NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD. Zaterdag 19 Januari 1889. No. 1701. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIES: De Gasvlam en ie Mraniers. SARAH BLONDEL. DAGBLAD Voor Haarlem, per 3 maanden1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0.03. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. "Telefoonnummer 1X2. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat. Abonnementen en Adverteutiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, poBtknntoren en conrantiere. Ilirecteuren-UHgevers J C. PEEREHOUII cii J. 58. t VI» Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Generale de Publeeite Etrangère ff. L. DAUBE df Co., JOH. f. JONBS, Suer.. Parijt, 31bte faubourg Montmartre. STADSNIEUWS. Haarlem, 18 Januari. Bij het nieuwe Gemeentelijke Muziekkorps zijn reeds geëngageerd als solo-clarinettist en violist de heer Th. Hofmeester, als solo-oboïst de ieer F. Lüsschen, als solo-fluitist He heer G. Schmidt, en als solo- rombonist de heer J. F. Konings. Van het vroegere Stedelijk Muziek korps zijn 15 muzikanten bij het nieuwe korps overgegaan en door het engageeren van solisten voor es- Blarinet en piston en nog eenige degelijke muzikanten, zal dit korps tegen Mei a. s. uit 34 a 36 leden bestaan. Voorloopig worden 4 repe tition per week gehouden. In de laatste algemeene vergade (ring van de Kath. Kiesvereeniging alhier is besloten voor de aanstaande verkiezing van twee leden voor den (Gemeenteraad alhier, geen kandida ten te stellen. Donderdag is hier ter stede over leden de heer P. Rouweuhorst Mul der, bekend commissionair in effec ten. Hij was in het jaar 1878 een der oprichters van de Haarlemsche tram, aau welke onderneming hij belangeloos zijne krachten heeft ge wijd. Ook aan de werkzaamheden als bestuurder van de spaarbank van het Nut, nam hij ijverig deel. Voorts was de overledene, die 59 jaar ouJ werd, regent van het Vrouwe of St. Anthouie-gasthuishofje. In café «Löwenbrau» is thans een Jfraai, goedloopend biljart geplaatst, ■afkomstig uit de zoo gunstig bekende ■fabriek van den heer P. H. van Roon alhier. Het Donderdagmorgen en Don- óerdagavond op de ijsbaan aan de I «Pboenix» gehouden ijsfeest mag u lallen deele goed geslaagd heeten. iDes morgens toen Mann's kapel uit Leiden eece matiuée gaf, bescheen een vroolijk zonnetje de zwierende menigte en hoewel des avonds de lucht minder helder was, hinderde dat de nog grooter geworden me nigte schaatsenrijders niet, flink ver licht als de baau was door de elec trische lampen. Nevens de muziek van de kapel vau Mann luisterde vuurwerk de feestelijkheid op en zag men per sonen met allerlei vuurwerk op lange stokken in beide handen rondzwie ren over de baan, als zwevende vuurkolommen. Eeret laai in den avond verdwe nen de liefhebbers van het edele ijsvermaak en met hen de tallooze toeschouwers, die om de hekkeu ge schaard waren. De ondernemers hebben succes gehad van hun feest. De heer dr. A. J. C. Snijders, van Zutphen, hield Donderdagavond in eene buitengewone vergadering van het depar tement Haarlem der Ned. Maa'schappij ter bevordering van Nijverheid eene voordracht over de //gasvlam en de gas branders. Het onderwerp was wel de aandacht waard, want welke vraa-i toch is tegen woordig meer aan de orde dan//Welke is de beste wijze van verlichting"? Met dat //beste" bedoelt men gewoonlijk het doelmatigs! e en minst kostbare. Op deze vraag gaf de heer Snijders een antwoord, zoo veelomvattend en klaar, dat zij die bij de lezing tegenwoordig waren, in geen twijfel meer konden ver- keeren, hoe men van de totnogtoe het meest in gebruik zijnde verlichting, die met gas, de beste resultaten verkrijgt, zoowel met betrekking tot de kwaliteit van het licht als tot de kosten. Beginnende met de ontwikkeling van het lichtgas en de eigenschappen van zijne verbranding, kwam spreker tot een vergelijkend overzicht van de tegenwoor dig gebruikt wordende gasbranders, be sprak daarvan de voor- en nadeelen en zette op heldere wijze uiteen welken in vloed de samenstelling der branders op het grooter of kleiner lichtgevend ver mogen der gasvlam had. Spreker toonde door proeven aan, dat een gasvlam haar lichtgevend vermogen heeft te danken aan de verbranding der kooldeiltjes welke het gas bevat en dat hoe meer volkomen de verbranding dier deeltjes plaats heeft, hoe meer lichtge vend de vlam wordt. Ten bewijze daarvan ontstak spreker een duplex-brander, welke gewoonlijk tot verwarming wordt aangewend. Wan neer de stroom lucht, welke zich met het gas vermengd, wordt afgesloten, geeft deze brander een lichtende geelwitte vlam, daar