Politiek Overzicht
GEMENGD MEI MS.
Een hollend paard met
een gebroken rijtuig achter zich,
veroorzaakte Woensdagmiddag vrij
wat schrik en angst onder de tal
rijke marktbezoekera te Hilversum,
't Was dat van dr. S. aldaar. Geluk
kig had de dokter het rijtuig juist
verlaten en zat veilig en wel bij
een zijner patiënten.
Donderdagvoormiddag
begaf zich de minister van Justitie,
vergezeld van den referendaris mr.
W. Snijder vau Wissankerke, naar
Leiden, om aldaar verschillende
fabrieken en spinnerijen te bezich
tigen.
Bij dit bezoek, dat een gevolg
schijnt te zijn van het aau de
Tweede Kamer ingediende adres
van de Kamer van koophandel en
fabrieken te Leiden met bezwaren
tegen het wetsontwerp betreffende
den kinder- en vrouwenarbeid,
werden de bezoekers rondgeleid
door eene deputatie uit genoemde
Kamer.
Woensdagmiddag is te
Dordrecht een knecht van den heer
K., steenkolen- en turfhandelaar,
van een wagen gevallen en over
reden. De ongelukkige is naar het
Ziekenhuis vervoerd, maar was
weid/a overleden.
In de op 2 Januari j 1. te
Oudewater gehouden raadsvergade
ring ontspon zich na het lezen der
notulen eene discussie tusschen den
voorzitter en het raadslid D. Boer
Jz., waarbij de laatste beweerde,
dat hij in de vorige vergadering
niet gezegd had, dat een plantsoen
der gemeente veel geld kostte,
maar wel dat het geld kostte. De
voorzitter pleitte voor de juistheid
der notulen, waarop de heer D.
Boer Jz. uitviel«Ik verwed er een
vet varken onder voor de armen,
dat ik gelijk heb, zet jij er maar
een tegen;« waarop de voorzitter
antwoordde: «Mag ik u er opmerk
zaam op maken, dat vettevarkens-
zakea hier niet behandeld worden I»
De voerman, die in den
nacht van Maandag op Dinsdag het
ongeluk had op den Hoogen Zee
dijk te Kralingen uit zijn wagen
te vallen, tengevolge waarvan hij
eene hersenschudding bekwam, is
aan de gevolgen daarvan overleden.
Hij was een jongeling van ongeveer
20 jaar.
Te Utrecht is weder eene
vergadering gehouden van leden
der Vereeniging «Maatschappelijk
belang,» af deeling Utrecht. Zij telt
thans 293 leden. Er werd aanmer
king gemaakt, dat de biljetten voor
de vergadering rondgebracht waren
door personeel der Algemeene dienst
verrichting, die.... ook coöperatief
werkt. De secretaris deed «amende
honorable» en verklaarde dat hij er
niet bij had doorgedacht.
Te Utrecht werd dezer
dagen een man, die 's avonds ergens
in u^jjis geslopen was, verrast door
de dienstèbode, die echter flauw viel,
toen zij zag dat de vreemde een
masker droeg. Vaiy die gelegeuheid
maakte hij gebruW om te ontsnap
pen.
Uit Arnhem slc h r ij f t men:
Onlangs werd des avonds om 10
uur op den Sonsby.e]£!i;Egei alhier
eene portefeuille, daarin 3 biljetten
van f 100, vermist? door een persoon
die zijn overjas./'had uitgetrokken
om twee aanve;iiers van het lijf te
houden. Woe'pgdag nu moet de eige
naar der portefeuille het geld per
post h.'«'bben terug ontvangen, na
aftrek van f 25, die als belooning
waren uitgeloofd aan den vinder.
Deze is onbekend.
Te Deventer werdWoens-
dagavond een jongen van 10 jaar
op h.eterdaad betrapt bij het lich
ten eener toonbanklade in den win
kel van den slager Beekman. Hij
werd aan de politie overgeleverd.
