NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD. 6e Jaargang. Dinsdag 18 December 1888. No. 1676. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIES: volgend ïmniiiier Twintig Cents. „Sieraad in iedere Huiskamer". C. PEEREBOOM en j. B. AVIS. SARAH BLONDEL. HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem, per 3 maanden1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummer»- 0.03. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. BureauKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. ITelefoonnuminer 122. van 15 regel» 50 Cents; iedere regel meer 10 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door allo boekbandelaren, postkantoren en courantiers. Directeuren-Uitgevers J C. PEEREBOOII en J. B. AVI». Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Generale de Publieite Etrangère G. L. T)A VBE tp Co., JOB. F. JONESSuer., Partje, 31bte Faubourg Montmartre. Directeuren-Uitgevers heb ben de eer, den Geabonneer- den te berichten, dat in het van Haarlem's Dagblad aal worden afgedrukt de bon, op vertoon waarvan men tegen betaling van den prachtigen Humoristi- schen Scheurkalendermet keurig in goud en kleuren gelithografeerd schild, kan bekomen. Deee Scheurkalender,saam- gesteld door een Nederlandsch Letterkundige van naam, is een Directeuren-Uitgevers, STADSNIEUWS. Haarlem, 17 December. Daar de organist van de Groote Kerk ongesteld is, zal het gewone concert op Dinsdag 18 dezer niet worden gegeven. Voor het examen ter verkrijging van de Wiskunde If. I. (m. o.) is geslaagd o. a. mej. L. J. Wiarda alhier. Vergadering van den Raad der gemeente Haarlemop Woensdag den 19en Dec. 1888, des namiddags te één ure. De volgende stukken en punten zullen aan de orde worden gesteld Voorstel B. en W. Burgeravondschool; Id. id. bebouwing open grond Voortingstraat; Id. id. verhuring groud Baljuwslaan, met advies comm. v. fin.; Id. id. vaststelling derde suppletoire be grooting, met idem; Id. id. verbooging bcgroo- tiugspostgemeente-reiniging; Id. id. vaststelling 2e suppletoir kohier; Rapport comm. vau fin. begrooting voor 1889 St. Elisabeths of Groote Gasthuis; Aanbeveling B. en W. vroedvrouw; Id. id. leeraar teekeneu middelbaar onderwijs; Id. id. dubbeltallen college commissarisseu ge meentelijk muziekkorps Id. regent St. Elisabeths of Groote Gasthuis; Benoeming lid commissie art. 40 gas-contract; Rapport comm. van pensi oenen adressen vier eervol ontslagen agenten van politie; Id. id. gratificatie twee eervol ontslagen agenten van politie; Voorstel B. en W. zakelijk raadsverslagId. id. wijziging bouwplan open gronden bezuiden Zijlweg; Id. id. herziening ver ordening geneeskundige armenverzorging, met amendement van den heer J. A. Lodewijks; ld. id. herzieirng instructiën gemeente-ambtenaren; Procesverbaal opneming kas en boeken gemeente ontvanger; Verslagen instellingen weldadigheid; Staat veranderingen gemeente-eigendommen. Voor zijne tweede matinée musi- cale, welke Zondagmiddag in de bovenzaal der sociëteit «Vereeni- giDg» werd gegeven, had de heer Johan Steenman zich de medewer king verzekerd van mej. Christine Veltman, zang; mej. T. Bastiaans, begeleiding en den heer G. A. Mi- chelsen, piano, terwijl de heer Dan. de Lange bereidwillig de begeleiding zijner liederen op zich had genomen. Het programma werd geopendmet sonate F. Maj. van Edvard Grieg, voor piano en viool, waarin de uit voerenden hunne virtuositeit op schit terende wijze deden uitkomen, in het Alegretto bereikte de schoonheid van het samenspel eene bizondere hoogte, welke slechts in het slot- allegro werd overtroffen. De heer Michelsen is een zeer begaafd pianist, dien het ons steeds lust te hooren. De Polonaise E. Maj. van Liszt boeide in hoogen mate. Mej. Veltman was zeer gelukkig iu de voordracht der verschillende zangnummers, waarvan vooral de drie laatste in den smaak vielen, hetgeen haar aanmoedigde nog een extra-nummertje ten beste te geven. De heer Steenman besloot op waar dige wijze met eeue romance van Svendsen en Sévónade Andalouse van Sarasate deze weder zoo wel geslaagde matinée. Zeer onverwachts had Zaterdagavond eene voorstelling in den schouwburg plaats van eeu fransch gezelschap, tournees E. Simon. Op het