouwen als de geduldige en arbeidzame voortbren
ger van den overvloed, waarin zij zich baadde? Wat zou er
zonder hem van de erfenis zijn terechtgekomen? Zij zou aan
den staat zijn gebleven.
Jacques bracht het door deze redeneeringen bijna zoo ver,
dat hij zich achtenswaardig begon te vinden. Het bloedige
lijk van Francis Blondel had slechts eene nevelachtige her
innering in zijn geest achtergelaten.
Toen de dag was aangebroken waarop Jacques zijn voor
nemen zou ten uitvoer leggen, kwam bij, evenals den eersten
keer zeer vroeg op het huis in de duinen.
Evenals de vorige maal vond hij Sarah alleen in de spreek
kamer. Dit kwam juist met zijne wenschen overeen voor
Sarah alleen wilde hij het tweede bedrijf spelen van de
komedie, waarvan hij plan en uitvoering zorgvuldig had
ingestudeerd. Later zou hij Madeleine van alles op de hoogte
brengen om zoodoende van haren invloed te profiteeren.
Toen Sarah hem zag binnentreden stond zij met gejaagd
heid op en ging hem te gemoet. Gedurende de verloopen
maand had zij hem dikwijls teruggezien, maar ditmaal
merkte zij aan zijn blik en aan zijn geheele houding, dat
hij geen eenvoudig bezoek kwam afleggen, maar dat hij
haar uitkomst, zij hoopte de geweuschte uitkomst, zou geven
over de planneD, die hij eenigen tijd geleden had aangeroerd.
Laten wij gaan zitten, Sarah. Ik moet u nog eens
spreken.
Terwijl Jacques deze woorden uitsprak drukte hij vol
beteekenis op het woord «nog» om Sarah te laten booren,
dat bij bet gesprek van de vorige maand wensebte voort
te zetten.
Zonder twijfel bebfc ge nagedacht over de balve ont
hulling, die ik u voor eenigen tijd gedaan heb, Sarah. Even
zeker hebt ge u den man dikwijls voor den geest geroepen,
over wien ik spreken wil.
Die man.... stotterde Sarah, waarom hebt ge
mij zijn naam nog niet genoemd
Zij keek hem scherp en aandachtig aanbij wilde baar
ongeduld niet op zwaarder proef stellen.
Ik zal hem u noemen. Maar vóór alles vraag ik u
éen dingboe groot uwe verrassing moge zijn op het ver
nemen van mijne bekentenis, antwoord mij noch door een
woord noch door een blik. Neem den tijd om na te denken.
Over een maand en niet eerder wil ik uw antwoord verne
men. En dat antwoord zuit ge mij geven uit vrijen wil en
zonder weifelen of omzien. Ge zult tijd genoeg gehad hebben
om te overwegen hoe en wat gij antwoorden zult op de
bekentenis van een man, dien ge kent, die u bemint tot
aanbidding toe, en dien gij, ik ben er zeker van, eveneens
liefhebt. Hij wenscht met geheel zijn hart, dat ge hem op
recht te woord zult staan.
Hij liet zich meeslepen door de vurigheid van zijn inborst,
en sprak reeds voor zich vóór hij Sarah nog den naam had
genoemd, dien zij zoo belangstellend was te hoeren.
Wordt vervolgd.)