Bij visitatie vond men bij hem een
zilveren cylinder-horloge, hetwelk
hij den vorigeu avond uit de woon
kamer van den tapper Nijenhuis
ontvreemd had.
Op de stoomboot S ig fried
van Mannheim naar Rotterdam,
maakte Woensdag de Duitscher J.
H., die zich op reis bevond om over
Rotterdam naar de nieuwe wereld
te vertrekken, kennis met twee an
dere Duitsch-rs. Toen het drietal
Woensdag avond te Nijmegen, waar
de stoomboot bleef overnachten, aan
wal stapte, bezocht het weldra eene
tapperij en liet zich den Schiedam
mer goed smaken. J. H. werd al
spoedig door het andere tweetal
uitgenoodigd tot tijdpaaseering een
kaartje te spelen, aan welke uit-
noodiging gereedelijk werd voldaan.
Iu den begmne ging het J. H. voor
den wind en won hij eenige gouden
twintig-markstukken, doch weldra
keerde de kans, en bleek hij in het
spel tegen zijne landgenooten niet
opgewassen, zoodat hij eindigde met
200 mark van zijne reispenningen
•e verspelen. Na dit succes wisten
de nieuwe vrienden zich onder een
of ander voorwendsel achtereenvol
gens uit de tapperij te verwijderen,
terwijl zij J. H. te vergeefs op
hunne terugkomst lieten wachten.
Hij moest al spoedig tot de ontdek
king komen, dat hij in handen van
twee zoogenaamde «kwartjesvinders»
was gevallen, die zich met hunnen
buit uit de voeten hadden gemaakt
De spoorlijn, waardoor
de exportslachterij der firma Thomp
son Co. te Assen in verbinding
wordt gebracht met het stations
emplacement der staatsspoorwegen,
is thans gereed. De eerste waggons
werden Woensdag daarover naar
genoemde slachterij overgebracht.
Door deze directe verbinding met
het spoor is een groot gemak ver
kregen, daar men steeds veel last
had door het vervoeren van het
groot aantal varkens naar de slach
terij. Zij kunnen thans per waggon
onmiddellijk bij de plaats van be
stemming aankomen.
Men schrijft uit Nieuw
Beerta aan de N. R. Ct.
De wijze waarop in deze streken
tegenwoordig het oude jaar wordt
geëindigd en het nieuwe begonnen,
levert, vergeleken bij vroeger, het
bewijs van eene toenemende volks
beschaving. Was men vroeger ge
noodzaakt alle losse voorwerpen die
zich buitenshuis bevonden, naar
binnen te halen, op straffe van ze
den volgenden morgen in stukken
te vinden, of ver van de oorspron
kelijke plaats verwijderdhoorde
men toen den geheelen avond aan
houdend schieten, en had dat soms
gevolgen, die velen nog lang eene
treurige herinnering aan den laat-
sten dag des jaars deden behouden,
tegenwoordig is de kalmte die
overal heerscht, geheel in overeen
stemming met den ernst van den
avond.
Eu Nieuwjaarsdag 1 Vroeg in den
morgen reeds werd men eertijds
gewekt door eene tierende menigte,
die, gewapend met flesschen, waarin
een aftreksel van suiker, anijs, ka
neel enz. op spiritus (sluiktgewijze
gehaald bij onze oostelijke buren),
en aanhoudend drinkende, de ge-
heele buurt rondtrok, steeds toene
mende in aantal. Dronkenschap
was dien dag aan de orde. Ook nu
nog heeft iedere dienstbode zijnen
of haren nieuwjaarsborrel, en ook
nu nog ziet men in den loop van
den dag, meer dan anders, iemand
in een toestand van wankelbaar
evenwicht, maar deze gevallen wor
den met ieder jaar zooveel zeldza
mer, dat men mag verwachten,
dat ook in dit opzicht de Nieuw
jaarsdag zijne treurige vermaardheid
eerlang zal verliezen.
Uit Harlingen wordt ge
meld:
De persoon H. K., door onze po
litie op even beleidvolle als han
dige manier overtuigd van te zijn
de inbreker in het kantoor der am-
sterdamsche stoombooten Willem
III en Minister Foei, heeft reed»
een lang misdad g leven achter zich.