programma waren in het bizoudor vermeld als medewerkend Marie Kolb van het Odéon, Eugène Didier en Ed. Georges van het //Théatre des Varié tés" en Sully van het Odéon, allen van Parijs. Twee blijspelen van Meilhac vormden het programma, //la Sarabande du Cardi nal" iu een acte als lever de //rideau" en z/Decoré" in 3 bedrijven als //pièce de resistance". Marie Kolb was zeer goed in hare rol van getrouwde vrouw, die met een ander op reis is. Deze //ander" evenwel, de heer Didier voldeed ods veel beter: hij voerde zijn bizonder moeilijke rol in dit blijspel, dat eigenlijk kluchtspel heeten kon, uit met een natuurlijkheid eu een smaak, die wij zelden bij een komiek aantroffen. Colineau en Leopold droegen het hunne er toe bij, om den indruk te geven van een goed ensemble. De bekoorlijke ver schijning van la Comtesse (Elza Vogel) fleurt de tooneelen waarin zij voorkomt, niet weinig op. De een op reis met de vrouw van den ander de ander op reis met de vrouw van een derde: men ziet dat de inhoud van het stuk is wat men gewoonlijk "echt fransch" noemt. Evenmin stichtelijk mag het heeten, dat de vrouw, die zelf met een vrieud op reis is geweest, haar man be straft omdat hij met een andere vrouw is uitgevlogen en de conclusie die men trekken kan is dat een stuk zeer verma kelijk en zeer lachwekkend wezen kan, zonder daarom te kunnen strekken als voorbeeld van deugd en trouw. z/La Sarabande du Cardinal" is een on beduidend stukje, waarin een graaf voor komt, die wel wat weinig van een edel man en wel wat veel van een kellner had. De totaal-indruk dien wij vau deze voorstelling ontvingen is, dat dit gezelschap uitmunt door een goed ensemble en dat men meerdere goede acteurs te zien e:i te hooren krijgt en niet, zoo»ls veelal, éea ster.... eu verder dwaallichten. Zaterdagavond trad in de Vereeniging //Volksbelang" als spreker op de heer A. Gauthey, leeraar aan de H. B. S. te Zaan dam, met het onderwerp: //Neodzakelijk- heid van de studie der sociale wetenschap." Spreker begon met er op te wijzen hoe de gesprekken in welke niet de tegen woordige kwalen onzer maatschappij den hoofdschotel vormen, hoa langer hoe zeld zamer worden. Hij noemde dit een gelukkig verschijn sel, want het bewijst dat het volk ont waakt en gedrongen door de omstandig heden de oorzaken van zijn lijden tracht op te sporen en zich aan zijn ellende te ontwringen. Luisterende naar deze gesprekken mee- nen velen dat de oplossing van het vraagstuk eenvoudig en gemakkelijk is door enkele radicale maatregelen, welke door den Staat kunnen geaomeu worden. Maur hoe vaak baren de uitkomsten meer teleurstelling dan geruststelling l Er wordt tegenwoordig hard gestreden voor de vorkrijging van algemeen kies recht, Btemrecht enz. en men gelooft dat daarmede een gouden tijdperk zou zijn aangebroken, en toch zien. wij dat in Ame rika, waar die rechten sedert honderd jaren worden uitgeoefend, de galgen van Chicago noodig waren om de ontevrede nen tijdelijk te bedwingen, dat in Frank- rijk de schandalen van een Wilson mo gelijk warenHet bezit van genoemde rechten alléén biedt dus geen waarborgen voor een beteren toestand aan, maar even min kan men beweren dat bij het wel bestaan ervan //de boel in 't honderd zou loopen." Er worden wel eens middelen toege past c*u in een werknood te voorzien, die volstrekt niet aan het gewenschte doel beantwoorden eu waar toch kapitaal en arbeid eendrachtig "amengaan om dat doel te bereiken. Als zoodanig noemde spreker de werkverschaffing te Amsterdam, waarvan de uitkomst was dat men een voudig eene verschuiving der werkloosheid verkreeg. En toch hadden de milde gevers het zoo geheel anders bedoeld. Dit voorbeeld leert ons dat de meeste maatregelen, die worden voorgesteld en aangewend ter bestrijding van de talrijke kwalen onzer maatschappij, niet aan hun doel beantwoorden. Men stelt zich tevre den met het onnauwkeurig waarnemen van het verschijnsel en tracht even op pervlakkig het te doen verdwijnen. Het is merkwaardig hoe ieder dadelijk klaar is, daar waar het geldt de oorzaken der kwalen weg te nemen, zijn oordeel te vel len, ofschoon hij op elk ander gebied zich niet schaamt te antwoorden//daar heb ik geen verstand van." Om in staat te zijn