de kooldeeltjes door de rond om de vlam toetredende lucht kunnen verbranden, maar zoodra de lucht door de vlam stroomt worden de kooldeeltjes er met kracht uitgeblazen, hebben daardoor geen tijd om te verbranden en heeft er dus slechts eene verbranding van het gas met de doorstroomende lucht plaats, waardoor eene vlam ontstaat van zeer hooge temperatuur maar zonder licht- kracht. Het donkere gedeelte van een gas vlam, dat zich bij de opening bevindt, waar het gas uitstroomt, is onver brand gas; daar geschiedt feitelijk geen ver branding. Elke vlam bestaat uit drie deelen, i het genoemde onderste gedeelde, waar i geen verbranding plaats heeft, de kern, waar geen lucht kan toetreden en de laag welken deze kern omsloten houdt en waar de verbranding der kooldeeltjes door het toetreden der omringende lucht plaats heeft en dat dus het eenige ge deelte der vlam is dat lichtgevend ver mogen bezit. Deze eigenschappen heeft men toege past bij de vervaardiging der tegenwoor dige gasbranders. Vroeger trachtte men van het licht gevend vermogen van een gasvlam door de drie volgende beginselen op de bran ders toegepast, zooveel mogelijk partij te trekken. lo. Door de hoeveelheid uitsfcroomend gas te verminderen. 2o. door uitbreiding van de vlam. 80 door kunstmatigen toevoer van lucht. Op de eerste eigenschap berust de éénspruit of rattestaartbrander, die een kleine vlam geeft en thans alleen nog in de sigarenwinkels in gebruik is. Het tweede beginsel ligt tot grondslag aan den zg. vleermuisbrander en den viseh- staart- of tweespruitbrander. Een groote verbetering was daarna de Argand-brander, waarbij het gas uit in cirkelvorm geplaatste kleine openingen stroomt en een lampeglas wordt gebruikt, dat al schoorsteen werkt. Na de toepassing van het electrisch licht, den grooten concurrent der gasfa brieken, is men er op bedacht geweest om de inrichting der gasbranders te ver beteren en bij een grootere lichtsterkte minder gasverbruik te verkrijgen. Dit heeft geleid tot de uitvinding van ver schillende stelsels van branders en lampen. Hier volgt een staat, door den heer Snijders opgegeven, tot vergelijking van de lichtkracht en de kosten der thans het meest in gebruik zijnde branders 3 s er p S p" 3 g 3 Cfl OJ f OS K) M H i—O O O Cn O Vx Cr* O O O O O U5 Oi O CU O O C c ■f' O' «i oi te o m b c fv to is co co 0 SS 1 75 Spreker gaf een uitvoerige beschrijving, praktisch toegelicht, van deze verschil lende stelsels van lampen en branders, waarvan vooral de amerikaansche brander, alhoewel niet de zuinigste in gebruik, een groot lichtgevend vermogen bleek te bezitten en van deWenham-iamp, die tevens als ventilateur dienst kan doen en tot de meest volmaakte verlichtingssystemen voor groote lokaliteiten ble k te behooren. Met een hartelijk woord van dank aan den spreker voor zijne nuttige en veel omvattende lezing sloot de voorzitter onder applaus der weinige aanwezigen de^vergadering. De heer Justus vac Maurik heeft als lezer een gevestigde reputatie en de let terlievende vereeuiging „J. J. Cremer# kon niemand beter dan hem kiezen om den savanteu indruk door den heer Brou wers gemaakt, op een amusante manier uit te wisschen. De heer van Maurik heeft als lezer reeds een zoo lange ge schiedenis achter zich dat hij evenals sommige oude schrijver, die zich weer mooi maken met de eerste novellen hunner jeugd, het wagen kan zijn gehoor te verrassen met een paar schetsjes uit den aanvang van zijn lezers-loopbaan. Maar het mensehdom veroudert niet zoo snel of het kan zich nog heden ten dage tevreden toonen met een manier van prozazinnen lezen, alsof het alexandrijnen waren den zelfden bonzenden dreun met den nadiuk op den laatsten of voorlaatsten lettergreep, bijv,oogen, die flauw en waterig stónden het veraudert zoo weinig, dat het savou reert bij proza, waarmede voor veertig jaar een kweekeling mooi was; het blijft zich zoo zeer gelijk in zin voor het sen- timenteele en kluchtige, dat het zich nog niet verveelt bij 't geen het vóór een jaar of tien tot verrukking bracht. Dit is naast het meesterschap van den heer van Mau rik in het weergeven van amsterdamsche personages uit den kelders- en wiukeltjesbe- wonenden stand het geheim van bet uitbun dig succes,dat met de voordracht van,,Groot vader" en //Een pleizierige nacht" werd behaalden dit is de redenwaarom a J. J. Cremer" wel zal doen met bij de verdere keuze harer lezers voort te gaan op den weg, dien het publiek haar gewe zen heeft. Wij ontvingen het reglement voor het gebruik van de verzameling afbeeldingen F li Ij li iö T O W. Naar het fransch van Louis Gallet. 