Als knaap vau 12 jaar we
gens diefstal in handen der politie
gekomen heeft hij, behalve de mi
litaire vonnissen, op 29-jarigen leef
tijd reeds zeven veroordeelingen van
den civielen rechter achter den rug.
De ontvreemde flesschen port en
cognac had hij tusschen de kisting
der zeewering verborgen, voor zoo
verre hij zich daaraan niet voorshands
had gelaafd.
ViSSCHERIJ.
Nieuwediep, 3 Jan. Zestien korders en
fceueers brachten heden 40 tot 550 schelv., 5
tot 15 kabelj., 19 tot 50 tongen en 26 mand
jes ki. schol ten afslag; schelv. gold f21 a 28.50
het honderd, kabelj. f2 a 2.10, tong 70 cent
per stuk en kl. schol f 2.20 a 2.90 per mandje.
Verschillende buitenlandsche bladen le
veren belangrijke beschouwingen over wat
'89 ons zal bieden op politiek gebied.
Het //Journal de St. Pétersbourg" zegt
in verband met de nieuwjaarsuitiugen
van koning Humbert en minister Tisza
«Alle volkeren wenschen oprecht, dat 1889
hunne gelukkige voorspellingen waar zal
maken.
De //Standard" ziet die zaken duister
in. Het drukt zich over deu algemeeneu
toestand aldus uit: Wat Europa iu de
eerste plaats noodig heeft te weten is of
Duitschland even geduldig zal zijn als
Oostenrijk en Italië om het tijdstip af te
wachten, waarop het Frankrijk of Rusland
behagen zal de groote worsteling aan te
vangen. Het is mogelijk, dat von Bismarck
de woorden van koning Humbert eu mi
nister Tisza bevestigt. In dit geval
heeft 1889 alle kans een jaar van vrede
te zijn. Een belofte van twaalf maan
den rust is zeker geen kleine gunst,
maar wat beteekent deze belofte anders,
dan dat Duitschland nog niet voldaan
is over zijn geweren, noch Italië over
zijn spoorwegen Hoe iemand met mi
nister Tisza kan meenen, dat de vrede
bestendig zal zijn uit kracht van het ver
dedigend verbond der middeueuropeeaehe
staten, dit gaat ons begrip te boven. Eerst
dan, wanneer wij Frankrijk door de Vre-
des-ligue zoo ontmoedigd zagen, dat het
zijne wapening ging stakeu evenals Ras-
land, eerst dan zouden wij ons gewonnen
rekenen door Tisza's argumenten. Maar
het eenige gevolg der openbaarmaking
van 't duitsch-oostenrijksche verbond is te
vinden in de militaire voorbereidselen vau
Frankrijk en Rusland.
De //Daily Telegraph'' slaat een minder
somberen toon aau. Zij verklaart geloof te
slaan aan de vredelievende verklaringen,
die uit Italië en Oostenrijk tot ons zijn
gekomen en die zich aansluiten bij de
oorlogvreezende betuigingen van keizer
Wilhelm te Stettin. Deze verklaringen be
wijzen ten duidelijkste, dat zij die den vrede
in hunne hand hebbeH niet toelaten zullen,
dat er oorlog komt. In hoofdzaak mag men
dit toeschrijven aan den gematigden toon,
dien de fransche regeering aanslaat. Welke
ook de gedachten van weerwraak zijn, die de
franschen in 't verborgen voeden, hunne
natie is voor 't oogenblik geneigd tot den
vrede en besloten dit nieuwe jaar te wijden
aan een van die vredige overwinningen,
die in hare wereldtentoonstelling hare
ijdelheid streelen.
Uit deze commentaren blijkt voldoende,
dat in dit jaar voor 't minst het schrik
kelijk pleit nog niet zal worden beslecht.
Wie dus belust is op oorlogstafreelen zal
het vooreerst moeten stellen met wat de
soeakimsche of zanzibarietische pot schaft.