iu het moeilijk en ingewikkeld samenstel onzer maatschappij, werkelijk verbetering te brengen, dient men met dat samenstel tot in de fijnste onderdeeleu vertrouwd te zijn. Evenals in de Datuur komen in de maatschappij tal van verschijnselen voor, die in volstrekte tegenspraak schijnen met de oorzaken, door welke zij te voorschijn werden geroepen. Als voorbeeld haalt spreker aan de resultaten van het werkhuis te Zaandam, waardoor mea heeft getracht in die gemeente een einde te maken aan de bedelarij. Die onderneming is finantieel wel geslaagd, maar de bedelarij is er eer ver meerderd dan verminderd. De maatregen door de regeeringen ge nomen om de welvaart van hun land te bevorderen, nu eens door protectie, dan weer door vrijhandel, zijn al evenmin ge slaagd, zonder ooit iets anders tot stand te brengen, dan eeue zeer ongewenschte verplaatsing van handelswegen eu middel punten van nijverheid. Waarlijk zeide spreker het wordt hoog tijd, dat men ophoude in dat cir keltje rond te draaien en dat men zich ernstig toelegge op de studie der sociale wetenschap, die ons in staat zal stellen om dwalingen te vermijden. De redenen van die tallooze en onop houdelijke misslagen ligt in het ontzettend saamgestelde der maatschappelijke facto ren, waarmee gerekend moet worden bij het eenvoudigste verschijnsel in de maat schappij. De oorzaak b. v. dat het brood een cent duurder of goedkooper wordt, ligt in zulk eeu massa feiten, dat de verklaring voor ons bijna onmooglijk is. De concur rentie der broodfabrieken, de oogsten, de meerdere of mindere invoer van buifcen- landsch graan in Nederland eu bijgevolg de waarde van het graan op de Amster- damsche Korenbeurs, de ftnanciëele positie van den broodfabrikant, de prijs van het zout, dit alles heeft iuvloed op de prijs bepaling van het brood. Het loon der werklieden,'de reparaties aan gebouwen en machinerieëu, de uit- dingen, die telkens gedaan worden, dit alles brengt een onophoudelijke rijzing en daling in de prijzen teweeg. Ook de prij zen der effecten hebben invloed op de han delswaarde van alle koopwaren. Dat is een maatschappelijk verschijnsel van voorbijgaanden aard; maar de vraag wordt nog veel ingewikkelder, wanneer het geldt een blijvend en levend organisme. Hoe moeilijk zou het b. v. b. zijn de in vloeden na te gaan, die werken of ge werkt hebben op het leven en den toestand van een ambtenaar bij de hollandsche spoor wegmaatschappij en hoeveel moeilijker is dan niet de verklaring van het ontzaglijk organisme dat men de menschelijke samen leving noemt. Wel kunnen wij handelend optreden en een bepaald doel najagen, maar telkens als wij aan het einde van den strijd zijn, dan zien wij het voorwerp van ons streven zich aan onze handen ontrukken en de oude kwaal doet zich opnieuw voor, misschien geduchter dan ooit. De geheele geschiedenis verhaalt ons niets anders dan dat eeuwige jagen naar een telkens verder verrijzend luchtbeeld, het ideaal van de edelsteu onder de men- schon: //het gelukkige en vreedzame samen leven aller menschen". De studie der sociale wetenschap zal ons het onmooglijke doen inzien van po gingen om alle oorzaken van eenig maat schappelijk verschijnsel volledig en nauw keurig waar te nemen en alle gevolgen er van te berekenen. Zoo zal zij ons voor dwalingen behoeden en ondoordachte han delwijzen om de kwalen waaronder wij gebukt gaan te bestrijden, voorkomen. Men zal misschien zeggen, dat indien het onderzoek zoo moeilijk is, het meer tijd vereischt dan waarover wij kunnen beschikken. Er moet door ons, menschen burgers, kiezers, eene beslissing worden ge nomen met behulp van de inlichtingen die wij bezitten, hoe onvolledig of feilbaar zij ook mogen zijn; anders konden wij wel met de armen over elkander geslagen blij ven, terwijl anderen, minder nauwgezet, zich onledig houden met het nemen van maatregelen, die wij goed- of kwaadschiks zullen moeten volgen. Op grond van de verhoudingen en den toestand waarin de maatschappij tegenwoordig verkeert, heeft deze tegenwerping veel kracht; maar zij tast het beweren van de noodzakelijkheid der studie vau de sociale wetenschap niet aan. Zij hangt samen met de uitspraak: //men moet toch iets doen", een uitspraak die zoowel enkele personen als de maatschappij zoovele dwaasheden doet begaan. Yoor iedere lichamelijke kwaal wordt terstond een mid del aangeprezen, zonder te onderzoeken naar de oorzaken van de kwaal, misschien zal men er nog aan toevoegen: //baathet niet, dan schaadt het niet". Eertijds vroeg Naar het fransch van Louis Gallet. 