47) XVII. (Slot.) Jacques luisterde. Hij sprong verschrikt op en uitte een rauwen kreet. Dol! Hij werd weer aangegrepen door een zenuwtoeval, gedu rende welk men hem onophoudelijk op wanhopigen toon hoorde roepen: Dol, dol! Ik ben dol! O, dokter, in godsnaam, is er geen geneesmiddel? Er moet er een zijn! Is er geen? Ha, wat zal Sarah blij wezen I Blue heelt haar goed geholpen O, verlos mij, verlos mij van die zon, die mij doodt 1 Gaat weg, jelui allemaal! Raakt mij niet aan! Je verscheurt me! Je verbrandt me Men moest hem aan de bedstede vastbinden, opdat hij zich niet kwetste. Weldra hadden de verschrikte boeren overal het gerucht verspreid, dat er iemand op Honvaux was, die aan honds dolheid leed. Mijnheer Jacques GerbierSommige personen, zooals de pastoor, de kolonel en de dichtstbij wonende pach ters kwamen hem bezoeken. Het geval werd druk besproken. Men twistte over de kansen op genezing. Men herinnerde zich allerlei genees middelen. Men ging van alle kanten de zaak toelichten; men iwisite over de meerdere of mindere tans op genezing; men stelde allerlei middelen voor. Er was iemaud die voorstelde den zieke met zweepslagen voort te d ijven en af te jageo,om te maken dat hij zweette; het middel kwam uit Ierland en de ongevraagde raadgever stond voor de goede uitkomst in. Een ander stelde doodbedaard voor, den lijder tusschen twee mat.assen te verworgen, om een eind aan zijn lijden te maken. De dokter verwijderde al deze lastige praters en sprak tot den pastoor: Indien hij uwe hulp niet van de hand wijst, spreek dan met hem. Er blijft niets anders over dau bem te troos ten. Kans op redding is er niet. Hij heeft in weinige uren alle stadiën der ziekte doorloopen. Op 't oogenblik heeft hij het niet la6tig, maar weldra zullen de zenuwtoevallen met vernieuwde hevigheid terugkeeren en zal hij er onder bezwijken. In werkelijkheid hernieuwden zich Lgen den avond de aanvallen. Jacques lag in een ijlende koorts. Meermalen hoorde men hem den naam van Francis Blondel op een smeekenden, wanhopigen toon uitroepen. De verschrikte omstanders verwijderden zich langzamer hand. De dokter had George van al het gebeurde naar waarheid kennis gegeven, met last er voorshands niets van te doen blijken aan Sarah. De geestelijke, die niet met den ijlenden stervende had kunnen sprekenbad in stilte voor hem. Het vermoe den, dat die naam van Francis Blondel in verband stond met eeoig bloedig geheim, bracht zijn godsdienstigen ijver niet aan het wankelen. Dokter Sylvain raadde hem na eeni- gen tijd aan naar het huis in de duinen te gaan om Ma deleine op de doodstijding voor te bereiden. Toen eindelijk de doodstrijd zoo hevig werd, dat de on gelukkige onuitsprekelijk lijden moest, voelde de dokter zich door een onweerstaanbaar medelijden tot den armen misdadiger aangetrokken. Het leven kon hij hem niet te rugschenken, maar wel de rust. Hij nam een spons, doopte die in chloroform en hield haar den lijder ve-volgens eenige oogenblikken voor het gelaat. Weldra ontspanden zich de verwroDgeotrekkeoen kwam het fel gemartelde lichaam tot rust. Jacques Gerbier had geleefd XVIII. Verscheidene maanden zijn verloopen. Het is in .de na- herfst; het groen dat op de landzijde der duinen wast, is nog niet verbleekt door de felle zeewinden. De mosselvaog- sters gaan nog op bloote voeten door het zeewater. Zij haasten zich met hunne mosselen naar de stad, terwijl de zeemeeuwen boven hunne hoofden krijschen als benijden zij hun de buit. Blanke zeilen teekenen zich als grijze stippen tegen den horizon af. Het heldere zonlicht verlevendigt de rotsen aan de kust, waarlangs wandelpaden zich kronkelend slingeren. Nu een zachte koelte uit zee op komt zetten, kan men zich midden in den zomer denken. Er zijn vele wandelaars op den weg, die naar de ruïnen van het fort la Crèche leidt. Sommigen hunner hebben zich op het droge kruid der duinen neergevleid en kijken peinzend naar de zee, naar het levendige spel der golven en de oneindig wisselende kleurschakeeringen. Het is alsof de oude oceaan zijne wildheid heeft vergeten en zich na al de schipbreuken die hij veroorzaakt heeft verteederd ge voeld door het lot der weduwen aan het strand. Weet je nog wel, vraagt Sarah, terwijl ze vertrou welijk op George's schouder leunt, weet je nog wei, dat wij elkander op deze plek voor het eerst zagen Ik had toen en lang daarna niet durven denken, dat ik eens je vrouw wezen zou. Hoog, hoog in de lucht zingt de leeuwerik zijn zangerig en levendig lied, vervoerd door het geluk op aarde en het lichtende blauw van den hemel.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1889 | | pagina 1