Aau de //Times" wordt gemeld, dat de
engelsche kooplieden Dar-es-Salem verlaten
hebben, daar de negers een aanval hebben
gedaan op het versterkte kantoor der duit-
sche compagnie. Er heeft zioh daaruit een
strijd ontwikkeld, waarin vele opstandelin
gen gevallen zijn. Natuurlijk heerscht er
een groote beweging op de kust. De toe
stand vau Das-es-Salem en Bagamayo blijft
zeer dreigend en vergt de tegenwoordig
heid van de duitsche oorlogsschepen. De
wSophie" wiens bemanning door de koorts
buiten dienst gesteld is, zal door een kruiser
vervangen worden. De duitsche //Schwalbe",
is op komst en de fransche„Bour8aint"houdt
intusscheu met het geduld een minder
duitsche zaak waardig, de wacht op de kust.
Berichten die eveneens naar oorlog rie
ken komen tot ons uit Belgrado, waar
koniug Milan naar het scheen alle verzet
door zijn //verrassend" optreden den kop
had ingedrukt. Eene dépêche uit Weenen
aan het «Journal des débats" meldt, dat
tengevolge van anti-oosteurijksche betoo
gingen Christies militaire patrouilles door
de straten van Belgrado heeft doen gaan
en de verschillende kruispunten door mi
litairen heeft doen bezetten. In den Nieuw
jaarsnacht zouden er niet minder dan 800
personen gearresteerd zijn.
Koning Milan zal dus minder reden
hebben dan eenige vorst ter wereld om
van '89 voor zijn land veel vredelievends
te hopen. Niettemiu bewaart hij de van
vrees noch vreugde getuigeude officiëele vor
men. Bij de sluiting der Skoepschina
bracht hij in herinnering, hoe hij zijne re
geering wijdt aan de vervulling der plich
ten hem door het traetaat van Borlijn op
gelegd. Hij stelde de vrijheden, door de
nieuwe grondwet gewaarborgd in het licht
en legde de verklaring af van voortaan
als constitutioneel vorst te zullen regeeren.
Na als despoot een tour manqué ge
maakt te hebben, zal hij het zich dan een
weinig gemakkelijker maken door veine
zoowel ais déveiue met zijn volk te gaan
deelen.
De grootheid van den tweeden rang, die
naast Milan wel het meest op de tong is
iu Europa heeft eveneens zijn program
wereldkundig gemaakt en zijn houding
verdedigd. In verband m6t zijn candida-
tuur iu het departement de Seine heeft
Boulanger aan zijn kiezers het volgende
manifest gericht:
De parlementaristen, die al het moge
lijke hebben gedaan om mij onverkiesbaar
Je maken, schrikken thans voor het deuk-
beeld terug, mij verkozen te zien. Mijn
degen verontrustte heu, en daarom hebben
zij mij dien ontnomen. In werkelijkheid
koesteren zij geen vrees voor mij, maar
duchten zij het algemeen stemrecht, welks
herhaalde uitspraken van den atkeer ge
tuigen, dien hunne onbekwaamheid eu
hunne lage intrigues het land inboezemen.
Ten einde niet zich zeiven te moeten be
schuldigen, beschuldigen zij mij en dichten
zij mij dictatoriale plannen toe. Indien ooit
het denkbeeld om den dictator te spelen
bij mij ware opgekomen, dan zou het
immers geweest moeten zijn toen ik mi
nister van oorlog was en het geheele leger
in mijne hand had. Is er dan ooit sprake
geweest van eene dictatuur in mijn program,
hetwelk de herziening eischt der grond
wet door eene constituante, waarin immers
elk afgevaardigde gelijkelijk zijne denk
beelden verdedigen kan? Laat men één
woord, ééue daad van mij noemen, waarbij
ik niet zoo duidelijk mogelijk gezegd heb
de republiek te willen. Frankrijk wil de
republiek, maar op andere wijze ingericht
dan de huidige wedloop naar ambten en
eer, Frankrijk dorst naar rechtvaardigheid;
het land aan de geldverspillingen en de
ambtenjagerij te ontwringen, dat is voor
mij het land te dienen. Laat ons beletten
dat Frankrijk ten prooi worde van enkelen.