22) IX. De dokier mocht ten zeerste verbaasd zijn over wat hij hoorde, hij liet er niets van merken en hij wenschte Jacques beleefd, maar zonder hartelijkheid geluk, daar hij zich nooit bizonder aangetrokken had gevoeld tot den koelen jonge ling met zijn dunne, bleeke lippen. Maar 's avonds moest hij zijn hart toch eens luchten. Wel, wel, zeide hij tot zijn vrouw, wat heb ik mij daar vergist. Verbeeld je, ik meende vast, dat George een oogje op Sarah had en dat hij haar ook niet onver schillig was. Ik heb de verschijnselen slecht waargeno men en een diagnose gesteld, die kant noch wal raakt ik word oud. Maar op den keper besehouwd, moet ik be kennen, dat dit huwelijk nog zoo gek niet is. En toch ik zou er op hebben willen zweren, dat Sarah andere ge dachten gekoesterd heeft. Het huwelijk van Sarah en Jacques zou gesloten worden in het volgende voorjaar. Het jonge meisje stond er op, dat zij trouwen zouden in de kleine kerk te Urmille, met zijn groene boomenrij, zijn oude, grijze steenen en zijn lompen toren. Hier had zij als kind gebeden; hier had zij in de schaduw van den kapel geweend om hem, die van haar ge gaan was en van wien zij niets meer had gehoord. In dit kleine heiligdom had zij de uitvaart willen vieren van hare schoone droomeD, en te midden der boeren en visschers, waarmee zij van hare jeugd af aan vertrouwd was geweest, liet offer harer jeugd willen brengen. Maar op aandringen van Jacques zag zij van dit geliefkoosde denkbeeld af. Hij had haar een weelderig verblijf gereedgemaakt in een klein hotel aan de avenue Montaigne. Hij had dit gehuurd, maar stelde zich voor het te koopen, wanneer hij eenmaal getrouwd was. Zijn trots verkneukelde zich iu het denk beeld Sarah's schitterende schoonheid in een omgeving te plaatsen, die harer waardig was. Er werd nu bepaald, dat het huwelijk gesloten zou wor den te Saint-Roch, in de wijk waar dokter Sylvain woonde, bij wie Sarah en Madeleine haren intrek genomen hadden. Toen hij zich in den morgen van de huwelijksvoltrek king voor de trouwplechtigheid kleedde, dacht de dokter gedurig aan George. Hij had geen enkelen brief van hem ontvangen sedert zijn vertrek. Aan het ministerie van marine, waar hij poolshoogte was gaan halen, had men hem afge scheept met het nieuws, dat de expeditie, waartoe George behoorde haar einde naderde. Maar hij was niet te weten gekomen of het schip in Frankrijk of in «enige buitenland- sche haven werd terugverwacht. Hij poogde de herinneringen aan zijn neef van zich af te zetten. Evenwel, waarom drongen ze zich juist nu zoo levendig en zoo herhaaldelijk aan hem op?George zou den een of anderen dag wel terugkeeren en zonder twijfel zou hij daarvan schriftelijk kennis geven. De dokter had wel andere dingen in 't hoofd. Hij hoorde de gasten reeds aankomen dus haastte hij zich de salon binnen te treden, waarin zich reeds eenigc oogenblikken behalve mevrouw Sylvain en Lucienne, in haar frisch blauw toilet de goede Madeleine voor 't eerst van haar leven in zijde gedoscht bevond in gezel schap van Jacques Gerbier en Sarah, die bleek en glim lachend, omringd werd door eenige vrienden van haren bruidegom of den dokter. Het burgerlijk huwelijk had reeds den vorigen avond plaats gehad. Om twaalf uren zou dit door eene kerkelijke plechtigheid bezegeld worden. Op het oogenblik, dat de rijtuigen zich een weg baanden door de nieuwsgierige menigte, die den weg naar de kerk van Saint-Roch bezettesteeg aan het station Saint- Lazare een reiziger uit den trein van Havresprong vervolgens in een rijtuig en liet zich, zonder zijn bagage verder met een blik te verwaardigen, spoorslags naar het huis van dr. Sylvain brengen. Het was George Raynal, die den vorigen avond te Havre wa6 aangekomen en zonder zich den tijd te gunnen tot het versturen van een telegram in den eersten trein den besten

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 1