De generaal is weer in zijn kracht. Zijn
tegenstanders zijn in 't nauw omdat zij ter
vervanging van Hude geen tegencandidaat
voor Boulanger kunnen vinden. Zeer gees
tig is deze netelige toestand door Albert
Millaud geschetst in een «Figaro"-artikel.
Men stelle zich voor, dat Floquet, Clé-
menceau en eenige anderen op het Carretour
de l'Odéon (een kruispunt van straten)
bij stikdon keren nacht in hinderlaag liggen
om een enndidaat te snappen.
Eene stem.
Souvent homme varie,
Bien fol est qui s'y fie 1
Floquet. Sta! of gij zijt een lijk.
De onbekende. Ontferming
Clémenceau. De candidatuur of het
leven!
De onbekende. BlumMeurice
Meunierhelpt mij
Ranc. Houd je mcndl.... Je naam
De onbekende. Vacquerie, Auguste.
Floquet. Ik zou liever gezien heb
ben, dat het een ander was. Gij zijt te
veel letterkundige voor ons. Maar het doet
er ook eigenlijk niet; wij hebben de lui
niet voor het kiezen.
Vacquerie. Wat wilt ge van mij?
Clemenceau. Neemt gij de candida
tuur legen Boulanger aan
Vacquerie. Neen!
Floquet. Dat moet ge sterven 1
V«acquerie. Welnu, steek toe.
Clémenceau. Wij hebben niemand
anders dan u in onze macht... (Ter zijde)
Wachteen manoeuvre. (Luid) Men zal
«Jalousie" weder opvoeren, in het Gymnase.
Ranc. Koning is met ons... Gij zult
ons toch dien dienst niet Weigeren
Vacquerie. Gij belastert Koning... en
mij wilt gij bedriegen. Ik weiger, steek
me maar dood.
Floquet. Laat hem dan maar gaan....
De Académie wacht hem, eu zij sal ons
wel wreken
(Vacquerie verwijdert zich, weder
het wijsje aanheffend vanSouvent
homme varie).
Clémenceau. Nu moeten we weer
van voren af aan begiuneD.
(Zij verbergen zich opnieuw. Men
hoort den hoefslag van een paard. De
vier samenzweerders springen te voor
schijn. Ranc grijpt het paard bij den
teugel).
Clémenceau. Stijg af!
Floquet. Maak geen geluid, of ik
schiet je neer.... De candidatuur of het
leveu
De ruiter. In geen geval den dood...
Ranc. - Dan de caudidatuur.
De ruiter. Wat is de zaak eigenlijk?
Floquet. U candidaat te stellen voor
den zetel van wijlen den heer Hude.
De ruiter. Ik neem het aan... Zelfs
vóórdat ik u en uwe aangename manieren
kende, had ik de candidatuur reeds aan
genomen.
Clémenceau. Onzeu dank daarvoor,
edelmoedige burger. Je naam?
De ruiter. (Slaat zijn mantel open,
zoodat zijn mooie blonde baard zichtbaar
wordt). Mijn naam, gij ke ;t hem...
Allen (met afschuw). Boulanger!
Floquet. Vervloekt 1...
as
Naar men verneemt zal de predikant der do-
leerenden te Anjum, ds. J. Langhout, ten gevolge
vau zijne aanneming van het beroep der dolee-
renden to Haarlem, op Zondag 13 dezer zijn
afscheid prediken. Op dien dag zullen de goede
ren, kerk, diaconalia, archief enz. enz. door de
doleerenden te Anjum aan de wettige besturen
worden overgedragen, een eu auder ten gevolge
eener vroeger plaats gevonden minnelijke schik
king tusschen partijen.
Te Br ad fort ^Eu ge land)
is een afschuwelijke moord gepleegd
op een knaapje. De moordenaar is
gearresteerd en heet Barrett. Er is
ernstig vermoeden gerezen, dat deze
heeft, in eenige opzichten gewijzigd. De wet kan een geval
zooals gij daar verhaalt, niet voorzienzij kan zich mat
dergelijke monsterachtige onderscheidingen niet ophouden.
Zij kan niet voorzien, dat een meisje trouwt met den moor
denaar van haren vader en dat deze moordenaar zich tevens
buiten haar bereik bevindt. Dat alles behoort niet tot haar
gebied, maar tot dat van den roman, of misschien zelfs van
het treurspel. Zoo moet er vroeger een zekere Oedipus ge
weest zijn, die zijn vader Laius doodde en zonder het te
weten zijn moeder trouwde. Dergelijke gebeurtenissen komen
niet meer voor, mijn waarde vriend.
Maar wat ik u verteld heb, ie werkelijk voorgevallen,
merkte George ernstig aan.
Des te erger. Daar is nu eemnaal geen veranderen
aan, zelfs al komt de wet op de echtscheiding er door.
George ging heen. Hij gevoelde, dat alle hoop hem nu
ging hegeven. In zijn verslagenheid gevoelde hij de kracht
te missen, verder tegen zijn noodlot te worstelen.
Twee dagen na zijn onderhoud met den advocaat ging
hij naar het «Théatre-Franjais».
Men gaf er sedert eenigen tijd «de Vreemdelinge» van
Alexandre Dumas fils.
De zinsnede, die in het tweede bedrijf dokter Rémonin
tot mevrouw de Rumières richt als hij spreekt over den
echtgenoot van Catherine de Septmontsde goden zullen
tusschenbeide moeten komen», herinnerden hem de woorden
van gelijke beteekenis, die hij tot zijn oom had gericht.
Onophoudelijk keerden hem die woorden in de gedachte
terug.
Langzamerhand werden zij hem een profetie. Hij schreef
aan Sarah een langen brief, die krioelde van uitdrukkingen,
welke slechts op konden komen in den geest van iemand,
die door smart en eenzaamheid tot zieke overspanning zich
had opgewonden. Toen het einde zijner parijsche ballingschap
naderde, maakte hij zich gereed naar Honvaux te vertrek
ken. Hij hoopte daar aan te komen vóór Jacques Gerbier
zijne bedreigingen ten uitvoer kon leggen.
Terwijl de jonge zeeman zich met dit alles te Parijs het
hoofd brak, bevond zich Jacques op het huis in de duinen
of liever, hij kwam daar eiken dag. In een hotel te Bou
logne had hij zijn intrek genomen.
Tot groote verbazing van Margaretha stond hij op zekeren
morgen met een ernstig en peinzend gelaat voor haar. Toen
zij bezig was haar gemoed te luchten over het lange uit
blijven der echtgenoote, van wie zij voor 't minst een brief
had verwacht, toen zij hare ongerustheid over Sarah uit
drukte, over wie hij haar nog met geen woord gesproken
had, zeide hij kortaf tot haar:
Zij zal komen
Dit alles scheen haar zoo vreemd toe, dat zuster Knor
repot, begrijpende dat er iets ernstigs moesï zijn voorge
vallen, zich het zwijgen had opgelegd en voor 't oogenblik
niet verder vroeg.
Jacques had het huis van den zolder tot den kelder on
derzocht, met zakboek en potlood in de hand. In den na
middag was er een behanger van Boulogne gekomen, die
hij alle vereischte inlichtingen voor zijn werk gegeven had.
De reden van Jacques' komst was, zooals Madeleine uit
deze maatregelen opmaakte en uit eenige woorden van
Jacques begreep, het huis in de duinen op te knappen en
geschikt te maken tot verblijfplaats der jonggetrouwden.
Eerst 's avonds gat Jacques zijn stilzwijgendheid prijs.
Toen hij zich met een ontevreden gezicht aan de
gedekte tafel tegenover zijne zuster neerzette, zeide hij
eensklaps
Weet je het, dat Sarah ziek is? -J
Wordt vervolgd